Gestrand op de Noordzee 'Hoe durfden ze' In een kano naar hun 'beste tante' Engelandvaarders: velen probeerden het, weinigen slaagden l/v Engelandvaarders. Zo worden de mannen en vrouwen genoemd die probeerden gedurende de oorlogsjaren het bezette Nederland over de Noordzee te ontvluchten. De eersten reeds in juli 1940; de laatsten nog in april 1945. Ze gebruikten raceboten, vletjes en zelfs kano 's. Want bang waren ze over het algemeen niet. Engelandvaarders vertrokken overal vandaan. Uit De Cocksdorp op Texel, bij de Hondsbossclie Zeewering tussen Petten en Camperduin en van de stranden van Holland en Zeeland. Daar spoelden ze- als ze tenminste niet waren verdronken of opgepikt door patrouillerende Duitsers - dikwijls weer aan ook. Want velen probeerden het; weinigen slaagden. Zaandammer Jan Bruin raakte in 1990 zo gefascineerd van deze (zoals hij dat zelf noemt) tragedie, dat hij de gegevens van al die pogingen begon te verzamelen. Via het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD)via het Algemeen Rijksarchief in Den Haag, via talloze briefwisselingen met ooggetuigen en nabestaanden en - dat vooral - via lange interviews. Samen met journalist Jan van der Werff heeft hij nu al die verhalen gebundeld in het gisteren verschenen 'Vrijheid achter de horizon'. Motto van het boek: 'De hoop is gewoonlijk een slechte gids, doch een voortreffelijk reisgenoot' (Lord Halifax). De schrijvers Jan Bruin (links) en Jan van der Werff moesten het voor hun boek voornamelijk hebben van mondelinge verslagen. foto joop qoek. Dat hij zijn onderzoek ooit zal kunnen afronden, gelooft hij niet. Jan Bruin (74): „Er zijn best wel eens momenten geweest, dat ik in de mening verkeerde dat ik ze nu bijna allemaal had. Maar dan ging de telefoon weer en dan vroeg er iemand of ik misschien die meneer was die bezig was met de geschiedenis van de Enge landvaarders. Of ik kreeg een briefje. Of ik hoorde via, via dat er daar en daar nog een man woonde, die... Het is net een sneeuwbal. Het begon acht jaar geleden met één naam; nu zit ik op 465. Wat trouwens alweer meer is dan de 447 die in het boek zijn opgenomen." Jan Bruin had een droom. En die is giste ren uitgekomen. Op het Vliegkamp Val kenburg werd het boek 'Vrijheid achter de horizon' gepresenteerd. Ondertitel: 'Engelandvaart over de Noordzee 1940/1945'. Als het aan Bruin had gele gen, was zijn magnum opus al in 1995 verschenen, maar gelukkig is dat 'door allerlei omstandigheden' niet doorge gaan. „Want stel je voor, zeg. Toen had ik nog maar de gegevens van een stuk of vijftig pogingen. Nu zit ik op ruim het dubbele." Waarmee hij - de kleine Zaankanter her haalt het nog maar een keer - bepaald niet gezegd wil hebben, dat hij nu alle Nederlandse Engelandvaarten op schrift heeft gesteld. Bruin haastig: „Nee, oh nee, ben je bedonderd, ik zou niet dur ven. Je blijft aan de gang. Eerlijk gezegd verwacht ik na het uitkomen van dit boek opnieuw reacties. Waarbij het misschien niet eens zozeer om nog onbekende po gingen gaat, maar meer om aanvullin gen. Kijk, alles diende toen natuurlijk in het geniep te gebeuren. Er zijn nauwe lijks officiële documenten. Ik moest het voornamelijk hebben van mondelinge verslagen van Engelandvaarders die op één of andere manier hoorden waarmee ik bezig was... En ben." Monnikenwerk. Telefoneren, schrijven en reizen, veel reizen. En alles noteren. En vergelijkingen maken tussen de ver schillende verhalen. En die dan ook weer natrekken. Jan van der Werff die de be vindingen van Bruin uiteindelijk in mo del goot, is er 's nachts nog wel eens zwe tend van wakker geschrokken. De 44-jari- ge journalist van het Noordhollands Dag blad: „Ik ben van na de oorlog en nauwe lijks meer dan een gefascineerde snot neus. Maar was ik dat niet geweest dan had ik dit onmogelijk volgehouden. Dacht je een verhaal aan alle kanten rond te hebben, kwam Jan opeens weer met een feit aandragen dat de boel totaal op z'n kop zette." Soms was er niet uit te komen. Bleven de verhalen over één en dezelfde poging el kaar tegenspreken. Van der Werff zegt het - je bent journalist of je bent het niet - met bloedend hart: „Hier en daar heb ben we een soort gemiddelde moeten nemen." Wat de geschiedenis er niet minder heroïsch op maakt. Van der Werff weer: „Ik rij wel eens over de Brouwers- dam naar Zeeland. En dan kijk ik naar rechts en dan zie ik die grote, grote zee met die hoge golven en dan denk ik tel kens weer: hoe durfden ze. Ze zijn de oversteek begonnen met roeibootjes, met kano's zelfs. Meer dan een handkompas je hadden ze vaak niet. Die gedachte grijpt me steeds weer naar m'n strot." m anuit Noordwijk en Katwijk zijn in de bar- re oorlogsjaren zo'n pogingen ondernomen om de ersteek naar Engeland te ma- Veelal per kano en door stu- 0fnten die hun armspieren be- orlijk hadden ontwikkeld bij iverenigingen als het Leidse ord en het Delftse Laga. Maar inigen slaagden erin om een ipje thee te gaan drinken bij n beste tante', Koningin Wil- Imina in Londen. 15 juli 1940 vertrok ik 's avonds >t de heeren L.C.M. van Een- nburg en mr. A. Vas Nunes uit lordwijk met een twaalfvoets Ons vertrek ging niet onge- '.rkt voorbij. Vanuit de kust rden wij beschoten door Duit- te soldaten. De schoten waren hter mis en ook de zoekende lfi titsche vliegtuigen konden ons 'ine scheepje niet vinden. Het lend 'er was ons niet te gunstig ge ld, maar de grote zeilkunst van -*stai n heer Van Eendenburg redde is uit menige hachelijke situa- 9 juli 1940 werden wij door ifori M. de Koningin ontvangen, die een park buiten Londen ander- be(i!uur met ons wandelde en :h uitvoerig liet inlichten over toestand in Nederland. et dit fragment uit de notities Karei Michielsen, een van de manningsleden van de jol, er de tocht naar Engeland eft gemaakt, begint het boek rijheid achter de horizon'. Dat vrijheid in vele gevallen de tod betekende, wordt na het le- n van dit boek, waaraan de Kat^ee auteurs meer dan acht jaar bben gewerkt, snel duidelijk. De jol waarvan Michielsen in n notities gewag maakt, heette èbèk', het Maleise woord voor nd'. Het was een toespeling de naam van de bezitter van it vaartuig, Kees van Eenden- irg. Van Eendenburg, student chten, wilde samen met zijn ienden Karei Michielsen en eddie Vas Nunes naar Londen. Kees was een geroutineerd zei- Met paard en wagen, zo be- hrijven de auteurs van 'Vrijheid "hter de horizon', werd op 5 juli 140 de jol naar het strand van oordwijk gebracht, vlakbij Ho- Huis ter Duin. Het drietal oe- tde eerste enkele dagen met de Dot onder het observerende oog Jbi Korporaal Jacob Willem van Hamel en vaandrig Rudolf Frederik van Daalen Wetters zetten op 21 juni 1941 per kano koers naar Engeland. Ze brachten vijf volle dagen en nachten op zee door. foto's archief van de Duitsers, die dachten dat ze een beetje aan het spelevaren waren. Dat oefenen was hard no dig. Wilde je kunnen wegkomen, dan was het zaak om snel door de branding te raken en dan de overtocht te wagen. Wanneer het tijdstip daar is, worden de drie jongelui vanaf de kust door scherpschutters be schoten. Maar de kogels boren slechts gaatjes in het water van de Noordzee. Na vele ontberin gen komen de drie uiteindelijk aan voor de Britse kust, waar ze door een mijnenveger worden opgepikt. Ze nemen dienst in het leger en komen alle drie de oor log goed door. Auteur Jan Bruin: „In dit geval ontkwamen de Engelandvaar ders met een jol. Maar de mees ten hebben gebruik gemaakt van een kano, al of niet met een zeil erop. Die kano's waren namelijk maickelijk te vervoeren of te ver bergen. Er zijn veel Engeland vaarders vertrokken vanuit het tunneltje nabij het Rotterdamse Zeehospitium in Katwijk, waar je een doorgang had naar het strand. De sleutel van de deur die toegang gaf tot dit tunneltje werd hen verstrekt door de leiding van het Zeehospitium. De meeste Engelandvaarders waren studen ten, die zich bij studentenvereni gingen in het roeien hadden be kwaamd. Ze werden bij hun po gingen te ontsnappen wel gehol pen door de Katwijkse of Noord- wijkse bevolking. Maar helaas, van de 28 kano's die vanaf onze kust zijn vertrokken, zijn er in het totaal maar vier aangekomen. Sommige Engelandvaarders heb ben de zee overigens nog niet eens bereikt. Voordat ze van wal konden steken, was de zaak al verraden." Schrijnend Een schrijnend geval van verraad wordt uitvoerig beschreven in 'Vrijheid achter de horizon'. In dat verhaal speelt Bob Schreiner, die later directeur werd van Schreiner Airways, nog een rol. Hij heeft de poging om naar En geland te ontkomen beschreven in zijn memoires. Bob Schreiner, zo schrijven de auteurs, kwam begin 1941 zijn oude HBS-vriend Hans Fles te gen, die net als hij een vliegbre vet had. Fles, een verzetsman, kende ene Mozes Aaron Brandon Bravo, een kleermaker die con tacten had met de regering in Londen. Toen de twee vrienden hem op de hoogte stelden van hun plan om naar Londen te ontsnappen, moesten ze hem eerst hun vliegbrevet laten zien. „Want aan loopjongens", zo zei Brandon Bravo, „hadden ze in Londen niets." Eind maart 1941 verzamelden zich ongeveer twaalf jongelui in het huis van Brandort Bravo aan de Watersteeg 10 in Leiden. Er zou een sloep met een buiten boordmotor in de Noordwijkse duinen klaarliggen. Daar konden negen mensen in mee. Onder hen bevond zich de bekende ver zetsstrijder Henk M. van Rand wijk, die later betrokken zou zijn bij de oprichting van het blad Vrij Nederland. Maar er waren verraders in de groep: Pieter Ro- thert, een 32-jarige Noordwijkse elektricien, en de Leidse koop man De Jong. Zij waren in dienst van de Duitsers als V-Mdnner, lieden die moesten infiltreremn in verzetsorganisaties. Op 3 april zouden ze vertrek ken. Verzamelpunt was het huis van Brandon Bravo in Leiden. Schreiner, die verlaat was, liep op weg naar het huis van Brandon Bravo Rothert tegen het lijf. Rothert waarschuwde hem en vertelde hem dat hij beter rechtsomkeert kon maken. De Sicherheitspolizei had een inval gedaan bij Brandon Bravo en in het naaimandje een pistool had gevonden. Vier van de gearres teerden moesten het in concen tratiekampen met de dood beko pen. Mozes Brandon Bravo ont snapte uit de cellenbarakken van de Scheveningse gevangenis, maar al snel bleek dat hij een verrader was die voor de Duitsers was gaan werken. Mevrouw Fles, de vrouw van de broer van Hans Fles: „Hans Fles is in Oranienburg overleden. Hij is door Brandon Bravo, die als jood zijn eigen hachje wilde redden, verraden." De kleerma ker kreeg uiteindelijk acht jaar gevangenisstraf. Piet Rothert kreeg levenslang en Jan de Jong werd door het verzet geliqui deerd. Vlieg Veel Engelandvaarders namen de kuiten omdat ze in Nederland door de Duitsers werden ge zocht. Dat ze in hun pogingen om de dood in het concentratie kamp te ontlopen vaak een an dere dood tegemoet gingen, zul len ze niet hebben beseft. Korpo raal Jacob Willem van Hamel en vaandrig Rudolf Frederik van Daalen Wetters zetten op 21 juni 1941 per kano koers naar Enge land. Ze brachten vijf volle dagen en nachten op zee door. De wind was gaan liggen en ze waren aangewezen op peddelen. Tij dens de vijfde nacht streek er op de mast van hun zeilkano een huisvlieg neer. Opgelucht haal den ze adem. Nu wisten ze dat ze in de buurt van Engeland waren. In Londen werden de twee man nen drie weken intensief onder vraagd. Ze kwamen uiteindelijk terecht bij het Dutch Spitfire Squadron van de Royal Air Force. Rudi van Daalen keerde op 4 mei 1945 gezond en wel terug naar zijn ouderlijk huis. Van Hamel stierf in zijn Spitfire, waarmee hij op 11 april neerstortte. Ontroerend is het verhaal van de studenten Willem Herman Peteri en Henri Bernard Peteri, die eveneens per kano de over steek waagden naar Engeland. Na het lezen van een sage over een kajaktocht van IJsland naar Noorwegen, was het de broers duidelijk dat ze per kano moes ten zien te ontkomen. Op 17 sep tember huurden ze een kamer in de Voorstraat in Katwijk, waar, als ze de tuindeuren opendeden, de kano in zijn lengte kon liggen. Na veel moeilijkheden kwamen ze aan bij de kust van Engeland. Toen ze de Engelse kust eenmaal hadden bereikt, durfden ze niet aan land te gaan vanwege het ge vaar van landmijnen. Ze trokken de aandacht van een Britse sol daat, die een van de jongens zijn baret op het hoofd drukte en hen toevoegde: Join the army! Duitse hulp Het gebeurde bijna nooit, maar af en toe hielpen de Duitsers de Engélandvaarders bij hun ont snapping. Arie van den Burg woonde aan de duinrand van de Noordzijderpolder bij Noordwij- kerhout. Hij kende een Feldwe- bel van de Wehrmacht, een man Hans Fles zou per sloep vertrekken uit Noordwijk, maar werd verraden voor hij met een aantal anderen kon vertrekken. die hij zo vertrouwde dat hij hem vertelde dat hij twee joodse ge zinnen wilde helpen te ontko men. Met zijn twee paarden trok Arie een boot naar het strand. De twee joodse mannen duwden de boot de zee in. Arie hielp de vrouwen, die zich met de kinde ren aan de duinrand hadden schuilgehouden, de boot in en drukte de mannen op het hart de motor pas te starten als ze de branding waren gepasseerd. De overtocht lukte. De Duitse Feld- webel stond die nacht op wacht en had het sein 'veilig' gegeven. Een van de verhalen over de Engelandvaarders eindigt met de zin: 'Hoewel de zee heel kalm was die dag, is er nooit meer iets van de jongens vernomen.' Die- leemte hebhen de auteurs met dit boek opgevuld. Het is een waardig gedenkteken, een eenza me boei, die aangeeft hoe in een donkere lijd kleine mensen zich hegaven op de grote zee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 39