De industrie
rond Anne Frank
T
De Duitse
'Bu ndesbah nwilde
ooiteen intercitytrein
naar Anne Frank
vernoemen, een
Braziliaanse fabrikant
had hetzelfde plan met
spijkerbroeken. Beide
acties konden
voorkomen worden -
door de waakzame
Anne Frank Stichting -
maar niet een
campagne in Japan.
Daar kwam ooit een
maandverband op de
markt met de naam
van het beroemde
Amsterdamse meisje
wier dagboek uit de
oorlog wereldberoemd
werd.
Binnenkort verschijnt
er een boek over die
Anne Frank- industrie.
door AAD WAGENAAR
I oen in Nederland vorige week
I voor de 53ste keer de bevrijding
van de Duitse bezetting werd her
dacht en gevierd, ging in het parlementsge
bouw in Wenen de opera 'Het dagboek van
Anne Frank' in première. Ongeveer tezelfder
tijd stuurde de Nederlandse uitgeverij Balans
een vouwblad de deur uit waarin de publica
tie van een biografie van Anne Frank werd
aangekondigd, 'Pluk rozen op aarde en ver
geet mij niet', geschreven door de 29-jarige
Engelse Carol Ann Lee.
Eenzelfde reclamegeschrift is dezer dagen
te verwachten van uitgeverij Bert Bakker,
waar in september ook een levensbeschrij
ving van Anne Frank verschijnt, 'Das Mad-
chen Anne Frank', van de hand van de 31-ja
rige Oostenrijkse Melissa Müller-Brandstat-
ter. Vorige week ook lag op het bureau van
David Barnouw, onderzoeker en voorlichter
van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumen
tatie in Amsterdam, het manuscript van 'An
ne Frank voor beginners en gevorderden'.
Barnouws ironisch getitelde boek komt
volgende maand uit. Het gaat over wat de
schrijver de 'Anne Frank-industrie' noemt.
Industrie? Bamouw: „Je zou dat toch bijna
zeggen wanneer je kijkt wie en wat er in de
wereld zoal met Anne Frank, haar nagedach
tenis en erfgoed, bezig zijn. Van haar dag
boek zijn al meer dan 25 miljoen exemplaren
verkocht, jaarlijks komen zevenhonderddui
zend mensen op de Prinsengracht op bezoek
in het Achterhuis en de tentoonstelling 'Anne
Frank, een geschiedenis voor vandaag' reist
al vanaf 1985 door de wereld en trok tot dus
ver meer dan zeven miljoen bezoekers."
Vorige zomer is er een rechtsgeding ge
weest om het handelsmerk 'Anne Frank'. De
Anne Frank Stichting in Amsterdam deed in
1993 in Zwitserland een verzoek om registra
tie van dat merk. Het in Basel gevestigde An
ne Frank Fonds kwam ertegen in het geweer
en verzocht het Zwitserse gerechtshof de re
gistratie niet toe te staan. Zo wilde men voor
komen dat de naam Anne Frank commer
cieel werd uitgebuit door de stichting die het
Anne Frank Museum exploiteert.
'Wij zijn de enige erfgenamen van Otto en
Anne Frank', luidde het in Basel, 'we willen
geen commercialisering van haar naam, niet
op T-shirts en niet op kofftebekers'. De Zwit
serse rechters wezen het verzoek van het
Fonds echter af. Ze vonden dat de Amster
damse stichting nu eenmaal als eerste had
gevraagd om registratie van het handelsmerk
Anne Frank en er daarom recht op had.
Het zou de Anne Frank Stichting met het
bezit van dat handelsmerk overigens hele
maal niet begonnen zijn om vrijer te kunnen
opereren op het gebied van merchandising,
zo reageerde men op de Prinsengracht na de
toch wat smalende berichtgeving over de
strijd om Anne Franks naam. De stichting
wilde commercieel misbruik ervan juist voor
kómen.
Stichting
Anne Frank, op 12 juni 1929 geboren in het
Duitse Frankfurt en op of omstreeks 31 maart
1945 overleden in het concentratiekamp Ber-
gen-Belsen, heeft tijdens de bezetting met
haar familie en een ander gezin ondergedo
ken gezeten in een huis aan de Amsterdamse
Prinsengracht. Van 12 juni 1942 tot 1 augus
tus 1944 hield ze in dat zogenoemde Achter
huis een dagboek bij. Deze geschriften kwa
men na de bevrijding in handen van haar va-
'Misschien had ze dit wel gewild....'
David Bamouw - ge
fotografeerd voor 'het
Huis' - schreef het
boek 'Anne Frank
voor beginners en ge
vorderden', een werk
over de industrie rond
de Amsterdamse die
wereldberoemd werd.
foto cpd
theo bohmers
der Otto Frank, die de oorlog als enig ge
zinslid overleefde. In 1947 heeft Frank het
dagboek laten uitgeven. Hij deed dat bij wijze
van postuum eerbetoon aan zijn vermoorde
dochter, die zo graag schrijfster had willen
worden.
Het 'Dagboek van Anne Frank' haalde gro
te verkoopcijfers en kreeg tal van vertalingen.
Vooral in de VS werd het een bestseller, om
dat het er ook allerwegen door het onderwijs
werd geadopteerd. Voor het beheer van de
auteursrechten richtte Otto Frank een fonds
op in Basel, zijn naoorlogse woonplaats.
Daarnaast kwam het in 1957 in Amsterdam
tot de Anne Frank Stichting. Die wilde zorgen
dat het Achterhuis in de oorspronkelijke toe
stand bewaard en voor bezoek toegankelijk
werd. Ook wilde de stichting 'de idealen uit
dragen, aan de wereld nagelaten in het Dag
boek van Anne Frank'.
Al spoedig stroomden duizenden naar het
hoge huis aan de Prinsengracht. Voor toeris
ten uit de hele wereld was een bezoek aan
Amsterdam onvolledig als ze niet ook enige
tijd op de gracht in de rij hadden gestaan om
daarna eventjes door het Achterhuis te mo
gen schuifelen.
Ondertussen groeide de Anne Frank Stich
ting als professioneel bewustwordingsorgaan
en werden ook belendende panden van het
Achterhuis betrokken. In haar bestrijding van
'vooroordeel, discriminatie en onderdruk
king' en het 'streven naar een democratische
samenleving waar dan ook' wekte de stich
ting door overijverigheid nogal eens wrevel
op. Een weekbladschrijver riep de woede
over zich af door te gewagen van de
'Fatsoengestapo van de Prinsengracht', nadat
de Anne Frank Stichting weer eens in het ge
weer was gekomen tegen een gesignaleerd
geval van antisemitisme en racisme.
David Barnouw: „In de jaren zeventig was
het inderdaad zo dat bij elk hakenkruis dat
ergens in Nederland was aangetroffen, de
media werden bestookt met persberichten
van de Anne Frank Stichting. Men had daar
toen al de zogenaamde politieke correctheid
zeer hoog in het vaandel staan en dat leidde
soms tot zelotisme. Alles onder de noemer
dat racisme en het slechtste daarvan, antise
mitisme, moesten worden bestreden. De
stichting gedroeg zich ook te zeer alsof men
alleen déar wist wat de idealen van Anne
Frank waren. Buitenstaanders moesten zich
daar maar niet in mengen."
Commercie
David Barnouw houdt zich op het Rijksinsti
tuut voor Oorlogsdocumentatie al vele jaren
bezig met Anne Frank en hoe het haar dag
boek na de oorlog is vergaan. In 1986 was hij
een van de samenstellers van de toen gepu
bliceerde wetenschappelijke editie van de
dagboeken.
Hij is er al vele jaren getuige van hoe on
kies men soms met Anne Franks gedachte
goed probeert om te gaan. Zo heeft men
vanuit Basel kunnen voorkomen dat een fa
brikant in Brazilië met Anne Frankspijker-
broeken de markt opging. Een paar jaar gele
den werd de Duitse spoorwegen (Bundes-
bahn) met succes verzocht af te zien van het
plan om een van hun luxe intercitytreinen
naar Anne Frank te vernoemen.
Barnouw kent een nog sterker staaltje. „In
Japan, waar een kwart van de hele oplage aan
buitenlandse vertalingen van het dagboek is
Hoog bezoek aan het Achterhuis. Hillary Clinton en Rita Kok bekijken een maquette van het Am
sterdamse grachtenpand. foto archief anp
verkocht, hebben ze zelfs een maandverband
gehad van het merk Anne Frank. Dat had zijn
oorzaak in het feit dat het dagboek van Anne
Frank voor Japanse meisjes het onderwerp
menstruatie bespreekbaar had gemaakt. In
het Japan van de jaren vijftig lag dat nog
steeds in de taboesfeer en was er nauwelijks
voorlichting over. Anne uitte zich echter
nogal vrijmoedig over de perikelen van de
maandstonde en daar konden de Japanse
meisjes kennelijk wat van opsteken. Zo is in
Japan het begrip 'Anne's day' ontstaan: de
dag dat men menstrueert. Hieruit blijkt dat
iedereen uit het dagboek kan halen wat hij
wil."
Barnouw berust daarin. „Als ik het in mijn
boek over de Anne Frank-industrie heb,
houdt dat ook wat zelfspot in", zegt hij. „Ik
maak er immers ook deel van uit. Ik houd le
zingen over Anne Frank, tot in de VS toe, ik
heb aan de wetenschappelijke uitgave ge
werkt en kom nu met 'Anne Frank voor be
ginners en gevorderden'. Ik draai dus braaf
mee in die zogenaamde industrie."
Drie stromingen
Dat er in het Anne Frank-landschap nogal
eens wrijvingen zijn, komt misschien ook
doordat de nalatenschap van Anne Frank en
haar vader Otto is verdeeld over drie plaat
sen. Namens de Staat der Nederlanden ont
ving het Rijksinstituut voor Oorlogsdocu
mentatie van Otto Frank alle handschriften
van Anne, evenals een grote collectie boeken
en artikelen die met de verschillende uitga
ven van het dagboek, het toneelstuk en de
film te maken hebben.
De Anne Frank Stichting kreeg het beheer
over het grachtenpand in Amsterdam. Het
Anne Frank Fonds in Basel werd de plaats
waar alle opbrengsten van de verschillende
uitgaven van het dagboek binnenstromen en
de royalty's worden geïncasseerd voor het
gebruik van foto's van Anne Frank en haar
familie.
Hoeveel geld er inmiddels is opgepot
wordt geen buitenstaander gewaar: het fonds
doet er geen enkele mededeling over. De
door uitgevers en toneel- en filmmakers be
taalde rechten moeten echter ruim vijftig jaar
na de eerste uitgave van het dagboek in de
tientallen miljoenen guldens lopen. Ook over
de bestemming die het fonds aan die gelden
geeft is bijna niets bekend. In Basel worden
af en toe een paar goede doelen genoemd die
door het Anne Frank Fonds worden gesubsi
dieerd. Voor het overige beperkt men zich tot
de mededeling dat het beheer van de gelden
naar Zwitserse wet en regelgeving honderd
procent correct geschiedt.
Bij de Anne Frank Stichting in Amsterdam
is men kribbig over het geheimzinnige en
zuinige beheer van het vele geld. Terwijl men
vanuit het Achterhuis de idealen van Anne
Frank verspreidt, houdt de rijke Zwitserse
stichting die daarbij zou kunnen helpen de
vinger op de knip.
De Anne Frank Stichting kan geld goed ge
bruiken. Men werkt er inmiddels met een staf
van ruim zeventig man. In 1997 bezochten
710.543 mensen het museum, een recor
daantal en bijna veertien procent meer dan
in 1996. Op de hoek Prinsengracht/Wester-
markt wordt momenteel druk gebouwd aan
een forse uitbreiding voor tentoonstellingen
en een mediatheek.
Rechten veilig gesteld
De Amsterdamse stichting en het Zwitserse
fonds zijn ver uit elkaar gegroeid. David Bar
nouw denkt dat de kloof is ontstaan na de
dood van Otto Frank in 1980. „Het door hem
nogal idealistisch beheerde fonds kreeg toen
een nieuwe leiding in de persoon van Victor
Frank-Steiner, overigens geen familie van Ot
to Frank. Deze man is er flink tegenaan ge
gaan en heeft de contracten die er met ver
schillende uitgevers waren grondig herzien
en geactualiseerd. Alles werd veel zakelijker
en harder. Frank-Steiner heeft in zijn ijver
zelfs nog een poging gedaan het hele stads
gezicht van de Prinsengracht onder de copy
rights van zijn fonds te brengen, maar dat is
niet gelukt."
Wel heeft men er in Basel voor gezorgd dat
de auteursrechten nog ruim vijftig jaar wor
den doorbetaald. In 1997 zou de eerste uitga
ve van het dagboek vijftig jaar oud zijn. Daar
mee verviel het auteursrecht op de tekst. Om
dat verlies voor te zijn heeft het fonds tijdig
een Duitse schrijfster aan het werk gezet voor
een nieuwe versie van het dagboek, aange
vuld met tekstfragmenten van Anne Frank
die pas in 1986 openbaar zijn geworden. Dit
boek ('The definitive edition') is in 1991 met
de nodige fanfare op de Amerikaanse boe
kenmarkt gepresenteerd. Het Anne Frank
Fonds verwierf er een hernieuwd copyright
op het dagboek mee, dat tot 2041 loopt.
David Barnouw verdenkt niemand in Basel
van verrijking of kwalijke besteding van de
vele miljoenen die Anne Franks dagelijkse
notities in het Achterhuis hebben opgeleverd.
„Dat zou ook niet in de geest van Otto Frank
zijn", zegt hij. „Ik ben een paar keer bij hem
thuis geweest in Zwitserland. Het was daar
erg sober en bescheiden ingericht; met zo
veel geld op de bank had Otto zich van alles
kunnen permitteren en laten omringen met
allerlei kostbaarheden. Maar niets daarvan."
Over de twee Anne Frank-biografieën die
binnenkort te koop zijn zegt David Barnouw:
„Allebei lijken het me serieuze boeken, al heb
ik geen idee met wat voor nieuws ze komen.
We hebben de schrijfsters afzonderlijk op het
Rijksinstituut te gast gehad en zo goed moge
lijk bij hun studie geholpen. Allebei hebben
ze aangekondigd dat ze in hun boek onder
meer zullen onthullen wie de onderduik
plaats van de families Frank en Van Pels
heeft verraden. Ik hoop nu maar van harte
dat ze met dezelfde verrader aankomen, an
ders weten we nog niks.
Maar ik kan me toch eigenlijk niet goed
voorstellen dat er iemand wordt genoemd,
die we nog niet kenden of verdachten. Er be
staat immers al lang een bijna-zekerheid over
een medewerker op het kantoor aan de Prin
sengracht die het Achterhuis aan de SD heeft
verraden. Als de nieuwe biografen echter een
ander aanwijzen moeten er wel échte bewij
zen zijn. Wanneer ze met anonieme getui
genverklaringen aankomen, hoeft het voor
mij niet."
David Barnouw maakt zich, de door hem
bedachte term 'Anne Frank-industrie' ten
spijt, niet al te druk om aan alle aandacht die
Anne Frank en haar dagboek nu en in de toe
komst nog ten deel zal vallen.
„Anne wilde een groot schrijfster worden",
zegt hij. „En dit soort dingen - twee biogra
fieën tegelijk, een opera, en ook nog eens
zo'n boek als ik heb geschreven - dat over
komt na hun dood alleen de echte beroemde
schrijvers. Dus zo bekeken is al die poespas
misschien wel iets dat Anne Frank graag zou
hebben gewild...."