Kamperfoelieplein
Slauerhoff en Darja:
Lenteliefde die verlepte
p
Saamhorigheid
geboren uit
meningsverschil
iehaagzucht dansende femme fatale wekte jaloezie van dichter
\hn lenteliefde en waartoe die al niet
kan leiden. De dichter, schrijver,
scheepsarts Jan Slauerhoff had veel
unoureuze avonturen, maar toen hij
viel voor de danseres Darja Collin
)ntvlamde een verzengende, redeloze
Jiefde die droef eindigde en de laatste
es jaar van zijn korte leven hij werd
38) vergalde. Slauerhoff voerde zijn
veliefden altijd mee naar een andere
beminde: het kleine eiland Vlieland.
1diva Darja hield het daar al gauw
voorgezien.
door DIRK DE MOOR
nctit Fragment uit een titelloos gedicht
linf|van Slauerhoff, over de danseres
Darja Collin:
Kon ik eenmaal toch jouw dans weer
geven
In een van het woord gevrijd gedicht
Eenmaal even vrij en lenig zweven
Als jij in de lucht en in het licht
:oni'
evangen door, dol op, helemaal
I stapel verliefd: die gevoelens van
aangename overgave omhelsden
in de lente van het jaar 1930 de toen 31-jarige
schrijver, dichter en scheepsarts Jan Jacob
Slauerhoff. Hij schreef zijn vriend Adriaan
Roland Holst: „Ik aarzel te bekennen dat ik
tout fait épris ben van een vrouw die toebe
hoort aan een door jou zo verfoeide kunst".
Zijn verliefheid gold de 27-jarige Darja Col
lin, een adembenemend gelijnde danseres
die mannen, en dan vooral kunstenaars, in
vuur en vlam zette. Beiden hadden zij op het
gebied van de liefde al heel wat stormen
doorstaan, maar dit keer sloeg de verliefdheid
harder toe dan ooit tevoren. Slauerhoff
schrijft Roland Holst verder: „Maar deze alli-
ante is van een hevigheid, die mij zelf telkens
weer verwondert, wij beiden zijn er rotsvast
van overtuigd, dat het duren zal, en ook dit
verwondert ons beiden".
In zijn in 1995 bij de Arbeiderspers ver
schenen Slauerhoff- biografie verhaalt Wim
Hazeu hoe op 3 september 1930 het liefdes
vuur culmineerde in een huwelijk. Maar haar
behaagziek bezig zijn en de voortdurende
aandacht van andere, in aanzien staande
mannen, wekten zijn jaloezie en bedekten
dat vuur al gauw met een laag ijs. Drie jaar
later is de roes voorbij. Als zij elkaar toevallig
passeren in een Haagse straat is de begroe
ting koel: 'Dag meneer Slauerhoff 'Dag me
vrouw Slauerhoff. En als Darja een keer laat
en lichtelijk onder invloed thuiskomt van een
optreden levert haar dat een blauw oog op.
Slauerhoff heeft nog een andere liefde, al
sinds zijn kinderjaren: het eiland Vlieland.
Zodra een nieuwe vrouw in zijn leven ver
schijnt, troont hij haar mee naar het eiland.
Maar Darja weet hij pas over te halen op 26
augustus 1933 en dat heeft veel weg van een
laatste poging er nog iets moois van te ma
ken. De ironie wil dat het paar bij aankomst
wordt begroet door de eilandpostiljon die Jan
Cupido heet. Op diens vraag: 'Is datje vrouw?
antwoordt Slauerhoff veelzeggend: 'Ja, ik
geloof het wel'.
Het uitstapje kan Darja niet bekoren. De
reis van Wassenaar naar Vlieland vergde tien
uur. Voor haar vele reizen naar Parijs, waar
zij als danseres een aanbeden vedette was,
had zij minder tijd nodig. Ze pakte al gauw
haar koffers. Jan bleef achter, om een poosje
waar te nemen in de praktijk van eilanddok
ter Goos van Terwisga die met vakantie ging.
Ansichtkaarten
De Dorpsstraat ligt er nu, als we in een kleine
twee uur van Harlingen naar Vlie zijn geva
ren, nog even onverstoorbaar bij: gelige vis
sershuisjes zij aan zij met voornamere pan
den, bomen aan weerskanten. In het fraaie
pand Dorpsstraat 99, biedt het cultuur-histo
risch museum 'Tromps Huys' behalve de his
torische eiland-collectie en het werk van de
zee-schilderes Betzy Akersloot-Berg, die er
lange tijd woonde, ook een hoek die is gewijd
aan het leven van Slauerhoff. Daar vindt men
de familiestamboom, door Jan geschreven
ansichtkaarten, kopieën van brieven, hand
geschreven gedichten en foto's van zijn ge
liefden, uiteraard ook van Darja.
In zijn jeugd heeft de dichter vele vakanties
op het eiland doorgebracht. Conservator Ben
Huiskes: „Jan had longklachten. Zijn ouders
stuurden hem en zijn zus Guusje van voor
jaar tot laat in de zomer naar Vlieland en dan
logeerden ze op Dorpsstraat 27 bij oom Kees
Blom en tante Anke, een zus van zijn moe
der. Ze gingen hier op school. De ouders
hadden een drukke zaak in Leeuwarden; mis
schien kwam het hen om die reden ook wel
goed uit als de twee kinderen een poosje hier
De biografie van Hazeu omvat een portret,
enkele naaktfoto's van de danseres in gra
cieuze poses en een foto van een schilderij
vervaardigd door de schilder Christiaan de
Moor: zij danst in de duinen, met ontbloot
bovenlijf, een sarong om de lendenden en
benen. Volgens De Moor heeft Slauerhoff het
doek in een opwelling van jaloezie en woede
vernietigd. De Moor was een van Darja's aan
bidders: „Ze danste met een vlinderachtige
lichtheid en het waren de onvergelijkbare
ranke gebaren van armen en handen, de
trotste houding van hals en hoofd met de
blonde stroom van haren, méér dan haar be
nen, waarmee danseressen in het algemeen
imponeren en sexy bezig zijn, die sereniteit
en gratie uitdrukten. Men werd daardoor be-
Het vermoedelijk door Slauerhoff
Moor maakte van Darja.
ILLUSTRATIES UIT DE SLAUERHOFF-BIOGRAFIE
vangen
Volgens Hazeu is het
waarschijnlijk dat de
romance tussen Slauerhoff met Darja.
Slauerhoff en Darja
Collin is ontstaan in
Utrecht. Jan woonde daar op kamers in dt
Twijnstraat. Bij de opvoering van een open
luchtspel was de choreografie in handen var
Darja en het kan zijn dat het stel elkaar toer
heeft ontmoet. Anderen menen dat Jan Darja
in mei voor het eerst zag ten huize van de
dichter, danscritius en gastronoom WertJ-
Buning in Amsterdam, die ook een
■latie met haar had. Maar de
brief, waarin Slauerhoff zijn vriend Roland
Holst over zijn liefde voor Darja bericht, is $1
geschreven op 18 april 1930...
Tot haar minnaars behoorde ook de schrij
ver A. den Doolaard. De laatste was in 1929.
een jaar voor het huwelijk met Slauerhoff,
twee maanden lang met haar samen. Deii
Doolaard omschreef haar als: „Een in wezeji
ongrijpbaar natuurverschijnsel, een bergbeuk
bij zijn oorsprong, stralend in speelse buite
lingen".
Slauerhoff leed aan een beginnende tuber
culose en was te zwak om Darja zelf te hel
pen, toen zij in maart 1931 in e^n Italiaanse
kliniek het licht schonk aan een baby, eejn
jongetje. Het overleed echter direct na de ge
boorte, mogelijk doordat zij nog tot enkele
maanden voor de
bevalling had doof
gewerkt. De ambitias
van Darja als dansé-
res en choreografe,
de zilte reizen v;6i
Slauerhoff, financiële
problemen, Jans ji-
loezie en zijn slechle
gezondheid slooptun
hun relatie. Ze vvaron
steeds minder bij eJ-
kaar. Toen Darja
hem uiteindelijk (n
de nacht van 2 op,3
oktober 1936 op zijn
sterfbed weer zag,
liet Slauerhoff hair
zijn naakte, uitge
teerde lichaam zieh:
„Zo, danseresje dfct
had jij ook niet ver
wacht, hè?" Biograaf
Hazeu: „Het was edn
bruuske en drama
tisch laatste ontmoe
ting"
Darja w
van 1947
choreografe en balletmeesterss va
derlandse Opera. Ze begon daarn;
letschool in Florence, waar zij in 1
leed.
s latdr.
)t 195b.
de Ni-
een bal-
-
0
u
LU
reii
LU
A4
00
te
h
H
h-
bil
v'
LO
Strepen op de stoep geven aan tot waar de auto's
mogen staan. In de keurig aangelegde voortuintjes
groeit en bloeit alles volgens plan. Maar het Kamper
foelieplein, vlak achter de boulevard in Katwijk, heeft
ook zijstraten. En daar beginnen de problemen.
„De buurtvereniging wilde hier een voetbalveld",
zegt een pleinbewoonster op gedempte toon, maar
scherp articulerend om haar verontwaardiging
kracht bij te zetten. „Een voet-bal-veld!" Zonder ver
dere toelichting. Alsof we allemaal weten dat een
voetbalveld van dezelfde orde is als een kerncentrale
of een tippelzone.
Het veldje kwam er trouwens niet. De beoogde
middencirkel is nog steeds een speeltuintje, dat wil
zeggen: er staan een glijbaantje van anderhalve me
ter en drie wipkippen. Op de rest van het plein ma
ken struiken, hondendrollen en geparkeerde auto's
het voetballen onmogelijk. Dit alles dus tot grote te
vredenheid van de voetbalhaatster. Want, en nu met
stemverheffing: „De mensen uit de zijstraten gaan
natuurlijk niet bepalen wat er gebeurt op een plein
Daar kun je over twisten, vindt Jan van Beien, zij
straatbewoner. „Er is van dat plein veel meer te ma
ken. En het kan niet zo zijn dat mensen die daar wo
nen en die nu net uit de kinderen zijn, dat tegenhou
den. Zij hebben ook kinderen gehad. En het is open
baar gebied."
Vijf jaar geleden kwam Van Beien vanuit 'de
Noord' in de Ligusterstraat wonen. Hij trof er een
straat aan die zelfs geen vlaggetjes had hangen met
Koninginnedag. Om daar wat aan te doen ging Van
Beien met briefjes rond en zo ontstond buurtcomité
Ligustrum Het comité bestaat uit tien mensen en
heeft in de Ligusterstraat, Duinstraat, Tijmstraat,
Kamperfoeliestraat en op het Kamperfoelieplein in
totaal 160 donateurs. Ligustrum houdt jaarlijks een
barbecue op het strand en het helpt sinds een paar
jaar mee aan de organisatie van de kaarsjesavond op
het Kamperfoelieplein. Rond Koninginnedag is het
comité inmiddels goed voor een complete feest-
week, die zich grotendeels op het Kamperfoelieplein
afspeelt. Behalve het voetballen natuurlijk.
Van Beien, voorzitter van het buurtcomité, kan
wel lachen om de gevoeligheid van dat onderwerp:
„Wij hebben ooit een enquête gehouden naar wat de
mensen willen met het Kamperfoelieplein. Daarin
werd een aantal voorbeelden genoemd, waaronder
een trapveldje. Maar het is niet zo dat Ligustrum een
trapveldje wil. Wij willen niks. Wat de bewoners wil
len, dat willen wij." Wel blijft hij erbij dat de hele
wijk mee mag praten. „Het is nu eenmaal niet zo dat
elke straat iets heeft. Het moet toch kunnen, dat kin
deren uit een straat ook op het plein kunnen spe
len."
Aan de goede bedoelingen van zijn buurtcomité is
zelfs een pagina van de eerste 'wijkgids' gewijd. 'Wij
nemen geen beslissingen', staat er, 'wij zijn ook op
orde en rust gesteld. Hebt u klachten of overlast, laat
het ons weten', enzovoort. Van Beien: „Wij willen
niet bepalen wat er op het plein gebeurt. We willen
alleen een gesprekspartner zijn. Als je niets doet,
knapt er ook niets op." Die toezegging heeft hij in
elk geval. De gemeente gaat het speelterreintje op
knappen. Hoe precies, daar wordt nog over gedacht
Rubriek óver straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omgeving. Bewoners
vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving, maar ook over grote of kleine problemen.
Vandaag: het Kamperfoelieplein in Katwijk.
De bevolking
doordeweekse dag. Links op de achtergrond het veelbesproken speelterreintje.
FOTO DICK HOGEWONING
en gesproken.
Terug naar het plein. Het heeft onmiskenbaar de
afmetingen van een voetbalveld, maar ook de akoes
tiek van een Grieks theater. In dat opzicht hebben de
tegenstanders het gelijk aan hun zijde: een partijtje
vier-tegen-vier klinkt hier waarschijnlijk alsof er een
complete school sportdag heeft.
„Dat trapveldje, dat is over. En er is juist iets posi
tiefs uitgekomen. Er is over gepraat, toen hebben
een paar mensen van het plein de koppen bij elkaar
gestoken, en wat bleek: iedereen wil het plein zo
houden." Aan het woord zijn C. en C. de Wilde. Het
echtpaar (beiden 74) woont al 45 jaar aan 'het mooi
ste plein van Katwijk' en vindt dat 'die controverse
tussen plein en straten' echt is opgelost. „Het is een
vredig pleintje. De mensen zijn allemaal best tevre
den, en niet elke verandering is een verbetering."
Momenteel is het speeltuintje volop in trek bij kin
deren, soms met ouders of grootouders, weet De
Wilde. „We hebben weinig last van jongeren."
Dochter Van Beien (12) is er zo een. „Ik kom er
nooit. Eigenlijk alleen met verjaardagen. Er is weinig
te doen. Sonja Kuyt (13) woont zelf aan het plein en
vindt het er wel gezellig. „We hebben een leuk tuin
tje hiervoor. In mei zijn er altijd feesten, dan mogen
de kinderen spellen doen. En je kunt hier altijd een
praatje maken." Officieel mag de controverse dan
zijn opgelost, het verschil van mening zit er ook bij
de jonkies al in.
De Wilde heeft alleen maar baat bij saamhorig
heid, ook met 'de straten'. Afgelopen december vond
op het Kamperfoelieplein de vierde kaarsjesavond
plaats. Hij importeerde het idee destijds uit Gouda.
De straatlantaarns gedoofd, kaarsen achter alle ra
men, een grote verlichte kerstboom, sterretjes voor
de kinderen, en glühwein voor wie wilde. Dat laatste
had van De Wilde niet gehoeven, maar verder heeft
hij zijn initiatief door de jaren heen alleen maar suc
cesvoller zien worden. „En dankzij die avond heb ik
met iedereen contact. Doordat ik bij iedereen langs
ging om te vragen of ze meededen."
Wie die 'iedereen' zijn die het Kamperfoelieplein
bevolken? Echt een doorsnee van de bevolking, me
nen de De Wildes. Kantoormensen en bouwvakkers.
Zeelui en lui die gevist hebben. Jong en oud. Ouders
met kinderen, maar ook kinderen met hun ouders.
Naast of achter veel huizen in deze wijk staan nog
'zomerhuisjes'. „Dat is echt Katwijks", meent De
Wilde. „Die werden er meteen, ongeveer in 1935 was
dat, bijgebouwd. Veel mensen hebben met de ver
huur hun huis bijna terugverdiend. En nu is het
vooral heel makkelijk als je kinderen hebt die ook
weer kinderen hebben. Ie kunt gewoon zeggen: gaan
jullie maar in het zomerhuisje. Al heb je ook ouders
die in een huisje achter hun kinderen zijn gaan Wo
Anno 1998 kennen zij geen pleinbewoners mêer
die 'slapers' hebben. „Vroeger wel, toen noemden'/.c
het hier de Goudkust. Dan zag je, als er badgasten
waren, 's avonds de schnaps op tafel staan in plaats
van koffie."
Een probleem dat nog wel leeft op hel plein is de
verkeersveiligheid. Het hele wijkje moet dertig-kilo-
meterzone worden, vindt de meerderheid. En als het
aan G. van Rijn ligt, komen er ook drempels. De weg
voor zijn huis langs wordt veel als sluiproute ge
bruikt. Dat er op zomerse dagen badgasten parke
ren, is moeilijk te voorkomen. „Alleen als het gloecj-
heet is, staat het pleintje vol auto's", aldus Van Rijn.
Zijn vrouw weet nog dat 39 jaar geleden op het he(e
plein maar twee auto's stonden. Maar om nu be
taald parkeren in te voeren, dat is ook niet de idéale
oplossing, denkt Van Beien.
Dan zijn er nog de auto's van Quick Boys-bezoé-
kers. Die staan er vooral als het goed gaat met tie
club, dus momenteel valt het wel mee, aldus De Wil
de. Een gewaagde opmerking. QB-secretaris Ouwé-
hand woont ook aan het plein, de gewassen shirtjeis
hangen er regelmatig buiten. Misschien typeert hét
de gemoedelijkheid op het plein. De Wilde: „In Kal-
wijk weet je veel van elkaar. En het is juist zo mooi,
als je zoveel van elkaar weet, en je kunt toch n<>g
goed naast elkaar wonen. Iedereen zit hier met ue
gordijnen open. We zitten niet op eikaars lip, maar
we zijn goeie maatjes."
Ook Wilma Schaap (37) die zelf uit Delfzijl komt,
maar getrouwd is met een Katwijker, bevalt het prl
ma op het plein. Haar man heeft zijn hele familie lp
de buurt wonen. „Dat is in het begin wel even wen
nen, maar ze hebben er ook heel veel plezier aan."
Sinds het buurtcomité zo actief is, heerst er een be
hoorlijk wij-gevoel op het plein, vindt ze En dat
sommigen er aanvankelijk juist een wij-en-zij-gevoél
van kregen, erkent ze wel. „Maar dat is een béétje
over. Het comité is natuurlijk gestart in een zijstraat.
Inmiddels is het ook iets van de bewoners hier. Hét
zal wel een soort angst geweest zijn dat de jongeren
het heft in handen namen."
Voetbal mag dan oorlog zijn. voorlopig is de drei
ging van beide bezworen op het Kamperfoeliepleip.
Mevrouw de Wilde: „Ik sta 's avonds voor ik na;)i
bed ga wel eens vanuit de slaapkamer te kijken. Kp
dan denk ik: wat is het toch een vredig pleintje."