Er zit nog
muziek
in de lp
If
Een pion in de strijd
yvm het bestaansrecht
Ivan de bedrijven
I
14115 was de langspeelplaat
als geluidsdrager de
hanciële d raaisch ijf van
de platenindustrie,
uverwege de jaren vijftig
urong de onbreekbare lp
[de broze 78-toerenplaat
I van de draaitafel. En
P J vervolgens moest de lp
'J** eraan geloven door de
«gjjpmsf van de cd. Bij Sony
Music in Haarlem werd
S vorige week vrijdag de
tste langspeler geperst,
einde van een tijdperk?
Daar zag het naar uit.
EGEN^r ^euw~ VennePse
onderneming Vernoth
toi|el Music ziet nog genoeg
Ie- m uziek in de
hikt voi
islokaarammofoonplaat om de
iuctie van Sony voort te
zetten. ,,Er is in dit cd-
jaar tijdperk nog voldoende
1 vraag naar pla ten.
Vrij naar de roemruchte
Engelse groep The
Kinks, zag het er vori
ge week in de Haarlemse Nijver
heidsstraat waarachtig naar uit
dat de persing van grammofoon
platen voorgoed in Dead End
Street was beland. Maar er ko
men nu opwekkender geluiden
vandaan; verrassend genoeg is
voor de zwarte schijf het ultieme
stadium van those were the day's
tny friend nog niet aangebroken.
Met de overname van Sony's pla-
tenproductiebedrijf gunt Vemoth
Music uit Nieuw Vennep, een
onderneming met een jaaromzet
van 5 miljoen en 15 man perso
neel, het aloude vinylproduct
nog leven in dit tijdperk van de
compact disc. Volgens directeur
Marcel Nothdurft van Vernoth
Music wordt ter plaatse maandag
de persing van platen hervat,
waar vorige week vrijdag nog
met weemoedig ceremonieel de
laatste lp onder beheer van Sony
vervaardigd. Nothdurft heeft zich
ontfermd over de 13 Sony-mede-
werkers, die volgens hem in
weerwil van hun onzekere toe
komst uiterst gemotiveerd op
perste kwaliteit bleven leveren
tot de allerlaatste dag aan toe.
„De onderhandelingen met
Sony hebben al met al een
maand of drie geduurd. Vorige
week had het er nog alle schijn
van dat de besprekingen zouden
afspringen. Uiteindelijk kon de
zaak voor een acceptabele som
worden overgenomen.
De productie van grammo
foonplaten in de Waarderpolder
draait dus gewoon door. Tot ge
noegen ook van Alejandro
('Alex') Bisi, general manager So
ny Music Entertainment Holland
BV. „Een goede zaak dat die fir
ma bereid is de toko met onze
mensen voort te zetten. Zo wordt
bij mij de pijn, die ik vorige week
wel degelijk voelde bij de ver
vaardiging van de laatste lp, ver
zacht."
Het is de ietwat pathetisch ge
toonzette uitspraak van een
manager, die er absoluut geen
heil in zag de 'grammofoonpla-
tenfabriek' te laten meeverhui
zen naar de 300 meter verderop
gelegen nieuwbouw in de Waar
derpolder. Op zich was het wel
uitvoerbaar geweest: het overhe
velen van de machines, de gigan
tische boilers, de stoom- en
luchtleidingen. Maar een calcu
latie leerde Alex Bisi dat er finan
cieel weinig muziek in de ver
plaatsing zat. „Hang me niet op
aan het precieze bedrag", roept
Bisi. „Maar het zou op een mil
joenenoperatie zijn uitgedraaid.
Het rendement van de grammo-
foonplatenfabriekrechtvaardigde
eenvoudig de verhuiskosten niet.
Het een had tot in geen enkele
verhouding gestaan met het an
der. Het zou wat anders zijn ge
weest, als we hier waren geble
ven. Dan waren we gewoon
Markt
De platenperserij van Sony was
in wezen een voortzetting van
wat ooit een zaak was voor de fir
ma Agram. Eind jaren zestig ging
het Amerikaanse bedrijf CBS
voor z'n Europese activiteiten
met deze platenproducent een
samenwerkingsverband aan.
Toen Sony Japan CBS in 1989
overnam, had de compact disc de
lp al lang overstemd.
Nochtans was er volgens de in
Argentinië geboren Bisi waarach
tig nog wel een markt voor de vi-
nylplaten. Zoals hij het uitdrukt,
kwamen op jaarbasis nog wel
een vier miljoen 'eenheden' van
de persen. Singles, oftewel de se
ven-inches en maxisingles vooral.
Maar aan lp's naar verhouding
'bijna niks' meer. .Alles bijme
kaar nog hooguit 50.000 per jaar,
dan had je het wel gehad."
De voornaamste afnemers wa
ren vooral discjockeys van disco
theken. Vooral vanuit Engeland,
Duitsland en Italië werden in de
Haarlemse Waarderpolder de
laatste jaren nogal wat bestellin
gen genoteerd. „Niet dat er nog
veel rek in het volume zat. Maar
genoeg discjockeys die de vinyl-
platen nog wilden. Maxi-singles
vooral. Daar werd veel dancemu-
ziek op uitgebracht. En sommige
artiesten, hardrockgroepen ook,
stonden erop dat hun nummers
nog op lp in de markt werden ge
zet."
Als geluidsdrager was de lang
speler ruim een kwart eeuw de fi
nanciële draaischijf van de pla
tenindustrie. Halverwege de ja
ren vijftig verdrong de onbreek
bare 33-toerenplaat de o zo bro
ze 78-toerenschijf. Het betrof een
Amerikaanse vinding die als een
absolute sensatie in de markt
werd gezet. Bisi: „Het kopen van
zo'n plaat betekende voor me
nigeen het in huis halen van het
enige entertainment. Er was nau
welijks tv en al helemaal geen vi
deo. Bovendien een geweldige
vooruitgang, de 33-toerenschijf
ten opzichte van de 78-toeren-
plaat. Niet alleen dat de lp door
een andere grondstofsamenstel
ling onbreekbaar was, ook de
weergave van het geluid kwam er
veel en veel beter uit. Nog een
ander voordeel: in plaats van
twee werkjes op de A- en B-kant
kregen muziekliefhebbers op
eens de beschikking over bijna
een compleet repertoire."
En wat voor informatie ver
schaften de steeds uitdagender
wordende lp-hoezen niet?! Com
plete songteksten; alle ins en
outs van de musici. Niet voor
niets kregen de platenomslagen
in de jaren zeventig de benaming
'album'. Bisi beaamt volmondig
dat het formaat van de lp-hoes
zich veel meer leende voor crea
tieve hersenspinsels dan nu het
zo veel kleinschaliger cd-omslag.
Alejandro Bisi met een bijzonder exemplaar. 'Laatste Sony Music Elpee', vermeldt de hoes van de plaat die vorige week werd geperst. Daarna
kwam het verrassende nieuws dat de productie wordt voortgezet. Maar: door een andere onderneming (Vemoth Music) en zo blijft dit de laatste
Sony Elpee. foto united photos de boer jur encelchor
„Wat dat betreft was het na de
introductie van de compactdisc
voor heel wat muziekliefhebbers
behelpen. Maar na verloop van
tijd zijn er toch mogelijkheden
ontdekt om de cd-verpakkingen
een goede grafische lading van
de inhoud mee te geven."
De langspeelplaat. Ofwel hoe
een megahit devalueerde tot een
gouwe ouwe voor dikwijls fana
tieke verzamelaars. En dat, ter
wijl tot ver in de jaren zeventig
volop aan kwaliteitverfijning van
de langspeler is gedaan. Want
waar nu menige lp-freak uit pure
nostalgie dweept met de hoge
ruis- en tikgevoeligheid van het
vinylproduct, noteerde de pla
tenindustrie de ene na de andere
klacht, toen de lp nog 'hot' was.
„Er waren twee soorten tikken",
weet Bisi nog. „De ene kon per
ongeluk tijdens het productie
proces in de plaat komen. Maar
dat was incidenteel, we hebben
altijd ons best gedaan de tikken
en de klikken eruit te halen. Het
meeste getik kwam door onzorg
vuldig gebruik thuis.
En inderdaad, er hoefde maar
een onhandige beweging met de
piek up-arm te worden gemaakt
of de naald haalde een fikse kras
over de naald. Vingerafdrukken
en stofdeeltjes leverden door
gaans ook onbedoelde onder
steuning aan de ritmesectie.
„Voor de introductie van de cd is
nog geprobeerd de lp een extra
kwaliteitsverbetering te laten on
dergaan door toepassing van CX-
technologie. Maar na verloop
van tijd was de lp toch gedoemd
het af te leggen tegen de cd."
Technici van Philips ontwik
kelden eind jaren zeventig het
handzame, gedigitaliseerde
schijfje. Concurrenten als Sony
gingen gretig met de compact
disc aan de haal. Of zoals Alejan
dro Bisi het uitdrukt: „We heb
ben bijgedragen aan de ontwik
kelingervan."
'Warmer'
De cd maakte in 1982 beschei
den z'n intrede in de platenhan-
del. De lp lag toen nog uitste
kend in de markt. Voor zover het
Bisi bijstaat heeft het zeker tot
1985 geduurd, vooraleer het gros
van de muziekliefhebbers aan de
cd wilde. „Toen pas vond het
product echt ingang en is tegelijk
de vraag naar de lp gaan minde
ren. In het begin hebben we de
schijfjes uit Japan laten overko
men, met alle logistieke proble
men van dien. Naderhand, in
1987, is speciaal voor Europa een
cd-fabriek geopend in Oosten
rijk."
Zeker in Nederland is het mu
zikale behang in huiskamers in
middels grotendeels geceedeed.
Ook de privécollectie van de 49-
jarige Alex Bisi is in de loop der
tijd gedigitaliseerd. „Wat overi
gens niet betekent dat ik mijn
lp's de deur uit heb gedaan. Ik
mag op z'n tijd nog graag een
plaatje opzetten. Want ik blijf er
bij dat de lp een warmer geluid
voortbrengt. Ik kan me enigszins
indenken dat met name ouderen
de cd te klinisch, te steriel vinden
klinken. Vraag daarentegen de
jeugd of die de lp-sound beter
vindt dan het cd-geluid, gegaran
deerd dat er een ferm 'nee' op
klinkt."
Vooral uit praktische overwe
gingen raakte de consument met
de jaren milder gestemd aan
gaande de nieuwlichter onder de
producten waar muziek in zit.
Aangezien nergens het 'men
vraagt, wij draaien' zo veel zeg
gingskracht heeft als in de ge-
luiddragersindustrie, werd volop
gehoor gegeven aan de wens van
de clientèle. Bisi: „Wat natuurlijk
meespeelde, was dat de cd ver
geleken met de lp een veel lange
re houdbaarheid heeft. Bij inten
sief gebruik kon een plaat als het
ware worden grijsgedraaid van
wege het fysieke contact met de
naald. Daarnaast was de lang
speler door het kunststof PWC
een ware stofaantrekker. De cd
daarentegen heeft een be
schermde laag. En van fysiek
contact met wat dan ook is geen
sprake. Geluid wordt geprodu
ceerd door een straal van licht,
die reflecteert. Ach, de tijd staat
niet stil. Mensen veranderen;
smaken, fashion, mode ook. Wat
in het verleden goed werd be
vonden, hoeft niet per definitie
ook voor het heden en de toe
komst te gelden. Ontwikkelingen
zijn niet tegen te houden."
„Dat mag allemaal zo zijn", re
ageert Marcel Nothdurft namens
Vernoth Music, „voor ons is de
vraag naar platen interessant ge
noeg om in dit cd-tijdperk door
te gaan met de productie ervan.
En dat geldt ook voor lp's."
run
Met een geroutineerd gebaar schuift Willem van
Groeningen de*zware loodsdeur open. Even kijkt
hij peinzend naar buiten, naar het riviertje de Does
naan zijn voeten, en naar de Achthovenerpolder aan
de overkant. Het eindpunt van Leiderdorp. Het
Groene Hart. Met ver weg een skyline van bomen
en vriendelijke lintbebouwing, halverwege bruusk
onderbroken door de kolos van Heineken. Verder
slechts de lucht, de wolken, en een eenzame eend.
Van Groeningen is de vierde generatie die op de
ze plek zijn nering drijft. In 1864 begon zijn' over
grootvader aan de Doeslaan een houthandel annex
smederij. „Dat bedrijf is geleidelijk aan overgegaan
in schuitenbouwerij. Houten boten, voor de boe
ren in de omgeving. Het vervoer van vee en mest
gebeurde toen hoofzakelijk over water. Mijn vader
is uiteindelijk definitief overgegaan op het bouwen
van boten."
De blik van Van Groeningen blijft maar even bij
het uitzicht hangen. En wordt dan onweerstaan
baar naar het ranke jacht getrokken dat voor de
loods dobbert. Want kijk, dat is nou zijn ware lief
de. „Da's toch gewoon een Rolls Royce. Heb ik zelf
ontworpen en gebouwd. Stel je voor, dat komt hier
binnen als vlakke plaatjes. Dit is het mooiste be
roep dat er is."
Bedrijvigheid is er langs dit stukje van de Does
altijd volop geweest. En nog steeds. De kleiwaren-
fabriek van Ginjaar, een eindje verderop, draait
nog. En nog een stukje verder is er een tweede
jachtwerf, De Koning-Keyzer. De gloednieuwe
loods daar geeft aan dat voorlopig niet aan opdoe
ken wordt gedacht. „Eerst stond hier een hele oude
loods. Die stond er al toen mijn vader hier in 1965
begon, en dateerde van richting 1700, zoiets", zegt
Jan Keyzer. Lang daarvoor was er overigens al een
werf op deze plek: op een kaartje van 1609 staat
netjes opgetekend dat aan de Does-Wateringe een
Lijmwerffwas gevestigd.
„Van die oude houten loods viel jammer genoeg
niet veel meer te maken", verklaart Jan Keyzer de
sloop. Het nieuwe bouwsel is echter vooral strate
gisch bedoeld. Een pion in de strijd om het be
staansrecht van de bedrijven aan de Doeslaan.
Want de woningbouw rukt op, en Keyzer wil de
over overlast klagende nieuwe bewoners vóór zijn.
Die woningbouw begint tegenwoordig op een
steenworp afstand van zijn werf. Waar vroeger kas
sen stonden, staan nu de kale betonnen dozen,
slechts opgetuigd door bouwsteigers, netjes in het
gelid. Jan Keyzer bekijkt de bouwplaats met ge
mengde gevoelens. „Zie je dat, het maaiveld ligt
daar twee meter hoger dan hier. Ze kijken gewoon
op mijn buurman en mij neer. Dat betekent toch
wel wat, niet?" De tuinder die de grond verkocht,
verwijt hij niets. „Die wou geld zien, tja, dat is zijn
goed recht natuurlijk." Maar Keyzer kreeg wel het
gevoel dat hij zich teweer moest stellen. Vandaar
de nieuwe loods, die hij aan de achterkant zo goed
mogelijk heeft geïsoleerd. Maar o, ironie: „Aan de
Doeskant is de werf wél open. En nu willen ze de
Achthovenerpolder óók gaan bebouwen.
Keyzer betreurt 'die ontwikkelingen zeer. De
Doeslaan heeft een lang verleden als straatje waar
wonen en werken goed samengingen. „Het Doe
slaan-verhaal is heel uniek. De grondtoon is altijd
geweest: verdraagzaamheid tussen mensen en in
dustrie." De woonhuizen hingen dan ook nauw sa
men met de bedrijven. Naast jachtwerf De Koning-
Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omgeving.
Bewoners vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving, maar ook over grote of
kleine problemen. Vandaag: de Doeslaan in Leiderdorp.
Jolanda Ginjaar, Jan Keyzer en Jan van Osnabrugge voor het geboortehuis van de laatste. Even verderop de kleiwarenfabriek v
briek hier nog staat. Dat dat kan."
Keyzer staan drie huisjes die daar van oudsher bij
horen. Moeder Keyzer woont nog in de ene, haar
twee zoons met hun gezinnen in de twee andere.
En verderop in de Doeslaan staat een hele rij arbei
derswoningen, gebouwd voor de werknemers van
de kleiwarenfabriek.
Die samenhang tussen wonen en werken, en ook
de daarmee gepaard gaande tolerantie, gaat lang
zamerhand verloren. Dat ligt vooral aan de nieuw
komers, stelt Keyzer. Die kunnen niet meer tegen
een beetje gehamer of wat oliegeur. „De mensen
die hier horen - tussen aanhalingstekens natuurlijk
- die hoor je er niet over." Het zijn uiteindelijk
maar een paar eenlingen die de ouderwetse sfeer
bederven. En de laatste jaren gaat dat hard. De
kleiwarenfabriek en de beide werven kregen het al
ledrie hard voor hun kiezen.
Het begon allemaal met de ophef rond de Chi
nese eendenbraderij, naast de fabriek van Ginjaar.
Twee bewoners protesteerden tot aan de rechter
toe tegen de stank die dat bedrijf veroorzaakte. En
bereikten uiteindelijk dat de braderij verdween. De
overige Doeslaanmensen keken het schouderop
halend aan. „Je rook er niks van. Wat een onzin",
zegt Truus van Osnabrugge, die aan het begin van
de straat woont. „En dat terwijl die man zóveel ge-
inVesteerd had om de overlast te beperken. En die
heeft dan voor twee families het onderspit moeten
delven." Haar man Jan neemt het woord 'saamho
righeid' in de mond. „Dat gevoel verdwijnt. Neem
nou Jan Keyzer, die is door die ene klager met een
bijl achternagezeten!" Truus: „Zou het niet iets van
deze tijd wezen? Dat mensen sneller geïrriteerd
zijn, bedoel ik. Nou, dan zeg ik: hou toch op men
sen!"
Ook de kleiwarenfabriek kreeg het te verduren.
Er zouden te veel vrachtwagens rijden, aldus de
zelfde klagers. De fabriek werd in 1920 door de
grootvader van de huidige (mede-)eigenares Jolan
da Ginjaar overgenomen. De ovens zijn nog door
de vader van Jan van Osnabrugge gebouwd. Gin
jaar maakt vooral bouwkeramiek. Schoorsteenpot-
ten, dakbedekken, ornamenten. Voor de nieuwe
aanbouw van het Leidse volkenkundig museum
bijvoorbeeld. Maar ook voor de nieuwe geveltjes
van de oude arbeidershuisjes aan de overkant.
Een van die drie gevels is door een andere aan
nemer afgewerkt, wijst Jolanda Ginjaar. Dat is te
zien aan de dakbedekken. Die zijn precies verkeerd
ojn aangebracht. Stom, maar eigenlijk ook wel
handig, lacht ze. Zo fungeert de Doeslaan meteen
als een soort toonzaal: om te laten zien hoe het wél
en hoe het niet moet.
Het geklaag over de fabriek doet Jan Keyzer pijn.
„Wat wil je dan, het weghalen en in een open
luchtmuseum zetten? En dan jij en ik er in het
weekend heengaan? Het is uniek dat het hier stéét,
dat dat kén. Ik ben dat door die toestand rond die
eendenbraderij juist meer gaan waarderen." En
ook Jan van Osnabrugge zegt. „Wie heeft er nou
last van Ginjaar? Vroeger stookten ze er op kolen,
ja, dan gebeurde het wel eens dat er een roetplekje
op je uithangende lakens kwam. Maar geen mens
die daar mee zat."
Maar zelf hebben de Van Osnabrugges ook zo
hun ergernisjes. De jachtwerf van Willem van
Groeningen staat schuin aan de overkant van hun
huis. Vaste klanten van die botenbouwer takelen
hun lieveling aan wal om die in de avond- en
weekenduren een goede beurt te geven. „En dat
gebeurt dan in de open lucht, aan de straatkant.
Als dat geklop tot 's avonds laat doorgaat, heb je
daar wel last van, ja."
Van Osnabrugge is geboren en getogen in de
Doeslaan. Om precies te zijn: pal aan de overkant
van waar hij nu woont, op nummer 14. Dat huis is
eigenhandig gebouwd door zijn grootvader, metse
laar en aannemer. En zijn huidige huis door zijn
vader. Jan van Osnabrugge zou nooit van zijn le
ven uit de Doeslaan weg willen. Al is het nu 'een
dooie straat' geworden, hij is ermee vergroeid. „Ik
heb hier een machtige jeugd gehad. Het was een
paradijs. Altijd buiten spelen. Salamandertjes. Le
ren zwemmen in de Kikkerbom."
Botenbouwer Willem van Groeningen heeft ook
zo zijn jeugdherinneringen. „Ik ben opgegroeid in
de oorlog. Naast de lagere school aan de Hoofd
straat was een weiland, en daar lagen de Duitsers
met losse flodders op elkaar te schieten. Dal zijn
voor een kind spannende herinneringen. Mijn
grootste frustratie is dan ook dat er op een gegeven
moment bulldozers kwamen en op die plek de
Willem de Zwijgerlaan aanlegden. Dat was een in
breuk op die polder. Mfjn polder! Wij speelden
daar! Die invasie van mensen die in Leiderdorp
kwamen wonen, vonden we erger dan de invasie
van de Duitsers. Zo zie je dat als kind.
Nu kijkt hij daar anders tegenaan. Met een blik,
die ook zijn mening over de toekomstige bebou
wing van de Achthovenerpolder bepaalt. „Het
móet gewoon, waar moeten die mensen anders
wonen? Dat is een kwestie van normbesef. En wat
is nou de gedachte achter het Groene Hart? Dat is
toch een soort van aflaat. Mensen die viriden dat
de natuur erg wordt benadeeld, werpen zich op
het Groene Hart, als boetedoening. Het Groene
Hart is een geloof."
De gepensioneerde man die in Van Groeningens
loods aan zijn bootje staat te werken ziet hel een
beetje anders. „Laat ze wegblijven met hun huizen,
waar moet ik anders met mijn vrije tijd heen?"
Zo praktisch ziet Van Groeningen dat trouwens
ook wel. „Als ondernemer heb ik ook mijn eigenbe
lang. Voel ik ook die dreiging van de bebouwing
van de Achthovenerpolder. Wat dan zijn onze be
drijven op den duur niet te handhaven." Daarom
ondertekent hij toch van harte de brief die Jolanda
Ginjaar hem komt brengen. Van de Samenwerken
de Bedrijven Doeslaan aan Burgemeester en wet
houders van Leiderdorp. Het onderwerp laat zich
raden. Maar voor het overige: „Ik ben meegegroeid
met de ontwikkeling van het Doeskwartier, en ver
lang helemaal niet terug naar die goeie ouwe tijd.
De nieuwe ontwikkelingen zijn veel spannender."
En de loodsdeur gaat weer dicht.