Ik ben de moordenaar, geef mij de 12 jaren'
ZATERDAG 4 APRIL 1S
Historicus Johan Brouwer en zijn misdaad als 'Leidsch studentje'
De hispanoloog en
historicus Johan
rouwer (1898-1944),
wiens naam
den onverbrekelijk is
rbonden met studies
14 over de Spaanse
ystiek, raakte in zijn
Leidse studententijd
y*,nauwbetrokken bij
een ordinaire
loordaanslag. Maar
geen gevangenisstraf
acht jaar hernam
Brouwer zich: h ij
,e "ntpopte zich tot een
7I2Ï vooraanstaand
1 lwi' letterkundige en
ooo,
r mstorwus.Tothijin
let pas
rani(944 als verzetsman
anrerPT de aanslag op het
giaH Amsterdamse
Iraci Bevolkingsregister
oooerd gefusilleerd. Dit
ge hi jaar is het honderd
ton. H J
ie,. :r geleden dat Johan
asm» Brouwer in
el ver Delftshaven werd
OOL
ooren. Tijd voor een
tn%gblik op Brouwers'
-gas r?
plaalst/i u i verin gwekkende
parke j j
.douct jeugdzonde.
d.: zó»
in ov
ooc
1151
(ca 25
ert in)
begla:
dakQc
ier (19
plavuij
terkam
Ite: 5
ix3.40
t.OOl
4-fi
ïïoxa
oorzier'
ipel, vlf
>.00
m2 W
per
:g mij
I Woo*
nde V
)0,-f
3-14'
We schrijven februari
1922. Terwijl half Ne
derland snift en snot
tert vanwege een gemene griepepide
mie en alleen in Den Haag de influen-
za-bacillen 'met succes door de zee
winden worden teruggeslagen', wordt
in Rotterdam op 3 februari 's avonds
aan de Essenburgersingel het bewuste
loze lichaam gevonden van de 23-jari-
ge Rotterdamse koopman H. Blaaser.
Het slachtoffer vertoont een schot
wond aan het hoofd en wordt met de
'zespijper', zoals men in Rotterdam de
ambulance pleegt te noemen, in allerijl
overgebracht naar het ziekenhuis.
Even denkt de politie aan zelfmoord.
Blazer heeft een paar scherpe patronen
op zak en is dus kennelijk in het bezit
van een wapen. Maar aangezien er on
danks intensieve naspeuringen met
politiehonden geen wapen in de buurt
van het slachoffer wordt gevonden en
er rondom de schotwond geen schroei-
sporen waarneembaar zijn, wordt die
mogelijkheid al snel door de recherche
uitgesloten.
Conclusie: dit is een ordinaire
moord. Rotterdam siddert. Nog geen
week daarvoor is ene Mr. Wijsman in
een 1ste klas coupé tussen Den Haag
en Rotterdam doodgeschoten. 'Bestaat
er een verband tussen deze twee za
ken?', zo vragen de kranten zich af. Een
rechercheur houdt in het ziekenhuis de
wacht bij de zieltogende man. Wie
weet, kan het slachtoffer nog iets uit
brengen. Maar helaas, Blaaser sterft en
neemt de naam van zijn moordenaar
mee in het graf.
De Rotterdamse politie ontdekt na
ondervraging van de vriendin van
Blaaser al snel dat zich in de middag
van 3 februari 1922 bij Blaasers huis in
Rotterdam twee keer iemand in een
lange regenjas heeft gemeld om haar
man te spreken. Het gaat om een jon
geman met een opvallend 'deftige
spraak'. Biaasers vriendin had tegen
hem gezegd dat haar vriend niet thuis
was. Toen Blaaser van zijn boodschap
terugkwam en zijn vriendin hem ver
telde wie er aan de deur was geweest,
had hij geantwoord: 'O, dat zal het
Leidsch studentje wel geweest zijn'.
Vlak daarna komt het Leidse stu
dentje voor de derde keer aan de deur.
Blaaser gaat met hem mee. Hij weet
dan nog niet dat hij ten dode is opge
schreven. Het Leids studentje, zo blijkt
later, is de in 1898 in Delftshaven gebo
ren Johan Brouwer.
Zending
Johan Brouwer, die opgroeide in een
eenvoudig werkmansgezin, ontpopte
zich op de lagere school al snel tot een
jongen van meer dan normale intelli
gentie. Na een niet afgemaakte studie
aan het gymnasium, liet hij zich in
1915 inschrijven aan de Nederlandse
Zendingsschool te Rotterdam, een
school die wegens gebrek aan ruimte
in 1917 werd verplaatst naar Oegst-
geest. Johan werd bij zijn studie aan de
Zendingsschool al snel geplaagd door
ernstige geloofstwijfel, zo schrijft zijn
biograaf H. Henrichs. Na het lezen van
Nietzsche, Kant en Dostojevski vroeg
hij zich af of er eigenlijk wel een God
bestond. Volgens de leiding van de
school hield de jongen er nogal 'vreem
de denkbeelden' op na. De enige die
hem goed kon volgen was Jacob van
Andel, Johans vriend en mede-student.
In 1917 slaagde Johan met lof voor
het examen als hulpprediker bij de In-
dische kerk. Hij zou, zo schrijft Hen
richs, nu in principe kunnen worden
uitgezonden als zendeling. Toen er op
Celebes een zendeling werd vermoord
tijdens 'woelingen' rondom het 'gou
vernementele verbod op dobbelen en
hanengevechten', vroeg de schoollei
ding zich af of Johan hem niet direct
zou kunnen gaan vervangen. Maar er
kwam een kink in de kabel. Johan ver
brak zijn verloving nogal abrupt en gaf
zich over aan een wufte levenswandel.
Hij begon dames van lichte zeden te
bezoeken en gedroeg zich labiel. De
leiding van de school besloot daarom
af te zien van het plan Johan uit te zen
den naar Celebes.
Jacob van Andel, voelde aan dat het
niet goed ging met zijn vriend. Hij
vreesde dat Johan 'onverbiddelijk zou
worden meegesleept naar een zenuw-
inrichting, want zijn zenuwen en zijn
hoofd zijn zwak.' In maart 1918 was het
zover dat Johan moest worden opge
nomen in het Sanatorium van de Am
sterdamse Maatschappij voor Jonge
mannen, 's Lands Zegen' in Doorn. Hij
onderging daar een ligkuur. In mei van
dat jaar voelde hij zich zo ver hersteld
dat'hij de toestand kon overzien. Hij
vroeg de Gereformeerde Zendelingen
Bond hem te ontslaan als zendeling.
Net als zijn vriend Jacob van Andel
ging hij studeren om het staatsexamen
gymnasium te doen. Hij zette zich met
hart en ziel in voor de studie en be
haalde tegelijk met Van Andel het di
ploma. Samen lieten ze zich inschrij
ven als student in de Indische Talen in
Leiden.
Biograaf Hendrik Henrichs beschrijft
Brouwer en zijn vriend in zijn biografie
als 'wroeters in alle grote wereldvraag
stukken, vooral in sociale problemen.'
De twee vrienden lazen Dostojevski en
D'Annunzio en matigden zich het air
'aan van welgestelden, 'wat merkbaar
was aan hun strakke houding en geaf
fecteerd spreken.' Door hun levenswij
ze en door hun voortdurende geldge
brek, leefden ze beiden op de rand van
overspanning. Zij benijdden hun me
de-studenten hun geld, energie en le
Johan en Cor Brouwer, enkele jaren voor de geruchtmakende moord.
vensmoed en typeerden zichzelf als
'wanhopige dégénérés'.
Johan had een kamer gehuurd aan
het Utrechtse Jaagpad in Leiden, op
hetzelfde adres als zijn vriend. Maar te
gen het eind van het jaar 1918, toen Jo
hans verwardheid toenam, besloot Van
Andel te verhuizen naar de Nieuwe
Rijn. Johan zocht zijn vriend daar nog
wel regelmatig op. Het viel de hospita
van Van Andel op dat er veel meisjes
over de vloer kwamen, hoewel de beide
jongens toch netjes verloofd waren. En
ook was Johan vaak te vinden in het
gezelschap van mannen 'die niet te
goeder naam en faam bekend ston
den'.
Brouwer verkeerde voortdurend in
geldnood. Hij ontvouwde aan zijn
vriend het plan om een bank te gaan
beroven. In Leiden had hij al contact
gezocht met enkele 'jongens van de
vlakte', die de bankemployé's onder
schot moesten houden. Van Andel zou
moeten gaan logeren bij de prucuratie-
houder van de bank, een vriend van
hem, die hen een plattegrond zou kun
nen verschaffen en behulpzaam kon
zijn bij het uitschakelen van de tele
foon.
In die tijd zocht Johan zijn jongere
broer Cor op in Rotterdam. De jongen
vertelde hem dat hij bij zijn vroegere
werkgever 1500 gulden uit een geld
kistje had weggenomen en daarvoor
nooit was gepakt. 'Haal zoiets nog eens
uit!', was de eerste reactie van Johan.
Maar dat kon Cor niet, hij had zijn dief
stal namelijk al eerder bekend aan de
Rotterdamse koopman Hartog Blaaser,
die een fietsenwinkel in Rotterdam be
zat.
Chantage
Blaaser had van Cors buit 1300 gulden
afgetroggeld om een handel in motor
fietsen beginnen. De winst die daar
mee zou worden gemaakt, zouden ze
samen delen. Met die motorfietsenha-
neel werd het niks. Maar toen Cor zijn
geld terugvroeg, begon Blaaser hem te
chanteren. Cor moest zich maar koest
houden, anders zou hij de politie in
lichten over de diefstal.
Johan vroeg Cor mee te doen aan de
bankroof. Ook Blaaser zou in het com
plot moeten worden betrokken, zodat
hij Cor niet meer zou kunnen chante
ren. Met de toelage die hij van de Gere
formeerde Zendings Bond ontving
kocht Johan een aantal maskers en re
volvers. De wapens waren dus min of
meer gezegend.
Blaaser had nog niet definitief toege
zegd dat hij zou meedoen aan de bank
roof. Toen Cor hem ging opzoeken,
wilde hij meteen 240 gulden van hem
hebben voor de inrichting van een bio
scoop. Cor zou Johan in Leiden een te
legram sturen met de mededeling of
Blaaser zou meedoen. Toen Johan op 3
februari nog steeds geen bericht had
ontvangen van zijn broer, stak hij zijn
Browning in de zak en reisde hij naar
Rotterdam. Daar smeedde hij samen
met zijn broer het plan om Blaaser te
doden. De twee broers zouden hem
onder valse voorwensels meetronen
naar een stille wijk in Rotterdam. Johan
zou op een zeker moment bukken. Dat
was het sein voor Cor om Blaaser om te
leggen.
Op de stille Essenburgersingel in
Rotterdam voltrok Cor Brouwer het
vonnis over Blaaser. Ook Johan schoot
nog een keer, maar dat schot miste
doel. Cornelis liep als een haas terug
naar zijn ouderlijk huis in Rotterdam.
Johan nam het wapen van zijn broer
over en pakte de trein naar Leiden. De
dag daarop vluchtte hij naar Keulen.
Toen hij vanuit Keulen enkele dagen
later aan zijn vriend Van Andel een
briefje stuurde met de vraag hoe de
zaak ervoor stond, wist de politie hem
daar al snel te achterhalen. In tranen
bekende hij zijn misdaad.
Raskolnikov
De moordzaak veroorzaakt een schok
golf in de vaderlandse pers. Uitgebreid
wordt er verslag gedaan van de huis
zoeking bij Jacob van Andel aan de
Leidse Nieuwe Rijn. Op het toilet van
Van Andel wordt het moordwapen
aangetroffen. De dagbladen spreken
over een wijdvertakt complot, met als
doel 'de omverwerping van den tegen-
woordigen maatschappij'. Meteen
wordt verband gelegd met een eerdere
moord, namelijk die op Mr. Wijsman
die in een eersteklas coupé van de trein
is doodgeschoten.
Het is Van Andels hospita opgevallen
dat haar huurder de dag na de moord
op Wijsman zijn snor had afgeschoren
en een baard had laten staan. En ook
dat hij sindsdien sliep met een vlijm
scherpe dolk onder zijn kussen. Boven
dien heeft zij Van Andel kort na de
moord aangetroffen, wezenloos voor
zich uit starend in een spiegel, zonder
dat hij bemerkte dat zijn hospita zich al
enkele minuten in zijn kamer bevond.
Maar na diepgaand onderzoek wordt
Van Andel door de politie vrijgelaten.
De beide broers leggen tegenover de
Rotterdamse politie een volledige be
kentenis af. De kranten meten hun
snode plan in vele alinea's uit. Over Ja
cob van Andel en Johan Brouwer
schrijven zij, dat zij in het verleden zijn
gesteund door een christelijke vereni
ging, 'blijkbaar met de bedoeling dat zij
later als zendeling zouden worden uit
gezonden'. Grimmig voegt een van de
journalisten daaraan toe: 'Door het
thans ontdekte aandeel dat zij in een
moord te Rotterdam en mogelijk in die
op Mr. Wijsman hebben gehad, zijn de
heidenen intusschen van een paar
veelbelovende opvoeders verschoond
gebleven.' Het gangsterachtige optre
den van de twee broers wordt dik aan
gezet in de verslagen. Zo zou Cor Brou
wer Blaaser door het hoofd hebben ge
schoten met zijn revolver 'steunend op
de rechterheup'.
Johan Brouwer komt er in de type
ringen die de kranten van hem geven
niet best vanaf. 'Hij stoot af door zijn
verbeten stugheid; om zijn vasten
mond ligt aldoor een gemelijken trek.'
Als het proces op 14 september be
gint, stromen de Rotterdammers toe.
'Er was grote belangstelling, buiten
voor den aanvang, werd tot op den
Noordsingel voor de publieke tribune
queue gemaakt en velen zijn onver-
richterzake teruggekeerd.
'Schietmiddel'
Voor de rechtszitting begint, drukken
de twee broers elkaar zwijgend de
hand. Brouwer heeft in zijn cel een
zelfmoordpoging gedaan. De enige re
den waarom hij nog leeft, zo zegt hij, is
om voor zijn broer te redden wat er te
redden valt. „Ik ben de hoofdschuldi
ge", verklaart hij. „Cor is veel minder
schuldig dan ik." En aan zijn advocaat
vertelt hij: „Ik wilde per se een moord
doen, maar kon niet schieten, had
nooit een revolver in mijn hand gehad.
Daarom moest ik een 'schiefmiddel'
hebben, iemand die namens mij
schoot, en dat was mijn broer. Wat de
ze deed, deed ik. Hij was slechts mijn
instrument.'
Tijdens het proces probeert de ver
dediging verzachtende omstandighe
den aan te voeren voor Johan. Uit een
psychiatrisch rapport, opgesteld door
dr. Bierens de Haan, komt naar voren
dat Johan in een ernstige geloofscrisis
verkeerde na het lezen van Nietzsche,
Schopenhauer en Dostojevski. Vooral
Dostojevski zou veel invloed op hem
hebben gehad. De kranten spreken dan
ook over het Raskolnikov-motief.
In 'Schuld en Boete' van Dostojevski
vermoordt de student Raskolnikov een
oude woekeraarster met een bijl. Hij
vindt het volkomen terecht dat een zie
ke plek uit de samenleving wordt weg
gehakt.
Johan, over wie in het psychiatrisch
rapport wordt vermeldt dat hij 'tot hui
lens toe werd bewogen als een van zijn
vrienden een dier met een stok wilde
slaan', verklaart dat hij er door het ple
gen van een moord achter wilde ko
men of er wel een God bestond. Of zijn
geweten dan zou gaan spreken. Hij had
al eens eerder met de gedachte ge
speeld zijn moeder dood te schieten en
zijn revolver in gedachten al eens ge
richt op iemand met wie hij in de trein
zat.
Tijdens de rechtzitting legt hij een
verklaring af over zijn geestelijke toe
stand. „Door het bestuderen van gnos
tische lectuur", zo verklaart hij, „ben ik
tot de absolute negatie gekomen. Bij
mij heeft geenszins de idee voorge
staan mij goud of goed te verwerven.
Alleen het zoeken naar iets in deze we
reld, dat 'absoluut' is, heeft mij aange
zet iets te doen dat in strijd was met al
le moraal. Het slechtste volgens de
menschelijke opinie heb ik uitgekozen:
diefstal en moord. Mijn broer heeft on
der mijn suggestie gehandeld. Ik ben
de moordenaar. Geef mij de 12 jaren; ik
heb alles verloren, wat mij nog dierbaar
was in deze wereld. Alles is rond mij
weggevallen."
Spaans
Cor Brouwer werd veroordeeld tot
twaalf jaar gevangenisstraf. Johan
Brouwer kreeg een straf van acht jaar
aan zijn broek, een straf die hij uitzat in
de strafgevangenis van Leeuwarden.
Na een aanvankelijke inzinking, begon
hij daar aan de studie Spaans. Twee
jaar na zijn ontslag promoveerde hij op
zijn proefschrift 'Psychologie der
Spaanse mystiek'.
Brouwer ontwikkelde zich tot een
vooraanstaand Spanjekenner en ro
mancier. Hij vertaalde Ortega Y Gassets
bekende werk 'Opstand der Horden',
schreef cultuur-historische werken als
Johanna de Waanzinnige' en 'Philips
Willem' en bemoeide zich intensief
met de Spaanse spraakkunst. Hij nam
actief deel aan de Spaanse burgeroor
log, eerst aan de kant van Franco, daar
na aan die van de communisten. In
1944 stierf hij als verzetsman voor het
Duitse vuurpeloton.
In zijn roman 'Vandaag geen spreek
uur' schreef hij over de moord in Rot
terdam: 'Ik heb van de toedracht der
zaak een verstandelijk, sluitend geheel
gemaakt, en geloofde daar zelf tot op
zekere hoogte in. Maar ik weet nu heel
goed dat ik impulsen heb gevolgd wel
ke ik niet verstandelijk kan analyseren.
Nu besef ik dat ik destijds niet zelf heb
gehandeld, maar bewogen ben, ge
stuwd, voortgedreven ben, en automa
tisch een daad heb volbracht.'
Johan Brouwer bij zijn vuurdoop aan het front in Spanje.
FOTO'S ARCHIEF