Rolf Sörensen i
%traind om te
beken naar kameraad voor Geesink
Sport
:RDAG 4 APRIL 1998
27
CHEF WILLEM SPIERDIJK. 071-5356464. PLV -CHEF ROB ONDERWATER. 071-5356463
Djecteni
gevalle
deling f
Nee, nee, loop van der Reijden noemt geen namen,
an /5.0(Te prematuur en het heeft geen enkele betekenis.
- week. Vanzelfsprekend heeft de interim-voorzitter ook ge-
erleninjezen ^at gylvia Tóth, Paul Nouwen of Wim Dik
worden genoemd als opvolger van Wouter Huib-
tichting—
regtsen bij het NOC
*NSF. „Maar als er
een voorzitter voor
het Concertgebouw
wordt gezocht, kom
je bij dezelfde men
sen terecht. Dat zegt
dus niks", kent hij
het geruchtencircuit.
Van der Reijden
houdt het in de
prenatale fase van
zijn zoektocht naar
een nieuwe NOC
*NSF-voorzitter bij
een grove profiel
schets. Hij weet pre
cies wie er niet in
aanmerking komen.
Bijvoorbeeld niet ie
mand die van zijn
vrouw en dochter te
horen heeft gekre
gen, dat hij op don
derdagavond maar
een balletje moet
slaan bij de plaatse
lijke volleybalclub.
Evenmin iemand die
wekelijks in een ca
fé-elftal voetbalt. En
ook niet iemand die
op zondagochtend
op een racefiets door
de duinen raast. Van
der Reijden stellig:
„Het moet iemand
zijn met benul van
sport en met begrip
en gevoel voor dat
monomane streven
naar resultaat."
Uit het clubje po-
tientiële kandidaten
is het volgens hem
niet moeilijk een ge
schikte persoon te
vinden. De vraag is
of de man of vrouw
het zich kan permit
teren de olympische
lam van Huibregtsen over te nemen. Het afbreuk-
isico - zoals Van der Reijden het noemt - zal naar
ijn inschatting hét knelpunt worden.
„Het is risicovol om leiding te geven aan een top
er atten j
opnem£ n oud-zwemmer
100 spartelt in de
lympische vijver,
irlopig, omdat Joop
ui der Reijden de
ag nog te pakken
et krijgen. Dat gaat
kken, want de71-
,ige voorzitter van
IS l^eronica is een
adkrachtig mens,
gewend is tegen de
stroom in te
jvaget
immen. Bovendien
ft hij maar een half
tar de tijd om als
oubleshooter het
0C*NSF in rustig
rwater te brengen,
n der Reijden ziet
I allerminst gesteld
oor een mission
possible, ofschoon
ijn opdracht een
ckeltje complexer
montjkt dan hij bij zijn
voor irf filing wilde doen
geloven.
sportorganisatie als je in het volle leven van je carri
ère staat", schetst Van der Reijden het gevaar van
de jungle. „Zie Staatsen, zie Huibregtsen, die moe
ten echt nog een paar jaar door, hoor. Zij hebben
een groot kantoor achter zich waar veel mensen
hun brood verdienen. Dan is het link zoiets als
Staatsen en Huibregtsen te moeten doormaken.
Dus denk ik dat er weinig mensen deze klus 'effe'
willen klaren, tenzij de man of vrouw aan het eind
van zijn of haar carrière is. Het lijkt me dat je moet
zoeken naar mensen die tegen de zestig lopen; aan
een vent van 45 hoef ik echt niet te denken. Zo'n
Dik zal op dit moment veronderstel ik niet
willen. Hij heeft bij KPN veel sores aan zijn hoofd.
Die kan het niet hebben als een paar sportbonden
roepen: 'Dik moet weg, want die brengt er niets van
terecht'."
Wat is dat toch met voorzitters van grote sportor
ganisaties? Het lijkt wel wild waarop gejaagd wordt.
Van der Reijden zoekt de verklaring in de toegeno
men emancipatie en individualisering. Voorzitters
van willekeurig welke sportorganisatie worden
daarmee geconfronteerd. „Omdat je te maken hebt
met sterke individuën. Zie Bettine Vriesekoop, dat is
toch een verschrikkelijk individualist; zó gefocust op
dat resultaat. Een sporter wil iemand zijn en maakt
daar veel tijd voor vrij. En dan komt er zo'n blauwe-
blazerdrager die leutert over geld dat er niet is of dat
die of die voorrang moet hebben. Mensen gaan
eerst uit van eigen belang en kijken pas daarna naar
het gemeenschappelijk belang. Er is geen kudde
geest meer."
Daarnaast wijst Van der Reijden op de toegeno
men mondigheid van sporters. ,,Als je vroeger bij
voorbeeld een schaatsenrijder voor de microfoon
haalde, brabbelde die maar wat. Tegenwoordig ko
men ze goed uit hun woorden. De emancipatie is
voortgeschreden en de individualisering heeft toe
geslagen, hoewel het wel afhankelijk van de bond is.
Hoe individueler de sport des te meer geldt wat ik
zeg, hoe collectiever de sport des te minder. Neem
de atletiekbond. In mijn tijd als staatssecretaris was
dat een 'linkse' bond, altijd in de oppositie, altijd
anders. Dat komt omdat het individualisme daar
zo'n belangrijke rol speelt. Al moet ik zeggen dat er
tegenwoordig in groepsverband ook nieuwe antago
nisten ontstaan. Zie het betaald voetbal waar de be
langen zo verschrikkelijk groot zijn geworden."
Voorwaarde
Hij wil maar zeggen dat het NOC'NSF als verzamel
plaats van alle sportbonden een gecompliceerde
club is om leiding aan te geven. Huibregtsen kon
dat, maar miste één eigenschap: hij kon niet over
weg met Anton Geesink. Om te overleven zal zijn
opvolger pertinent met het IOC-lid door één deur
moet kunnen. Van der Reijden beschouwt die ei
genschap zelfs als een absolute voorwaarde voor de
nieuwe man of vrouw. „Als hij of zij niet bereid is
met Geesink in zee te gaan, heeft-ie een geweldig
groot probleem, ja, is er zelfs sprake van een one
venredig groot afbreukrisico. Dét is het verhaal."
Maar is meer. In de slipstream van Geesink zal de
Huibregtsen-opvolger ook met de andere IOC-le-
den, Hein Verbruggen en Prins Willem-Alexander,
moeten kunnen samenwerken. „En dus ook met de
politiek", schetst Van der Reijden de complexiteit
van de functie. „De kroonprins moet als IOC-lid
voortdurend in contact staan met de minister-presi
dent, want hij wordt ooit geconfronteerd met heike
le zaken binnen het IOC, dat kan niet missen. Nu,
dan is het bijzonder nuttig als de voorzitter van het
NOC'NSF een rechtstreekse lijn heeft met de top
van de politiek."
Wim Kok staat dus hoog genoteerd op zijn lijstje
van gewenste gesprekspartners. Maar ook die van
Terpstra, Huibregtsen, Verbruggen, Willem-Alexan
der én Samaranch. Van der Reijden hoopt de IOC-
voorzitter in mei te kunnen spreken tijdens de WK
hockey in Nederland. „Omdat die man zo erudiet is,
dat ik zijn mening zeer op prijs stel. In de krant las
ik dat hij over de affaire Huibregtsen had geroepen:
'Daar komt Nederland weer...'. Ik wil hem daarom
vragen: zegt u me dan eens wat voor persoon er
moet komen? Want de toekomstige voorzitter zal
ook met Samaranch contact moeten hebben, al zit-
ie dan niet in het IOC. Om in moderne computer
termen te spreken: de nieuwe man of vrouw moet
de back-up van Geesink zijn. Als er storing is, moet
je dat ergens op een floppy kunnen opvragen. En
dat moet dan de voorzitter van het NOC*NSF zijn."
Aan Geesink kleeft nog een ander probleem, na
melijk die van de gescheiden verantwoordelijkheid.
Als IOC-lid voelt de Utrechter zich geen vertegen
woordiger van de niet-olympische bonden binnen
NOC*NSF en hij laat niet na dat ook luid te verkon
digen. De oud-judokampioen heeft zich op de hem
typerende wijze al verklaard dat de nieuwe voorzit
ter uit één van de olympische bonden afkomstig
moet zijn. Van der Reijden wil daar best over na
denken, maar pas een standpunt innemen als hij de
bonden daar zelf over heeft gehoord. „Want we
moeten voorkomen dat er een schisma ontstaat tus
sen olympische en niet-olympische bonden. Dat is
namelijk een heilloze weg. We moeten zorgen dat
we het schip scherp in de wind houden."
Op zich heeft Van der Reijden geen moeite met
Geesinks opstelling. „Als typische vertegenwoordi
ger van het IOC stel ik zijn mening namelijk zeer op
prijs. En dat zal de toekomstige voorzitter ook moe
ten doen. Omdat het uiteindelijk allemaal eindigt in
de Olympische Spelen. Het is een niet te ontkennen
feitelijkheid dat het NOC'NSF sterk op het IOC
drijft. Sterker, dat half Nederland alleen voor Spelen
belangstelling heeft. En Geesink hoeft zich van mij
geen vertegenwoordiger van de niet-olympische
bonden te voelen, als hij maar meepraat over de on
gebonden activiteiten.
Nu Van der Reijden in de huid van Huibregtsen is
gekropen, voelt hij wat het is om met het Geesink-
Rolf Sörensen gaat morgen als één van de grote favorieten van
pH start in de Ronde van Vlaanderen. Vorig jaar was hij al de
I sterkste in de klassieker, maar Sörensen krijgt nooit genoeg
van winnen. Hij is er voor opgeleid.
Joop van der Reijden:
„Het moet iemand zijn
met benul van sport
en met begrip en ge
voel voor dat mono
mane streven naar re
sultaat."
ARCHIEFFOTO WFA
dualisme te worden geconfronteerd. En zijn waar
dering voor de gewezen voorzitter is er door toege
nomen.
„Hij heeft NOC en NSF toch maar aan elkaar ge
klonken. Punt uit. De vraag of ze bij elkaar passen,
is niet opportuun. De nieuwe voorzitter heeft tot
taak ze bij elkaar te houden. En dat is waar ik voor
zit: er moet een man als Huibregtsen komen. Tege
lijkertijd moet het iemand zijn die harmonie op
bouwt tussen topsport en breedtesport."
Wat ligt er dan meer voor hand dan de tijdelijk
heid van de combinatie Van der Reijden-NOC'NSF
in te ruilen voor de duur van tenminste één zittings
termijn. De Veronica-voorzitter voldoet in ieder ge
val aan het door hemzelf geschetste profiel.
Van der Reijden werpt dat idee verre van zich.
„Het kan statutair al niet, omdat ik ouder ben dan
de toegestane leeftijd van 70 jaar. Stel dat die regel
wordt aangepast tot 72 jaar, dan ben ik het jaar
daarop weer aftredend. Ik kan mijn zittingsperiode
hooguit met een halfjaar verlengen, maar dan stuit
ik op de volgende barrière. En ik voel er niets voor
om van barrière naar barrière te regeren. Ik heb
idee dat het beter is om een jongere voorzitter te
zoeken. Ook weer niet zo heel jong, want dan heeft-
ie weer andere problemen. Maar jonger dan 72,
daar kan ik me nog wel iets bij voorstellen. Zeker,
Samaranch is ouder. Maar ja, mijn moeder is 96..."
"n Sescn
atief
/er Op het parkeerterrein van een midden
klassehotel aan de rand van Gent wast een
man zijn auto met een grondigheid die
nog maar zelden wordt vertoond. Fanatiek
:rkervat boent hij de bumper, zorgvuldig zeemt hij
'n een de ramen en als hij klaar is controleert hij
met samengeknepen ogen of er geen stre-
I en ervpen op de lak zijn achtergebleven. De man
/iNDOfis de vader van Rolf Sörensen, de Deense
appen wielrenner van de Rabobankploeg die vo
rig jaar de Ronde van Vlaanderen won en
sse zich met de 83ste editie in zicht met de
dag sterker voelt worden.
Vader Jens herkent de signalen tijdens
de Driedaagse van de Panne, de voorbe-
ndernerreidingswedstrijd op 'Vlaanderens Mooi-
len gesste'. Sörensen junior is veeleisend dezer
dagen, lichter geraakt dan anders en dat
ibelooft wat voor morgen.
Hij stuurt zijn vader erop uit om vitami-
Ines te halen en ploegleider Theo de Rooy
kvordt met spoed op de kamer van de kop
man gevraagd. Rolf Sörensen is geen jon-
jen van ophef en vertier, veel meer het ti-
|mide type, maar als het grote doel dichter-
iij komt kan hij prikkelbaar zijn. Jan Raas,
"rfbzijn baas bij de Rabobank, had het. Zijn
ie Doen vader Jens, een top-amateur in de jaren
zestig, had het eveneens.
ie, Eindh Senior, gepensioneerd verzekeraar,
recht, Zweeft voor de maand april zijn intrek ge-
- nomen in een strategisch gelegen hotel;
vlakbij de koersen. Als enig familielid ver
toeft hij dagelijks in de onmiddellijke om
geving van de ploeg. Theo de Rooy zegt
geen hinder te ondervinden van zijn aan
wezigheid, 'maar als iedereen zijn vader
zou meenemen naar de wedstrijden, zou
ik me toch even achter de oren krabben.'
De Rooy: „Gelukkig is Jens heel beschei
den. Hij begeeft zich op de achtergrond.
Maar als het nodig is, is hij niet te beroerd
een handje mee te helpen. In de Tirreno-
dsen 1 nAdriatico waren de stickers met de naam
Xq> sPonsor het hotel achtergeble-
icten ^en- Die heb je nodig voor het geval één
die extiP11 je renners in de leiderstrui komt. Daar
staat de naam van de Rabobank immers
niet op. We hadden na de valpartij (en de
a uitsluiting van 126 renners die te laat bin-
QI Éienkwamen) alleen Rolf nog in koers. Jens
is voor de zekerheid de strijkstickers gaan
halen. Achthonderd kilometer, heen en te-
rug. En het was nodig, want Rolf won en
werd klassementsleider. Heeft die ouwe 's
De afdavonds die stickers op het shirt van zijn
iheden zoon staan strijken. Prachtig gezicht."
et opsti ^ac*ers en wielrenners. De combinatie is
waaror^hen gelukkig. De Rooy kan zo een paar
r0cedufiamen noemen van renners die bezweken
Dnder de bemoeizucht van 'die ouwe' en
FOTO GPD/COR VOS
ze het best met elkaar kunnen vinden."
Beide coureurs hadden nu in dezelfde
ploeg gereden als La Francais de Jeux de
Franse nationale loterij, in 1996 niet op
het laatste moment de sponsoring van een
nieuwe ploeg met een jaar had uitgesteld.
Riss en Sörensen hadden al getekend toen
het project enkele dagen voor de presen
tatie werd afgeblazen
Dezelfde dag nog hing Jan Raas aan de
lijn met een aanbod dat Sörensen niet kon
weigeren.
„We zijn tevreden met elkaar", zegt de
renner. „Ik ben goed voor de ploeg en de
ploeg is goed voor mij. Het zit allemaal
heel professioneel in elkaar. Als ik de be
geleiding van de renners hier vergelijk met
die in Italië, zie ik geen verschil. Ik ben er
dan ook van overtuigd dat we nog gaan
horen van de Nederlandse jongens.
Boogerd is goed bezig en ik weet zeker dat
Van Bon nog een grote wedstrijd gaat win
nen." Als het aan Sörensen ligt nog even
niet morgen in de Ronde van Vlaanderen
en liever ook nog niet in oktober als in
Limburg het WK wordt verreden. „Die wil
om te winnen is bij mij heel sterk aanwe
zig. Zeker als het om de wereldtitel gaat."
Hij heeft het van niemand vreemd. Jens
Sörensen: „Ik ben net zo, ook zo'n perfec
tionist. Wat ik doe, wil ik goed doen. Het
maakt niet uit wat het is. Ik weel bijna ze
ker dat Rolf die titel pakt."
Vader zegt het. Dus het zal wel zo zijn.
van pa niet zou hebben getolereerd als hij
zijn invloed te veel zou aanwenden.
Rolf Sörensen (bijna 33) is niet het type
dat zich laat beïnvloeden. Hij gaat zijn ei
gen weg. Hij was zeventien toen hij de
deur van het ouderlijk huis in Kopenha
gen achter zich dichtsloeg en zich aan
meldde bij een Italiaanse amateurploeg.
Vader had het contact gelegd met de club
in Luca, met medewerking van de oud-
werelduurrecordhouder Ole Ritter, maar
in Toscane moest Rolf het maar alleen
uitzoeken. Zijn verblijf (Jens: „Uit eigen
wil, ik heb het hem niet opgelegd")
speelde een belangrijke rol in zijn vor
ming als beroepswielrenner.
Junior: „Ik had een droom. Ik wilde
prof worden en had daar alles voor
over. Van mijn vader wist ik dat Ita
lië het Mekka is voor coureurs, dus
moest ik die kant op. De omstan
digheden in Luca waren niet
best. Ik sliep op een heel klein
kamertje. Gelukkig waren de
mensen aardig en het eten
goed, anders had ik het mis
schien niet zo lang uitgehou
den".
Sörensen is in Italië blij
ven hangen, hij woont
met zijn vrouw en twee
kinderen in het Tos-
caanse Pieve a Nievole.
Zijn ouders zetelen
een paar huizen ver
derop. Hij kopieerde de
Spartaanse levenswijze van
zijn Italiaanse collega's die juist op
het moment dat hij zich er vestigde een
voorsprong opbouwden op het gebied van
"training en medische begeleiding. Gecom
bineerd met zijn aanleg, zijn wil om altijd
te winnen en de adviezen van zijn tweede
vader Giancarlo Ferreti, de inmiddels
werkloze ploegleider, blijkt dat nu de basis
van zijn succes te zijn geweest.
„Ik had het in het begin wel eens moei
lijk in Italië, maar ik heb nooit overwogen
terug te keren", zegt Sörensen. „Had ik
dat wel gedaan, dan hadden we er thuis
geen enkel punt van gemaakt. Dan was ik
toch een mooie ervaring rijker geweest en
had in elk geval een taal geleerd. Ik heb
veel opgegeven voor het wielrennen. Van
school is nooit meer iets gekomen. Daar
door heb ik een andere jeugd gehad dan
de meeste kinderen. Ik vind het niet erg. Ik
gaf toch niet zo veel om feestjes. In een
land als Amerika wordt volledig geaccep
teerd dat een kind een doel in de sport na
streeft. In Europa kijkt men er nog steeds
vreemd van op."
Rolf Sörensen rechts en vader Jens zijn in gesprek
Sö
rensen
wordt steeds va
ker vergeleken met Sean
Kelly. Zelfde eerzucht, verge
lijkbare sobere levenswijze. Net als
Kelly laat Sörensen zich het hele jaar zien.
Van begin februari in de Ronde van de
Middenlandse Zee tot eind oktober in de
Ronde van Lombardije zit hij op het zadel.
Hij is daarmee een uitzondering. Na de
scheiding tussen renners die zich toeleg
gen op de grote rondes en de coureurs die
van de klassiekers hun doel maken, begint
er nu ook in die laatste categorie een
tweedeling te ontstaan. Renners die straks
in de Amstel Goldrace en de Waalse wed
strijden willen presteren, laten zich dezer
dagen op de Vlaamse en Noord-Franse
keien niet zien. Sörensen vertrekt overal.
Als hij vorig jaar in de Ronde van Neder
land geen blessure aan zijn hand had op
gelopen, was hij in bezit gekomen van de
Wereldbeker, de prijs voor
de meest regelmatige ren
ner.
Toch zijn er ook grote ver
schillen met Kelly. In afkomst
bijvoorbeeld. Kelly kwam van
het Ierse platteland, Sörensen
uit een voorstadje van Kopenha
gen. Kelly ging fietsen om geld te
verdienen, Sörensen om te win
nen.
Hij heeft inmiddels zoveel gewonnen
dat hij er miljonair mee geworden is,
maar zijn vader bezweert dat geld niet
zijn drijfveer is. „Hij is een pure liefheb
ber, echt nog één van de oude stempel.
Anders had hij het niet zolang uitgehou
den." Theo de Rooy: „Hij is de perfecte
prof. Het ideale voorbeeld voor de jonge
renners."
Sörensen is in Italië getraind om te win
nen. Hij won onder meer etappes in de
Tour en de Giro, Luik-Bastenaken-Luik,
Parijs-Brussel (tweemaal), en vorig jaar de
Ronde van Vlaanderen waarin hij de
laatste kilometers een pact sloot met
Franco Ballerini. Het doel daarvan was de
sprinter Fréderic Monccassin af te schud
den, want in de sprint waren ze kansloos
tegen hem. Ze spraken af om de beurt te
demarreren. Sörensen besefte dat Mon-
cassin de eerste demarrage nog zou atta
queren, maar de tweede onbeantwoord
zou laten. Dus liet hij eerst Ballerini een
vluchtpoging ondernemen. „Dat slimme
heeft hij van mij", zegt Jens Sörensen. „Ik
had veel minder talent dan RolfDaarom
moest ik met mijn koppie fietsen. Rolf
heeft beide."
Jens Sörensen is van mening dat zijn
zoon te weinig erkenning krijgt voor zijn
prestaties, zeker in vergelijking met de lof
die de Deense kranten na diens Tourzege
uitstrooiden boven het hoofd van Bjarne
Riis. „Rolf behoort sinds 1986 tot de top.
Iedereen is het gewoon gaan vinden dat
hij elk jaar klassiekers wint. Als er dan op
eens een Deen de Tour wint, vallen de
prestaties van Rolf in het niet."
Deense kranten zetten de beide vedet
ten graag tegen elkaar op. Sörensen wordt
- hoe clichématig - als arrogant neergezet
omdat hij uit de stad komt. Riis daarente
gen heeft de sympathie omdat zijn wieg
op het platteland van Jutland stond (Hei
ning). Ook beide vaders worden ook in die
strijd betrokken. In Jutland hebben ze het
niet zo op Jens Sörensen omdat hij al
sinds Rolf amateur was alle resultaten
doorbelt naar de regionale Deense kran
ten. Preben Riis, pa van Bjarne, verzorgde
de pr van zijn zoon veel minder goed
waardoor de prestaties van Riis lange tijd
onderbelicht bleven.
Jens Sörensen: „De kranten vinden het
prachtig steeds het vuurtje tussen Bjarne
en Rolf op te stoken. Dat verkoopt nu een
maal goed. Maar ik kan u verzekeren dat