'België is ons moeilijkste buitenland' Frans en door ED BLAAUW Dieper buigen dan je Japanse handelspartner, fout. Of een Chineze zakenman een joviale klap op zij ti schouder geven. Ook fout. Een vriendelijk knikje is in China, waar vormelijkheid en ingetogenheid deugden zijn, voldoende. Omgekeerd kijken buitenlanders vreemd op wanneer de Nederlandse directeur de medewerker van de postkamer in het zonnetje zet, omdat die veertig jaar in dienst is. Want het succes van de zaak is niet zijn verdienste, zo oordelen ze. Zaken doen in den vreemde vereist kennis van culturele achtergronden en verschillen. Al decennia lang helpt het Koninklijk Instituut voorde Tropen in Amsterdam Nederlandse zakenmensen op weg opdat zij goed beslagen ten ijs komen in het buitenland. „Niets is gevaarlijker dan de cultuur van een land onderschatten." voor gewoonten en belangstelling voor communicatie. Daar gaat het om in het internationale zakenleven, zegt Dick van Beek, vice-president van Yamaha Europa. „Je inleven in culturele verschillen en weten dat de taal van het land meer is dan idioom en grammatica. Daardoor verklein je de kans op vergissingen en verstevig je de re latie met jouw buitenlandse zakenpartner. Van Beek heeft geleerd dat, wanneer hij een presentatie geeft aan zes Japanners, hij de hoogste in rang moet blijven aankijken. Zelfs wanneer de man in kwestie een ha zenslaapje doet. „Misschien dat hij de pre sentatie niet boeiend vindt, dat kan. Mis schien is het zijn manier van concentreren, kan ook. Feit is dat in Japan de hoogste man in rang zich kan veroorloven in slaap te val len", zegt Van Beek. Hij komt voor zijn werk veelvuldig in Japan en kent de cultuur van het land redelijk tot goed. Duurzaam Kleine dingetjes kunnen irritatie opwekken. Door met een donker hemd .vol zweetvlekken (vanwege de warmte) op bezoek te komen bijvoorbeeld. Wie in een tropenland zaken doet, draagt een wit overhemd. Liefst met een hemdje daaronder om de transpiratie op te vangen. Wie in Maleisië maar een tikkeltje denigrerend over de politiek in dat land praat, kan het ook vergeten. En de zakenman die naar China afreist moet het uit zijn hoofd laten zinnen te bezi gen als 'Rotterdam is de grootste haven ter wereld' of 'Nederland is de grootste bloe- menexporteur'. Chinezen weten dat en vin den dergelijke opmerkingen opschepperig en lachwekkend. Goed om te weten is óok dat de Chinese handelspartner het niet op prijs stelt als zijn Nederlandse gast dieper buigt dan hij tijdens de kennismaldng. Hoezeer de diepte van de buiging het respect voor de an der ook aangeeft. Tip: kom tijdens het gesprek met een wel gekozen citaat uit de Chinese literatuur. Dat zal een Chinees zeker op prijs tellen. Natuur lijk kunt u vragen stellen waar uw partner vermoedelijk best op wil antwoorden: 1. Is in China fiscaal federalisme mogelijk? 2. Hoe ernstig is de (verborgen) werkloos heid eigenlijk? 3. Hoe ver is China gevorderd met de markteconomie? 4. Waarin verschilt Chinese kunst eigenlijk van westerse kunst? Wie echt goed beslagen ten ijs wil komen, kan vooraf naar het Koninklijk Nederlands Instituut voor de Tropen gaan. Daar, in Am sterdam, helpen ze managers die naar het buitenland gaan, op weg. Interculturele com petentie, oftewel de vaardigheid om in een internationale omgeving efectief te kunnen functioneren, daar draait het om tijdens de (cultuur)training van KIT. Cursisten krijgen les in en informatie over gebruiken, gedrags patronen, gewoonten, maar ook over de poli tieke en culturele situatie ter plaatse. In de afgelopen jaren zijn duizenden managers dpor het KIT 'opgeleid' voor hun baan in den vreemde. „We geven allerhande informatie over een be paald land die van belang is voor de manager", zegt Ingrid Groenen van het KIT. „En vervolgens is er de zaken- cultuurtraining gebaseerd op praktijk zaken. Want ze moeten zich kunnen verplaatsen in mensen met een andere culturele achtergrond en van daaruit duurzame relaties opbouwen. Duur zaamheid is het kernwoord." Belediging Alle opleidingsmogelijkheden ten spijt, het gebeurt geregeld dat uitgezonden managers met nauwelijks enige ach tergrondinformatie op pad gaan. En dat ze al tijdens de kennismaking met de eerste de beste zakenrelatie volledig de fout ingaan. Door bijvoorbeeld in Singapore het visitekaartje van de Aziatische gesprekspartner met één hand aan te pakken en het ongelezen in de borstzakje van het overhemd te stoppen. „Fout, fout, fout", zegt Ben Vree. Hij is algemeen directeur van Van Omme ren in Singapore en voorzitter van de Association Dutch Businessmen in de stadstaat. „Je moet het visitekaartje Diep buigende Japanners. met beide handen aanpakken en het daarna uitgebreid gaan lezen. Dat stelt de Aziatische zakenman zeer op prijs. „Op het kaartje dat je net hebt ontvangen, moet je ook beslist geen telefoonnummers noteren", weet Vree. „Dat wordt ervaren als een belediging, als een vorm van desinteres se. Dat gedrag verstoort de relatie meteen." Vree kan aardig overweg met Aziatische handelspartners. „Maar er blijven altijd za ken waarover ik me verbaas, waarvan ik de achterliggende gedachte niet precies ken. Als ik op bezoek kom bij een relatie, moet ik wel eens wachten in een kamer waar altijd een bank en een stoel staan. Ik weet dat ik op de bank moet plaatsnemen. De stoel is voor hem. Ja, waarom dat zo is, dat is me nog al tijd niet precies duidelijk." Gebrek aan kennis over culturele achter gronden kan tot blunders leiden. Zelfs in Eu ropa, waar de cultuurverschillen tussen lan den vaak groter zijn dan ze op het eerste ge zicht lijken. Het is gebeurd dat Nederlanders topmanagers uit Spanje en Portugal uitno digden voor een lunch met broodjes kaas en glazen melk. Terwijl een glas melk in deze landen wordt gezien als een kinderdrankje en als een absolute belediging voor een volwas sene. Bedenkingen Zelfs dicht bij huis, in België, kan een ogen schijnlijk duidelijk zinnetje van een Vlaamse zakenrelatie als „ik heb nog wat bedenkin gen" voor verwarring zorgen. „Bedenkingen hebben in België de betekenis van ideeën", zegt Dick Veldmaat. Hij is hoofd strategische ontwikkeling van Nederland Haarlem, een bedrijf dat geavanceerde verkeers- en andere regelsystemen ontwerpt en verkoopt in de wereld. „Zelfs als een zaak beklonken is, kan de baas van jouw relatie laten weten dat de zaak niet doorgpat. Het is echt zo, wij be schouwen België als ons moeilijkste buiten land." Vermaat is geregeld op pad. In België, Noorwegen, Zweden, Tsjechië, China, Vene zuela. „In dat Latijns-Amerikaanse land zijn veel mannen macho's. Een fabriek die ik daar bezocht werd geleid door een Zweed. Die man was totaal geen macho. Over hem werd gezegd dat hij aardig was, maar er werd echt schande over gesproken dat hij er maar één vrouw op nahield." Zakendoen over de grens, Tropeninstituut helpt managers op weg Hij zegt dat veel Nederlandse zakenmensen die voor het eerst naar het buitenland gaan, de standaardfout maken zich zakelijk te pre senteren en recht door zee op hun doel af gaan. „Zo van: 'Ik verkoop goede producten en dit zijn de afspraken waaraan we ons moeten houden'. Maar zo werkt het niet. Neem China. Je verkoopt alleen iets als je een vriendschappelijke, vertrouwelijke relatie met je zakenpartner hebt opgebouwd. Wat je ver koopt, interesseert die ander niets. Een Chi nees koopt alleen van vrienden. Dus wil je zakendoen, dan moet je zorgen dat je zijn vriend wordt." Dick van Beek van Yamaha Europa: „Ver geet niét dat Yamaha al enkele decennia lang in Europa is gevestigd en dat er Japanners zijn die al jaren weg zijn uit hun land. Die le ren op hun beurt ook heel veel van de cultuur van ons land. Die hebben zo langzamerhand wel door hoe je met Nederlanders, met Euro peanen omgaat. Daarnaast wordt de wereld steeds kleiner. De manieren van zakendoen in Azië en Europa groeien naar elkaar toe." „Maar toch, niets is gevaarlijker dan de cul tuur van een land te onderschatten", zegt W. Alferink uit Aerdenhout. Hij komt als direc teur van Vermeer Infrastructuur (aanleg van wegen, vliegvelden, etc.) geregeld in Polen. Het land waar de consument shampoo in doorschijnende flessen wil hebben opdat de kwaliteit zichtbaaris. „Polen zijn hiërarchisch ingesteld. Als je een ontmoeting hebt waarbij ook vertegenwoordigers van de Poolse rege ring aanwezig zijn, dan laat ik het wel uit mijn hoofd om het voortouw te ne men in een gesprek. Dat is onbeleefd. Begrip voor de cultuur en gewoonten is oké, maar je hoeft ook weer niet alles over te nemen. Een Pool geeft een vrouw altijd een handkus. Nou, dat heb ik dus niet overgenomen." „Je moet wel gebruik maken van een intermediar", raadt Alferink aan. „Voor al als je de taal van het land niet (goed) spreekt. Dat kan een hoop problemen 't Zijn vaak ook kleine din- waar je achter komt in het land zelf. heb ik geleerd geen zilver mee te ne- voor mijn relaties, want zilver is er Polen volop. Norbert André de la Porte, directeur verseas van Bols International (likeu- en, jenever) in Zoetermeer, neemt op zakentrips naar West-Afrika altijd een fles drank mee. Bestemd voor bij voor beeld the chief van een dorpsgemeen schap. „Maar dan moet het wel de drank zijn die hij graag lust. Ik heb wel eens gehoord dat mensen van de ambassade met het verkeerde merk kwamen aanzetten. The chief was zo beledigd dat hij niet eens meer wilde praten. Als hij jouw drankje lekker vindt, is hij bereid dat aan zijn onderdanen te vertellen. En neem van mij aan dat zijn in vloed ver reikt", zegt De la Porte. Ervaring In de landen van West-Afrika heeft de Neder landse zakenman te maken met de formele en traditionele hiërarchie. De la Porte: „Die lijnen lopen dwars door elkaar heen. 't Is handig als je daar een beetje inzicht in hebt. Hoe je moet handelen, wanneer je wat moet zeggen; dat soort zaken haal je echt niet uit een boekje. Dat leer je naast een goede voor bereiding door ervaring. In West-Afrika ben ik al verscheidene keren op audiëntie geweest bij een dorpshoofd. Dat soort ceremoniële bijeenkomsten. Je pro beert dan te doen alsof je niet verbaasd bent. Maar de verbazing is er nog steeds, 't Is toch ook prachtig? Zo'n man in een schitterend gewaad. Je praat, zeker in het begin, niet rechtstreeks tegen the chief, dat is onbeleefd. Je richt je tot de vertaler die bij je is. Die stelt de vraag op zijn beurt aan de chief." Ingrid Groenen van het KIT: „Een Neder landse manager in Egypte had gezegd: 'die meeting van woensdag moet wel doorgaan, hoewel ik er zelf niet ben'. Nou, er gebeurde die woensdag helemaal niets. Een paar Egyp tische medewerkers bleken een vrije dag te hebben genomen. Daar wist die Nederlandse manager niets van. Een Egyptische medewer ker zal niet snel vertellen wanneer hij er niet is. Maar verhult hij dan iets?" Onzin „Al dat gefilosofeer over cultuurverschillen is onzin, daar heeft een ondernemer absoluut geen boodschap aan", zegt Frank Doornaert uit het Belgische Dessel. De 51-jarige inge nieur heeft een electrotechnisch constructie bedrijf en bouwt onder meer botsauto-hallen voor kermissen. „Een ondernemer onderneemt en hij ziet onderweg zelf wel wat de problemen zijn die hij moet oplossen. Daar heb je geen studies voor nodig. Al die cultuurverschillen, fantas tisch. Dat geeft de wereld kleur. Maar met be leefdheid. eerlijkheid, interesse in een ander en zonder grootspraak kun je overal in de wereld succesvol zaken doen." ZATERDAG 6 JUI Als vakantieland wordt voor Nederlanders steeds aantrekkelijk. Weliswaar jaarlijks nog tweeenhalf landgenoten naar toe, maaj grotendeels een harde en zende kern van gevorderd! halve heeft de Franse ambaB Den Haag een half miljoeË wit-blauwe brochures voorf ners' laten drukken waarij prototypes, Marianne en Ma kaar laten delen in hun voq len en zo vrij zijn deze t< spreken en uit te leggen. M brochures hoopt men de haatverhouding tussen NÉ ders en Fransen te verbet® Ooit was Frankrijk met zijn cultu J savoir-vivre de ultieme maat va tere standen in Nederland. Wie was sprak, las, at en kleedde zich F in de vijfde klas van de lagere scho: ik als kind onderricht in de Franse pa fume une pipe'. Op de middelb L school ontdekte ik de Franse litei Stendhal, Zola, Flaubert, George St Sartre, Simone de Beauvoir. Da; stond het zicht op een filosofisch lectueel gedachtegoed waarvan Fi alleenrecht hebben. En ten slotte in de ban van het existentialisme, chansons en de nouvelle vague in Frankrijk had in die dagen alles derland niet had, op intellectui reel en gastronomisch gebied. Vanl kruis was het leven er aantrekkelijl ze waren er aanzienlijk vrijmoedi} gebied van de liefde, ze hadden p< rekening ook Brigitte Bardot. Daard Frankrijk in ons eigen land waar R( Reformatie nog onaangetast heen slotte niet alleen de reputatie van que maar ook een zondig land. Del Tricheurs' ('Zondaars in Spijkerbrt de tot nationale discussies me van de Franse adolescenten, stif en kunstenaars. Aangetrokken door de lokroep va les gingen wij, Nederlandse studj en net afgestudeerde academici, in| ste helft van de jaren zestig, liftend gammele deux chevauxtjes naar Pa nog veel zuidelijker om er als 'bohéi druiven te plukken. Groot geworde; spruitjeslucht van 'De Avonden', gil Frankrijk een wereld voor ons open ser, spannender, Frans en vrij. Dati rijk voor velen van mijn generatie, sers gebleven. Een flink aantal van hen - ambtet leraren, journalisten en artsen - hui hebben een huis in de Dordogne. V gaan dan naar Frankrijk doen ze 'Frankrijk is het helemaal', zo betoj met een fanatieke gloed in hun oge hebben ze iets van oud-strijders. Francofielen behoren volgens ces"6' 11 tijdswetenschapper die ik daarover doorgaans tot een soort die zijn grei letterlijk en figuurlijk, wel verlegt m moet niet te gek worden'. De Frans is, van huis uit, veilig en vertrouwd.ve' Frankrijk biedt meer grandeur en n ^es dan Nederland, terwijl het ook de zi af en royaler maar beschaafd bedient. midd Het meest kenmerkende van mijn fiele kennissen is echter dat zij b waar: te huiveren als het woord Italië valt stoor tl hun belevingswereld synoniem v lingei X baar het n was V; Hei kenni de mi veld, os, een aanslag op je zintuigen, 'pat Bend prut', gebrek aan controle. Zelf hou strak daarom meer van Italië: het leven et leven daar, de onvoorspelbaarheid, harei Vlass vrijheid, het klaterende levensgevot dik. i verrassing van al die uiteenlopende scha) schappen. Maar ik ben niet eenkeni seerc wereld is te groot om je tot één buiti betel te beperken. Daarom zullen er nog' besp ge Nederlanders aan Frankrijk begii maar nooit meer in zo'n groten geta ding. we gevorderden worden. De ontfransing van Nederland isi keerbaar, het is net zoiets als de onti Aven] king. Voor zover de betere standen land nog bestaan, spreekt de jonge, daarvan Engels. Welvaart, democrat en mobiliteit hebben een lift naar P; druivenplukken of een vakantie aan diterrannée van hun avontuurlijken yjjg" beroofd. Jonge generaties hebben Fi niet meer nodig om hun levensgevo juiste temperatuur te brengen. Fran ratuur zal steeds minder in het Fran zen worden en de laatste Franeofiel over twintig, dertig jaar, de deur van tijdperk in Nederland, dat met Napi begon, dichtdoen. [ijn waardering voor de Franse lit is overigens al die jaren onvermi gebleven. Vooral voor de Franse schi die zich bevinden in een lange, onal ^a: ken traditie, waarin een vrouwelijke van waarnemen en ervaren - estheti sensueel, intellectueel - centraal sta; neem de Fransen dan ook maar één kwalijk en dat is dat zij hun beroemt schrijfster Sidonie Gabriëlle Colette) PUI] vergeten. Op de Parijse begraafplaat n}et Lachaise is zij een naam, gegraveerd dit gigantische tombe. Ze krijgt kenneli Zwa bezoek, want er liggen nooit bloeme Alle wijl ze daar juist zoveel van hield. °Pg zitti zijn Zij HELEEN CRUL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 50