Waarheid over Colijn is hard 'sLANDS STUURMAN STENT H.C0LUN NS 1 VAN LIJST 27 Ik ben de duivel niet' 'Boeren nog niet ingesteld op diefstal' Feiten &Meningen Boeren belonen voor extra inspanningen voor milieu <hé is ze ar ooi WOENSDAG 15 APRIL 1998 )ENSD Eerlijk gezegd kunnen wij met het huidige systeem niet meer naar be horen voldoen aan de eisen die te genwoordig aan het gemeenschap pelijk landbouwbeleid worden ge steld. De boeren en hun gezinnen willen weten hoe zij hun producten binnen de EU of óp de internatio nale markten kunnen verkopen. De consumenten maken zich steeds meer zorgen om de kwaliteit en de veiligheid van de levensmiddelen. En de belastingbetalers zijn niet meer bereid om eerst voor de pro ductie van levensmiddelen te beta len, en daarna nog eens voor de vernietiging ervan. Daarom moeten wij voortgaan op de in 1992 ingeslagen weg en moe ten wij het Europees beleid verder hervormen: een landbouw die be ter kan concurreren produceert geen overschotten, zodat de voor de landbouw beschikbare begro tingsmiddelen op zinvolle wijze kunnen worden besteed. Daarbij moeten onze boeren hun produc ten niet alleen op de Europese markt kunnen verkopen, maar moeten die producten ook zonder subsidies kunnen worden uitge voerd om aan de toenemende vraag op de wereldmarkt te vol doen. Nederland zal dan zijn positie als netto-exporteur van agrarische producten nog kunnen verbeteren. De hervorming zal de kwaliteit van de producten ten goede komen en tegelijk zullen veel producten be hoorlijk goedkoper worden. Voor de Nederlandse consumenten zal dit een niet onbelangrijke daling van de kosten van levensonder houd meebrengen. Kortom: om de hervorming van het landbouwbe leid aanvaardbaar te maken voor de samenleving, moet rekening worden gehouden met de belangen van alle betrokkenen. Hoe nodig het ook is het land bouwbeleid te hervormen, beseft moet worden dat een gemeen schappelijk landbouwbeleid hoe dan ook efficënter, goedkoper en coherenter is dan 15 concurreren de nationale beleidsvormen. Het heeft in zijn veertigjarig bestaan ook bewezen zeer goed in staat te zijn zich aan nieuwe maatschappe lijke eisen aan te passen. De hervormingsvoorstellen van Agenda 2000 zijn gebaseerd op het Europese landbouwmodel, en de boeren zullen in de 21ste eeuw dus een essentiële rol blijven spelen. De vraag is niet of de maatschappij de boeren verder moet steunen, maar veeleer hoe zij dat moet doen. Agenda 2000 geeft daarop een duidelijk antwoord. De hervormingsvoorstellen zijn er op gericht belangentegenstellingen tussen de landbouw en de EU-bur- gers uit de weg te ruimen. Door de hervorming zal het landbouwbe leid eenvoudiger worden. Welis waar zal er iets meer geld voor no dig zijn, maar het zal op zinvolle wijze worden besteed om het con currentievermogen te vergroten en de plattelandsgebieden te ontwik kelen in plaats van om producten uit de markt te nemen en akker land braak te leggen. Het is volko men terecht dat de lidstaten, en vooral nettobetalers zoals Neder land, eisen dat er een economisch verantwoord en effectief gebruik wordt gemaakt van de belasting middelen. De boeren zullen concrete normen op het gebied van milieu en welzijn van dieren in acht moeten nemen. Het is dan ook niet meer dan rede lijk dat zij rechtstreeks worden be loond voor de extra inspanningen die zij zich op het gebied van milieu en landschapszorg getroos ten. Als de kunstmatige prijsondersteu ning voor melk, rundvlees en graan minder wordt, geeft dat de Europe se boeren, en daarmee ook de han del en de verwerkende industrie, de kans om concurrerender te wor den, de vraag in de EU te stimule ren en naar internationale groei markten te exporteren. Het veiligstellen van het inkomen van de boeren blijft dus een van de prioriteiten. Ik ben er echter van overtuigd dat het zinvoller is de boeren een ruimere rechtstreekse beloning te geven voor de presta ties die zij op verzoek van de Eu ropese burgers leveren, dan hen te subsidiëren voor het produceren van overschotten. In dat verband zal het nieuwe plat telandsontwikkelingsbeleid een be langrijke rol vervullen. Nu is bij dat beleid nog sprake van een onsa menhangende en onoverzichtelijke wirwar van programma's die uit verschillende fondsen worden gefi nancierd. Een goed geplande fi nanciering via het landbouwfonds zal daarvoor in de plaats komen. Niet alleen zullen de boeren wor den betaald voor milieubescher ming of verzorging van het land schap, maar ook zal worden gega randeerd dat het platteland in Eu ropa niet verloren gaat als waarde volle leefomgeving met een groot werkgelegenheidspotentieel. FRANZ FISCHLER EUROPEES COMMISSARIS VOOR LANDBOUW Gerefonneerd staatsman gokt, drinkt en leeft op grote voet In de gisteren verschenen officiële biografie van Colijn wordt weinig heel gelaten van het voorbeeld van deugdzaamheid, eerbaarheid, soberheid en zuinigheid. Colijn komt tevoor schijn als een opportunist die corruptie niet schuwde, graag aan vriendjespolitiek deed en zelf op grote voet leefde. Biograaf Langeveld stelt 'Colijns standbeeld te hebben willen ontdoen van de talrijke mythen die daarop zijn aangekoekt'. Een man die op jonge leeftijd al forse schulden maakt bij de sigarenhandelaar en de slijter, die zijn vrouw aanzet tot het meedoen aan een lo terij om van die schulden af te komen en die in 1919 een jaarsalaris van bijna een miljoen gul den beurt als directeur van de Koninklijke Olie/Shellgroep. Dat is het beeld dat Herman Langeveld schildert van Hendrik Colijn, gere formeerd Anti-Revolutionair politicus die het Nederlandse volk in de jaren twintig en dertig voorhield 'te bezuinigen en nog eens te bezui nigen'. Het eerste deel van de officiële Colijn-biografie (de jaren 1869-1933) van Langeveld, wordt door de schrijver zelf als 'schokkend' gety peerd. ,,Er zijn over Colijn harde waarheden te vertellen. In tegenstelling tot sommige vroege re auteurs, die deze waarheden ook hebben gekend, heb ik gemeend ze niet met de mantel der liefde te moeten bedekken", aldus Lange veld. De schrijver komt uit onverdachte hoek. Hij studeerde aan Colijn's 'eigen' gereformeer de Vrije Universiteit in Amsterdam en is daar docent nieuwe geschiedenis. Colijn start zijn loopbaan aan het eind van de vorige eeuw in Nederlands-Indië. Zijn 'teke nen' voor de dienst in Indië blijkt een even menselijke als platvloerse reden te hebben: de jonge Colijn blijkt in 1895 schulden te hebben gemaakt (ruim duizend gulden) bij een siga- renboer in Kampen en een slijter in Apeldoorn. Colijn ziet nog een kans om ineens van die schuld te worden verlost. Hij spoort zijn vrouw Helena aan een lot te kopen in een loterij, ter wijl loterijen in de gereformeerde kring waar toe Colijn behoorde volstrekt taboe zijn. Op Atjeh valt Colijn al gauw in de smaak bij gouverneur Van Fleutsz, die dankbaar gebruik maakt van Colijn om de opstandige inlanders te onderwerpen. Colijn maakt met zijn militai re expedities zoveel indruk op Van Heutsz, dat deze hem al op 26-jarige leeftijd de Militaire Willemsorde vierde klasse verleent. Zijn mede officieren organiseren ter ere van deze gebeur tenis een daverend feest voor hem. 'Een feest met champagne en negen soorten wijn waar ik zeer vermoedelijk knapjes dronken van zal worden', zo laat Colijn de dag voor het feest per brief aan zijn vrouw weten. Colijn schrijft aan zijn vrouw, die met hun zzontje op java is achtergebleven, niet enkel over drank en dronkenschap. Hij laat haar ook weten dat hij het seksueel moeilijk heeft met hun scheiding. Zo schrijft hij aan zijn vrouw dat hij naakt op bed had gelegen, maar zijn Helena blijkt van zulke brieven niet gediend. Hij belooft haar beterschap: 'Ik zal niet meer in Adamscostuum op bed gaan liggen hoor, schat'. In 1911 begint de loopbaan van Colijn in het Nederlandse bestuur. Hij wordt minister van oorlog in het kabinet van zijn partijgenoot Heemskerk. De jonge koningin Wilhelmina, die zich intensief met de defensiepolitiek be moeit, is zeer gecharmeerd van Colijn, die zij Colijn, die op de verkiezingsaffiches van zijn partij werd afgebeeld als "s lands stuurman' (met een zuid wester op aan het roer) werd door zijn tegenstanders gehaat en verguisd. Maar zijn eigen gereformeerde volgelingen droegen hem op handen, hij was de 'van God gegeven leidsman'. foto archief als 'sterke man' beschouwt. Colijn vergeet zijn Indische connecties niet. Behalve in de landspolitiek is hij ook 'in zaken' gegaan. Hij heeft geleend geld gestoken in een landsyndicaat in Indië, dat concessies voor onder anderen oliewinning uitgeeft. Co lijn blijft ook terwijl hij Kamerlid en minister is de belangen van dit landsyndicaat, waarin hij dus regelrechte belangen heeft, bepleiten. Zijn Indische loopbaan en zijn betrokkenheid bij dit landsyndicaat brengen hem na zijn mi nisterschap op een directiezetel bij de Konink lijke Olie/Shellgroep. Zijn eigenlijke inkomen wordt gesteld op 25.000 gulden per jaar, maar daarnaast kreeg hij jaarlijks een half procent van de winst van alle werkmaatschappijen van Shell. Dat leverde hem in de jaren van zijn di recteurschap, van 1913 tot 1918, jaarinkomens van tussen de zeven ton en bijna één miljoen gulden op. Iratis jWUJLï rtHeijr jarin gr; chting jedienc Kit een ngesch, nmake Hendrik Colijn is vooral voor de oude m strijd neraties nog een begrip. Een voorbeti anken, deugdzaamheid, eerbaarheid, sobetb zuinigheid. Colijn was tussen 1900 et prominent politicus voor de Anti-Ren fluCI naire Partij. Die ARP, de oudste pc partij van Nederland, omvatte het meerde volksdeel en ging in 1972 or huidige CDA. Colijn was tweemaal bben g en vijf maal minister-president. Als minister van financiën spoorde Nederlandse bevolking in de emstigei mische crisis van de jaren twintig zuinigheid. Hij gaf in zijn politiek ft beeld, onder andere door de ambtenaflqERPAfi larissen te verlagen en door op J uitkeringen te korten. Niet enkel hijzelf, maar ook zijn hield radiopraatjes waarin de bevolku pn delijk werd gemaakt hoe men van; nontvc geld toch nog kon leven. Zo legde nuit de echtgenote aan de huisvrouwen uit! de seks van het afval van bloemkool nog een soepje konden koken. typeer irvanF n drugs ndeeei op. Vo irende j In 1924 keert Colijn weer volledig terug landspolitiek. Hij is Abraham Kuyperof nderui volgd als leider van de Anti-Revolution Partij en wordt minister van financiën! u kabinet, dat onder leiding staat van de! liek Ruys de Beerenbrouck. Nederland; .pHE in een diepe economische crisis, de wei heid is groot. Colijn meent dat de enige die om de malaise het hoofd te bieden! nigen is. 'Bezuinigen, nog eens bezuinig aanpassen', is zijn parool. In dat kader verlaagt hij op 1 mei 1924' ambtenarensalarissen met tien procen: fêr was ve die van de topambtenaren. Colijn isi Bts gesproken voorstander van een vergron n 0; de inkomensverschillen. Ook in de sea: y vv derwijs heeft hij plannen grootscheeps: y zuinigen: hij wil 5500 onderwijzers onts denkt dat te kunnen bereiken door een leerjaar op de lagere school te schrappt de Tweede Kamer dat plan blokkeert, bi hij een andere weg om zijn doel te bere! hij stelt de klassenomvang per onderwij 1 VO 48 leerlingen. In de persoonlijke sfeer blijkt Colijn en wars van familieleden en vrienden aani goede baan te helpen. Zo richt hij zicht verplee tweemaal toe rechtstreeks tot de minis tocht binnenlandse zaken om een broer bene üng y« krijgen tot burgemeester. Zo wordt zijn patiër Arie in 1916 burgemeester van Nieuw» en bes stel. In 1923 krijgt zijn broer Piet de am! [üjnen ten van Boskoop omgehangen. In 1933' ische 1 hij broer Piet naar het burgemeestersch heid Alphen aan den Rijn te tillen. Dit laatste patiei meesterschap eindigt onfortuinlijk, nad ïenkrij vrijding wordt Piet hij ontslagen vanwei atie va te lange aanblijven onder en te grote bej lechte: voor de Duitse bezetter. al ste'' De laatste elf jaar van Colijns leven kom Jndhe bod in het tweede deel, dat over drie jas atief^ verschijnen. Hendrikus Colijn, 'Dit Leven van krad Wat handelen', eerste deel biografie doorH tie Langeveld. Tweede deel verschijnt ii Uitgeverij Balans, ISBN 9050185061, AMSTERDAM BERT VAN NIEUWENHIZEN 2i overd !ghuiz< 'Breinbende Dutroux publiceert boek De affaire-Dutroux heeft in België een enorme schrijfwoede losge maakt. Zeker tien boektitels zijn verschenen sedert de Waalse zeden- misdadiger in de zomer van 1996 in de boeien werd geslagen. Maar nu is voor het eerst ook een hoofdver dachte in de pen geklommen. Mi chel Nihoul, in de Belgische media vaak afgeschilderd als het 'brein' van de bende Dutroux, publiceert dit voorjaar- het nu al omstreden boek 'Geruchten en feiten'. Volgens zijn uitgever is het in de cel geschre ven werkje niets minder dan een 'bom onder de Belgische samenle ving'. Hoewel 'Geruchten en feiten' vrij wel zeker een verkoopsucces wordt, heeft het Nihoul veel moeite gekost zijn manuscript aan de man te brengen. Zijn partner Marleen de Cockere struinde maandenlang vrij wel de hele Belgische uitgeverswe reld af, maar geen enkel gevestigd uitgevershuis durfde het avontuur aan. Uiteindelijk ging de Brusselse gelegenheidspublicist Harouxmet Nihoul in zee. Voor het uitgeven van het manuscript heeft Haroux - beducht voor juridische claims van in het boek genoemde 'invloedrijke personen' - een aparte vennoot schap opgericht. In zijn debuut beschrijft Nihoul het Brusselse nachtleven in de jaren tachtig, de seksfeesten die hij (me de) organiseerde en waaraan hoog geplaatste Belgen zouden hebben deelgenomen. Volgens een populai re theorie chanteerde Nihoul via dit circuit veel notabelen en kon hij zo ook de zedenmisdadiger en ver meende zakenpartner Dutroux be schermen. „Mijn arm is zo lang als de Donau", pochte Nihoul meer maals. Maar in het eindrapport van de parlementaire onderzoekscom- missie-Verwilghen werd de Brusse laar eerder afgeschilderd als een aan lager wal geraakte oplichter. Een man met veel relaties, maar die de mensen op hogere posities slechts zeer gedeeltelijk kon manipuleren. Tot op de dag van vandaag is niet duidelijk of en zo ja in hoeverre Ni houl een belangrijke rol speelde in de bende Dutroux. De Brusselse za kenman/oplichter kende liefst drie Michel Nihoul: aan lager wal geraakte oplichter. bendeleden - Dutroux, Weinstein en Lelièvre - maar naar eigen zeg gen waren die contacten zuiver za kelijk. Volgens Nihoul zou Dutroux zijn auto repareren, wilde hij Wein stein via-via een vals paspoort be zorgen en had hij een expertiserap port opgemaakt van de woning van Lelièvre: vrij onschuldig allemaal. Feit is dat de voorlopige hechtenis van Nihoul in de zaak Dutroux se dert vorig jaar bij gebrek aan bewijs werd opgeheven. Alleen dankzij een eerdere veroordeling wegens fraude zit Nihoul nog achter de tralies. Een godsgeschenk voor de minister van justitie, want zijn vrijlating zou in België beslist tot grote publieke ver ontwaardiging leiden. Sedert zijn arrestatie is Nihoul nooit uit het nieuws geweest. Niet alleen moest hij zich voor enkele oude fraudezaken verantwoorden, ook bleek hij aan een mysterieuze ziekte te lijden waardoor hij ruim veertig kilo afviel en - al dan niet geveinsd - invalide werd. Dan was er het ver haal dat medegevangenen zijn cel in de brand wilden steken en ten slotte wees de roemruchte getuige Regina Louf, alias XI, Nihoul aan als 'zware jongen' in een wijdvertakt en invloedrijk pedofilienetwerk. „Mare Dutroux was een kleine randfiguur, een snotaap. Maar Mich, dat was de ruwe niets ontziende dader", ver klaarde Louf januari dit jaar in een interview met De Morgen. De geloofwaardigheid van Louf mag in België de laatste maanden ter discussie staan; de geloofwaardig heid van Nihoul is zo mogelijk nog twijfelachtiger. „Er moet zeer om zichtig worden omgesprongen met zijn verklaringen omtrent het be lang van zijn kennissenkring", waarschuwde de parlementaire on- derzoekscommissie-Verwilghen in zijn eindverslag al. Ook uitgever Haroux verklaarde zijn hand niet in het vuur te steken voor de gegevens in het boek. „Maar hij heeft recht van spreken. Het publiek moet zelf maar oordelen". Zelf vindt Nihoul dat hij het slacht offer is geworden van massahyste rie. „Mijn berechting is de grootste vergissing van de eeuw", zei hij juni vorig jaar. „Voor de publieke opinie is Dutroux een monster en ben ik de duivel. Maar men vergist zich". Het boek vormt voor Nihoul een be langrijke bouwsteen bij zijn verde diging in het proces-Dutroux dat op zijn vroegst eind dit jaar dient. BRUSSEL PAUL KOOPMAN CORRESPONDENT Tractoren, aggregaten, zonnepanelen en pompen Boeren zijn nog niet ingesteld op de boze buitenwereld die vanuit de stad oprukt in de richting van het platte land. Daarom moeten ze leren de achterdeur op slot te doen als ze van huis gaan en ook moet de contact sleutel van de trekker voortaan mee. De wereld is veranderd, de mentaliteit van de boeren nog niet. T. van der Kamp, directeur van Tracer in Wezep, een onderzoeksbureau van oud-politiemensen dat zich bezig houdt met het voorkomen van mis drijven en het opsporen van gestolen goed, ziet in de boeren gemakkelijke slachtoffers. Ze zijn niet, zoals de stadsbewoner die voor de zoveelste keer een fiets mist, vertrouwd met de gedachte dat spullen kunnen verdwij nen. Ten onrechte, vindt Van der Kamp. De sociale controle op het platteland brokkelt af en de boer die daar geen rekening mee houdt, komt voor onaangename verrassingen te staan. Tracer is voor enkele verzekeraars op zoek naar twaalf tractoren die in de afgelopen drie maanden zijn verdwe nen. De directeur vermoedt dat er een bende actief is. Een aantal tractoren is van een vrachtwagen gestolen, andere trekkers zijn gewoon uit een schuur gereden. Een indrukwekkend cijfer is twaalf niet, geeft de directeur toe. „Maar moeten we dan wachten tot het er twaalfhonderd zijn?" Exacte cijfers over de diefstal van trac toren en andere agrarische machine rieën kan zelfs Interpolis, de grootste verzekeraar op deze markt, niet ge ven. De 55.000 trekkers die de Til- burgse assuradeur verzekert, leveren per jaar niet meer op dan zo'n twintig claims wegens diefstal. Hoewel de computer in het hoofdkantoor wei gert ae juiste cijfertjes op te hoesten, durft woordvoerder J. Nachtweh de stelling aan dat daar weinig ontwikke ling in zit. „De fluctuaties zijn niet noemenswaard. Het is voor ons geen probleem", vat hij samen. Ook collega Univé in Assen ziet geen reden alarm te slaan. „Er zijn jaren dat er geen diefstallen worden gemeld." POLEN Dat neemt niet weg dat de veiligheid in het landelijk gebied minder wordt. Ook Nachtweh meent dat de tijd voorbij is dat je op het platteland ie dereen kon vertrouwen. „De heren met de lange vingers zetten zo een trekker op een trailer en twee dagen later staat die in Polen." Toch azen boeven niet alleen op tractoren die per stuk toch gauw 100.000 gulden kosten en soms wel twee keer zoveel. Ze hebben het ook voorzien op klein goed zoals aggregaten, pompen en zonnecollectoren die de pomp voor de drinkbak van het vee aandrijft. Jaarlijks worden er hier ook zo'n twin tig van geclaimd, terwijl er daarnaast nog een tiental graafmachientjes wor den vergoed. De verzekeraars zijn het met Tracer eens dat de boeren hun spullen beter moeten beveiligen. Maar al te vaak staan kostbare voertuigen en machi nes zomaar onder een afdak met de sleutel nog in het contact of in een werkschuur zonder slot. Nachtweh geeft grif toe dat het soms niet anders kan. Als een trekker met draaiende motor de halve dag midden in de pol der staat om een beregeningsinstalla- tie van water te voorzien, kan de boer daar bezwaarlijk de hele tijd bij blij ven staan. „In die gevallen doen wij ook niet moeilijk." Hij tekent echter aan dat dan meestal gaat om 'oude beestjes, waarvan eigenlijk alleen de motor nog maar van nut is.' Van der Kamp houdt vol dat het tijd is voor maatregelen, al wil hij de boeren niet wijs maken dat er „achter ieder deur een beer zit." Hij pleit daarom voor meer identificatienummers op landbouwmachines en het aanbren gen van piepkleine zendertjes op trac toren, waarmee die gemakkelijk kun nen worden opgespoord. De verzekeraars vinden het uitste kend dat de boeren beter op hun spullen letten. Eerder is ook al eens actie ondernomen om de glastuinders aan te zetten tot grote voorzichtig heid. Maai erg onder de indruk van de waarschuwingen van oud-politie man Van der Kamp lijken de verzeke raars niet. Woordvoerder Bolhuis van Univé mijmert dat de gewone auto's tegenwoordig zo goed zijn beveiligd, dat de beveiligingsbranche noodge dwongen op zoek is naar een nieuwe markt. DEN HAAG THEO HAERKENS Boeren moeten beter op hun tractoren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 2