De charme van een jonge partner Oh jé, ben ik wel in de stad?' PIETERSKERKHOF 932 ZATERDAG 18 APRIL 1998 Aantal relaties met groot leeftijdsverschil stijgt Er komen steeds meer relaties waarin de leeftijdsverschillen tussen de partners groot zijn, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek onlangs. Maar volgens onderzoekers hebben relaties met grote leeftijdsverschillen ook een grotere kans te mislukken. Wat zoeken oudere mannen bij jongere vrouwen en andersom? door MIREILLE BEENTJES Vruchtbaarheid is een van de char mes van een jonge vrouw voor een oudere man, meent P. Dijkstra, sociaal psycholoog in Groningen. „Zij kan nog voor nageslacht zorgen. Naarmate man nen ouder worden, vallen ze op jongere vrou wen. Een man van 40 wil een vrouw van 25, een man van 50 ook. Aan de andere kant wil een vrouw graag een man die in staat is haar en de kinderen te onderhouden. En een ou dere man heeft nu eenmaal vaak meer status De leeftijdsverschillen tussen partners wor den steeds groter, meldde het Centraal Bu reau voor de Statistiek onlangs. Nog steeds is de man bij de meeste paren een paar jaar ou der dan zijn vrouw, maar er is in Nederland iets nieuws aan de gang. Het aantal stellen bij wie de ene partner tien, vijftien, of zelfs twin tig jaar ouder is dan de ander, stijgt. In 1996 werden 4600 huwelijken gesloten waarbij de man tussen de tien en de veertien ouder was dan zijn vrouw. In datzelfde jaar werden nog eens 2500 trouwpartijen gevierd waarbij de partners vijftien of meer jaren in leeftijd verschilden. Bij 15.700 gesloten hu welijken was de vrouw de oudste partner. „Het traditionele patroon wordt verlaten. Er ontstaan nieuwe normen. Relatief gaat het om kleine aantallen, maar dat is bij een trendverandering altijd het geval", consta teert J. Latten van het CBS. „De tolerantie ten aanzien van leeftijdsverschillen groeit." Sinds de tweede helft van de jaren zeventig trouwen mannen en vrouwen op steeds ho gere leeftijd. Steeds meer mensen gaan later een tweede huwelijk aan. Latten: „Hoe ouder mensen trouwen, hoe meer leeftijden uiteen gaan lopen. Blijkbaar worden leeftijdsver- schillen dan minder belangrijk. Het verschil tussen een twintigjarige en een dertigjarige is immers groter dan dat tussen een veertiger en een vijftiger." Het aantal vrouwen dat, tegen de traditie in, ouder is dan hun man, groeit. Latten schrijft dit verschijnsel toe aan de toegeno men economische zelfstandigheid van vrou wen. „Vroeger trouwde een vrouw van 22 met een man van 25. Die had dan zijn mili taire dienst achter de rug, hij had een baan en er kon een huis worden betrokken. Nu moet het vooral klikken tussen partners. Daarvoor hoeft een man niet ouder te zijn." Norsig Sommige vrouwen kiezen juist voor een aan zienlijk oudere partner, en ook hun aantal groeit. Relatietherapeut Düring (54) van de Riagg Utrecht ziet het om zich heen. „Vroegoude, dikke, lelijke en norsige man nen, van wie je je afvraagt hoe het ze is gelukt om een veel jongere partner te vinden. Ge scheiden vriendinnen van mijn leeftijd, die veel beter in hun vel steken, zoeken heel hard een leeftijdgenoot als partner en slagen daar niet in. Vrouwen zijn emotioneel en intellectueel rijper dan mannen. Vrouwen die hier bij de Riagg komen, willen groeien, ze willen de kwaliteit van hun innerlijk functioneren ver hogen. Mannen zoeken slechts een zo eenvoudige mogelijke oplossing voor een probleem. In die zin passen mannen van een jaar of vijftig soms niet bij vrouwelijke leeftijdsgenoten. De man probeert het dan met een jongere part ner." Het idee dat mannen emotioneel en intel lectueel achterblijven bij hun leeftijdgenoten van de andere sekse, sluit aan bij de films van Marijke Jongbloed. Die laten succesvolle car rièrevrouwen zien die geen geschikte man kunnen vinden. Nog een verklaring voor het feit dat oudere mannen een jonge partner zoeken, is volgens Düring de mannelijke midlife-crisis. „Ze ta kelen af en denken is dit het nou? En dan wil len ze opeens avontuurlijke dingen doen; rei zen, sporten, dansen. Ze zoeken vitaliteit en die kan een jongere partner ze geven." 1 tl 1 Charlie Chaplin (op deze opname 76 jaar) en zijn 3 acht kinderen kreeg. „Het tragische is wel dat ze dan binnen de kortste keren in een tweede kinderronde te recht komen. Ben je zestig en zit je nog tus sen de luiers. Niks geen avontuur", consta teert hij droog. Patroon Volgens jeugd- en gezinsonderzoeker E. Spruijt van de Universiteit Utrecht hebben relaties met grote leeftijdsverschillen een gro tere kans te mislukken. Als ingrediënten voor een succesvolle relatie noemt hij een open communicatie, een gedeelde vrijetijdsbele ving en een erotische aantrekkingskracht. Het is ook niet zo dat oudere mannen uit het mislukken van een eerdere relatie lering hebben getrokken, denkt Spruijt. „Je ziet mensen meestal weer in hetzelfde patroon vervallen. Zo gek is dat ook niet. We kiezen eigenlijk maar lukraak een partner en hoe je een relatie onderhoudt, hebben we nooit ge leerd." Hoe groter het leeftijdsverschil, hoe groter de bereidheid om te scheiden. Het betreft immers vaak al een tweede of derde huwelijk. Naarmate de partners ouder worden, stijgt ook het aantal echtscheidingen. „Wanneer partners eenmaal bijvoorbeeld 60 en 75 zijn, kunnen verschillen wel eens heel groot wor den. P. Dijkstra, sociaal psycholoog in Gro ningen, kan zich daar alles bij voorstellen. „De sjeu raakt er af. Een veertiger met grijs haar vinden vrouwen charmant. Maar wat hou je over als de vitaliteit is weggesleten?" Ook Düring ziet problemen opdoemen bij het klimmen der jaren. „Het kan gebeuren dat een vrouw op haar twintigste met een ou dere man is getrouwd omdat hij zoveel wist en zo interessant praatte. Als ze veertig is, vindt ze hem een vervelende betweter, om dat zij zelf is gegroeid. En er is kans op identiteitsproblemen. Als man van zestig word je door de omgeving aangezien voor een opa. Als je dan vader bent van een baby, is dat verwarrend. Omge keerd krijgen mannen met een oudere vrouw vaak rond hun veertigste een inzinking. Dan begint hun vijftien jaar oudere vrouw er echt oud uit te zien en slaat de schrik hen om het hart." Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten bi Leiden en omgeving. Bewoners vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving, maar ook over grote of kleine problemen. Vandaag: het Pieterskerkhof in Leiden. 'Zij is levendiger en sleurt me mee' José Bergman (33) en Henk Slo ten (47) zijn negen jaar samen en hebben twee kinderen van 7 en 2 jaar. Toen ze iets, met el kaar kregen, hadden ze van el kaar geen idee hoe oud ze wa ren. Dat kwam pas na vier maanden. José: „Toen was het schrikken. Ik heb het toen tijde lijk uitgemaakt. Dacht: 'Dit kan niet'. Hij had de jaren zestig meegemaakt. Ik had daar hele maal niets mee, was niet poli tiek geëngageerd, kwam uit een heel beschermd milieu. Ik voelde me jong en onerva ren en was bang dat ik zou wor den betutteld. Maar wat wij sa men hadden bleek sterker te zijn dan alle argumenten die ik ertegen kon bedenken. Toen ik inzag dat we een relatie op basis van gelijkheid en wederzijds respect konden hebben, ver dwenen mijn bezwaren." Henk interesseerde het hele maal niet dat José jonger was dan hij. „Andere mannen zeg gen weieens dat ik het maar goed voor elkaar heb, maar het heeft me nooit uitgemaakt hoe oud mijn vriendinnen waren. José is levendiger en daar word ik in meegesleurd. Paren van mijn leeftijd doen denk ik ande re dingen dan wij. Misschien dat je met een jongere partner ook fysieker bent, dat seksuali teit met een even oude partner minder een rol zou spelen." José en Henk hebben beiden hun eigen activiteiten. José: „Ik ga bijvoorbeeld met mijn vrien dinnen dansen. We laten elkaar vrij maar hebben ook genoeg gemeenschappelijke interes sen." Henk vindt het een voordeel dat hij op zijn veertigste vader werd. „Eerder was ik echt niet aan kinderen toe." José denkt dat Henks leeftijd een gunstige invloed heeft op zijn vader schap: „Hij heeft alle aandacht voor ze, hoeft geen aandacht meer voor zichzelf op te eisen zoals ik nog wel doe." 'Fysiek kom ik bij haar niets tekort' Dineke van Dongen (52) en Eel- co Loef (38) zijn nu tien jaar sa men. Ze waren zich vanaf het begin bewust van het verschil in leeftijd, omdat ze buren waren en er aanvankelijk alleen een vriendschappelijk contact be stond. Dineke: „Toen we een relatie kregen, nam ik het in het begin niet serieus. Ik zag het als een tussendoortje. Dat kwam heel duidelijk door ons leeftijdsver schil." Voor Eelco speelde dat helemaal niet: „Ik was ernstig verliefd." Kinderen hebben nooit een rol gespeeld. Zowel Dineke als Eelco wilden ze niet. Vrienden reageerden in het begin wat lacherig. Eelco: „Het was ook net een stripverhaal, iets beginnen met de buur vrouw." Dineke: „Er was eerst wel wat scepsis. Maar toen ze zagen dat het goed zat, werd het geaccepteerd." Het leukste aan hun leeftijds-- verschil vinden ze de verschil lende leeftijden die nu in hun vriendenkring door elkaar lo pen. „De leeftijden variëren van achter in de 20 tot 70." Ze noemen hun relatie inte ressant omdat ze andere erva ringen hebben. Eelco: „Dineke heeft de jaren zestig heel be wust meegemaakt en ik de punkbeweging. Zo kun je van elkaar leren. Het besef dat Dine ke een hippie was toen ik nog in een cowboypak speelde, vinden we heel grappig." Hun gemeen schappelijke ideeën en interes ses noemen ze de basis van hun relatie: kunst en theater, veel la chen en vrijheid en ruimte voor eigen activiteiten. Eelco is niet bang dat hij ooit nog eens voor een jongere wouw zwicht. „Fysiek kom ik bij Dineke niets tekort. Ik heb het gevoel dat met ons tweeën een puzzel in elkaar is gevallen en wat doet leeftijd er dan toe? Het gaat erom hoe je in de we reld staat." Dineke maakt zich over de toekomst geen zorgen. „Het schiet wel eens door me heen. Ik weet dat ik lichamelijk sneller zal aftakelen dan hij. Maar het heeft geen nut me daar nu druk over te maken. Een jonge vrien din van ons is ernstig ziek ge worden. Je weet toch nooit wat je te wachten staat." Normaal gesproken is het op het Pieterskerkhof be slist geen saaie boel rond half april. Dit jaar bruist het daar echter bepaald niet van de activiteiten. De studenten van 4c die op het plein geregeld een balle tje trappen, vinden het blijkbaar te koud om te voet ballen. Gelijk hebben ze want het kerkplein is spie gelglad door de gestaag vallende sneeuw. De deuren aan de achterkant van sportschool Aad van Polanen zijn daarom angstvallig gesloten waardoor de kreten van de trainende vechtsporters niet te horen zijn. De toeristen blijven door het slechte weer in hun hotel kamers en zelfs onder de boom op de hoek van de Pieterskerkgracht, is niemand te bekennen. Er staan geen tafeltjes, geen stoeltjes, geen barbecue. Nor maal gesproken is dit hèt ontmoetingscentrum voor de straatbewoners voor wie tuinen een luxe zijn. Met een glaasje in de hand is de drukke werkdag snel vergeten. Ook de meest prominente bewoner van het Pie terskerkhof komt daar regelmatig voorbij. Burge meester Goekoop woont al 16 jaar in één van de oudste straten van Leiden. Last van een schreeuwe rige student in de vroege morgenuren? Of een ver dwaalde, luidruchtige kroegtijger? Niet echt. Trou wens, deze verschijnselen horen bij het wonen in de binnenstad. Net als het ronken van de motor van een vrachtwagen die in de buurt wordt gelost, vindt Goekoop. Nee, het wonen aan het Pieterskerkhof be valt hem prima. Half verscholen in de hoek met de Nieuwsteeg heeft hij zijn residentie in een apparte ment in een historisch pand. „Ik woon in de vroege re Waalse bibliotheek", aldus de trotse burgervader. De voordelen van het wonen in hèt centrum van de stad zijn volgens hem legio. Goekoop somt ze moei teloos op. Op loopafstand van het stadhuis, de win kels aan de Doezastraat binnen handbéreik, het Ra penburg om de hoek en de restaurants in de buurt voor het uitzoeken, wat wil een mens nog meer? Oh ja, wonen tegenover de Pieterskerk is natuurlijk ook niet niks. Een mening waarbij Joost van Looveren zich maar al te graag aansluit. Hij woonde negen jaar aan het Pieterskerkhof in een van de 12 huisjes die in de U- bocht aan de kerk zijn vastgebouwd. Eind vorige maand verhuisde hij met héél veel pijn in z'n hart naar de Merenwijk simpelweg omdat de huizen daar groter zijn om te gaan samenwonen dan de monu mentjes aan het Pieterskerhof. Het was nog niet eens de afwezigheid van een tuin maar puur het ruimte aspect, zo verzekert hij. Met weemoed denkt hij nu al terug aan die goeie ouwe tijd. Dat hij in het zonnetje in de deuropening zat, met de krant en koffie binnen handbereik. Altijd bereid tot een praatje met de buurtbewoners of voorbijgangers. Woont u in de Pieterskerk?, was een veelgestelde vraag. Weet u waar de Hortus is? Ja, dat wist Van Looveren wel en hij was nooit te beroerd om de onwetende bezoekers van de binnenstad naar de universiteitstuin te gidsen. ;,Je had altijd aan Ongewoon beeld in april: het Pieterskerkhof in de sneeuw. spraak", aldus Van Looveren. „Ik had een poster achter het raam hangen met daarop de activiteiten in de Pieterskerk en regelmatig werd er aangebeld door mensen die daarover vragen hadden." Maar ook in de winter is er sfeer. De lampjes en straatlan taarns geven de buurt dan iets Anton Pieckachtigs. Niemand controleert je, niemand valt je lastig maar je kent elkaar wèl, zo typeert Van Looveren de straat waarin hij woonachtig was. „Er hangt een be paalde sfeer en het knetteren van een brommer die diep in de nacht voorbij scheurt, hoort daarbij. De straat galmt namelijk enorm maar dat heeft ook zijn voordelen. Tijdens de Lakenfeesten staan er hier op de hoek tijdens de Gouden Pet altijd bandjes te spe len. Dan is er sprake van een prachtige akoestiek." Toch is het Pieterskerkhof ook een rustpunt in het centrum van een drukke stad. „Het kan er enorm stil zijn", aldus Van Looveren. „Zo stil dat je de vogeltjes hoort fluiten en een kat die voorbij tippelt als het ware kan horen. Dan denk je oh jé, ben ik eigenlijk wel in de stad? Mooi hè." In maart 1989 kwam informaticus Van Looveren via via in zijn huisje aan het Pieterskerkhof terecht. Tijdens de voorbereidingen voor de opvoering van de opera Carmina Burana in de Pieterskerk werd hij bij de public relations betrokken. Zo rolde hij als het ware de kerk in en voor hij er zelf erg in had was hij vrijwilliger, net als vele andere Pieterskerkhofbewo ners. Wat doet een vrijwilliger? In het weekeinde de kerk openstellen van half twee tot vier uur en op zondag middag een rondleiding verzorgen. Ook worden er artikelen in de kerkwinkel verkocht en wordt er twee keer per jaar groot onderhoud aan de kerk gepleegd. Via de vrijwilligersorganisatie kwam Van Looveren in aanraking met de Stichting Pieterskerk die de huizep beheert die aan de kerk zijn gebouwd. Van het een kwam het ander want de stichting ziet de huizen graag bewoond door mensen die een band met de Pieterskerk hebben. Uit die vrijwilligersclub is onder meer het idee ontstaan de Uitdag te organiseren. Want de Pieters kerk is al lang niet meer alleen kerk. Zo zijn er con certen, beurzen en is de kerk dit weekeinde geopend in het kader van het museumweekeinde. In het begin van de jaren tachtig werden de wo ningen tegelijk met de kerk gerenoveerd. Dat was nodig ook want de eerste huizen werden op 1 no vember 1648 opgeleyerd. Jawel, 350 jaar geleden. Na de beeldenstorm van 1566 werd besloten de kerk be ter te beschermen. Daarom werden de woningen aan de kerk vastgebouwd. Daarnaast kon er op die manier geen vuil tegen de kerk worden gestort, wa ren de huizen een leuke bron van inkomsten en woonde je er op stand. Toen al. In de zomer van 1989 werd historie geschreven in het Pieterskerkhof. Tijdens zijn bezoek aan Leiden bezocht de Amerikaanse president George Bush ook de Pieterskerk. Burgemeester Goekoop hield een le gendarische speech waarin hij Leiden neerzette als centrum van de wereld. Via alle internationale televi siemaatschappijen vloog het Pieterskerkhof all over the world. Het was een memorabele dag in meer dan een op zicht want Bush schudde in de Pieterskerk maar liefst twee keer de hand van Van Looveren op die ty pisch joviale Amerikaanse manier. „Ik was als vrij williger in de kerk aanwezig toen Bush mij via het middenpad passeerde", herinnert Van Looveren zich. „Ik begroette Bush waarop hij zich omdraaide en mij een hand gaf." Onder de ogen van een stuurse minister-president Ruud Lubbers die tradi tiegetrouw de handen kruiselings voor zijn borst hield. Toen Bush de kerk verliet, gaf hij Van Loove ren weer de vijf. Het zijn mooie herinneringen en Joost van Loove ren zal het Pieterskerkhof missen, daar in de Meren wijk. De voor de buurt zo typische sfeer en gezellig heid maakt hij niet meer dagelijks mee. Maar als je buiten de stad woont en naar het centrum gaat, zie je steeds weer hoe mooi het is. Aan die gedachte houdt hij zich voorlopig maar aan vast want de ver huizing terugdraaien kan natuurlijk niet meer. Burgemeester Goekoop heeft absoluut geen ver huisplannen. Ook al is hij aan het eind van dit jaar burgervader af. Dat betekent echter geenszins dat hij weggaat uit Leiden. „Ik blijf, want mijn appartement aan het Pieterskerkhof wil ik voor geen goud kwijt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 41