Een dagje 'polderen'
rond Zoeterwoude
HU en volksbuurtje
meteen eigen
burgemeester
door JOB DE KRUIFF
e polder. Dat laaggelegen om-
dijkte land bevolkt door koeien,
grutto's en kieviten, omlijst met
[Hollandse wolkenhemels. De polder:
Is landschap waar de einder nog de
i,met sloten en gras tot zover het oog
geur van hooi en het zuivere lied van
euwerik hoog in de lucht. De polder
bedoeld is en niet de polder waar
de mond vol van hebben. De pol-
[het Groene Hart.
polders zijn in de onmiddellijke na-
van Leiden nog min of meer onge-
aanwezig. Vraag is hoe lang nog.
|de Grote Polder in Zoeterwoude ligt
iur. Bouwers en projectontwikkelaars
dit door natuurvorsers gekoesterd en
veenweidegebied. Poldereconomie
ia forma: er valt op zo'n lap grond
vrook van Leiden grof geld te maken.
N enprijs is hoog en met flink veel huis
hectare stroomt het kapitaal binnen.
;omende jaren blijft de polder echter
uwd: tot 2005 geldt een
loratorium'. Al met al reden genoeg
idagje 'polderen'.
Hoogveen
ddergebied rondom Zoeterwoude is
isch veenweidegebied: hoogveen met
randen van de Oude Rijn bossen. Een
ch landschap. Eeuwen geleden wer-
iloten gegraven om het gebied te ont-
aant: o zodat het land kon worden gebruikt
J11"11; kerbouw. De grond lag een groot deel
jaar braak en veen oxydeert (roest)
pn ivloed van zuurstof. Door die afbraak
veen daalde de bodem in hoog tem-
15.00 je loop van de eeuwen zakte het veen
'tl o\ meters. Akkerbouw was al snel onmo-
ïhet vee deed zijn intrede,
older grenst aan de strandwal waar
op ligt. Zoeterwoude was het mon-
Sbied van de Oude Rijn. Er werd ter
dus klei en zand afgezet. Zand en klei
niet of nauwelijks en dus ontston-
in de loop van de eeuwen hoogtever-
lin het land. Stukken terrein waar uit-
hoogveen lag (iets buiten de mon
dden meer dan de delen waar veen
and voorkwamen. Vlak onder Zoe-
le, langs het Lange Kerkpad en de
zie je die welvingen (kreekrug-
/IT
indeling begint in polderpark Crones-
m park dat geen park wil zijn. Het ou-
avelingspatroon is in stand gehouden
loeit en groeit het nodige aan wilde
Bekend bij eco- en biologen zijn de
velden daslook: het gewas is nu vrij-
jebloeid, maar nog steeds hangt over
Iture ^een flauwe uiengeur. De geur is ver
met die van vogelstront: in Crones-
oeden veertig paar blauwe reigers.
Drama
front nstefletje schapen dreigt het nest van
vit te vertrappen. De vogel is echter
Oud-burgemeester Eysinga van Oegstgeest schijnt
ooit gezegd te hebben dat hij, komend vanuit Rijns
burg, altijd blij was 'weer onder het viaduct door te
zijn. Want daar begon Oegstgeest pas echt. De Indi
sche buurt, het voormalige arbeiderswijkje tussen de
A44, de Rijnzichtweg en het terrein van veiling Flora,
telde hij niet mee. Misschien wel daarom heeft die
buurt inmiddels zijn eigen burgemeester. En die
woont in de Balistraat.
De Indische buurt, officieel de wijk 'Buitenlust',
verrees in de jaren dertig. De 300 huisjes waren voor
personeel van de trammaatschappij, die vlakbij haar
remise had. Inmiddels woont er een mix van alle
standen, leeftijden en afkomsten. Rijnsburgers, Kat-
wijkers, Russen, Somaliërs, een Algerijn, maar ook
geboren en getogen Oegstgeestenaren, of eigenlijk:
Buitenlusters. De familie Van Tol bijvoorbeeld is met
vier broers vertegenwoordigd in de Balistraat. Ze
groeiden op in de Floresstraat, kregen één voor één
een huis in de Balistraat, en ze gaan er nooit meer
weg, tot ze moeten worden weggedragen, zegt een
van hen.
,,Er zijn veel mensen die, als ze de kans krijgen, te
rugkomen. Het is echt hun buurtje", beaamt J.
Bankga, directeur van woningbouwvereniging Bui
tenlust. Buitenlust is eigenaar van het merendeel
van de veertig woningen in de Balistraat. Alleen de
huizen in het laatste doodlopende gedeelte zijn par
ticulier bezit. De wijk dankt zijn populariteit volgens
Bankga in de eerste plaats aan de prijzen: ongeveer
500 gulden per maand voor een eengezinswoning
met tuin. Maar er is meer dat de buurt onderscheidt
van de rest van Oegstgeest. ,,Het is ook een levendi
ge buurt. Men kent elkaar. En het is van oudsher een
buurt waar men zeer aan elkaar gehecht is."
Mocht dat gevoel even weg zijn, dan komt het
weer terug zodra de geïsoleerde ligging van het wijk
je ter sprake komt. De buurt heeft in het verleden
vaak moeten vechten voor zijn belangen. Rond het
viaduct onder de Rijksstraatweg barst het van de ge
vaarlijke verkeerssituaties. Toch kwamen daar pas
verkeerslichten nadat er iemand was verongelukt.
Lange tijd ook moesten fietsende Buitenlusters
tweemaal de Rijnzichtweg oversteken om richting
bijvoorbeeld het Rijnlands Lyceum te komen. Te
genwoordig mogen ze in beide richtingen door één
tunnelbuis.
De emancipatie heeft het wijkje zelfs al een eigen
burgemeester opgeleverd. ,,Ik heb mezelf be
noemd", zegt Jan Turk trots. „Ik was op een receptie
van burgemeester Scheenstra, en omdat er een flin
ke rij stond, ging ik eerst wat drinken. Toen kwam er
iemand vragen wat ik daar deed en waarom ik de
burgemeester niet de hand had geschud. Waarop ik
zei: ik ben de burgemeester van Buitenlust, hoor.
Even later kom ik bij Scheenstra - die had dat ver
haal inmiddels gehoord - en die begroet me met
'collega'. Dat doet hij nog steeds. We zijn echte
vrienden geworden.
een buurt waar je zo op eikaars lip woont. Burge
meester Turk over zijn buurman: „Als hij thuis een
wind laat, gaan bij mij de schilderijen heen en
weer."
„Ik zit graag tussen dieren", luidt de simpele ver
klaring van Van Delft. „De wereld is leven. Dat zijn
mensen, dieren en de natuur." Toen hij de schuld
kreeg van de hanenoverlast antwoordde hij ook in
zulke termen. „'Ze zitten altijd bij jou', kreeg ik te
horen. Dan zei ik: ja, dan moet je maar lief zijn voor
beesten." Van Delft is niet haatdragend tegen de
boosdoeners van destijds. „Die kerel die dat gedaan
heeft, die groet ik gewoon, hoor.'Hij gaat er zelf maar
over nadenken."
Zelf doet Van Delft dat in ieder geval voldoende.
„Ik ben van geen kerk, ik ben van geen sekte, ik zit
alleen maar te denken. En ik betrek dat op de na
tuur." De dominante religie op zijn ark: „Er is wel
een schepper, maar de tempel dat hen je zelf."
Van Delft heeft een overbuurman, Jan Stravers,
waar hij goed mee omgaat. „Het lijken wel broers,
zeggen ze hier over ons." Met de rest van de straat is
het contact minder intensief. Van Delft: „Al die
schuttingen, zogenaamd voor de privacy. Het is geen
privacy, het is vereenzaming." En over de rest van
Oegstgeest is het duo nog minder te spreken. Stra
vers: „Als je hier in een winkel komt, zeggen de men
sen tegen elkaar 'mêg ik even passeren?' En dan
even later: 'doe mij een half ons van dit'!"
In zijn eigen straat mist Van Delft de tolerantie
voor de Somalische familie. „Ik ben de enige die bij
ze thuis komt. Sommigen kijken ze met de nek aan.
Maar ik zeg altijd: onder het kruis stonden witte en
zwarte mensen. De zwarten bleven staan, en de wit
ten gingen zitten", aldus Van Delft in geheel eigen
beeldspraak.
Niet iedereen ervaart zo'n grote afstand tussen
Buitenlust en Oegstgeest. Het echtpaar Ab en Ada
Post bijvoorbeeld doet zijn boodschappen gewoon
in de De Kempenaerstraat. Maar zij groeide dan ook
op in die straat, nadat ze in de oorlog vanuit Katwijk
in het Oegstgeestse Wilhelminapark terechtkwam.
En ze vinden het allebei nog steeds zonde dat de
winkeltjes uit de Indische buurt verdwenen. Tot een
paar jaar terug had je er nog een supermarktje en
een slager. Maar aan vertrekken denken ze voorlopig
niet. Hij woont er tenslotte al 61 jaar, waarvan de
laatste 32 jaar in de Balistraat.
Ada Post vindt het nog altijd ver-schrik-ke-lijk hoe
die kippen destijds verjaagd zijn. „Mensen zijn zo
onverdraagzaam tegenwoordig. Het is hier al zo
stil." Een opmerkelijk standpunt voor mensen van in
de zestig, of gewoon nostalgie naar de jeugd van
haar en haar man? „Dit was altijd de levendigste
straat. Voor hém werd je zelfs gewaarschuwd!", zegt
Ada Post over haar man, destijds een van de grootste
kwajongens. Een kinderspelletje, kort na de oorlog,
was met spijkers op granaten timmeren die ze bij
het viaduct hadden gevonden. Ada Post: „Ze hebben
wel eens tegen mij gezegd: ben jij met Ab Post ge
trouwd? Dat die nog leeft!"
Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omgeving.
Bewoners vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving, maar ook over grote of
kleine problemen. Vandaag: de Balistraat in Oegstgeest.
Problemen heeft zijn 'dorp' niet, vindt Turk. „De
mensen die er wonen, maken geen problemen. Al
leen degenen die er nieuw bijkomen, die beginnen
soms ergens over. Dat heb je in een volksbuurtje."
Hoewel, volksbuurtje? Het is hem wel opgevallen dat
het verloop de laatste vijfjaar groter is. „Er gaan veel
mensen weg. En in die lege huizen komen geschei
den vrouwen of buitenlanders."
„Ja, dat is een probleem", vindt overbuurman Van
Zijp. „Die buitenlanders die de heg niet knippen."
Veel bijval krijgt hij niet met zijn opmerking. Maar
Van Zijp heeft nog meer ergernissen. Harde house
muziek bijvoorbeeld en laagvliegende vliegtuigen.
„Sinds die nieuwe baan op Schiphol open is, kun je
elkaar soms buiten niet verstaan." Maar dat vindt
burgemeester Turk overdreven. „Jij wordt echt oud.
Ik denk dan gewoon: wat leuk, daar komen weer
tweehonderd mensen terug van vakantie."
Eén keer liep een meningsverschil in de Balistraat
echt uit de hand. Dat was vier jaar geleden, toen een
twintigtal kippen en twee hanen zich in een plant
soentje in de straat hadden gevestigd. Ze waren kind
aan huis bij nummer 24, maar ze liepen ook wel
door de rest van de straat. En de hanen hielden som
mige mensen uit hun slaap. De meeste bewoners
hadden.geen problemen met de beesten, maar en
kelen zeiden er echt last van te hebben. „Dan moet
je 's avonds voor je naar bed gaat eens een paar bor
rels nemen", was het advies van Turk. Maar dat
bleek niet aan hen besteed. Een inmiddels vertrok
ken bewoner nam op een kwade nacht het recht in
eigen hand en sloeg alle kippen uit de bomen. De
politie moest eraan te pas komen om een dreigende
burenruzie te voorkomen, de hanen en de meeste
kippen werden naar het vogelasiel of het herten
kamp gebracht. Maar de verontwaardiging bij .som
mige dierenvrienden in de Balistraat is nog steeds
groot.
De directe buurman van het plantsoentje bijvoor
beeld, Piet van Delft. Bij hem kwamen de kippen het
liefste, en de liefde kwam van twee kanten. Met de
term dierenvriend doe je Van Delft nog tekort. Als
een postmoderne Noach heeft hij zich omringd met
alles wat maar iets dierlijks heeft. Geweien in alle
soorten en maten, een opgezette eekhoorn, een
plastic krokodil, kussentjes met koeiehuid, maar ook
talloze houten eenden. En dan is er nog de afdeling
levende dieren. Binnen onder meer een golden re-
triever ('mijn enige vriend') en een luipaardgekko.
De bijkeuken is gevuld met vogels, al dan niet in
kooien. Een grijze roodstaart, een aantal 'kostgan
gers' en een duif die zomaar is komen binnenvlie
gen. Buiten heeft hij nog een vijver met de nodige
vissen erin en binnenkort volgt een paard.
Het is een dierentuin die je niet in Oegstgeest zou
verwachten. Misschien in de kolossale tuin van een
kapitale villa, maar niet achter een rijtjeshuis, niet in
In de Balistraat woont een mix van alle standen, leeftijden en afkomsten: „Er zijn veel mensen die, als ze de kans krijgen, terugkomen. Het is echt hun buurtje."
FOTO HIELCO KUIPERS
Leiden
Kleine
Cronesteinse-
of A ~v
Knotterpoldjk/'P,
Weipoorste vli
Oostvlietpolder
C rote Polder
Hofpolder
leterwoude
Westemdsche
Polder
Weipoort
Westbroekpolder
i Lange kerkpadjj
Westeinde
Korte kerkpad
Zuidbuurt
Blankaardpolder
Oostbroekpolder
Natuurontwikkeling!
Noord Aa
Stompwijk
Gelderwoudse Polder
Drooggemaakte
Geer- en Kleine
Blankaardpolder
Gelderswoude
Zoetermeerse Meerpolder
KkART RUUD VOGELESANG
i i/
'k" P»
Mee met een speciale wandeling van het LD
geenszins van plan zo maar zijn eieren naar
de verdoemenis te laten helpen en posteert
zich voor de schapen. Met wijd gespreide
vleugels en een agressief gepiep probeert hij
(of is het een zij?) de schapen te imponeren.
Het mag niet baten: de dieren kijken, zoals
het hen betaamt, schaapachtig naar de in
spanningen van de kievit en lopen dwars
door het nest heen. O wreedheid der natuur.
Er worden op deze schijnbaar vreedzame
vroege zondagmorgen vele moorden ge
pleegd. De kauwen hebben het gemunt op de
nesten van de weidevogels. Alle afleidings
manoeuvres en gekrijs van de ouders ten
spijt verdwijnen heel wat kuikens en eieren
in de kauwenmagen.
Winterkoninkje, tjiftjaf, zwartkop en vink
binden de strijd om de decibellen aan met
het snelverkeer op de A4. Afwisselend wint de
-ene of de andere partij, een vreemde combi
natie van vervoering en ergernis bij de wan
delaar veroorzakend.
Aan de andere kant van de snelweg, de
wind is de wandelaar gunstig gestemd, is het
geluid veel minder. En op het fietspad van
Zoeterwoude naar Weipoort is het echt ge
nieten geblazen. Links en rechts, waar je
maar kijkt, grazen tevreden ogende koeien
met daarboven weidevogels. Natuurlijk, even
verderop ontwaart de loper bebouwing. De
polder, en ook de Grote Polder, is de afgelo-
Wandelen, even weg uit de
dagelijkse sleur. Nu kan het nog
in de polders van Zoeterwoude.
Projectontwikkelaars staan
ervoor in de rij, maar tot 2005
blijft dit gebied ongerept. Het
Leidsch Dagblad neemt
belangstellenden op 23 mei mee
op een bijzondere wandeling
door dit deel van het Groene
Hart. Met de bon elders in deze
krant kunt u zich opgeven voor
de tocht, die Monica Wesseling
al voltooide. Een impressie.
door MONICA WESSELING
pen jaren behoorlijk aangevreten. Voor échte
vergezichten moet een mens toch buiten de
Randstad zijn.
De natuurbouw in dit gebied is ook een
beetje kabouterachtig, maar daarmee zeker
niet te versmaden. Zo heeft Staatsbosbeheer
bij de Weipoortse Vliet een bosje van onder
meer wilg, es en els aangelegd. Afgaand op
het bijna oorverdovend gekwetter nemen de
vogels de bosschages in dank af.
Polderen
Na het ommetje langs het bos voert de route
zuidwaarts. De Weipoortse Vliet langs het
pad is een oude veenstroom: eeuwen gele
den, nog voor de ontginningen, werd door
deze stroom water afgevoerd. Het buurt
schap Weipooit ademt de sfeer van weleer.
De oude boerderijen zijn gelukkig nog niet
allemaal gerestaureerd en vertonen dus nog
scheuren, met muurleeuwenbek begroeide
voegen en scheefhangende 'klimop-daken'.
Leilinden en knotwilgen: het polderdorp op
zijn mooist. Het enige gevaar dat dreigt, is, zo
blijkt uit een van de weinige verkeersborden,
een overstekend eend met jongen.
Eeuwen geleden staken de Weipoorters die
de rooms-katholieke kerk in Zuidbuurt be
zochten, dwars door het weiland over. Het
Korte en Lange Kerkpad getuigen hier nog
van. Voordat de wandelaar het kerkpad op
ZATERDAG 16 ME11998
De polder rondom Zoeterwoude is
een typisch veenweidegebied.
FOTO HENK BOUWMAN
gaat, nog een uitstapje naar opnieuw een
'natuurbouwtje'. Bij de Noord Aa (ja, de plas
waar in 1574 de watergeuzen twee weken la
gen te wachten op de juiste wind om vervol
gens begin oktober Leiden binnen te varen)
is een moeras aangelegd. Het is er pas kort en
maakt nog een beetje de indruk van het eer
ste groen in een nieuwbouwwijk. Wandelen
over de kerkpaden is een belevenis. Het
smalle pad dwars door de koeienwei nodigt
uit tot mijmeren over vroeger tijden. Met
ruimte alom bovendien een prachtige plek
om weidevogels te observeren. Al blijft het
oppassen geblazen: het pad ligt vol koeien-
vlaaien.
Halverwege het kerkpad een helling: de
kreekrug wordt 'bedwongen'.
Eenmaal aan de overkant via Zoeterwou-
de-dorp (met als verrassing op zondagmor
gen verse kaasbroodjes uit de broodautomaat
van de warme bakker) weer naar Cronesteyn.
De wandeling is ruim 10 kilometer lang. De tocht
neemt, omdat rondkijken en genieten gewoon tijd
kost (en mag kosten) enkele uren in beslag. Voor
jonge kinderen of mensen die niet goed ter been
zijn, is de wandeling niet geschikt. Een café is pas
aan het eind van de tocht. Neem daarom zelf wat te
eten en te drinken mee.
De wandeling staat beschreven in klapper 13
(Kaag, Wijde Aa, Alphen en Nieuwkoop) van de
Groenatlas Zuid-Holland, te koop bij boekhandel
en Leidsch Dagblad. De klapper kost 8,95 gulden.