Cap en 'rij-bewijs' stokpaardjes
7-™ in de ruitersport
Onderzoek
naar
ongevallen
levert
schokkende
resultaten op
Weekendpapa's
Net als de jockey die zich bezighoudt met de wedstrijdsport, moeten ook de recreatieruiter en amazone verplicht een cap gaan dragen. „Maar veel liefhebbers klagen
erover dat de huidige caps onhandig en onesthetisch zijn." foto archief
ZATERDAG 4 APRIL 1998
Jaarlijks sterven in
iIerland vijf mensen
door een ongeluk bij
paardrijden. Vorige
maand nog overleed
120-jarige vrouw uit
ttard na een val van
haar paard,
mderzoek toont aan
dat per twaalf
maanden bijna
mduizend ruiters en
\tmazones zich bij de
tehulpafdeling van
ziekenhuis melden,
verwachting is dat
binnenkort een
ark' ''helm voor ruiters en
ip. heJamazones verplicht
(ca. 41
ca. mordt. Maar juist op
H die cap knappen de
ooik iefhebbers af: „Die is
dc onhandigen
onesthetisch.
Smeets uit Sittard niet
hebben gered.'Tenmin-
ste, zo beweren de artsen die de
doodsoorzaak vaststelden. Gaby
brak haar nek nadat haar paard op
hol sloeg, een dier dat ze al jaren
lang kende en bereed.
Even terug naar die fatale dag.
Tijdens een buitenrit stapt Gaby af.
Precies op het moment dat ze weer
op wil stijgen, gaat het paard van
haar vriendin er vandoor. Gaby's
paard volgt in woeste galop, terwijl
de amazone nog maar één voet in
de stijgbeugels heeft en de teugels
nog niet vastheeft. Even verderop
werpt het dier de berijdster van
zich af.
Hoger
Hoe gevaarlijk is paardrijden eigen
lijk? In november 1996 bleek uit on
derzoek dat jaarlijks in ons land
9.100 ruiters en amazones naar het
ziekenhuis moeten om zich'te laten
behandelen. Vijf procent van de
ruiters loopt hersenletsel op en
maar liefst zestien procent heeft
•hoofdletsel. Het onderzoek werd
uitgevoerd door de stichting Con
sument en Veiligheid over de perio
de 1990-1995. De stichting consta
teerde dat tien procent van de ge
wonde ruiters in het ziekenhuis
moet worden opgenomen. Dit per
centage ligt veel hoger dan het ge
middelde bij sportongevallen.
Ruim de helft van de verwondin
gen ontstaat na een val van een
paard. Vooral daarbij lopen heel
veel ruiters hoofdletsel op. In 1997
is een tweede, intensiever onder
zoek naar de aard van de hippische
ongevallen gehouden. Daaruit
kwam naar voren dat valpartijen
weliswaar de belangrijkste oorzaak
van verwondingen zijn, maar dat
ook veel berijders gewond raken
door een trap of beet terwijl ze
naast het dier staan. En zelfs een
zeer brave viervoeter kan een zware
kneuzing of een botbreuk teweeg
brengen als hij per ongeluk met z'n
zeshonderd kilo gewicht op ie
mands teen gaat staan.
Bij de politiekorpsen zijn weinig
gegevens over ongevallen met
paarden bekend, aangezien lang
niet alle ongelukken worden ge
meld en ook de registratie niet ide
aal is. Peter van Raaij, woordvoer
der van de politie Limburg-Noord,
die zelf jarenlang lid is geweest van
de Bereden, politie: „Paarden en
verkeer zijn eikaars vijanden. Een
paard is instinctmatig een vlucht-
dier dat probeert buiten het verkeer
te blijven. Alleen oefening zorgt er
voor dat het dier hanteerbaar en
controleerbaar blijft.
Van Raaij is voorstander van het
verplicht invoeren van een ruiter-
bewijs. „Dan hebben mensen ten
minste enige kennis en kunnen ze
het dier enigszins controleren. De
aard van de ongelukken is meestal
vrij ernstig, maar dat heeft te ma
ken met de kracht en het volume
van het dier. Een volwassen rij
paard weegt vaak vijf-, zes- of ze
venhonderd kilo. Als mens ben je
dan maar een nietig wezen." Over
het gebruik van een cap is Van
Raaij kort: „Als je met je blote bol
op straat valt, is het letsel vanzelf
sprekend groter dan met een cap."
'Wild'
Naar aanleiding van de schokkende
resultaten van de onderzoeken is
een jaar geleden de commissie
'Veiligheid en Paardensport' opge
richt. Hierin zitten onder andere
vertegenwoordigers van de over
koepelende Nederlandse Hippische
Sportbond (NHS), het NOC'NSF en
de stichting Consument en Veilig
heid. Inmiddels zijn de eerste con
clusies gepresenteerd. Bij de Fede
ratie van Nederlandse Rijscholen
(FNRS) wordt aangedrongen op het
dragen van een cap door klanten.
„De maneges zijn immers de
kweekvijvers: daar leren mensen
met een paard om te gaan." Het
probleem is dat de FNRS weliswaar
250 aangesloten rijscholen telt,
maar dat er in Nederland daarnaast
nog zo'n 550 'wilde' maneges zijn
die veel minder goed te controleren
zijn. Naar schatting rijden zo'n
300.000 mensen via een al dan niet
aangesloten manege.
„Het allerbelangrijkste is, dat de
mensen goed leren paardrijden
voordat ze naar buiten gaan met
hun paard," vindt instructrice Hei-
ga Doijen.
„Kijk, ik kan met helm en be
schermend pak op een motor gaan
zitten, maar ik moet het ding wel
kunnen besturen. Dat is het grote
probleem; er zijn nog steeds bedrij
ven die hun paarden zo verhuren.
Als ik mijn auto meegeef aan ie
mand zonder rijbewijs, verklaart ie
dereen me voor gek. Maar als je dat
met een paard doet, kijkt niemand
gek op. Zo'n dier stopt echt niet als
je op een knopje duwt!"
„Beginners mogen nooit zomaar
buiten rijden en ldnderen onder de
zestien moeten een cap dragen
zegt Helga. „Daarna mag-ie af als
de ouders toestemming geven. De
volwassenen zijn alleen bij de
springlessen verplicht om een cap
te dragen, hoewel we het gebruik
ervan zoveel mogelijk stimuleren."
Bovendien hebben veel maneges
strenge omgangsregels. Gezien hei
kudde-instinct van paarden moe
ten groepen altijd wachten
wegrijden totdat de laatste ruiter in
het zadel zit. Op de rijbaan moet ie
dereen stapvoets blijven lopen tot
dat er een instructeur aanwezig is
Het vluchtinstinct bij paarden
immers zo ontwikkeld dat de die
ren direct willen meerennen als een
ander paard Voorbij galoppeert.
Paarden houden daarbij weinig re
kening met het feit of hun ruiter al
recht zit en de voeten al in de beu
gels heeft. Geen overbodige maat
regel, want uit de onderzoeken
blijkt dat vijf procent van de onge
vallen gebeurt tijdens het op- of af
stijgen. „Je kunt natuurlijk nooit al
le risico's uitsluiten," vindt Doijen.
„Maar je kunt al bij de jeugd een
bepaalde discipline inbrengen die
ze niet meer vergeten."
Euro-standaard
De werkgroep 'Veiligheid en Paar
densport' wil vooral het hoge per
centage hoofd- en hersenletsel bij
ruiters terugdringen, waarbij het
gebruik van een helm een centrale
rol speelt. „Bij heel veel ongelukken
is er sprake van ernstig hersenlet
sel," weet commissievoorzitter Eef
Schreurs, vice-voorzitter van de
NHS en voorzitter van de Stichting
Recreatieruiter die de zogenaamde
'ruiterbewijzen' uitgeeft.
„We zijn ermee bezig om het
dragen van een cap in Nederland
verplicht te laten stellen, zoals dat
nu in Engeland al is gebeurd voor
jeugdige ruiters. Ik verwacht dat dat
binnen een jaar ook hier moet.
Maar vervolgens kom je op de
vraag: welke soort helm voldoet aan
de normen? Welke cap is goed en
wie beoordeelt dat? Eigenlijk zou
den we naar een Europese stan
daard toe moeten werken, maar die
is er nog niet."
Schreurs heeft inmiddels ver
schillende modellen bekeken die in
binnen- en buitenland verkrijgbaar
zijn. De werkgroep heeft fabrikan
ten benaderd en zal binnenkort de
caps laten onderzoeken en testen
door TNO in Delft. Een cap moet
namelijk op een flinke stoot bere
kend zijn. Wie in volle galop van
een beetje uit de kluiten gewassen
paard valt, kan de klap vergelijken
met een val van bijna twee meter
hoogte met een snelheid van zeker
veertig tot vijftig kilometer per uur.
Niet voor niets wordt in het laatste
rapport van de stichting Consu
ment en Veiligheid geadviseerd,
ruiters bij te scholen in valtechnie-
ken. Maar juist op die traditionele
cap knappen veel recreatieve rui
ters af. Het zwarte, met fluweel be
klede helmpje zorgt ervoor dat de
drager 's zomers met een zwetend
hoofd en knallende hoofdpijn
rondrijdt. Bovendien schieten de
kinbandjes regelmatig voortijdig
los, zodat de cap alsnog van het
hoofd rolt vóórdat een vallend rui
ter de grond heeft bereikt. „Veel
ruiters Wagen erover dat de huidige
caps onhandig en onesthetisch
zijn", erkent Schreurs. Hij noemt
als alternatief voorbeeld de helm
die internationaal verplicht wordt
gesteld in langeafstandswedstrijden
met paarden. Die helm lijkt op een
wielrennershelm, is heel licht en
heeft ventilatiegleuven.
Ook overweegt de commissie om
het zogenaamde ruiterbewijs ver
plicht te laten stellen. „Op die ma
nier heb je een algemene basis om
meer veiligheid voor de paarden
sport te krijgen. Met dit papier weet
je dat de mensen een paard
enigszins onder controle hebben. Ik
heb vreselijke dingen meegemaakt
en dat kwam te vaak voort uit on
bekwaamheid." Momenteel heeft
de stichting Recreatieruiter zo'n
60.000 ruiter- en koetsiersbewijzen
uitgegeven, een aantal dat echter
nog niet in verhouding staat tot de
naar schatting vijf- tot achthon
derdduizend ruiters in Nederland.
Valtechnieken
Ten slotte stellen de onderzoekers,
dat de opleiding en EHBO-diplo-
ma's van de rij-instructeurs op ma
neges moeten worden aangepast.
Ruiters moeten ook cursussen in
valtechnieken volgen en maneges
moeten onderhandelen met lokale
overheden om veilige ruiterpaden
aan te leggen waar de paarden wei
nig met medeweggebruikers te ma
ken hebben. De meeste automobi
listen realiseren zich namelijk niet
dat een paard al kan schrikken van
een claxon, een zware motor of het
gepiep van remmende vrachtwa
gens.
Onlangs zag ik een foto van acteur
Kevin Costner met zijn drie kinde
ren in Disneyland. Kostner is
hoogstwaarschijnlijk de beroemdste
Disney-daddy, zoals weekendpap
pa's in Amerika vaak worden ge
noemd. Die ene foto van hem met
zijn kinderen is symbolisch voor het
lief en leed van het grote, anonieme
leger gescheiden mannen met kin
deren. Op de desolate 'Dwaze va
ders' na is het een zwijgende groep
die in weekend en in vakanties ge
dwee door attractieve dreven trekt,
teneinde het vaderschap nog enige
inhoud te geven.
Bij tweederde van de scheidingen in ons
land zijn minderjarige kinderen betrok
ken, zo'n veertigduizend per jaar. Als er
(forse) onenigheid is tussen de ouders over
de voogdij, krijgen ongeveer veertig van de
honderd vaders de voogdij toegewezen. De
rest schikt zich meestal gelaten in het week
endvaderschap. Jaarlijks komen er in ons
land zo'n twintigduizend van dit soort va
ders bij.
Het lot van deze nieuwe weekendvaders en
hun kinderen wordt vooral 's zomers tref
fend gedemonstreerd: mannen die als een
soort nieuwe diersoort, over de hoofden
van hun kinderen heen. naar apen, olifan
ten en tijgers staren in dierentuinen. Die
door De Efteling sjouwen, te grote ijsjes
eten op terrassen, luidruchtig rondspatten
in zwembaden. Je haalt ze er vaak zó uit, ze
zien er wat mistroostig uit, doen geforceerd
vrolijk, en datzelfde geldt voor hun kinde
ren.
Het openbreken en verlaten van een nest,
doorgaans met veel liefde en goede be
doelingen gebouwd, gaat niemand in de
koude kleren zitten en wordt meestal door
alle betrokkenen als een catastrofe ervaren.
Maar van gescheiden mannen wordt vaak
het onmogelijke gevraagd. Zeker als het
hun schuld is dat 'papa en mama niet meer
van elkaar houden', krijgen ze vaak een ra
dicale breuk met hun verleden opgedron
gen. Ze worden hun vertrouwde huis uitge
zet, mogen hun kinderen één keer in de
veertien dagen even lenen en moeten ze op
zondagavond weer voor de deur afzetten.
En natuurlijk houden ze zich dan groot.
Maar als ze vervolgens hun auto starten en
uit hun verleden wegrijden, hebben ze vaak
het gevoel letterlijk en figuurlijk te zijn afge
sneden van hun kinderen en zitten ze soms
bij het eerste het beste stoplicht voorbij de
hoek van hun vroegere huis te janken.
Geen toorniger schepsel dan een verlaten
vrouw. Haar macht als moeder is niet te
breken. Ze bezorgt de weekendvader na zijn
inspanningen vaak hevige, existentiële twij
fel over zijn opvoedkundige kwaliteiten.
Natuurlijk slaan weekendvaders soms door
en komen kinderen over hun toeren, dood
moe en misselijk thuis. Natuurlijk is het
wrang dat jij als vrouw en moeder de hele
week in je eentje de taaie opvoedingsver
antwoordelijkheid draagt en hij de vrolijke
krenten uit de pap haalt. Maar zelfs vaders
die in een wat kalmer vaarwater zijn te
rechtgekomen en in hun thuissituatie be
wust proberen de verloren intimiteit van
het dagelijks leven met hun kinderen te
herstellen, op familiebezoek gaan, en bij
voorbeeld samen met hun kinderen een
maaltijd klaarmaken, worden vaak door
hun ex-vrouw nog afgekat met dodelijke
verwijten in de trant van: 'Wat zien ze er
weer moe uit'.
Besmeurde kleding, te bleek of te blozend,
vrolijk of stilletjes, altijd is er wel een bit
se, moederlijke kanttekening mogelijk bij
de manier waarop kinderen door hun vader
worden teruggebracht. Veel weekendvaders
lopen jaren spitsroeden, omdat zij weten
dat een omgangsregeling geen vanzelfspre
kend, onaantastbaar recht is, maar bestaat
bij de gratie van het feit dat deze 'een goede
invloed heeft' op hun kinderen.
De tragedie van een echtscheiding is dat je
wel als minnaars van elkaar kunt scheiden,
maar niet als ouders. Door de kinderen die
je samen hebt gekregen, blijf je levenslang
met elkaar verbonden. Er zijn mannen die
opnieuw beginnen, kinderen krijgen bij een
andere vrouw, en zich minimaal om de kin
deren uit het eerste huwelijk bekommeren.
Maar ik ken veel meer mannen die in de rol
van weekendvader groeien en op den duur
meer vader, zelfs meer mens worden, dan
ze anders wellicht geweest waren.
Er zijn ex-partners die na een paar jaar
bakkeleien weer vader en moeder met
elkaar durven zijn. En dan bedoel ik niet het
in pais en vree geregelde co-ouderschap
waarbij kinderen vaste gedeelten van de
week bij de ene of bij de andere ouder wo
nen, maar ouders die ter wille van de kinde
ren bepaalde activiteiten samen doen. Ou
deravonden, verjaardagen, familiebezoek,
het hijwonen van schoolvoorstellingen, mu
ziekuitvoeringen, sportwedstrijden. Of die
vrouw in mijn omgeving die, samen met de
kinderen vorig jaar op vaderdag, een feeste
lijke brunch maakte en haar ex-man uitno
digde. Hij mocht er, voor het eerst sinds de
scheiding, weer zijn. Als vader van haar kin
deren.
HELEEN CRUL