O
'Shirtje ruilen, Majesteit?'
Als in Zele-
LFTAL
ELDEN
\.N HET WK
TT
FOTO ARCHIEF OMNIPRESS
\o scoort op het wereldkampioenschap 1966 tegen Brazilië.
ZATERDAG 23 MEI 1998
Onze Taal
Een warme zomeravond. Het is
donker en we zitten met een groot
gezelschap op het terras bij het pa
rochiehuis van Zele. Het is een uit
puttende dag geweest, maar het zit
erop. De glazen worden nog eens
bijgevuld en iemand vertelt dat de
meeste gesprekken drie stadia heb
ben: eerst het serieuze stadium, dan
de roddel, dan de schuine moppen.
Maar vandaag zijn we met de rod
del begonnen en we hebben erg ge
lachen. Dan begint iemand over
'groter als' en 'groter dan', en wat'J
beter is. 't Is tegen de natuurlijke or
de van gesprekken, en ik ben daar
geen voorstander van, maar er is
geen ontkomen aan.
Groter als, dat is tegenwoordig toch ook
goed? Wel zeker, zeg ik, vanavond mag
alles. En zeker jij. Maar mijn zwakke poging
om het gesprek zijn normale verloop te ge
ven mislukt. Nee, even serieus. 'Groter als
mag tegenwoordig toch ook?' Ik vraagtlus
maar waar ze die wijsheid vandaan beeft.
Dat blijkt onbekend, en ineens wil net help-
gezelschap juist van mij weten hoe het zif,
Ik zeg naar waarheid dat er in honderd jaar
heus niets veranderd is, en dat 'als' en 'dan'
altijd allebei mochten, of alleen maak 'dan',
dat is een kwestie van instelling, maar ver
anderd is er niets. Dit wordt niet gellofd.
Op voorwaarde dat de glazen nog eans
rondgaan begin ik dus aan een nachtelijk
college in Zele.
Het komt allemaal hierop neer. Lang gele
den, in de middeleeuwen, was 'groter
dan' de meest gebruikte vorm. In de 16de
en 17de eeuw komt 'als' opzetten. In veel
dialecten is 'als' of 'as' of iets wat erop lijkt,
de gewone vorm geworden. Maar 'dan'
bleef ook bestaan, en hier en daar wprdpn
ook wel nog weer andere woordjes gébrpikt.
Zoals in elke fatsoenlijke standaardtaal ts er
een keuze gemaakt uit de mogelijkheden.
De keuze is gevallen op 'dan'; vraag me niet
waarom. Al vanaf de 17de eeuw is die vdor-
keur heel duidelijk. En zo is het nogjsteeds.
Wie zich daaraan houden wil, houdt;zich
eraan; en wie het anders wil, zullen we liiet
vermoorden. Einde verhaal.
En nu graag iets vrolijkers, stel ik voor. Maar
mijn gezelschap is nog lang niet tevtedoln.
Er zijn toch nieuwe ontwikkelingen of zo
iets? Wel, het enige nieuwe van de laatstie
halve eeuw is dat professor Paardekooper
vanaf 1950 een ware kruistocht maakt voor
'groter als' en tegen 'groter dan'. In verschil
lende artikelen, met opruiende titels als
'Niks beter als als', verdedigt hij het goed
recht van 'groter als', en in al zijn publica
ties gebruikt hij zelf consequent 'als'. Zijn
actie is grotendeels een eenmans-actie,
want de meeste collega's heeft hij niet kun
nen overtuigen met zijn argumenten. Intus
sen heeft hij in ruime kring wel veel verwar
ring gesticht.
De argumentatie van Paardekooper komt
erop neer dat de mensen van huis uit
'als' zeggen en pas op school leren ze, tegen
hun moedertaal in, om 'dan' te gebruiken.
'Als' is het gewone inheemse woord, en
'dan' is een schoolmeestersverzinsel, aldus
Paardekooper. Het is niet goed, volgens
hem, om zo tegen de eigen taal in te gaan.
Wanneer je de mensen iets anders leert dan
wat ze van huis uit zeggen, dus 'dan' in
plaats van 'als', leidt dat tot fouten. Wie dat
zo geleerd is, vergist zich namelijk gauw
door ook in andere zinnen 'dan' te zeggen
in plaats van 'als': er ontstaan nieuwe fou
ten van het type 'twee keer zo groot dan...'
Zelfs als dit waar is (hetgeen niet,.of toch
lang niet helemaal) zo is, kan men zich af
vragen hoe zwaar het argument moet we
gen. Het is in feite een argument van het ty
pe 'terug naar de natuur'. Een cultuurtaal
kan en mag echter afwijken van wat de
volkstaal te bieden heeft. Dat moet zelfs.
Niemand weet dat beter dan Paardekooper,
een van de strijdbaarste ridders voor het Al
gemene Nederlands. De discussie is dan
ook feitelijk geen taalkundige discussie,
maar een meningsverschil van het kaliber
of het passend is bij bepaalde gelegenheden
een stropdas te dragen.
De kruistocht is overigens nog niet ten
einde. Als ik professor Paardekooper
goed inschat, krijgt deze krant binnen een
week na nu een fikse ingezonden brief
waarin hij zijn standpunt met verve uiteen
zal zetten. Als die brief er niet komt, gaat
het niet goed met hem.
't Is al met al nog tamelijk Iaat geworden,
voordat we uit Zele naar huis gingen Want
na 'als' en 'dan' is het weer heel gezellig ge
worden.
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands
WK heeft zijn eigen helden
tgebracht. Grote of
ische voetballers die op een
ulere manier een stempel
iten op dat
'Idkampioenschap. In een
van elf verhalen haalt
'krant herinneringen op
de meest spraakmakende
'en. In de derde aflevering:
K-editie van 1966 en
'bio. Opkomst, ondergang
ledergeboorte van 'de
ipese f'ele.
IACQUES ROS
13: 1966
:bio
ugal
om het zaakje weer enigszins te normalise
ren. Tijdens die onnatuurlijke absentie, werd
Eusebio's hoofd op hol gebracht door rijke
Amerikanen, die hem voorspiegelden dat een
mens met de dollar véél meer kon doen dan
met de escudo. Daarvoor diende hij dan wel
zijn vaardigheden te komen vertonen in de
Verenigde Staten. Dezelfde Eusebio die Eu
ropese topclubs had getrotseerd, zwichtte
voor de verleidingen van een land waar ze
nog steeds denken dat iedere bal ovaal is, in
plaats van rond.
Via de Boston Minutemen en de Toronto
Metros-Croatia, kwam hij tenslotte terecht
bij de Las Vegas Quicksilver. Met name die
laatste transfer bleek de grootste fout van zijn
leven te zijn. In de woestijnstad gaf Eusebio
zich namelijk over aan de lusten van dit So
dom en Gomorra: seks, drank en gokken. On
geveer alles wat hij met zoveel brille bijeen
had gevoetbald, verdween in de bodemloze
put van hoeren, bars en casino's.
Berooid en gedesillusioneerd keerde hij te
rug naar Mozambique. Hopend dat hij daar
naam en faam zakelijk te gelde kon maken.
Maar aangezien Eusebio van business even
veel kaas gegeten had als de Paus van con
dooms èn het nieuwe marxistische regime
niet bepaald zat te wachten op kapitalisten,
draaide ook dat avontuur uit op een verkeer
de gok. Wat restte, was het enige waarin hij
ooit - en hoe! - had uitgeblonken: voetbal.
Ver over de dertig, prees hij zichzelf overal en
nergens aan. Zelfs bij Deportivo de Chaves
en Uniano de Tornar, verenigingen die nog
moeite zouden hebben met Onze Gezellen
acht! In beide gevallen werd de crack die de
'Pele van Europa' was genoemd afgewezen
als een kruk.
Standbeeld
De wanhoop en een totale ondergang nabij,
kwam de verlossing van zijn ex. Zoals Euse
bio ooit Benfica had gered, zo redde Benfïca
hem nu. De rol van sociaal vangnet had de
club ook al op zich genomen ten aanzien van
andere voormalige vedetten die na het voet
bal van hun maatschappejik bestaan een
potje maakten. Op die manier keerden alle
dwalers en dolers langzamerhand terug op
het oude nest. Antonio Simoes, Mario Co-
luna, Torres èn Eusebio da Silva Ferreira. In
zijn geval ging Benfica het verst. Voor de
poorten van het Estadio de Luz werd de ka
nonnier van weleer vereeuwigd in een stand
beeld; enerzijds uit dank, anderzijds in de
hoop met dat versteende eerbetoon zin danig
ingezakte zelfvertrouwen weer op te vijzelen.
Toen dat eenmaal voor elkaar was, begon
Eusebio als ambassadeur aan een wereldreis
waar geen einde aan kwam. Reclame maken
voor Benfica en zichzelf, vertellen hoe het
was en hoe het weer moest worden. In de
weinige tijd die de globetrotter over had, ver
leende hij hand- en spandiensten aan de
technische staf. Omdat hij aan virtuositeit
niet had ingeboet en heel leerzaam onder
richt bleek te kunnen geven in de kunst van
het scoren, maakte hij een full-time baan van
dat (assistent-)trainersschap. In die hoeda
nigheid staat Eusebio heden ten dage nog al
tijd als een hoogleraar voor de groep. 'Jonge
lui, zó neemt men een penalty en zó een vrije
trap'. Punt is alleen dat geen sterveling hem
kan nadoen. Op de respectabale leeftijd van
56 jaar, schiet de meester namelijk zo hard
dat de overhemden op de waslijnen in de
buitenwijken van Lissabon er van gaan wap
peren.
et was een bijzonder jaar, 1966.
I De luchtmacht van de Verenig-
de Staten bombardeerde
Hanoi, de wereld zong of neuriede songs van
de Beatles, Mao begon aan zijn Culturele Re
volutie, Che Guevara reed op een paard Boli
via binnen, Gabriel Garcia Marquez schreef
Honderd Jaar Eenzaamheid, vrouwen lieten
onder minirokjes zien hoe mooi benen kun
nen zijn en vanuit Britse stadions veroverde
een Portugees, die ze de Zwarte Parel noem
den, de wereld.
Zijn echte naam luidde Eusebio (da Silva
Ferreira). Lange stelten, droevige blik en
neerhangende afmen. Maar voetballen dat-ie
kon! Waar hij die gave vandaan had, be
schreef een Zuid - Amerikaanse intellectueel
ooit als volgt: 'Hij was voorbestemd om
schoenpoetser of pindaverkoper te worden,
of onachtzame mensen te bestelen. Als kind,
in Mozambique, spraken ze hem aan met
Ninbguém. Wat Portugees is voor 'niemand.'
Omdat hij later 'iemand' wilde zijn, gaf Euse
bio zich over aan de bal. Op velden rende hij
zoals alleen iemand kan rennen die voor de
politie op de loop is of voor de armoede die
hem op de hielen zit. En zo, in een razende
zigzagvaart, werd hij een nationaal instituut
en een internationaal monument.'
Er zijn van het WK' 66 foto's bewaard ge
bleven, die woordeloos tonen hoe en waar
om Eusebio in Engeland boven alles en ie
dereen uitsteeg en ter plekke werd opgeno
men in de exclusieve heldenclub. Op de eer
ste maakt hij van de legendarische Russische
keeper Jashin een ordinaire grabbelaar. Op
de tweede is zijn donkere kop omzwachteld
met een wit verband en demonstreert z'n en
gelengelaat de satanische verbetenheid waar
mee hij elf Koreaantjes - Portugal staat met
3 - 0 achter - tot de orde roept. (Dankzij Eu-
sebiaanse bevliegingen wordt het 3 - 5.) Op
de derde foto probeert hij met de punt van
zijn shirt de tranenzee in zijn ogen te dem
pen: Engeland, de latere wereldkampioen,
heeft met behulp van God, de scheidsrechter
en vrachtwagens vol geluk de weg naar meer
glorie afgesloten. Tegenstander Bobby Charl
ton legt troostend een arm om zijn snikkende
schouders, de lippen vervormt in een verstil
de zin van ultieme bewondering: 'Shirtje rui
len, majesteit?' 9
Bij gebrek aan beter - Portugal werd derde
- nam Eusebio zich voor zijn triomftocht dan
maar op Europees niveau en in clubverband
vóórt te zetten. Bij Benfica. Het mocht echter
niet zo zijn. De Cupwinnaar van 1961 (5-3
tegen Real Madrid in Amsterdam) begon aan
een vrije val en Eusebio ook.
Gekidnapt
Eusebio en Benfica hadden een ideaal huwe
lijk. Ook onbeschaamde flirts uit Italiaanse
en Spaanse hoek konden daar geen wig tus
sen drijven. Dus dongen Inter Milan en Atle-
tico Madrid, Juventus, Napoli, Barcelona en
Real Madrid tevergeefs naar zijn gunsten.
Een fatsoenlijk man gaat niet vreemd! Tout
Lissabon voer blind op het normen- en waar
denbesef van de voetballer. Mocht het ooit -
wat de Schepper aller dingen verhoedde - zo
ver komen dat speler en club speltechnisch
botsten, dan zou hij het rood wit deson
danks duurzaam trouw blijven. Als praat- en
pispaal bijvoorbeeld. Of als vleesgeworden
visitekaartje.
Dat de Zwarte Parel, vóór hij de Zwarte Pa
rel werd, in 1960 letterlijk was gekidnapt door
het Ajax van Portugal, had iedereen allang
door een delegatie Benfica-zwaargewichten,
heimelijk langs de douane geloodst, in een
grote auto geschovefi en als 'Antonio Ferrei
ra' op een onderduikadres schuil gehouden
totdat de deining der verontwaardiging was
weggeëbd. Ergo, stellen dat Eusebio vrijheid
van relatiekeuze had, is een eufemisme. De
hele affaire bevatte een hoog Don Corleone-
gehalte. I'll make you an offer you can't refuse.
Omdat uiteindelijk alles went, was er tóch
iets moois gegroeid tussen gijzelaar en gijzel
nemer. Agogen noemen zoiets Het Stock
holm Syndroom. De klad kwam er pas in, na
dat Eusebio langzaam lichamelijk in de ver
sukkeling raakte en vervolgens voorgoed zijn
onschuld verloor. Z'n explosieve manier van
spelen had beide meniscussen zodanig be
schadigd, dat er vier operaties nodig waren
met de mantel der liefde bedekt. Behalve Eu
sebio zelf misschien. Maar diens ziel liet zich
nauwelijks lezen. Wat hij dacht en voelde
bleef ontoegankelijk verborgen achter ogen,
die meestentijds de indruk wekten dat ze
zelfs geen licht wilde toelaten. Sommigen
schreven dat toe aan timiditeit, anderen aan
Weltschmerz. Want als die ogen niet geloken
waren, dan keken ze alsof de eigenaar de so
res van de hele wereld op zijn schouders
meetorste.
Het verhaal van de ontvoering is kort sa
men te vatten. Niet Benfica maar de grote ri
vaal Sporting had Eusebio opgegraven in het
armetierige deel van de Afrikaanse kolonie
Mozambique. Toen zijn ontdekkers wilden
gaan oogsten en hem overvlogen, werd hij
echter van de luchthaven Portela geplukt