PORT Nederland is te klein voor DIOK 'Je kan twee keer winnen en twee keer op je bek gaan' JtERDAG 14 MAART 1998 Trio maakt zich op voor tiende titel Een unieke gebeurtenis in de Nederlandse sporthistorie is aanstaande. Het Leidse DIOK |kan morgen voor de tiende keer op rij de nationale titel voor tzich opeisen. Drie rugbyspelers maakten ze allemaal mee: Yves Rummer, Marcel van Loon en Robbert Broers. Volgens dit trio, samen goed voor meer dan 150 interlands, is het einde van de reeks kampioenschappen voorlopig nog niet in zicht. DIOK is Nederland namelijk al een tijdje ontgroeid. „We zijn op het punt gekomen dat buitenlandse trips en internationale toernooien voor ons meer betekenen dan de competitie", zegt Rummer onomwonden. „Dat is natuurlijk niet goed voor het Nederlandse rugby maar het is nu eenmaal een feit dat geen andere rugbyvereniging de mate van professionalisering die wij hebben doorgevoerd, heeft kunnen benaderen. Niet voor niets eindigde in de afgelopen jaren telkens een andere club als tweede." Robbert Broers Leeftijd: 30 jaar Lengte: 1.81 meter Gewicht-91 kilo Beroep: ambtenaar Positie: flanker Interlands: 'meer dan 50" De woorden van Kummer klinken bijna ar rogant, in ieder geval zelfverzekerd. Dat het zover heeft kunnen komen dat aanvoerder Marcel van Loon morgen in Castricum vrij wel zeker voor de tiende opeenvolgende keer de zogeheten Van Broekhuizen-bokaal in ontvangst neemt, is volgens de 32-jarige Kummer het resultaat van een simpele op telsom. ,,We trainen harder en vaker en er is een goede begeleiding. We hebben altijd uitstekende faciliteiten, coaches en buiten landse toppers gehad, plus natuurlijk het feit dat de beste vijf rugbyers van Nederland al jong met elkaar in een team konden sa menspelen." Kummer noemt in dat opzicht geen na- Yves Kummer, Marcel van Loon en Rob bert Broers staan klaar om de tiende titel op rij voor DIOK in de wacht te sle pen. FOTO LOEK ZUYDERDUIN men. Wel wil hij die van Theo Snijders, de trainer die de succesreeks ruim tien jaar ge leden in gang zette, niet onvermeld laten. Na de verrassende eerste titel in 1981 (het totaal komt morgen dus op elf), viel DIOK terug. Er werd meer energie gestoken in de vervolmaking van het nieuwe complex aan de Smaragdlaan dan aan gerichte trainin gen. Snijders gooide het roer bij zijn aan stelling in 1987 reso luut om. „Hij heeft de mentaliteit sterk ver beterd", rept de 30-ja- rige Broers. „Het stu dentikoze, op zater dagavond met z'n allen naar de kroeg, werd afgeschaft. Ook op bestuurlijk vlak heeft zijn stempel op de club gedrukt. Het devies werd samenwerken in plaats van dwarszit ten." De kampioenschappen volgden elkaar in sneltreinvaart op. Eerst met Snijders, ver volgens onder Dick Altink, Julius Breinburg, weer Altink, weer Snijders en tenslotte mor gen met de Engelsman Iain Krysztofiak op de bank. Volgens captain Marcel van Loon (29) is ten onrechte bij buitenstaanders de indruk gewekt dat het van een leien dakje is gegaan. „Als je vroeger als redelijke speler een maand niet trainde, kon je de draad zo weer oppakken. Die tijd is al lang voorbij. Een paar van de titels zijn ook met enig ge luk tot stand gekomen. Ik herinner me een seizoen dat we drie keer van HRC verloren en toch kampioen werden. Het afgelopen jaar hebben we door de komst van Kryszto fiak - zonder hem hadden we het misschien niet eens gered - weer een duidelijk streepje voor op de concurrentie." De buitenlanders vormen een van de pij lers waarop de hegemonie van DIOK stoelt. Doorzetten Is Onze Kracht ontwikkelde een aantrekkingskracht op Engelstalige rugby ers die 'toevallig' in Nederland werkten of studeerden zoals Chris Hogg (Engeland), David John (Trinidad), Derek McDonald (Nieuw Zeeland) en Nick Caldwell (Austra lië). Daarbij komt dat Willem Hanekom, Zuid-Afrikaan en voormalig lid van DIOK, tegenwoordig woont in de rugby-maffe wijnprovincie Stellenbosch, waar op de plaatselijke universiteit zelfs een leerstoel rugby bestaat. Een telefoontje naar het adres van Hanekom is soms al voldoende. Dan 'stuurt' hij voor enkele maanden een streekgenoot richting Leiden en heeft DIOK weer een topper in huis. Tommy Jackson, Carel van der Merwe, Chad Lion-Ca chet, Jan Nel en Warren Kruger zijn de bekendste Afri- kaanders die de blauw-gele clubkleuren verdedigden. Naast het aantreldcen van buitenlanders („Niet overdrij ven", vindt Broers, „het waren er nooit meer dan twee tegelijk.") heeft DIOK een voor Nederland vooruitstrevend jeugdbe leid ontwikkeld waarbij in samenwerking met de plaatselijke overheid op scholen in de Leidse regio rugby onder de aandacht wordt gebracht. Daar heeft de gemeente Leiden zelfs met een subsidie van 14.000 gulden aan meebetaald. Ook dat draagt bij aan de unieke positie van DIOK binnen de nationale rugbywereld. Broers: „Alleen bij HRC is er ook sprake van een goede jeugdopleiding. Ik zou willen dat meer clubs ons volgden want anders wordt ook op dat gebied het gat alleen maar groter." Met de hierboven ge schetste ontwikkelingen, is het niet verwonderlijk dat de Leidse club in eigen land op eenza me hoogte is beland. Het gevolg is volgens Kummer dat zijn vereniging voor een lasti ge keuze wordt gesteld. Wil DIOK met re gelmaat aan internationale wedstrijden meedoen (bijvoorbeeld in Europees ver band) en de nationale competitie in feite als een oefencampagne afdoen, dan is daar veel (reis)geld en nog meer trainingsarbeid voor nodig. Houdt DIOK in eerste instantie het vizier op de Nederlandse competitie ge richt, dan blijft de club titels aaneenrijgen in de positie van de bobo's. Hij vindt dan met een kans op verzadiging en demotiva- ook dat de verstandhouding beter moet, en tie. snel. Zowel in het belang van zijn club als Kummer neemt zijn vriendin, de olympi- de rugbykoepel. „Nooit is er eens iemand sche roeister Irene Eijs, als voorbeeld. „Wij van de bond naar ons toe gekomen met de trainen drie keer per week en worden kam- vraag: 'hoe doen jullie dat nou? Hoe pakken pioen. Zij traint drie keer per dag en met een beleving en agressie waar wij, mannen van DIOK, een voorbeeld aan kunnen nemen. Dat is pas topsport. Maar als wij die in stelling en mentaliteit nastre ven dan is Nederland na tuurlijk al helemaal te klein." De rode draad die door de afgelopen tien jaar heen loopt, is de stroeve en kille jullie dat aan?'. Het zou beter zijn samen te werken en van elkaar te leren dan al dat ge konkel." Leiden is wat topsport betreft ronduit karig bedeeld voor een mid delgrote stad. Toch hebben de prestaties van DIOK, een van de weinige uitzonderin- verhouding tussen DIOK en de NRB, de gen. niet kunnen zorgen voor een noe- Yves Kummer Leeftijd: 32 jaar Lengte: 1.76 meter Gewicht: 96 kilo Beroep: account-manager Positie: hooker Interlands: 68 rugbybond. Werden de Leidenaars kam- menswaardige publieke belangstelling aan pioen op doelsaldo dan werd besloten dat de Smaragdlaan. Volgens Van Loon ligt dat het seizoen daarop het onderling resultaat aan 'het spelletje'. „Tot voor kort was het li- Marcel van Loon Leeftijd: 29 jaar Lengte: 1.98 Gewicht: 105 kilo Beroep: timmerman Positie: 2de rij 1ste springer Interlands: '40 50' doorslaggevend zou zijn. Haalde DIOK de titel op die manier binnen, dan werd de maatregel weer ongedaan gemaakt. Met be langrijke competitiedata werd net zo mak kelijk geschoven als schijven op een dam bord en zelden pakten deze wijzigingen in het voordeel van DIOK uit. Verder ging de vestiging van het nationaal rugby- centrum 'uiteraard' voorbij aan Leiden, waar toch de hofle verancierzetel t „Ik geloof niet dat de bond ons systematisch tegen werkt", zegt Kummer di plomatiek. „Maar het is te kenend dat als er een nieu we bondscoach wordt aan gesteld (de Nieuw-Zeelander Geoff Old, red.) die nog niets van het Nederlandse rug by weet en bij zijn eerste selectie af moet gaan op informatie van de bond, er slechts één DIOK'er wordt opgeroepen. Maar we kunnen ook bij onszelf te rade gaan. DIOK heeft altijd de mogelijkheid aan zich voorbij laten gaan om iemand aan de bond te leve- ne-out, dan een trap over de zijlijn en weer line-out. Dat soort rugby is niet aantrekke lijk om te zien. Inmiddels is het spel sneller en beweeglijker geworden maai' ik betwijfel of het ooit echt druk langs de lijn wordt. Dat is het in Leiden zelfs bij het voetbal niet." Broers is een andere mening toegedaan: „Het heeft alles met pr te maken. Iedereen heeft zich de laatste jaren ingezet om spon sors binnen te halen in plaats van publiek. Daarin zou nu een andere balans moeten komen. Volgend seizoen blijven nog acht teams in de ereklasse over en de andere ze ven zullen zich zeker versterken met spelers uit de clubs die afvallen. De competitie zal er spannender op worden en ons kam pioenschap minder vanzelfsprekend. Mis schien dat er dan meer belangstelling komt." Morgen zal Van Loon voor het oog van de Studio Sport-camera's met de oude, inmid dels bekende, trofee pronken die nu al ne gen jaar een vaste plaats in Leiden heeft. „Natuurlijk hebben we iets van: die beker is van ons. Maar zo gewoontjes is het nu ook weer niet. Het mag dan al de tiende keer zijn, het blijft een prestatie en ik ben er niet minder blij om. Echt wennen aan een kam pioenschap, dat lukt nooit." Trendsetter Jacques Brinkman volgend jaar spelend coach bij Amsterdam Jacques Brinkman heeft een reputatie hoog te houden waar het gaat om het zetten van trends. Hij was twee jaar terug de eerste die met een hoofddoek zijn sponsor tevreden probeerde te stellen, Hij was ook de eerste hockey-international die een zelf ontworpen stick op de markt bracht. Zijn laatste 'nieuwtje', een dubbelfunctie, zal ook wel weer navolging krijgen. Volgend seizoen gaat hij bij Amsterdam aan de slag als speler/coach. „Ik ben er heilig van overtuigd dat het goed zal werken", klinkt het overtuigend. De Bilthovenaar beseft dat er voor hem als spelende coach veel zal veranderen. „Ik zal diplomatieker moeten zijn", weet Brinkman, die bekend staat als man die geen blad voor de mond neemt. „Ik krijg nu meer verantwoordelijkheid. Wat de op stelling betreft, hoe er getraind en ge speeld wordt. En vooral naar buiten toe natuurtijk. Dat is leuk, maar het zal wel wennen worden. Ik heb nooit eerder ge coacht, dus ik sta er blanco tegenover. In die zin is het ook spannend." Het kostte Jacques Brinkman precies drie kwartier om de knoop door te hak ken, nadat de spelersraad met het voorstel bij hem was gekomen. Het feit dat de se lectie zelf met de suggestie kwam, gaf voor hem de doorslag. „Dat deed me goed. Ik had er zelf nooit over nagedacht. Mis schien dat ik aan het einde van mijn carri ère, over twee jaar, iets met coaching had willen doen. Maar hoe meer ik er nu over nadacht, hoe leuker het me leek." Na zijn ja-woord begon de zoektocht naar een 'honderd procent betrouwbaar' begeleidingsteam. Op een manager na heeft de meest succesvolle hockeyer ter wereld (Brinkman heeft alle te behalen in ternationale titels op zak) het groepje in middels rond. De bij Klein Zwitserland op gestapte Donald Drost gaat de trainingen verzorgen. Brinkman: „Daar is-ie heel goed in." Broer Richard zal tijdens de wedstrijden als coach op de bank plaats nemen. „Met hem kan ik lezen en schrij ven", aldus de 254-voudig international over zijn oud-ploeggenoot bij Kampong. „Richard zal beslist niet als een marionet gaan werken. Hij moet zorgen dat de wis sels goed verlopen. En dat gaat lukken, daar ben ik van overtuigd. „Het wordt veel meer een gedeelde ver antwoordelijkheid, al ben ik uiteindelijk wel de baas", kijkt de 31-jarige vader van twee zoons vooruit. „Ik denk dat we daar als team sterker van zullen worden. Voor mij zal het vreemd zijn, maar ik zie ook voordelen. Je hoort coaches er vaak over dat ze zo weinig meer kunnen doen als de ploeg eenmaal op het veld staat. Dat zal voor mij anders zijn, ik kan van dichtbij sturen. Ik hoop dat het mijn eigen spel niet te veel zal beïnvloeden. Nee, ik denk niet dat het ten koste zal gaan van m'n fa natisme in het veld. De dubbelfunctie zie ik juist als een mooie uitdaging." De afgëlopen tien jaar keek hij bij het Nederlands team de kunst van het coachen vooral af van Hans Jorritsma. De man die Oranje in 1990 in Lahore aan de wereldtitel hielp, heeft veel indruk ge maakt op Brinkman. „Hij had iets ma gisch. Zoals hij bij voorbeeld naar het be kendmaken van de opstelling toewerkte. Zelfs als record-international wist je niet zeker of je speelde. Hij wist daar een be paalde spanning om heen te bouwen. Waardoor je iedere keer weer blij was als je in de basis stond." Brinkman wil zelf vooral 'helder en dui delijk' zijn. „Wel hard, maar eerlijk en recht voor z'n raap. Ik wil vooral mezelf zijn, dat is als coach het allerbelangrijk ste." Hij wordt straks de eerste betaalde spe ler bij Amsterdam. „Ik heb nog geen ge sprek gehad over de financiën. Dat is het minst belangrijkste", zegt de trendsetter die dondersgoed beseft dat hij in de gaten zal worden gehouden. „Je kan twee keer winnen, als speler en als coach, maar je kan ook twee keer op je bek gaan. Het is een experiment, maar ik ben er heilig van overtuigd dat het zal werken. En mocht dat niet zo zijn, dan verdwijn ik weer als coach. Als speler ga ik sowieso nog een tijdje door." De cup We zagen een nerveuze man - geschoren, goed (maarniet tegoed) gekleed, zweer op het voorhoofd, in het oneindige sta rende ogen: zeg maar het type PR-functionaris - bezig zichzelf op te knopen aan zijn das. Ook zagen we een tikje stijf geklede met onaardige juffrouw - col bertjasje. paardenstaart, nagels tiptop, rouge op de wangeiu zeg maar het type PR-functionaris- assistente - haar mobiele tele foon in de hoek smijten en haar vulpen opeten. Hier ging niet zó maar iets mis. Hier was een crisis gaande. De commentator meldde dat de spanning van de gezichten te scheppen was. Dat was het. Met kilo's tegelijk. Graag had ik nu Ennio Morricone op de achter grond gehoord. „En?", vroeg de commentator, „komt alles nog op zijn pootjes terecht?" De PR-man, zijn gezicht paars van de verwurging, trok de knoop een ietsje los - want PR- man ben je tot je laatste snik en zolang je ademt, dien je elke vraag naar eer en geweten en met kwinkslag te beantwoorden - en antwoordde: „Westellen momenteel een onderzoek in. „De cup is dus zoek?" „Dit heeft u mij niet horen zeg gen. „Is de cup er al dan?" „Dat zijn uw woorden. Helaas. De PR-man begon weer babbels te krijgen en ontdeed zich van zijn das. Dat de vra gensteller vragen blééf stellen be greep ik ook wel, anders zou hij het filmpje niet hebben mogen uitzenden vanwege de nabe staanden en bovendien zouden wij dan niet weten waar de cup gebleven was. De wereldcup was onderweg naar Nederland en R. Koeman zou de cup ontvangen. Koeman was in een soort rol- stoellimo naar de 'gate'gereden en sprak groots en meeslepend over bloed, zweet en tranen die ei verspild moeten worden eer je de cup langer dan een paar da gen in je bezit kunt krijgen. Maar wie vooralsnog echt zweetten waren de verslaggever die Koeman 's karretje bij moest benen en het PR-bureau. Vijf voor tien. De cup had an derhalf uur geleden al moeten landen. „Om tien uur maak ik op een persconferentie bekend dat we met man en macht naar de cup aan het zoeken zijn", zei de PR- assistente en gebaarde alle pers naar de persruimte. Met hoeveel macht? Alle macht' Met hoeveel man? Tien man. minstens! Je hoopt op Scotland Yard en speurhonden. Maar wat we voorgeschoteld kregen, overtrof alles. Een dikke rechercheur kroop als een indiaan over het tapijt om tuurde onder een bank. De marechaussee hield mannen met koffers aan. Druk getelefoneer. Kamervragen aan Sorgdrager. Dan. eindelijk: de marketing-director van het PR- bureau nam het woord. „De cup komt. Hij is onderweg. Gejuich Applaus. Op Schiphol zetten vakantiegangers spon taan de wave in. „De cup is ingestapt in Nigeria, volgens plan. Naar Kameroen per privé jet. Daarna aan boord van een cruiseschip naar Jamai ca. Carnaval gevierd in Rio. Vandaar per drugskoerier naar Colombia. Uitgewezen. Gelift naar Korea. Daar geboard op een vlucht naar Parijs. Aanslui tende vlucht gemist. Getroffen door een staking van her grond personeel. De cup heeft nog overwogen de trein te nemen, maar is inmiddels ingecheckt en landt voor het vallen van de avond. Vliegt zo'ti cup business-clas vroeg ik mij aj? Heeft zon ding iets aan air-miles? Js een cup jet- lag-gevoelig? Hoogtevrees? Maar bovenal wilde ik weten, wat vindt Ronald Koeman van deze vertoning? Heeft die niks beters te doen? De commentator schoot dezelfde gedachte te binnen. Heeft u wel zo langde tijd?", vroeg deze bezorgd aan Koeman, die nu al twaalj keer voor niks op en neer gechauffeerd was naar de gate. „Ik ben gelukkig de hele dag be schikbaar", glunderde Ronald met een jongen sa cli tig stralend gezicht en verried hiermee dat zijn honorering op deze span nende dag per uur geschiedde. Frank Snoeks is verslagge ver van Studio Sport

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 25