5PORT
'Toon karakter
Greg, neem rust'
'Dit elftal is niet voor honderd procent een team'
ie
j
X
J
-o
2
D
0
1 I
D°
TERDAG 18 APRIL 1998
Beest Van Hest wil altijd maar voorop lopen
De bondscoach had liever een debuut in
de luwte gezien. Volgens de trainer laat
Greg van Hest (24) zich nu eenmaal graag
zien. De ene (voormalig) musketier wenst
hem geduld toe, de ander ziet zijn
onbevangenheid als aanbeveling.
Niemand twijfelt aan het talent van Van
Hest, die zondag in Rotterdam zijn eerste
marathon loopt. Als hij maar beseft dat
het pas begint bij 30 kilometer. 'Greg
denkt al gauw dat 'ie aan het wandelen is.
Hij wil harder.'
f
-- -
Marco Gielen weet alles van mislukte mara
thons. En hij kent het karakter van Greg van
Hest. „Een jongen van stemmingen. Hij
vliegt er nog wel eens in. Als hij zich maar
rustig kan houden." Z'n trainer Theo Joos-
ten is optimistisch over het avontuur. Maar
ook hij heeft een voorwaarde. „Als hij zich
maar aan de afspraken houdt."
Als, mits, maar. Aan het talent van de Til-
burgse hinde wordt niet getwijfeld. Maar de
marathon is de discipline die de kunst van
het geduld, het relativeren, het evenwicht
vergt. Voor de atleet die zich van niks aan
trekt van alle gedoe om zich heen.
Van Hest is anders. 'Jonge hond', wordt wel
gezegd. Het Beest ook, omdat hij altijd
maar voorop wil lopen, in training of wed
strijd. Na drie opzienbarend goede weg
wedstrijden in een half jaar tijd, was het tij
dens de Twintig van Alphen vorige maand
even wat minder. „Belachelijk", noemde hij
zijn eigen presteren. Zo veeleisend is hij.
„Misschien is het wel onwetendheid",
vraagt Joosten zich af. De onbekendheid
met het fenomeen rust. „Hij was maar net
hersteld van een griepje, had ook een week
van 220 kilometer in de benen. Dan loopt
Greg wel te balen in Alphen, maar denk ik:
'Hallo, Greg. Wel een beetje reëel blijven."
Voor de afgelopen dagen had Joosten een
boodschap met dubbele bodem voor z'n
pupil: „Toon karakter, neem rust."
De trainer trainde de afgelopen weken weer
een keer of wat met een groepje Keniaanse
aüeten op de Mookerhei bij Nijmegen.
„Maar ik heb Greg in Tilburg gelaten. Met
opzet. Ik kan die jongens op de mountain
bike nog niet bijhouden. Echt, dat red ik
niet. Greg rent mee, die moet ook voorop.
In deze fase zijn dat risico's'. Hij moet juist
gas terugnemen."
„Greg kent heel weinig angst, heeft veel ver-
Greg van Hest: een jongen van stemmingen. Hij vliegt er nog wel eens in.
trouwen in zondag. We beseffen echter dat
er veel mis kan gaan", aldus Joosten. Een
tijd van 2.13 of 2.14 is het doel. „Ik hoop dat
hij zich na 30 kilometer nog goed voelt.
Geen drinkposten overslaan, geconcen
treerd lopen en zich houden aan de
tempo's van de hazen. Dat zal hem moeite
kosten, want Greg denkt al gauw dat 'ie aan
het wandelen is. Hij wil harder."
Kip zonder kop
Luc Krotwaar vindt het een beetje jammer,
dat beeld van Van Hest. „Als hij maar niet
als een kip zonder kop loopt, hoor je nu
veel. En van zo'n imago kom je moeilijk af.
Natuurlijk moet je slim lopen, maar z'n on
bevangenheid levert hem juist veel op."
Vindt ook Theo Joosten, hoe tegenstrijdig
dat ook klinkt. Toen hij in de zomer van vo
rig jaar zijn coaching overnam van vader Ad
van Hest, koos Joosten voor de autoritaire
aanpak. „Hij zou misschien willen dat ik
wat milder was, maar je moet er dicht bo
venop zitten. Een must. Ja, dat is heel inten
sief en ook uitdagend. Het is een verschrik
kelijk fijne jongen met een mooi karakter.
Hij durft, zal nooit afwachtend lopen. Hij
denkt hoog, heeft schijt aan de Kenianen.
Hij kent geen angst, gaat gewoon met ze
mee. Al verliest hij wel."
Het kwam één keer tot een botsing. Joosten
verhaalt echter lachend en vol bewondering
over die wedstrijd in Japan in februari, over
dertig kilometer. „De afspraak was dat 'ie
zich tot twintig kilometer rustig zou houden
en dan pas kijken wat mogelijk was. Maar
Greg liep na 1,5 kilometer al weg uit een
veld, waarin toch een paar heel snelle jon
gens zaten. Ze hebben hem nooit meer te
ruggezien. Ik was in Kenia toen ik h.et hoor
de. Potverdomme, denk je dan. Het weer
was nota bene zo slecht dat over afgelasten
werd gesproken. En dan moet hij zo nodig
met anderhalve minuut voorsprong win
nen, waar 1,5 seconde toch genoeg is."
„Dertig kilometer in 1 uur 32 minuten.
Hardstikke goed natuurlijk. Greg was een
grote held daar. Maar terug in Nederland
kreeg 'ie wel griep. Dat gooit je terug. Drie
weken later moest hij in Alphen lopen."
Een jaar geleden was Van Hest een opmer
kelijk goede haas in de Rotterdam Mara
thon. Na dertig kilometer (1 uur 31) stapte
hij uit. „Dat is een tijd die twee minuten
onder het schema voor 2 uur 10 ligt", re
kent Krotwaar voor. „Het zou fantastisch
zijn als Greg en Bert van Vlaanderen op
zo'n tijd zouden uitkomen. En wij daarach
ter als groepje Nederlanders in 2.14 of 2.15.
Dan zou enorme stap voorwaarts zijn."
Maar een marathon begint pas na dertig ki
lometer, weet Krotwaar als geen ander. En
juist voor een debutant is dat zo moeilijk.
Marco Gielen: „Je wéét het en iedereen zegt
't ook, maar wat is dat dan precies?" Bonds
coach Gerard Nijboer: „Je weet niet wat je
te wachten staat. Je kunt je niet focussen
omdat je het nog niet hebt meegemaakt."
Gielen, Krotwaar en Rene Godlieb debu
teerden op de marathon in 1995. Als de
Drie Musketiers zouden ze zich kwalifice
ren voor de Olympische Spelen van AÜanta.
Gielen: „Wij gingen met z'n drieën in Am
sterdam wel even 2.12 lopen." Het werd
een fiasco. Krotwaar: „Achteraf weet ik, dat
ik daar overtraind aan de start stond. En je
moet beslist goed uitgerust zijn. Ik was er
niet klaar voor."
Krotwaar is overtuigd van een beter debuut
van Van Hest dan de musketiers. „Zijn tij
den op de dertig kilometer betekent dat hij
een veel betere indicatie heeft dan wij des
tijds." Hij laat er meteen op volgen: „Ik wil
Greg geen druk opleggen. Hoewel, druk
komt ook uit je zelf. Eerlijk gezegd heb ik
dat ook nodig, het stimuleert me."
Gielen kijkt daar anders tegenaan: „Ik vind
het moeilijk over Greg te oordelen, maar ik
denk dat het beter is je eerste marathon in
een kleine wedstrijd te lopen en pas later
voor een snelle tijd te gaan. Die opbouw is
belangrijk."
Hij vindt in Gerard Nijboer een medestan
der. „De eerste keer dat ik een marathon
liep was die van Twente in 1979. Onverge
lijkbaar dus. Ik liep 'm uit, meer niet. Ik
stond niet in de spotlights zoals hij nu."
De bondscoach is voorzichtig met een oor
deel. „Greg krijgt al van zoveel kanten ad
viezen. Met nóg een mening erbij schiet hij
niet veel op." Maar het zou de bondscoach
wat waard zijn geweest als „de media hem
wat minder onder druk zouden zetten. Die
belangstelling voor zijn persoon is een pro
bleem. Er is bloedarmoede in de Neder
landse marathon, de spoeling is dun en nu
is hij ineens de man. Maar waarom praat
niemand nu meer over Bert van Vlaande
ren? Die is toch weer heel goed bezig. Maar
de media ontdekt iemand en meteen..."
„Zo was het ook met de Musketiers. Dat
liep toch sneu af, op weg naar Atlanta. En je
kunt ze daar ook niet tegen beschermen. Ik
zou heel blij zijn als Greg in Rotterdam
slaagt. Maar het beeld is niet terecht dat hij
nu de Nederlandse marathon moet gaat
trekken. Hij heeft er het talent voor, maar ik
zou hem liever in de luwte zien. Hoge ver
wachtingen schept hij zelf al genoeg."
Eelt op de ziel
Toch is volgens Joosten bewust voor Rotter
dam gekozen. „Als Nederlandse atleet hoor
je daar thuis. Ik vind niet dat je anoniem
moet lopen. Ik begrijp Gielen wel, maar hij
en Greg zijn heel verschillende jongens.
Greg is iemand die zich ook graag laat zien.
Dat hoort bij hem. Bovendien, druk leg je
jezelf op. We kunnen wel denken dat nu de
hele wereld met jou bezig is, maar dat is
echt niet zo.
„Hij heeft ook wel een beetje eelt op de ziel
gekregen", zegt vader Ad van Hest. „Door
de loop der jaren, de mooie momenten en
ook dieptepunten. Van beide krijg je wat
mee."
Acht jaar lang werkten vader en zoon sa
men. „Afgelopen zomer was er voor het
eerst geen progressie. Ik twijfelde en wilde
gaan sleutelen aan z'n schema's. En dan zit
je al fout." Hoe moeilijk ook („Je doet tien
stappen terug. Was ik alleen coach, was het
simpeler geweest.") de relatie coach/pupil
moest worden beëindigd, vond hij. In Joos
ten werd de 'rustige' opvolger gevonden,
die in zijn ogen zoon Greg verder op weg
naar de marathon kon helpen.
Zelf heeft hij een verleden als wielrenner,
zat met mannen als Zoetemelk, Wagtmans,
Pijnen en Den Hertog in de pré-olympische
selectie voor Mexico '68, toen hij een jaar
voor die spelen op de wielerbaan van Oerli-
kon in Zürich ten val kwam en een rugbles
sure een streep door de droom haalde.
Daarna ontdekte hij de atletiek, liep liefst
dertig marathons en is al twintig jaar coach.
Hij zal morgen met z'n fiets in Rotterdam
staan. Rijdend van het ene naar het andere
punt, om zijn zoon op de voet te volgen.
Zoals de kleine Greg 15 jaar geleden met
zijn vader meefietste bij zijn debuut tijdens
de 'volksmarathon' van Hilvarenbeek. Ad
van Hest won.
„Ik was vroeger in het wielrennen ook een
aanvaller. Ik moest me aan het front laten
zien. Meefietsen en de laatste meters toe
slaan, dat was niets voor mij. Ja, die karak
tertrek zit in de familie."
orkei
:t via J
n au
30
Nederland telt
miljoenen
'bondscoaches', kenners
die precies kunnen
vertellen hoe het
Nederlands elftal moet
voetballen en welke
spelers moeten
meedoen. Deze krant
geeft tot het begin van
het wereldkampioen
schap, op 10 juni van dit
jaar, wekelijks het
woord aan een van die
bondscoaches, die zijn
ideale elf samenstelt
voor het komend WK.
Guus Hiddink, opgelet!
Vandaag het woord aan
Roelant Oltmans. De
Oegstgeestenaar is de
bondscoach van de
hockeymannen, die op
de Olympische Spelen
van Atlanta in 1996
goud wonnen. Eind
volgende maand werkt
Oltmans met zijn eigen
Oranje het
wereldkampioenschap
in Utrecht af. Nederland
is favoriet voor de titel.
Bergkamp Kluivert
Seedorf
Overmars Davids
Numan F. de Boer Stam
Van der Sar
R. de Boer
Winter
Allereerst moeten we natuurlijk dus moet er ie-
i een systeem kiezen. Ik volg de mand in de zo-
lijn Hiddink maar; 4-4-2 dus. We ne staan. Stam
hebben jarenlang niet met vier is een van de
man achterin gespeeld en dat is beste verdedi-
niet altijd goed gegaan. Bij 4-3-3 of gers ter we-
3-4-3 speelt Wim Jonk zeker niet. reld. Hij
Nu moet ik het nog bekijken." heeft zich
„Op het doel kan niemand anders waanzinnig ont
staan dan Edwin van der Sar. Een wikkeld, is mentaal ijzer-
voetbalkeeper heeft een voordeel sterk en kent zijn kwaliteiten en
ten opzichte van een hockeykee- beperkingen. Hij handelt daar opti-
per, omdat hij het spel dood kan maal naar en is dus een klassespe-
maken met zijn handen en mee Ier. Bij sommige spelers is dat an-
kan spelen. Toch kan een voetbal- ders. Het is ook uniek dat er zo veel
keeper wel iets leren van onze kee- geld voor een verdediger wordt be-
pers. De bedoeling bij hockey is om taald. Dat zegt een heleboel,
de bal altijd achter de lijn te krij- „Reiziger is een kandidaat om
gen, zodat de kans op de rebound rechtsback te staan, maar hij speelt
nihil is. Dat mis ik bij voetbalkee- te weinig bij Barcelona. Winter
pers. Aan de andere kant hebben staat bij mij op die plek. Hij kan in
wij dingen van voetbal overgeno- afwisseling met Numan voor aan-
men. Bij ons zie je nu ook de uit- vallende ondersteuning zorgen. Er
trap. Bal opwippen met de stick en zijn immers voldoende mensen
schoppen over zestig meter." achter de bal. Dat hij middenvelder
„De linksbackpositie is moeilijk, is van origine maakt niet uit. Wou-
maar ik kies Numan vanwege zijn ter van Pelt speelt bij HDM ook
opbouwende kwaliteiten. Ik ben rechts op het middenveld, maar in
geen fan van Bogarde. Ik zie hem de praktijk is hij een van de beste
foutjes maken. Er is verder ook ge- verdedigers ter wereld. Winter
noeg lengte om het gebrek aan knijpt alleen nog te laat, dat mag
kopkracht van Numan te compen- hij sneller doen. Maar dat komt wel
seren." goed. Zeker nu onze videoman
„Frank de Boer en Stam in het hand-en spandiensten verleent."
centrum zijn zekerheidjes. De Boer „Voor rechts op het middenveld
krijgt een vrije opdracht en Stam is er maar één man: Ronald de
moet mee naar voren bij dode mo- Boer. Hij is creërend. Seedorf moet
menten. De Boer moet niet te veel centraal met de punt naar voren
voor zijn verdediging voetballen, spelen. Hij heeft het vermogen op
Internationaal kan dat niet. De verdedigend werk te doen, maar hij
ruimte op een voetbalveld is groot, moet dat wel laten zien, als hij die
snel-
positie ambieert. De kunst is om hem erop
aan te spreken en af te rekenen."
„Met Jonk op het middenveld maak je
een bewuste keuze, maar ik ga in beginsel
van Davids uit, omdat dat verdedigend be
ter is. Het kan van wedstrijd tot wedstrijd
verschillen. Bij het passen kies ik voor Jonk,
maar misschien is dat dubbelop als Frank
de Boer erachter staat. Mensen denken
graag aanvallend, maar Jonk is geen breker
en met Stam als enige in die rol
heb je een tekort. Als we
de voorwaartsen niet be
reiken, zoals we willen,
zet ik Jonk neer en dan
verhuist Davids naar de
linkerkant. Als Seedorf
wordt aangesproken op zijn
defensieve taken hebben we
een aardige as met een goe
de balans."
Als linkshalf opteer ik voor
Overmars. Cocu is een goede
stand-in, ook voor Seedorf.
Overmars heeft een enorme
heid en hij heeft zich goed ont
wikkeld. Hij is gehard in Engeland, dus is
zijn overstap goed geweest."
„Ook Bergkamp is veel beter geworden.
Hij heeft extra klasse, er is geen tweede van
zijn niveau. Ook een spits heeft een aantal
taken, maar binnen een afgebakend kader
moet je hem de ruimte geven. Daar kan hij
uitstekend mee omgaan."
.Kluivert is de meest aangewezen blik
semafleider. We hebben verschillende spit
sen, maar primair geen spits van zijn ni
veau. Kijk maar naar de competitie. De Bil
de, Machlas, Arveladze, Cruz; het zijn alle
maal buitenlanders.
,,Als hockeycoach is mijn uitgangspunt
altijd drie spitsen, maar het gaat om de in
vulling ervan. Met de kwaliteiten van deze
spelers is het onmogelijk om met drie spit
sen te spelen. Ik denk dat het Nederlands
elftal de laatste acht haalt. Ik hoop van har
te dat we verder komen, maar ik heb mijn
twijfels omdat het niet honderd procent een
team is. Als dat wel zo is, komen we tot ve
ler verrassing wellicht ver. Wat me opvalt is
dat we van 1974 altijd, voordat er een bal
getrapt was, als favoriet bestempeld werden
en nu niet. In '88 waren we dat niet, omdat
Van Basten geblesseerd was en wonnen we.
Dus wie weet."
De bergen in
Wie droomt daar niet van,
eens een berg te beklimmen?
Dit is een serieuze vraag. Wie
droomt er niet van - nu we tocli
aan het dromen zijn, dan maar
goed - op een dag neer te zien
over de wereld vanaf de top van
de Mount Everest?
(Droom: de beklimming viel
mee achteraf, redelijk weer on
derweg, een sneeuwstormpje
hier, een muggenbultje daar,
waar die beesten al niet zitten,
maar het uitzicht vergoedde
veel, weer eens wat anders dan
Mallorca en de mensen zijn er
nog vriendelijk hè? Maar ddn
schrik je wakker en het enige dat
je je herinnert is dat je een foto
geniek plekje aan het uitzoeken
was voor het planten van je
vlag). Wie droomt daar, om een
lang verhaal kort te maken, niet
van?
Ik niet.
A droom ik nooit en dis ik al
droom, onthoud ik mijn dromen
niet en b droom ik, ab ik droom,
niet van bergenbeklimmen,
want met bergenbeklimmen heb
ik weinig op, zeg maar niks.
Toch lees ik soms met belang
stelling een bericht over een in
het ravijn aan barrels gevallen
alpinbt en heb daar dan direct
een genuanceerde mening over
(eigen schuld, ze vragen er om)
want de klimsportscheer ik over
dezelfde kam als autoracen:
wanneer de laatste dode viel op
het circuit, alleen ddt soort din
gen weet ik.
Is ook genoeg, vind ik.
Je moet weten dat het ongezond
is, gekkenwerk, spelen met je le
ven, gevaarlijker in elk geval
dan roken. Dit gezegd hebbende,
zal ik uit de doeken doen waar
dit stukje over gaat.
De Volkskrant bracht de Neder
landse bergenbelclim nier Naar
en de Engelse bergenbeklimmer
Simpson bij elkaar en interview
de ze. Dit moet een huzaren
stukje zijn geweest, want Naar
en Simpson kunnen elkaar niet
uitstaan, geven elkaar geen
hand en praten niet met elkaar,
maar voor deze keer wel tegen
elkaar.
Naar bereikte zes jaar geleden de
top van de Mount Everest.
Simpson schreef een boek over
de verloedering van het klim
men (genaamd De Schaduwzij
de,). Simpson:Veel klimmers
laten een vreselijke puinzooi
achter. Lichamen.
Dat laabte b wat Simpson jubt
Naar verwijt. Naar en zijn expe
ditie stuitten 800 meter onder de
top op het lichaam van een In
diase klimmer. Dood. Achterge
laten doorzijn eigen mensen
omdat hij toch dood was en van
dode klimmers b bekend dat ze
matig klimmen. Heeft geen zin
meer, ligt goed daar, bovendien
hebben we nog maar één potje
pindakaas en we moeten nog te
rug ook.
Het slachtoffer lag 20 meter van
de Nederlancbe tent (gezellige
camping, was er geen ander
plaatsje beschikbaar?) en Naar,
staand voor zijn tent, liet zijn
ogen de afstand naar het lijk
overbruggen.
Hij zwaait", zei een lid van
Naar's expeditie. „Dat zie je niet
vaak, een lijk dat zwaait.
Naar haalde zijn schouders op.
„Kijk, wéér. Hij schijnt nog iets
te willen zeggen ook.
Naar maakte er tenslotte video-
opnamen van, noteerde in zijn
logboek dat hij dacht dat de
man, een Indiër naar hij dacht,
dood was en daarmee basta. Hij
zwaaide niet eens terug. Klom
verder. Naar de top. Zijn top.
„Bullshit, eikel! Wat had je ge
daan als 't geen Indiër was ge
weest, maar een Hollander?",
wilde Simpson weten.
,,'tZelfde, eikel", antwoordde
Naar. „Verdergeklommen. Wat
had ik moeten doen? je probeert
te klimmen volgens ethische
waarden. Soms kan dat niet. Ik
had al mijn energie nodig om op
die hoogte zelf op mijn benen te
blijven staan. Als een lid van
mijn expeditie zó had gelegen,
ja, dan had ik me erom bekom
merd. Nu niet.
Zo gaat het een paginalang
door.
Ik veroordeel Naar noch Simp
son - ab ik net nog vaststel dat
ze er zelf om vragen moet ik niet
schrikken van één zwaaiend lijk,
toch vind ik het jammer dat
Naar de kritiek van zijn klim
vriend Simpson niet beant
woordde met de wedervraag:
Wat zou jij doen, eikel? Mor
gen Ab ik daar lag?"
Want eikels zijn het volgens mij
allemaal en van eikeb kun je
maar beter niet afhankelijk zijn.
Roelant Oltmans.
FOTO HIELCO KUIPERS