laatste heer ïvan het voetbal Leidse maagden Slftal telden van het wk ZATERDAG 30 MEI 1998 Klikspaan was het pseudoniem van Kneppelhout, geboren te Leiden in 1814. Volgens de encyclopedie van Nederlandse en Vlaamse au teurs stamde hij uit een aanzienlijke familie. Hij studeerde rechten in Leiden maar deed geen examens. Later woonde hij op een landgoed bij Oosterbeek. Blijkbaar is hij als student mislukt. Nadien is hij trou wens ook als schrijver mislukt, want bijna alles wat hij schreef, is snel vergeten of zelfs nooit gelezen. Te recht, als ik mijn encyclopedie mag geloven. Alleen zijn boek 'Studen ten-typen' is beroemd. door JACQUES ROS Zonder de 'Studenten-typen' zou Klik spaan totaal vergeten zijn. Maar dit boek van 1841 is dan ook kostelijk. Als u het nog steeds niet gelezen hebt, is er maar één wij ze raad: ga onmiddellijk naar boekhandel of bibliotheek en koop, leen of lees ter plekke dit prachtboek. Klikspaan wist waarover hij schreef. Hij kende het studentenleven door en door, want hij zal wel niet voor niks zelf als stu dent mislukt zijn. Ik zal er niets over vertel len, anders is de lol eraf als u het zometeen zelf gaat lezen. Alleen het volgende. De studentenwereld anno 1841 is een mannenwereld. Dames, meisjes, vrou wen studeren niet. Wat niet wil zeggen dat er geen vrouwen in het boek voorkomen. O ja. Vooral dienstmaagden zijn goed verte genwoordigd. Leidse dienstmaagden, die zonder uitzondering plat Leids spreken. Zo is er een die zegt: 'Ik weit niet of Me- heer al bai de hand is. Ik ga er is kaiken'. En dezelfde schone een bladzijde verder: 'Me- heer van Breideroude laat vragen om de boeken van het laais-gezilschop', en: 'Kom maar bouven', en: 'Meheer komt zou'. Een andere zegt: 'Laast zat werendig de juffrouw benaiden te hoilen. zou as Meheir dat lieve beissie met zijne rotting sloeg'. Weer een ander horen we zeggen: 'Minsch, heirejei, is dat schrikken! Heb ik nou van mijn laiven! Gossie maine!'. Als geboren en getogen Leienaar komt dit alles mij heel bekend voor. Er is in meer dan 150 jaar veel veranderd, maar nauwe lijks in de taal der Leidse maagden. Er zijn misschien weinig maagden meer, en nog minder dienstmaagden, en de woorden 'rotting' en 'werendig' worden niet meer gehoord, maar de overige klanken zijn nog springlevend. Ik zou hierover niet schrijven als niet sinds enkele maanden de taalkundige Jan Stroop stad en land afreist om ons ervan te overtuigen dat het Poldernederlands in op mars is. Een paar weken geleden heb ik daarover al eens wat verteld. Stroop ziet het somber in voor de Nederlandse standaard taal. Bijna alle lange klinkers en tweeklan ken wijken van hun vertrouwde plaats en worden anders uitgesproken. Vooral suc cesvolle jonge vrouwen doen het. Bij hen klinkt 'beetje' als 'beitje', 'tijd' wordt 'taaid', 'boot' wordt 'baut' en 'koud' wordt 'kaauwd'. Op de Nederlandse radio en tele visie is deze nieuwe uitspraak dagelijks te horen. Wat Stroop hoort, hoor ik ook. En ik vind het ook nogal plat klinken, net als hij. Maar ik ben het niet met hem eens dat het de standaardtaal ondergraaft. Die mening kun je alleen maar verdedigen als je vindt dal de standaardtaal niet mag veranderen van de toestand die ze bereikt had toen je zelf tien was. Een begrijpelijk standpunt, een menselijk standpunt, al te menselijk zelfs, het is universeel het standpunt van el ke oudere generaties, al duizenden jaren steeds opnieuw. Hoe dit verder ook zij, het gaat me nu om iets anders. Namelijk dat we nagenoeg dezelfde klanken als die Stroop en iedereen op de Nederlandse televisie horen kan, ook al tegenkomen bij de dienstmaagden van Klikspaan in 1841Dat lijkt me een kranten kop waard: 'Leidse maagden 1841 spreken poldernederlands'. Of:@'Poldernederlands 150 jaar ouder dan gedacht'. Alleen is het anno 1841 heel plat, want Klikspaan heeft weinig op met het dienstmaagden-Neder lands; dat is duidelijk. De dienstmaagden, ofschoon sommigen ontegenzeglijk iets aantrekkelijks hebben, vormen toch een mensensoort dat onvergelijkbaar veel lager staat dan de heren studenten. Momenteel is het echter bon ton om zo in het openbaar te spreken. Er verandert dus wel degelijk iets. De dames komen sterk terug. Overigens zijn er kleine verschillen. Klik spaan laat zijn maagden 'weit' voor 'weet' zeggen, 'meheir' voor 'meheer' en 'Breideroude' voor 'Brederode' (en dat is/d- gemeen Beschaafd Poldernederlands), maar ook 'laais-gezilschop', 'laiven' en 'be naiden', en daar zou je dan 'leis-gezil- schop', 'leiven' en 'beneiden' verwachten. 'Kaiken' ('kijken'), en 'zou' (zo) en 'bouven' (boven) zijn weer geheel volgens het pol dermodel. Ik weet niet hoe dat komt. Misschien was Klikspaan wel een slordig mens. En zeker was hij geen taalkundige. Als dat zo is, alle bei erg jammer. Panieksituatie in het Engelse doelgebied tijdens de wedstrijd Engeland - Duitsland tijdens het WK in Mexico. Bobby Moore zoekt tussen de Duitse spelers Mu"ller en Vogts - de nummers 13 en 7 - een uitweg. foto upi De gangbare definitie van een heer is deze: een man van stand en beschaving. Mocht dat klop pen, dan was Bobby Moore de laatste der Mohikanen. Een intussen nagenoeg uitge storven prototype op 's werelds voetbalvel den. Eén en al fatsoen. Vloeken deed hij nooit, tegenstanders behandelde hij met bij bels respect en als de kledingvoorschriften van de FIFA niet overduidelijk waren, zou hij voor West Ham United en Albion met een bolhoed op hebben gespeeld. Wanneer Britten het hebben over 'every inch a gentleman', dan moet dat gezegde ge boetseerd zijn naar het model van Robert Frederick Chelsea Moore. Bewijzen daarvoor bestaan er te over. Één van de mooiste da teert van 1966, toen Engeland beslag legde op de Coupe Jules Rimet en aanvoerder Moore op het bordes van Wembley de beker uitge reikt kreeg door de koningin. Besmeurd en bezweet had hij de tegenwoordigheid van geest om eerst modder en transpiratie af te vegen aan de draperie, alvorens de hand van de Queen te schudden. Het tweede sprekende voorbeeld staat, met foto, vermeld in de memoires van Pele. De al even onberispelijke Braziliaan beschrijft een tafereel van het wereldkampioenschap 1970. Moore, het gelaat verkrampt in opperste con centratie, vecht zijn zoveelste duel met de maestro uit zonder hem wederom ook maar ergens te raken. Hoffelijkheid ter lering van generaties schoffelaars. Zelfmoordactie Als gerechtigheid nooit verjaart, moeten de onverlaten die het WK van 1970 toewezen aan Mexico met terugwerkende kracht voor een tribunaal gesleept worden. Aanklacht: misdaden tegen de internationale voetbalfa milie. De velden lagen zó hoog boven het zeeniveau, dat er vanuit hemel, hel èn vage vuur gratis naar de wedstrijden gekeken kon worden. Op het koudste moment van de dag bereikte de temperatuur het smeltpunt reeds. Rond twaalf uur 's middags duidde bewegen in Puebla, Guadalajara, Leon, Toluca en Mexico City al op een suïcidale inslag. Laat staan hollen! Toch moest dat van de FIFA, die haar ziel had verkwanseld aan Beëlzebub (lees: de commercie). Gezond verstand ver loor het van televisie-dollars. Dat alle deelnemers de beproevingen door stonden was al opmerkelijk; dat Bobby Moore op de been bleef had andere dimen sies. In de annalen van het negende WK wordt hij karig geprezen, maar dat lag gro tendeels aan het chauvinisme der historici. Duitse geschiedschrijvers bijvoorbeeld, zwij melden bij de herinnering aan Franz Becken- bauer, die in de verloren halve finale tegen Italië, één arm in een mitella van riempjes, streed tot de laatste snik. Brazilianen mochten zelfs kiezen. Tussen Tostao èn Pele. De eerste bleek, ondanks een recente oogoperatie, ook visueel gemankeerd het doel te kunnen vinden; de tweede vloog zonder vleugels. (Een tegenstander van toen zei: 'We gingen samen omhoog voor een t over) Dadkan tëituiüpeel 4:1970 rJobby Moore A; Engeland |K dubt Ik Mk WK heeft zijn eigen telden voortgebracht. Grote [^tragische voetballers die iJihoP een °fandere manier ^slaapf stemPel drukten op dat Xr1,1 iardingUj serie van elf verhalen **\aalt deze krant ^herinneringen op aan de heest spraakmakende ning m g: entrielden. In deze vierde halfop ipkamejflevering: Bobby Moore en ar zoldf ate. Vole WK-editie van 1970. bbel gl! Every inch a genieman 1,-k.k. kopduel, ik stond allang weer op de grond, keek om en zag dat hij nog altijd in de lucht hing.') Kleptomaan Wat Moore klaarspeelde was van een geheel andere orde. Terwijl hij stoïcijns de eer van de Union Jack verdedigde, kon hij ieder ogenblik worden gearresteerd, weggesleept en opgesloten. Kort voor het wereldkampioenschap had titelhouder Engeland zich afgezonderd in het naburige Colombia. Daar hapte de selectie de longen vol met dezelfde ijle lucht waarop la ter het uithoudingsvermogen zou worden af gerekend. In de winkelgalerij van het spelers hotel bevond zich de juweliersshop Het Groene Vuur. Samen met een andere Bobby (Charlton) neusde Moore tussen de kostbaar heden, zich verplaatsend in de smaak van zijn Tina. Beide mannen verlieten de nering echter onverrichter zake. Vijf minuten nadien begon de eerste aflevering van een Zuidame- rikaanse soap, met Moore in een ongewilde hoofdrol: die van een vulgaire Britse klepto maan. Volgens de verkoopster en haar patroon, had de voetballer een armband ontvreemd en vervolgens als een goochelaar laten ver dwijnen. Over de exacte waarde en het signa lement van het kleinood circuleerden ver schillende versies. Hoe langer de ophef aan hield, hoe hoger de prijs werd en hoe unieker de decoratie. Aldus veranderde het sierraad van zilver in goud, was het van 'rondom glad' ineens bezet met edelstenen en steeg de prijs van 4800 naar minimaal 44.000 gulden. Waarmee het financiële gedeelte nog niet af gehandeld was, want de eigenaar eiste een kwart ton schadeloosstelling voor elke dag dat hij zijn zaak tijdens het vooronderzoek gesloten diende te houden. Vloedgolf Als een vloedgolf spoelde de affaire de globe over. Op het ene halfrond werd er een kans voor open doel in gezien om het moraal van de Engelse voetbaltroepen te laten zakken tot het niveau van een mislukte plumpudding. ('Engeland: dieven en dronkaards', kopte een Mexicaanse krant). Op de andere helft stel den tot in de haarwortels gekrenkte Britten een vilein een-tweetje vast tussen Colombia en Mexico en wierpen alle media zich op als pleitbezorgers. Ze zeiden en schreven, dat 'Moore bemiddeld genoeg was om de juwe lier uit te kopen, in plaats van te bestelen.' De complottheorie bleek meer hout te snij den. Twee jaar na het wereldkampioenschap bekenden drie Colombiaanse samenzweer ders dat het valselijk beschuldigen van be roemdheden op doorreis een geliefd en meestal winstgevend tijdverdrijf was. Met ge chanteerde zangers, stierenvechters en voet ballers kon een mens tenminste de inflatie bestrijden. Omdat niemand daarvan in 1970 officieel op de hoogte was, kwam er diplomatiek top- overleg aan te pas om Moore mee te laten doen aan het WK dat op het punt van begin nen stond. Op voorwaarde dat hij zich dage lijks zou melden bij het Colombiaanse con sulaat in Mexico City - anders was het zes maanden brommen - werd zijn huisarrest opgeheven en mocht hij zich voegen bij zijn al behoorlijk opgefokte teamgenoten. Ook mèt Moore redde Engeland het overi gens niet. In de voorronde was er geen kruit gewassen tegen Brazilië en in de met hangen en wurgen gehaalde kwartfinale (na verlen ging) nam Duitsland revanche voor 1966. Wat uit beide wedstrijden beklijft, is de herin nering aan een speler die de geestelijke rek baarheid van elastiek had en het incasse ringsvermogen van een boksbal. Bij ieder an der zou het bloed zijn gaan kolken vanwege zoveel onrecht. Bobby Moore daarentegen bleef de kalmte en waardigheid zelve. Hij kan het helaas niet meer navertellen, maar het vermoeden is gerechtvaardigd dat er ijswater door zijn aderen stroomde. Daarom was het WK van 1970 het WK van Bobby Moore en van niemand anders. Fuik Terug in Groot-Brittannië probeerde Moore wat hij al jaren tevergeefs had getracht: onder dak te komen bij een club waar het winnen van prijzen vanzelfsprekender was dan bij West Ham United. Maar andermaal weigerde de leiding van de 'Hammers' medewerking te verlenen aan een transfer. De niet geheel onlogische motivatie voor die dwarsliggerij was de vrees dat muitende fans Upton Park dan tot de grond toe zouden afbreken. Pas in 1974, toen Moore de dertig al ruim was gepasseerd, werd de navelstreng alsnog doorgeknipt. Uit dank voor verleende diensten. Hoe groot zijn behoefte ook was, aan spor tieve successen zou Moore nooit meer mo gen ruiken. Noch bij Fulham, noch bij de San Antonio Thunder en de Seattle Sounders, in de vedetterijke doch voetbalarme Ameri kaanse competitie. Maatschappelijk had Moore nauwelijks re den tot klagen. Met een verscheidenheid aan zakelijke ondernemingen bouwde hij in korte tijd een kapitaal op, dat een veelvoud was van alles wat hij als voetballer bij elkaar had geschopt. Zijn naam en faam waren een commerciële fuik, waarin bedrijven zich graag lieten vangen. De ponden verdiende hij ondermeer via een fabriek in suède-artikelen, een sportzaak, een souvenierwinkel, belan gen in een advertentieconcern en columns in dag-en weekbladen. Laatste gevecht Maar om nu te zeggen, dat hij zich een geluk kig mens voelde, nee. Er fladderden voortdu rend vlinders in zijn buik. De sportman in hem wilde wanhopig bij het spel betrokken blijven, waarin hij zijn 'finest hours' had be leefd. Alle ervaring en talenten ten spijt, ble ken er echter geen gerenommeerde teams te zijn die op de manager of coach Bobby Moore zaten te wachten. Dus liet hij zich strikken door clubs in de marge: Oxford City, Eastern Athletic in Hongkong en Southend United. Midden jaren tachtig kantelde zijn bestaan nogmaals. In een vliegtuig ontmoette hij de hoogblonde stewardess Stephanie Parlane ('gentlemen prefer blonds') voor wie hij vrouw en twee kinderen verliet. Vier jaar la ter, in 1990, troffen Cupido's pijlen hem we derom. Het Londense radiostation Capital Gold haalde hem terug waar hij thuis hoorde: bij het voetbal. Al was het ditmaal als verslag gever. Lang heeft Bobby Moore dat geluk niet kunnen koesteren. In 1991 werd terminale kanker aan zijn dikke darm en lever gecon stateerd. Het wreedste gevecht tegen het on recht hield hij zestien maanden vol. Op 24 fe bruari 1993 stierf de laatste heer van het voetbal. In Upton Park droegen zijn voormalige teamgenoten van West Ham en het nationale elftal - Martin Peters en Geoff Hurst - een uit bloemen opgebouwd shirt, waarin hij ooit kon worden uitgetekend, naar de midden stip. Van heinde er verre maakten Britten een pelgrimstocht naar Londen om de Bobby Moore Tribune in te wijden en de regering gaf opdracht een postzegel uit te brengen met zijn beeltenis. Een onderscheiding die gewoonlijk alleen voorbehouden is aan royal ty- Buckingham Palace maakte geen bezwaar: Bobby Moore was ook een vorst, een koning met een rugnummer. Volgende week: 1974 met Gerd Müller (Duitsland).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 55