Vs igöiöii nam en bloeien op 4 H ÉÊM Leve de vooruitganj ZATERDAG 28 MAART' Golden Spur. i; !S« Oude soorten narcissen gered in Oterleek De Romeinse dichter Ovidius verhaalt hoe de knappe godenzoon Narcissus in het water keek en op slag verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld. Een betere naam voor het bolgewas Narcissus is dan ook niet te bedenken. Een tere bloem die graag groeit bij de waterkanten het kopje bescheiden laat hangen. Tenminste, zo zag de narcis er vroeger uit. Ijverige bollenkwekers hebben de bloem opgeblazen tot het volume van een roomsoes, die brutaal de wereld in kijkt. Gelukkig zijn de oude, verdwenen soorten nu weer te zien bij Josephine Dekker in Oterleek. fl -"5 s V f/ Naast de verbouw van suikerbieten, tarwe, aardappelen en kool, heeft Josephine Dekker zich gestort op het planten van antieke narcissensoorten. „De moderne soorten zijn me vaak te fel van kleur, te protserig." roro s hans van weel Pseudo narcissus princeps. In een Hollandse stolpboerderij op de grens van Oterleek en Stompetoren woont Josephine Dekker, samen met haar moeder, zes slome katers en een hyper-actieve hond. De narcissen groeien er in smalle gele linten tot aan de horizon, luisterend naar vergeten namen als Mrs. Langtry, White Lady, Stella en Golden Spur. In kringen van kenners is Josephine uit Oterleek inmiddels een begrip. De Royal Horticultural Society in Lon den bestudeert de soorten die ze achter haar boerderij weer tot leven heeft gewekt. En op de Chelsea Flo- wershow, de Britse florale equivalent van de AutoRAI in Amsterdam, kreeg de stand waarin het resultaat van haar arbeid vorig jaar te zien was, een gouden medaille. Ze erfde de boerderij van haar vader, die het akkerbouwbedrijf op zijn beurt weer had overgenomen van zijn vader. Erg enthousiast was ze aanvankelijk niet. „Ik stond er wat ambivalent tegenover. Ik had andra- gogie gestudeerd, en hoopte daarin een baan te vinden. Maar de werke loosheid in de sociale sector was zo groot, dat zat er gewoon niet in." Uiteindelijk koos ze voor de boerde rij, al was het oppervlak van 25 hec taren te klein om het bedrijf winstge vend te kunnen houden. Naast suikerbieten, tarwe, aardap pelen en kool zocht ze naar een nieuw produkt. Haar oog viel op de narcissen langs de sloot voor de boerderij, met hun witte bloem blaadjes en een lichtgroen cupje. „Een neef van mij wist te vertellen dat het een zeldzame soort moest zijn. Dus ben ik die bollen gaan op- planten. In de boomgaard kweekte mijn grootvader al sneeuwklokjes, en dat liep al jaren goed. Toen dacht ik: waarom zou dat met narcissen niet ooklukken?" In korte tijd ontwikkelde ze een scherp oog voor oude soorten, die ze veel verfijnder vindt. „Tegenwoordig selecteren de kwekers niet meer op geur, dus die is verdwenen. De oude soorten geuren nog. Bovendien over lappen de bloemblaadjes elkaar niet, maar staan nog apart. De nieuwe soorten laten hun kopjes niet meer hangen maar kijken je recht aan." Op autotochten door de kop van Noord-Holland speurt ze in tuinen van oude herenhuizen en boerderij en. „Als ik een oude soort zie, bel ik aan en vraag of ik de bollen mag rui len voor een moderne soort." Op die manier doet ze de ene ontdekking na de andere. „Ik ben wel eens bij ie mand gekomen, die een berg oude bollen bij de groenbak had liggen. Ik mocht ze wel hebben. Het bleek de Seagull te zijn, uniek in Nederland, ik heb hem daarna nooit meer aange troffen." Bij een 86-jarige vrijgezel zag ze ooit een prachtig perk in de tuin staan. Het was de Mrs. Langtryver noemd naar de maitresse van de En gelse koning Edward VII, een zacht gele bloem, in stijl van de Art Nou veau voorzien van spitse blaadjes. De man stond op het punt te verhuizen naar een bejaardenhuis en Josephine mocht meenemen wat ze wilde. „Nu is er van die tuin niets meer over; ze hebben er een geasfalteerde parkeer plaats van gemaakt. Ik had geen dag later moeten komen." Bij elkaar heeft ze nu vijftien oude soorten in haar assortiment, waaron der zelfs de oervariant van de trom petnarcis, de Pseudo-narcissus prin ceps, ooit in Nederland te vinden in oude beekdalen. Enkele vondsten zijn nog naamloos. „Sommige her ken ik gewoon niet, die laat ik bloei en en stuur ik ter determinatie op naar de Royal Horticultural Society. Pas als de soortnaam is achterhaald, zet ik hem op het land. Want de han del wil per se een naam hebben." Aan de overzijde van het Kanaal wordt de bloemen-archeologie op de Hollandse boerderij met grote be langstelling gevolgd. Is het niet merk waardig, dat de meeste narcissen- soorten Engelse namen dragen, maar in Groot-Brittannië verdwenen zijn? Josephine: „Ik heb wel eens een En gelse dame gesproken, een heuse Lady, die me wist te vertellen hoe dat kwam. Ze zei: 'Er was geen belang stelling meer voor, we hebben ze al lemaal weggedonderd ,ei I ij Onze Onze computer heeft het Als je hem aanzet, meldt hij nog somber wat over boots of of wat het wezen mag, en datl niet vinden kan. Vroeger daar geen last van. Toen kon les vinden wat hij nodig had. het gaat niet meer. Hij is gew; oud om nog vooruit te ku Meer dan tien jaar trouwe heeft hij bewezen. Ik ben g geraakt aan hem. Vorige weetód ben we een nieuwe gekocht, het werk gaat voort. Maar hij niet meteen weg. Zo zijn wij de Kt Ik kom daarop door een artikel vani Burger. Het is eigenlijk een recensie bespreking van een boek over de ges denis van het Nederlands. Niet zo'nb boek, volgens Burger. De kop spreek; delen: 'Hou je van taal, heb je pech m boek'. Het is net geen rotboek, maari Ik las dat artikel met meer dan gewon langstelling. Het geval wil namelijk, d een van de auteurs ben. Je weet dat h boek veel tekortkomingen heeft, maa hebt de illusie dat de recensent ze nii maal meteen zal ontdekken. Heeft hi 21 ook niet. Maar toch genoeg om een oordeel mte vellen. Ik betwist het nie een rotboek. Maar daarover wilde iki schrijven. Peter Burger stelt in het voorbijgaan 1 een interessante vraag. Deze vraag: u het Nederlands steeds eenvoudiger?, het einde van zijn recensie weet hij oi antwoord. Dat antwoord staat niet in boek, dus dat moet van hem zelf zijn. Nederlands wordt steeds eenvoudige daar geloof ik nou niets van. Ik besef; mijn positie als medeauteur van een deloos boek tamelijk zwak is, maar to ik graag gezegd hebben dat ik daar ni geloof. Of beter gezegd: dat de vraag 1 rechtlijnig te beantwoorden is. En nu het verband met die computi Want een nieuwe computer breng zich mee: nieuwe programma's. Eenl nummer van WordPerfect, een nieuw Word, een hogere Windows dan je gei was. De hele week ben ik al bezig daa mijn weg te vinden. Alles is net een bi j j anders. Het is om razend van te word de nieuwere WordPerfect eenvoudige is WP juist ingewikkelder geworden?! C valt niet met een simpel ja of nee te b n woorden. Sowieso is alles wat anders is, vervelei - aan te wennen. Dat is alvast de eerste f eenkomst met taal en taalveranderinj nieuwere versies bevatten allemaal ex mogelijkheden die er eerst niet waren bezien zijn ze dus bepaald ingewikkel l Aan de andere kant zijn ze ontegenze ook gebruiksvriendelijker. Als je het z kijkt, zijn ze juist eenvoudiger geworc kan niet uitmaken of ze per saldo sim r zijn of moeilijker. En zo is het volgens met talen en taalverandering ook. Als men stelt dat de taal eenvoudig; wordt, dan wijst men bijvoorbeeldB het feit dat woorden vaak korter wordL Peter Burger doet dat ook, en het is ju noemt woorden als eurovlag, narcodol en culislager. Maar daar staat tegeno\r bijna alle nieuwe woorden, ieder jaarj- nieuw, lange woorden zijn (vier letter pen of meer). Voor een grotere eenvo althans voor groter gemak, pleit dat w genwoordig iets meer uitspraakvariai accepteren. Er mag op dat punt meer dan veertig geleden. Niet zoveel meer als sommig mensen wel eens lijken te denken, ma derdaad: de variatie in toegelaten uits is enigszins groter geworden. Maar da staat dan weer tegenover dat de gram ca strenger wordt. Zo zijn voor mij no evengoed mogelijk '...dat ze haar moe zal opbellen' en '...dat ze haar moeder zal bellen'. Veel jongeren beperken zi; '...op zal bellen' en ze vinden de vof_ '..zal opbellen' al een beetje ouderwei wil zeggen: waar eerst keuze was, wor; regel nu eenduidiger, strakker. Wie kal nog zeggen of de taal per saldo eenvo! wordt? Of gebruiksvriendelijker? Of rip Het is juist, waar Peter Burger op wij de taal een duidelijke tendens verti naar regelmaat, eenvoud en efficiëntie Maar men moet er dan wel aan toevo; vereenvoudiging en naar meer regelm Maar dat is dan ook harde noodzaak. I ders zou de taal door alle vernieuwing links en rechts binnen de kortste kerei wilderen tot een chaos; we zouden al| de greep op het geheel verliezen, en 01 staanbaar worden. Dus tsja, om nu te zeggen dat het Ned lands steeds eenvoudiger wordt, dat g bij mij niet in.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 42