'Het is vakantie, we zijn klaar' Niet iedere koekenbakker kan burgemeester worden Leiden Regio Het conflict de motor van de vooruitgang? STADSGEZICHT Het misbaar waarmee Vitesse aan de poorten rammelt, leidt tot een hoog 'ach-gut-gevoel' VENDE LEZERS De NS kunnen bij de pers niks goed doen Zeehonk doet ook mee aan 'Dichter aan Zee' ZATERDAG 30 ME11998 D66 is de club van de bestuur lijke vernieuwing. Het streven naar een volwaardig referen dum juich ik van harte toe. Dit kan veel narigheid voorkomen. Invoering van het gedeeltelijk districtenstelsel acht ik daaren tegen een achteruitgang en in zijn werking ondemocratisch. Het principe van de evenredige vertegenwoordiging wordt hiermee geweld aangedaan en het is een regelrechte aanval op het bestaan van de kleine (ge- tuigenis)partijtjes, die juist zo'n nuttige luis-in-de-pelsfunctie vervuilen. Het idee van de gekozen bur gemeester lijkt democratisch maar is het niet in zijn uitwer king. Het betreft hier namelijk niet een politieke functie. De burgemeester is geen lid van de gemeenteraad; hij is alleen maar voorzitter en heeft als zo danig een scheidsrechtersfunc- tie, onafhankelijk van de poli tiek en daar boven staande; al thans zo is het bedoeld. Als hoofd van de politie is de bur gemeester onafhankelijk en moet hij dat ook zijn. Het college van burgemees ter en wethouders is belast met de voorbereiding van raadsbe sluiten (een soort dagelijks be stuur) en met de uitvoering van de landswetten, het zogenaam de zelfbestuur. In dit college heeft hij wel stemrecht, maar kan de burgemeester door de meerderheid uiteraard over vleugeld worden. Hij heeft ver der de plicht besluiten die in strijd zijn met wet of algemeen belang ter vernietiging voor te dragen aan de Kroon. Dit is ook meennalen gebeurd. Duidelijk is dat niet iedere koekenbakker geschikt is om burgemeester te worden. Het moet een gekwalificeerd figuur zijn, dus een benoemingspro cedure is op zijn plaats. In feite is een burgemeester een agent van het centraal ge zag die de bestuurlijke gang van zaken in een gemeente in de gaten moet houden, zodat er geen onregelmatigheden plaatsvinden. Een en ander vindt zijn bevestiging in zijn ambtstermijn van zes jaar (scheiding van machten). Verder zal het zo zijn dat in een gemeente waar een be paalde partij de meerderheid heeft de burgemeester, indien gekozen, ook van die club zal zijn en, ergo, een onevenredige versterking van een bepaalde politieke inbreng zal beteke- En wat leert ons de praktijk in andere landen, bijvoorbeeld in de VS, waar zelfs de sheriff wordt gekozen: corruptie en schandaaltjes bij de vleet. Nee, de geniale Thorbecke heeft het allemaal weer juist doorzien en uitgedacht. Daarbij steekt het geargumenteer van mevrouw Borst wel heel vlakjes af. J.H.Th, van Beest. Leiden. Spaans redelijk te doen „Vakantie!"' William rent de gymzaal uit richting het gras veld, waar anderen rustig van de zon genieten. De opluchting is van hun gezichten af te lezen. Het eindexamen 1998 zit er op. Spaans vwo dat de zestien leer lingen Da Vinei Col lege in Leiden gisteren heb ben gemaakt was het laatste. Na 45 mi nuten meldt Kim (18) zich al. „Het examen was redelijk te maken, maar ik had vooral geen zin meer. De laatste vraag heb ik maar gegokt." Al snel wordt zij gevolgd door Anne. De 17-ja- rige scholiere lijkt het er na twee weken zwoegen en zweten nu eindelijk eens van te nemen. Voor haar ligt een kleedje met eten en drinken. Een sigaretje wordt opgestoken. Anne: „Ik vond het niet zo heel erg lastig. Maar er zaten wel veel moeilijke woorden in. Zo wist ik niet wat corbata (stropdas), de kop van tekst 5, betekende." Anne kon de betekenis we'l uit de context van de tekst halen. Het examen bestond uit vijf tig meerkeuzevragen, verdeeld over zes teksten. Vier grote en twee kleinere. De eerste betrof een interview met de bekende Chileense schrijfster Laura Es- quivel uit het Spaanse tijdschrift Cambio 16. En daar had Jaco- miene geluk mee. „Gisteren zag ik een film over haar werk, heel erg toevallig. Zo herkende ik de grote lijnen. De eerste 25 vragen gingen heel snel." Ze komt dan ook tevreden over. Met de kreet 'We zijn klaar' voegt ze zich bij het groepje in het gras. In de gymzaal buigen zich op dat mo ment nog zo'n tien leerlingen over het examen. Tekst twee, over cocaïneplan- tages in Bolivia en problemen van de plaatselijke 'drugsboer- tjes', vond iedereen het moei lijkst. Dit was, in tegenstelling tot de rest van de teksten, een invulopdracht. Het Spaanse verhaal uit El Pais had elf open plekken. Hier moest het goede woord worden gekozen. Kim: „Dat invullen is altijd het moei lijkst. Het was ook zo'n lange tekst. We hadden best veel in de klas geoefend. Toch blijft dit heel lastig." Ook tekst vier was lang. Zes enveertig re gels over de moderne schrijver Julio Llamazares. Leraar Miguel Lafuente: „De ze tekst vond ik de moeilijkste. Een abstracte tekst die handelde over de func tie van foto's." Zo geeft een fo tograaf, volgens Llamazares, herinneringen kleur. De kleur van de foto zelf vergeelt en is slechts relatief. Lafuente: „Ik weet niet of alle leerlingen deze betekenis uit de tekst hebben kunnen halen. Bovendien zaten sommige vragen grammaticaal niet helemaal goed in elkaar. Daardoor werd de betekenis he laas onduidelijk en dubbelzin nig." De leraar Spaans komt oor spronkelijk uit Zaragoza. Door een overeenkomst tussen de Spaanse en de Nederlandse re gering is hij zes jaar geleden naar Nederland gekomen. Om hier tijdelijk les te geven. La fuente: „De leermethode met een zogeheten native speaker is erg modern. Maar omdat ik niet goed Nederlands spreek, ont stond in de les soms verwarring. Beter is het als meer Nederland se leraren worden aangesteld." En daar zijn Kim en Anne het mee eens: „De lessen waren heel leuk, maar soms moeilijk te volgen. Duidelijke uitleg ont- braïk en als Lafuente kwaad werd, kwam er een rits van Spaanse vloeken uit. Heel grap pig." Of deze leermethode uit eindelijk negatief effect op het eindresultaat zal hebben, weten de leerlingen niet. „Maar dat maakt nu niet veel meer uit. Waarschijnlijk zijn we geslaagd. In elk geval zijn we nu vrij." Na lezing van het artikel 'Het conflict is de motor waarop vooruitgang loopt' - op de pagi na Kerk en Samenleving in het Leidsch Dagblad van 23 mei - waarin de heer H. Baars als nieuw benoemde voorzitter van de Acht Mei Beweging aan het woord is, plaats ik gaarne enige kanttekeningen. Op de eerste plaats zet onder getekende er een vraagteken bij of er wel vooruitgang is te boe ken bij een conflictmodel bin nen de kerkelijke structuur en/of organisatie. Zouden we ook niet kunnen denken aan een harmonisch model?! En dan op een manier dat de eisen van de ene partij alvast niet geëta leerd zijn naar de andere partij? De idealen van de Acht Mei- beweing staan nog steeds ver af van het normale gangbare Rooms-Katholieke deuken, tot nu toe. De Acht Mei Beweging weet net zo goed als ieder ander dat de Rooms-Katholieke kerk in ons land deel uitmaakt van de wereldkerk. En dat deze hië rarchie geen democratie) mede bepalend is voor welk (kerk)beleid men staat, waar ook ter wereld. Al vele jaren blijkt juist deze 'gehoorzaamheid', die van iede re gelovige wordt gevraagd, het grote struikelblok voor de Acht Mei Beweging. Zodoende slui ten ook 'de eisen', die de bewe ging stelt, niet aan op het 'roomse denken' van de bis schoppen. Een en ander houdt natuurlijk niet in dat men wel 'open' voor elkaar kan gaan verkennen... Vooral goed gaat luisteren naar wat de andere partij wil of zegt... Het zal echter nooit vrucht dragen wanneer men de nu bestaande structuren, tradi ties en regels veronachtzaamt om het eigen gelijk te halen. In het belang van de gelovige mens(en) én om een herkenba re Rooms-Katholieke kerk in de toekomst, zullen er géén voor waarden vooraf moeten zijn. Het streven - ons streven - naar méér eenheid, valt samen met de aanpassing van Gods Geest. En in, of met, die Geest moeten en kunnen we alleen maar 'har monieus' bezig zijn in Gods kerk. J.H.M. Biesjot. Leiderdorp. de rubriek Schrijvende Lezers in vorige week zaterdag werd geconfronteerd met de klaag- ang van een Noordwijker, die ijn favoriete voetbalclub Vites- deze krant onderbelicht en legatief benaderd acht. moet even nadenken. Vi- 3... Is dat niet die vereniging jarenlang een kommervol «staan leidde in de kelder van divisie, die decennia ing aanmodderde met voetbal die bij de vroegere grote roer NEC aan de kant waren ezet? In Arnhem is ene kapitaal- rachtige Karei Aalbers opge- taan die van het lelijke eendje, lat tien jaar geleden op sterven na dood was, een succesvol be drijf heeft gemaakt. Een bedrijf ja, geen voetbalvereniging die bij een gemiddelde liefhebber in de Randstad warme gevoe lens oproept. Het misbaar waarmee het Arnhemse gezel schap aan de poorten van ge vestigde voetbalbolwerken als Ajax of Feyenoord rammelt, leidt hoogstens tot een hoog 'ach-gut-gevoel'. Wat dat be treft past de briefschrijver uit Noordwijk uitstekend bij het door hem geliefde team. Even wat feiten. Zelfs in Gel derland lopen slechts weinigen warm voor het geel-zwart. On danks redelijke sportieve suc cessen bleven de gemiddelde toeschouwersaantallen in het oude stadion ver achter bij de verwachtingen. Pas nu aan de rand van de lelijkste stad van de provincie een sfeerloos theater met een grasveld en twee doe len is neergezet, vinden weke lijks wat meer belangstellenden de weg naar het stadion. In het zuidoosten van ons land is het genoegzaam bekend dat Nijmegen in potentie veel meer voetbalstad is dan Arn hem. Bij het kleinste succesje van NEC verkiezen duizenden voetballiefhebbers het van elk comfort gespeende Goffertsta- dion boven het opzichtige Dis- neypaleis van Karei Aalbers. Hoe kan het Leidsch Dagblad dan kwalijk worden genomen dat er in de sportkolommen minder aandacht wordt besteed aan het ver weg voeltballende Vitesse dan clubs als Ajax en Feyenoord waarmee deze regio van oudsher wel binding heeft? Als gewezen Nijmegenaar en trouwe NEC-bezoeker zou ik er een lief ding voor over hebben komend seizoen louter over Vi tesse te vernemen bij één van de immer verdiende nederla gen. Maar dat zal wel te ver rei ken. Een kritische benadering wordt evenwel zeer op prijs ge steld. het Leidsch Dagblad van maandag 25 mei trof ik onder de kop De tijden veranderen bij de NS, maar verder niets' wederom een egatief stuk over de Nederlandse Spoorwegen aan. Daar wilde ik ich even op reageren. Ten eerste wil ik opmerken dat de NS bij voorbaat al niets goed innen doen. Dus ook niet nu de nieuwe dienstregeling is inge- ?rft' aan. Misschien is het daarom dat er in dit artikel alleen een aantal ?gatieve zaken wordt belicht. In het stuk staat bijvoorbeeld dat mensen weer in hun auto iijpringen omdat het zekerder en sneller zou zijn. Okee, er zijn best iol ertragingen bij de NS. Maar als je de radio aanzet, hoor je al snel 'eii 'at er ook bij het wegverkeer vertragingen zijn. Want uiteindelijk is ilke filemelding een vertraging. En als je dan op dezelfde pagina ook nog even linksboven kijkt, en artikel onder de kop 'Doden door verkeersongevallen', red.) in is de enige zekerheid die deze mensen hadden het feit dat ze looit zullen aankomen. Tenslotte Lovers. Als die er eenmaal is, wordt het allemaal beter, roef ik in het artikel. Mag ik dan even op het simpele feit wijzen at ook Lovers niet verder zal kunnen rijden als zich bijvoorbeeld loor een ongeval een stremming voordoet. Trouwens, Lovers is al 532 nige malen zélf oorzaak geweest van vertragingen. Alleen daar lees niets over. Wij willen met z'n allen worden vervoerd, zo vaak en zo snel als jij: iet maar kan. En we willen dat met velen op een klein stukje Ne erland. Maar misschien is dat gewoon te veel gevraagd, zowel oor het wegverkeer als voor het openbaar vervoer en zeker in de 5ï pits. Misschien ligt het probleem meer hier dan bij de NS. Want leem van mij aan dat het niet expres fout wordt gedaan bij de NS. üleen als het fout gaat, dan is de pers er als de kippen bij en wordt ip deze manier de negatieve beeldvorming gevoed. FOTO JAN SCHEERDER Ik heb gelezen in het Leidsch Dagblad dat Klaverweide en Vier- boet meedoen met 'Dichter aan Zee'. Waarom wordt Zee- honk niet genoemd? Dat vind ik niet leuk. En wij doen er echt ook aan mee. Het kan ons niet schelen als u het er niet mee eens bent. Maar kom de klas kijken. Ik denk dat u het heel mooi vindt. Patricia, groep 6 Zeehonk, Noordwijk. Naschrift redactie. Brieven van gelijke strekking ontvingen wij ook van Myrna, Jos, Laura, Stepha- Ruben, Jan, Frank, Anne, Roy, Jos, Chris, Natasja, Thomas, Wouter, Lin, Ramona en vijf andere leerlingen 2 groep 6 van Zee- honk die geen naam onder hun brief had den gezet. De kinderen van groep 6 van Zeehonk in Noordwijk in hun versierde klas.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 15