HERENWEG Motorrijder met een missie denk wel eens dat zo'n vliegtuig de \rktoren meeneemt door AFKE VAN DER TOOLEN Wij verzoeken u hen te waarderen die onder u ge arbeid hebben en u hebben voorgegaan. Ze heb ben een ereplaatsje op het kerkhof, de achtereen volgende priesters van de Sint Matthiaskerk: recht achter het kruisbeeld van de man in wiens dienst ze hun leven hebben gesteld, en dat - de zwaarte kracht is onverbiddelijk - slechts met behulp van een stalen stut overeind blijft. Een kilometertje verderop zit koster Jan van Amerongen gemoedelijk in zijn kamerjas te vertel len. „Ikzelf heb al vier priesters weggebracht." Hij dreunt de namen op. Ze staan in zijn geheugen ge beiteld, evenals in het graniet. „De grafsteen wordt er afgetild met een lier. Daaronder is een kelder, kamerdiep, en de kisten staan gestapeld langs de wanden." Het katholieke kerkhof achter de Sint Matthias kerk is een exclusief plekje. Een geometrisch rust bed, een paar meter boven het maaiveld uitgetild. Eromheen een paradijselijk 'processiepark'. „Ja, zo heet dat. Vroeger ging men veelal naar buiten met de processie, om het kerkhof heen. Toen kon dat allemaal nog, want toen had je geen vliegtuigen en verkeer, zoals nu. Nu moet de pastoor zelfs in de kerk ophouden met preken als er een vliegtuig overkomt." De koster houdt zijn hart weieens vast. „Ik denk weieens dat zo'n vliegtuig de toren mee neemt, zo laag komen ze over." 't Is wel een beetje dringen op het kleine katho lieke kerkhof. Ook veel niet-familieleden liggen er 'op etage': met z'n drieën boven elkaar. „We heb ben er wel eens aan gedacht om het kerkhof uit te breiden, maar dat was veel te duur, omdat het alle maal opgehoogd moest worden. In het bos zit je namelijk zó in het water. Maar ja, hoe gaat dat hè. Liggen meneer en mevrouw al in het familiegraf, moet de zus er ook nog bij. We hebben nu de regel dat alleen ingezetenen van Warmond hier mogen liggen. Want we kregen ook nog eens al de mensen uit de tehuizen hierachter. Als dat was doorgegaan, hadden ze tot hier onder het keukenraam gele gen." Het katholieke kerkhof is een van de onverwachte groene plekjes langs de drukke, volle, en hier en daar beangstigend nauwe Herenweg. Zo is er na tuurlijk het park van Huis te Warmond. Achter wat struikgewas gaan de velden van de plaatselijke voetbalclub schuil. Maar de grootste verrassing is wel het weiland halverwege de Herenweg. Mét koeien, mestgeur, en een ooievaarsnest. Vooral voor dat laatste gaat menig automobilist op z'n rem staan, lacht Marja van Westervoort. Deze bewoonster van de Herenweg kan na acht tien jaar nog steeds haar geluk niet op met al dat moois voor haar raam. „Dit is uniek. Doe ik 's-mor- gens m'n slaapkamergordijnen open, dan zie ik dit. Dan denk ik: jeetje, wat ben ik begenadigd dat ik hier mag wonen. Ik heb dan ook helemaal niet het idee dat dit huis mijn eigendom is." Van Westervoort heeft een oude ansichtkaart uit 1904: het weiland ligt er precies hetzelfde bij. Het houten huis waar ze in woont werd in 1919 neer gezet, samen met twee andere. De bedoeling was dat deze 'noodwoningen' snel zouden worden af gebroken, maar dat is maar in één geval gebeurd. Daarvoor in de plaats is een doorsnee bakstenen huis gekomen. De overgebleven twee zijn lieve huisjes waar tegenwoordig velen 'een moord' voor raagje: waar ligt de link tussen 'de .vijsbegeerte van de wetenschap en technologie van de samenle- een Royal Enfield? Antwoord: die is :n ergens in de driehoek Leiden, En- New Delhi. Toegegeven: één, twee, ijpelijk is dat zo op het eerste ge- jemaal niet. Zeker niet als je nog nooit t universitaire bijvak met die moeilijke ihebt gehoord, danwel onbekend bent it feit dat een Enfield een klassiek En- j 34 otormerk is. En je moet Ludovic Wal- ennen, natuurlijk. Want die vormt het 1de element in deze kwestie, is een merkwaardig verhaal wat die jt te vertellen heeft. Afgestudeerd als idige - inclusief bijvakken met van die prekelijke namen - en dan inplaats van ji bouwen doodleuk motorreizen gaan geren naar India en Sri Lanka. Dat toch zeker voor geen meter, dat heeft s niets met elkaar van doen? De 29-ja- adenaar moet lachen. Goed, het wijkt aad af van het normale patroon. Maar n nog? Toevallig viel de puzzel nu een- 0 in elkaar. t passie voor reizen, zijn interesse in kt voodere wereld, bleken uiteindelijk sterker Dnderit meer geijkte patroon van studeren 1 een baan zoeken die daar naadloos kuit. „De wereld verkennen, dat heb ïroeger. Meegekregen van thuis, van nders die beiden in het onderwijs zit- Zomers vijf, soms zes weken lang weg. panje, Italië, Griekenland. Niet alleen strand liggen, maar vooral ook kijken. MjjjTjrfeloponnesus voorgelezen worden uit 1 van Homerus. Van die dingen. Dan het er vanzelf in. Toevallig jdens zijn studie in Enschede aan de ische Universiteit, reserveerde hij tijd te vliegen. Met de studentenroeiclub Iers wel via een studiebegeleider die i aanraking bracht met een contact in limit,,Via hem kwam ik terecht in Delhi, jig, want dat had bij wijze van spreken •goed Argentinië kunnen zijn, had die van hem per ongeluk daar gewoond, jiet werd dus Zuid-Oost-Azië. Ik was a verkocht. Geld verdienen kan altijd og wel, dacht ik toen. Iets aan ontwik- ihulp doen, leek me beduidend inte- - ter." den gereden door automobilisten met een dron ken kop. We hebben hier dan ook van alles bin- nengehad: bloedende mensen, kerels die hun roes hier uitzaten en om veel water vroegen voor de blaastest." Knijnenburg, in zijn huiskamer gezeten, zo on geveer op de plek waar zijn vrouw is geboren, ver telt met smaak over een van die voorvallen. „Ik had tweedehands zo'n leuk groen kevertje gekocht, voor dertienhonderd gulden. Daar wilden we een weekendje mee naar Enkhuizen, naar m'n broer. Goed, stonden we dus 's ochtends bepakt en be zakt, niets aan de hand, want ik had door het raam m'n groene kevertje al trouw voor de deur zien staan. Maar toen ik m'n sleuteltje in het slot deed, paste dat niet. Toen pas vond ik het briefje van de politie in de brievenbus: die nacht was m'n kever helemaal aan flarden gereden. Waren we finaal doorheen geslapen. Die groehe kever voor rriijn deur was helemaal mijn auto niet, maar stond daar puur toevallig." Hij schatert het uit. „Nü kan ik er wel om lachen ja. Maar ik kon het wel mooi alle maal zelf betalen. Die jongen was net achttien ge worden en had geen rijbewijs, geen verzekering, niks." Knijnenburg weet nog goed hoe het hele dorp te hoop liep tegen asfaltering van de Herenweg. „Maar wij waren ontzettend blij dat die straatklin kers verdwenen. We lagen altijd in ons bed te schudden, en de gevel ging scheuren door de tril lingen." Het huis is een oude bollenschuur. „Het was van twee broers, bollenboeren. Het huis hier naast was het woonhuis, dit was de schuur. In een zolderbalk boven staat nog gegrift: 'Eerste bollen geleverd in 1906'. In 1933 hielden ze ermee op, en bij de boedelscheiding is ook het erf gescheiden. Toen is dit verbouwd tot woonhuis, door de War- mondse firma Kool. Dat is heel simpel gebeurd, volgens mij met gevonden materialen, allemaal losse stukjes aan elkaar. Het was natuurlijk crisis tijd. Later is mijn schoonvader er komen wonen. De laatste jaren is het veel rustiger geworden voor zijn deur, vertelt Knijnenburg. Dat komt voor al door de nieuwe weg langs de Haarlemmertrek vaart. Het meeste sluipverkeer verdween daarmee. „Toen was het ineens alsof ik in een nieuwbouw wijk woonde. Zó stil!" Maar koster Van Amerongen vindt het nog lang niet stil genoeg. „Alles gaat veel te vlug." Hij moet altijd heel goed naar links en naar rechts uitkijken, verzucht hij. Nee, dan vroeger. „Toen kwamen er vooral fietsers langs. Jaren terug bijvoorbeeld, toen het corso begon, kwam heel Leiden hier twee keer voorbij, eerst heen en dan weer terug. Met bakfiet sen met de kinderen erop en al. Trouwens, ook nu nog zeggen we wel eens (egen elkaar: O, we vallen zeker weer in de een of andere fietsroute." De Luba Classic zal hij dit jaar in ieder geval niet zien langsrijden. De jaarlijkse wielerronde voor vrouwen moet een omweg maken, omdat er ver keersdrempels op de Herenweg worden aange bracht. Knijnenburg vindt de 'verkeersremmende maatregel' wel goed. „Beter dan de plannen die het CDA met de Herenweg had. Een stuk van onze stoep af en ook de bomenstrook aan de overkant weg. Nou, dan waren we met z'n allen dwars over de weg gaan liggen. We zitten hier op de Herenweg weliswaar niet zo op eikaars lip, maar dén hadden de gelederen zich gesloten." ZATERDAG 9 MEI 1998 Ooit droomde hij van wiskundige formules en van economische modellen. Dat was tien jaar geleden toen hij op het Stedelijk Gynasium in Leiden bekend stond als een bolleboos en een studie aan de Technische Universiteit van Twente niet meer dan logisch was. Maar tegenwoordig droomt Ludovic Wallaart in hele andere begrippen dan in wiskundige reeksen. Meer in geuren en kleuren, in reizen en trekken, in Aziatische avonturen, in mensen de weg wijzen. „Dat ir. voor mijn naam, dat ingenieur, dat gebruik ik niet. Maar die brede opleiding, die komt in den vreemde goed van pas. Ludovic Wallaart: van wiskundige tot reisorganisator momenteel bijzonder goed. Wat dat aangaat is het perspectief gunstig. Ik heb nu twee rei zen op het programma staan. Eentje eind ju ni naar Sri Lanka, al redelijk bekend bij de toeristen, en eentje in september naar Zuid- India. Voor groepen tussen de 10 en 15 per sonen. Alles geheel verzorgd. Van de vliegreis, tot de motoren, tot de hotels. Er rijdt zelfs een bagagewagen mee. Plus een monteur." Wie zijn die mensen die straks per motor door Azië trekken? „Motorrijders uiteraard, want je moet wel een rijbewijs hebben. Nu is die categorie per definitie avontuurlijker dan automobilisten. En avontuurlijk moet je zijn, want Azië is Europa niet, al was het alleen al qua infrastructuur. Je stuit daar soms op gek ke dingen, zoals bijvoorbeeld een kudde wil de olifanten die oversteekt of een brug die is weggespoeld. Verder moet je natuurlijk geïn teresseerd zijn in het land en in zijn cultuur, want naast het rijden door een prachtige om geving staan uitstapjes naar bezienswaardig heden op het programma. Trouwens, in In dia brengen we ook een bezoek aan de En- fïeld-fabriek. Voor de liefhebber van Engelse motorfietsen een must." Missie De hamvraag ten slotte. Denkt de wiskundige dat er een markt is voor zijn trips en had hij bijvoorbeeld niet beter in een voor Hollan ders wat toegankelijker land als Indonesië zijn route moeten uitzetten? „Dat zal de tijd moeten leren. Ik heb een folder gereed, 400 motorclubs aangeschreven, ga lezingen ge ven, adverteer, kom straks op Internet en probeer via wat publiciteit de vooroordelen tegen India en Sri Lanka, waar het een ge vaarlijke chaos zou zijn, weg te nemen. Ik ben vol goede moed, ik geloof in het welsla gen van deze missie. Ik woon weer tijdelijk thuis, maar ik wil zo snel mogelijk op eigen benen staan. En lukt het niet, dan kan ik al tijd nog terug naar Djoser. Ja, of eindelijk eens iets met mijn titel gaan doen. Maar lie ver niet." Na het afronden van zijn studie in 1994 kon ir. Ludovic Wallaart meteen komen. Naar Calcutta, één der armste steden ter wereld en tot haar verscheiden vorig jaar het werkter rein van Moeder Teresa. Hij werd er manager van een kliniek, een project van een Engelse arts. „Daar kwam mijn studie, het logisch denken en de zaken op een rijtje zetten, toch van pas. Want ik ben natuurlijk economisch geschoold. Vanzelfsprekend speelde idealis me een rol in mijn besluit om daarheen te gaan. Maar ik wilde daarnaast vooral veel le ren. Van het land, de mensen, de cultuur, dc taal." Daar kreeg hij alle gelegenheid toe in de drukste en smerigste stad van India. „Maar Calcutta is ook een stad met een enorme uit straling en sfeer", voegt hij er onmiddellijk aan toe, „Alleen, na een jaar had ik het er wel gezien. Zo'n enorme stad, al die armoe, dat was best slopend. Ik ben toen teruggegaan naar Nederland en heb daar mijn tweede ambitie aangesproken. Het reizen dus. Met mijn opgedane kennis en ervaring ben ik naar Djoser gestapt en daar werd ik ook aan genomen." Contacten Djoser, de (steeds groeiende) Leidse reisorga nisatie is gespecialiseerd in het verre en het onbekende en wat dat betreft zat Wallaart met India op het goede spoor. Hij kende in middels de weg, sprak een aardig mondje Hindi en Bengaals en had contacten van hoog tot laag. In de tweeënenhalf jaar tijd dat hij voor Djoser werkte, breidde hij zowel die contacten als zijn gezichtsveld flink uit. Hij trok door Pakistan, Nepal, Sri Lanka en voor al Zuid-India. En had op gegeven moment genoeg gezien. Genoeg in de zin, dat hij zich bij tijd en wijle afvroeg waarom dit zo ging of dat zo moest. Kon dat niet anders, ging het op die manier niet beter? De motor - een 350 cc Royal Enfield - die hij intussen voor een prik had overgenomen van een collega gaf ten slotte de doorslag. Daar, zo hield hij zichzelf voor, lag de sleutel om op eigen benen te staan. De vrijheid van de motorrijder als metafoor voor de vrijheid van het onderne merschap. Ludo Motor Travels was geboren. „De motor wint de laatste jaren weer aan populariteit. Ook het avontuur trekt. Motor- reizen naar Amerika bijvoorbeeld doen het Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omgeving. Bewoners vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving, maar ook over grote of kleine problemen. Vandaag: de Herenweg in Warmond. De Herenweg is een van de oudste straten van Warmond: een groot kronkelpad aan de voet van de afgegraven duinen. „De mensen van vroeger waren net als die van nu liever lui dan moe. Wilden geen natte voeten, maar ook niet klimmen." foto henk bouwman zouden doen. „Een jaar of twee geleden kwam hier een gezelschap langs. Een sjieke dame van 85 met haar dochter. Die hadden hier gewoond en kwa men het nog eens bekijken. Dat ging zo van: hé, dat trappetje is er niet meer. Dat wisten ze nog precies." Boven de bomën achter het weiland steekt nog net de spits van de Oude Toren uit: de ruïne van de voormalige Sint Matthiaskerk. Hier liggen verschil lende kopstukken van het katholicisme, inclusief de verdachte vertakkingen, begraven. Zoals Petrus Codde, die in Rome werd beschuldigd van 'jan senisme' en werd ontslagen. Dat ontslag leidde in Nederland tot een scheuring in de katholieke kerk. Warmond is van oudsher een katholieke enclave in protestant gebied. Daarvan getuigt ook het oude Groot-Seminarie naast de kerkruïne. Nu is dat een verpleeghuis. „Ik heb nog achttien jaar priesters zien afleveren", vertelt Jan van Amerongen verge noegd. Hij is ql 46 jaar koster. „Nadat ze gewijd waren liepen ze over de Seminarielaan, en dan zei de pastoor: Jan, ga de klokken eens luiden. Daar gaat de bloem van de diocees." Maar Van Amerongen vertelt ook over de pro testant Blanchard, die in een van de huisjes naast de katholieke kerk woonde. „Dat was een schoen maker,, maar wel een aristocratisch typje. Hij was kerkelijk heel goed ontwikkeld. Wist veel van de bijbel en van de kerkgeschiedenis, en maakte graag een praatje. Dat was nou een protestant die 't goed beleefde, die voor iedereen praat had en geen onderscheid maakte. Dat waardeer ik ten zeerste." De oude koster heeft het wel anders mee gemaakt. „In diezelfde tijd, de jaren vijftig, leefden protestanten en katholieken helemaal gescheiden. Niet echt op een hatelijke manier, maar protestan ten gingen bijvoorbeeld echt niet naar een katho lieke bakker." Nóg een klein groen plekje langs de Herenweg: de tuin van Gradus Kamsteeg. Varens, een peren boom, een pergola en een moestuin. Maar boven al: twee imposante beukenbomen. Ook Kamsteeg haalt een oude ansicht tevoorschijn. Twee kleine sprietjes staan een beetje huiverig naast het huis. De foto is bijna honderd jaar oud. „Tja, die Herenweg...", zegt Gradus Kamsteeg peinzend, ,,'t Is een van de oudste straten van War mond, dat is zeker. Een groot kronkelpad aan de voet van de afgegraven duinen. De mensen van vroeger waren net als die van nu liever lui dan moe. Wilden geen natte voeten, maar ook niet klimmen", lacht hij. De Herenweg is al jaren berucht als racebaan. Waar je je als fietser 'met de middelvinger in de aanslag' een weg moet banen. Waar zelfs de klaar- overs niet veilig zijn, en geparkeerde auto's ook niet. Daar weet Leo Knijnenburg alles van. Hij woont al 23 jaar aan het smalste stuk van de He renweg. „Ja, ik heb hier heel wat meegemaakt. Ben sowieso al drie auto's kwijtgeraakt hier. Aan flar Ludovic Wallaart: „Motorrijders zijn per definitie avontuurlijker dan automobilisten."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 47