Nat Droog door GOVERT WISSE Het voortdurende gevecht tegen de overstromingen krijgt op 24 mei 1798 eindelijk structuur in de Bataafse Republiek, zoals Nederland heette in de tijd van Napoleon, In opdracht van het parlement richt Abraham Jacques Lapierre, minister van binnenlandse zaken, het Bureau van den Waterstaat op. Nu, twee eeuwen later, is er bijna geen plekje meer in Nederland te vinden of een Rijkswaterstaat-werknemer heeft er gebouwd, gebaggerd en geboord. Het fotoboek 'Nat Droog' dat ter gelegenheid van het jubileum deze week verscheen, geeft daarvan een mooi overzicht. iet noemen van de waterstanden op de radio is Grave beneden de sluis een begrip gewor- Het allereerste aquaduct van Nederland duikt op de A4 onder de Ringvaart van de Haarlemmermeer. De grote betonnen bak boezemde vroeger sommige vrachtwagenchauffeurs angst l Behalve de stuw in de Maas is er ook een brug bij Grave voor het wegverkeer. om(jat ze bang waren dat de doorrijhoogte te krap was. Rijkswaterstaat heeft daarom grote damborden op de zijwanden geschilderd. De vlakken laten zien dat er ruimte genoeg is. foto tineke dijkstra foto karel tomej Wat zou het grap pig zijn als Abraham Jacques Lapierre morgen eregast kon zijn op de 200ste verjaardag van Rijkswaterstaat. De man, die in 1798 als minister verantwoorde lijk was voor de oprichting van de nieuwe centrale dienst, zou nu als Catweazle om zich heen kijken. Verschrikt en angstig. Lapierre leefde in de tijd dat de trekschuit het openbaar vervoer vormde en de eerste diligence op de bemodderde paden ver scheen. Nederland bestond uit grote meren met stukjes land er tussen. Wie daarover uitkeek, zag molens, dijken, trekvaarten en water. Heel veel water. Stel Lapierre zou morgen tij dens de verjaardag een tochtje door Nederland maken. Hij zou met net zulke grote ogen van verbazing als Catweazle om zich heen loeren. 'Waar is al dat water toch gebleven?' zou hij zich stomverbaasd afvragen. Geen Zuiderzee meer, geen Haarlem mermeer ook. En waar is het ei land Urk gebleven? Nederland ligt nog steeds voor tweederde onder de zeespiegel, maar honderden bouwwerken hebben het water teruggedron gen achter sluizen, dijken, dam men en waterkeringen. De mens steekt niet meer alleen met een bootje over een rivier of vaart. Grote bruggen, tunnels en aqua ducten verbinden nu de ene met de andere oever. De trekschuit en postkoets zijn verdwenen. Al les raast nu door elkaar en over elkaar. Bus, tram, trein, metro, vliegtuig, auto, noem maar op. In al die ontwikkelingen heeft ook Lapierre zelf een rol ge speeld. Hij zette op 24 mei 1798 een president, diens assistent, een tekenaar, een amanuensis en zestien werknemers in de bui tendienst aan het werk bij het Bureau van den Waterstaat. Zij moesten de twee miljoen inwo ners van Nederland, die voortdu rend op de vlucht sloegen voor het wassende water, eindelijk droge voeten bezorgen. De jaar lijkse begroting van het nieuwe centrale orgaan bedroeg drie honderdduizendgulden. Rijkswaterstaat heeft nu elk jaar zes miljard te besteden. Het aantal personeelsleden is geste gen tot tienduizend, het aantal inwoners tot zo'n 16 miljoen. Nederland moet alert blijven op de dreiging van het water, getui ge de watersnoodramp van 1953 en de dreigende dijkdoorbraken in '93 en '95. Het takenpakket is fors uitgebreid. De strijd tegen het blik kwam erbij. Het accent ligt bij Rijkswater staat na de oorlog niet alleen meer op nat, maar ook op droog. Daardoor zijn andere begrippen ingeburgerd geraakt: filebestrij- Het werk van Rijkswaterstaat in beeld De stuw bij Driel in de Nederrijn is de eerste in Nederland, die het Rijnwater te ven/verken krijgt. De stuw - die een regelende taak heeft - bepaalt hoeveel water er naar de Lek stroomt en hoeveel naar de Ussel. De stuw is daarom be langrijk voor de waterhuishouding in Nederland. foto taco anema De Grindgaten bij Roermond, 1995. De Maas is buiten haar oevers getreden. De vakantiehuizen lopen desondanks niet onder water. Ze drijven er gewoon Op. foto karei tomj l ding, carpoolstrook, ecoduct, ge luidswallen, rekeningrijden. Bin nenkort lanceert de uitvoerende dienst van het ministerie van Verkeer en Waterstaat zelfs het naviduct. Op de route Enkhui zen-Lelystad („Lely wie?", zou Lapierre vragen) wordt een aquaduct onder een sluis ge bouwd. Het zou Lapierre ongetwijfeld gaan duizelen als hij het Prins Clausplein bij Den Haag zou zien. Een reuzen-achtbaan met voorbijsuizende auto's. Misschien zou de oprichter van Rijkswaterstaat ondanks zijn schrikreacties toch ook een beetje trots zijn op wat er in twee eeuwen tot stand is gebracht. Om enkele voorbeelden te noe men: de inpoldering van de Zui derzee, de Afsluitdijk, grote ha venmonden, de Deltawerken, het Noordzeekanaal, tunnels, brug gen en een gigantisch wegennet. In 1900 reden zo'n 1000 auto's in Nederland, in 1938 100.000. An no* 1998 zijn het er rond de zes miljoen. Door het dichtslibben van Ne derland zou de door een paard voortbewogen trekschuit nu op sommige trajecten de afstand wellicht sneller overbruggen dan de auto. Vandaar dat de samenstellers van het boek in 'Nat Droog' ook een fragment uit het gedicht 'file' van Ivo de Wijs hebben op genomen. We stonden in een file richting Leiden Toen zei mijn vrouw: 'Er zit iets op het dak' Het was een oude, zeer beleefde slak De slak zei: 'Dank u dat ik mee mocht rijden Maar niettemin nee, weest u niet verbolgen Zal ik mijn reis thans wande lend vervolgen' 'Dag slak', lachten mijn vrouw en ik verbaasd Tot ziens', zei hij, en: .Sorry, ik heb haast' Misschien is het wel een teken aan de wand, dat de Naco juist rond de verjaardag van Rijkswa terstaat terug heeft gegrepen naar een openbaar vervoermid del uit Lapierres tijd: de (draag vleugelboot. Reizigers kunnen sinds kort van Velsen en Amster dam over water naar deze ste den. Hoewel het hem iets te snel zou gaan, zou het boottochq'e over het voormalige IJ-meer nu Noordzeekanaal Lapierre waarschijnlijk deugd doen. Nat Droog, Tweehonderd ob jecten van Rijkswaterstaat; uitga ve Architectura en Natura, Am sterdam; 29,90. De veerdammen van Breskens in de Westerschelde. Hetaanlandings- punt van deze belangrijke veerverbinding in Zeeland is zo gemaakt, dat de veiligheid is gegarandeerd ondanks de sterke stroming en het ver schil in waterpeil, dat kan oplopen tot vijf meter. foto karel tomei ZATERDAG 23 uit een ver verleden. Er zijn nog enkele van deze vlotbruggen in het Noord-Hollands over. In de eerste helft van de vorige eeuw trokken paarden de grote zeilschepen door het van Amsterdam naar Den Helder. De vlotbruggen moesten zorgen dat de doorgang onge- verliep. foto taco anema

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 39