tBethlehem met grootse plannen op naar 2000
Ëie vergeten zonen van het Russische Rijk
Buitenland
C 7 MAART 1998
fantastische plaats zijn", meent
Lindquist. „Er zouden miljoe
nen mensen komen. En het kan
hier ook zo worden. De stad
heeft ongekende mogelijkhe
den, met zijn mengeling van
culturen en godsdiensten. Het
is alleen jammer dat de om
standigheden zo slecht zijn.
Niet alleen de toestand in de
stad, maar ook de politieke situ
atie."
Har Homa
Dat laatste is niet te veel gezegd.
Bezoekers van 'Abu Shanab',
één van de beste Oriëntaalse
eetgelegenheden van Bethle
hem, kijken uit op een ooit be
boste heuvel, waarop bulldozers
de laatste maanden hebben
huisgehouden. Het is de plaats
waar de nieuwe Israëlische ne
derzetting Har Homa moet ver
rijzen, voor de Palestijnen een
steen des aanstoots in het vre
desproces. Even ten oosten van
Har Homa liggen de velden
waar volgens het kerstevangelie
de herders de geboorte van Je
zus kregen aangezegd. Een en
gelenkoor zong er 'Ere zij God
in den hoge, en vrede op aarde
bij mensen des welbehagens'.
Kort voor Kerstmis 1995 ver
trok het Israëlische leger uit
Bethlehem, om plaats te maken
voor de Palestijnse politie. Maar
Israëlische soldaten drukken
nog altijd hun stempel op het
leven in de stad. Bij de militaire
controlepost op de weg naar Je
ruzalem wachten vooral in de
vroege ochtend en namiddag
lange rijen auto's. De moeilijke
toegankelijkheid van het Arabi
sche deel van Jeruzalem voor
Palestijnen van de Westoever
heeft ernstige economische ge
volgen voor beide gebieden.
Wie de controlepost in zuide
lijke richting is gepasseerd, ziet
bij het binnenrijden van Bethle
hem aan zijn rechterhand een
soort fort, waarvan de muren
recent zijn bedekt met een de
coratieve natuursteen. Een
vangrail van gewapend beton
moet voorkomen dat terroristen
auto's met explosieven naar
binnen rijden. Het fort dient ter
bescherming van de graftombe
van Rachel, een joodse heilige
plaats die volgens de Oslo-ak
koorden een speciale status ge
niet. Het heiligdom werkt als
een rode lap op de Palestijnse
stier. Vorige maand nog schoten
Israëlische soldaten er een ze
venjarige jongen dood. in een
confrontatie met stenengooiers.
Paus
Om de toeristenaantallen op te
stuwen, is spectaculaire voor
uitgang in het vredesproces
noodzakelijk, zodat de paus zal
besluiten de feestelijkheden van
het jaar 2000 met zijn publiek
trekkende aanwezigheid op te
luisteren. Een bisschoppelijke
commissie en een speciale
werkgroep zijn bezig met de
voorbereidingen. Aartsbisschop
Michel Sabbah van Jeruzalem
onthulde onlangs in een vraag
gesprek met The Jordan Times
dat de kerkvader zijn reis langs
de heilige plaatsen in het Mid
den-Oosten wil beginnen in
Basra, in Irak, 'met de bedoeling
in de voetsporen van Abraham
te treden'. Maar Sabbah voegde
eraan toe dat alles afhangt van
de politieke toestand. ,,Is het
voorstelbaar dat de paus naar
Jeruzalem komt, nu de Palestij
nen in de steden en dorpen in
de omgeving niet naar de stad
kunnen om er samen met hem
te bidden?"
Bethlehems nieuwe burge
meester, de katholieke Hanna
Nasser (61), is minder retorisch.
Hij raadt de paus zonder meer
aan weg te blijven uit Bethle
hem en de rest van het Heilig
Land. ,,Ik denk dat er geen en
kele kans bestaat op zijn komst
zolang Jeruzalem onder Israë
lisch bestuur staat", zegt hij. „Ik
adviseer hem niet te komen
voor de politieke problemen
zijn opgelost.
Nassers voorspelling dat in de
komende jaren tegen de vijf
miljoen toeristen en pelgrims
naar zijn stad zullen komen,
lijkt vooral bestemd voor de
oren van de Westerse donoren
van de Palestijnse Autoriteit. In
maart 1998 wil president Yasser
Arafat de donor-conferentie
vragen om een bedrag van 340
miljoen gulden, bestemd voor
de renovatie van huizen en het
verbeteren van de infrastruc
tuur van Bethlehem.
;hg|iNSHOOGENDUK_
,eg,;ENT
n-40
lt hoor ik weer de
ten. Maar ik kon niet
t Jchet begin probderde
4> de lijken heen te rij-
stetswas zinl°os- Toen
wo.vtdoor. Ik weet niet
00-Elke nacht komt dat
DRi^ig in mijn dromen."
maaen jonge Rus van 23
^stejanuari 1995, toen 's
erhuyroeg de stormloop
Tsjetsjeense hoofdstad
M-5(on, was hij erbij. „Ik
~pur bij een raket-een-
ger r we werden al snel
igen munitie naar Grozni
5jel4 op de terugweg do-
^Üwonden mee te né-
3p T
'Atomen ziet hij zich
'1-5^ de duistere straten
i rijden. Overal dode
KACewonde kameraden.
!CQ7salvos, het schreeu-
-e Russen en de kreet
'KAl^oot' van de Tsjetsje-
geelden zijn op zijn
achtftst. Net als de beel-
5lenionge Russische sol-
zo uit de opleiding
g* ont werden gestuurd.
s het vuur op ze werd
^)leven ze staan alsof
Nfo oorlogsfilm keken,
gingen ze tegen de
dan: „Ze zeggen dat
IJl totaal drieduizend
Tbben verloren, maar
A derden in de eerste
iizend500 doden." Ook zijn
<en, f'chtoffer vergeet hij
«*r. „Het was avond.
®?ein hoorde wat bui-
I noest gaan kijken. Ik
IjQjetsjeen, die zijn wa-
tij richtte. Ik schoot
i u u hoofd was weg. Het
tomdjk, maar kon ik an-
sct
s. ki
!n <thine
zenT
n).(aat hij verder: „Men-
va$ mensen niet doden.
Adr:er8'eten was niet no-
»t. In 1993 ben ik voor
—straat op gegaan. Ik
pfgde barricades bij het
Cl Nu walg ik van hem.
ons naar Tsjetsjenië
ii. tfi er één grote vlees-
>i(jran."
f^jad er een jaar dienst
een toen hij in 1995
slagveld werd ge-
OllVec weken later kwam
^Jiet einde van de oor
eenheid liep in een
pU[. Zes man, onder wie
ontkwamen. Dinies:
„Hoe vreemd het ook klinkt,
een Tsjetsjeen hielp ons. Hij zei:
'Achter dat bos, in de bergen,
ligt een tankbataljon van jullie'.
In het bos ging het mis: van drie
kanten werd het zestal onder
vuur genomen. Ze gaven zich
over aan de beruchte
Tsjetsjeense strijder Basajev.
Dinies: „Voor het eerst in we
ken kreeg ik iets behoorlijks te
eten. Bij ons was het waarde
loos. We schoten honden om
aan vers vlees te komen." De
mannen van Basajev probeer
den Dinies over te halen hun
kant te kiezen, maar hij weiger
de. „Ik vertelde dat ik niet op
hen had geschoten en ook niet
op mijn landgenoten wilde
schieten. Ik had gewoon geluk,
want als bewijs kon ik mijn
nieuwe Kalasjnikov laten zien.
Er was geen schot mee afge
vuurd. Ik had namelijk voor de
ze trip mijn wapen omgeruild
voor een nieuw."
Geluk
Weken trok Dinies met de man
nen van Basajav door de ber
gen. Hij maakte mee hoe Rus
sen hun eigen stellingen bom
bardeerden en specialè eenhe
den, net als in Stalins tijd, wei
geraars neerschoten. En weer
had Dinies geluk: „De meeste
soldaten werden zonder papie
ren naar het front gestuurd,
maar ik had mijn rijbewijs.
Daarom werd mijn identiteit
door de Tsjetsjenen bekend ge
maakt en kon ik uitgewisseld
worden. De mannen van Basa
jev, met wie ik intussen be
vriend was geraakt, adviseerden
mij onder te duiken bij een
Tsjetsjeense familie. Ze zeiden
dat ik in Rusland voor de krijgs
raad zou komen, omdat ik mijn
geweer en vrachtwagen was
kwijtgeraakt. Ik had daar nooit
bij stil gestaan, maar ze hadden
gelijk."
Uiteindelijk keerde Dinies
toch terug in Moskou. Hij meld
de zich, maar dook veiligheids
halve opnieuw onder: „De ge
heime dienst pakte de jongens
die terug waren gekomen 's
nachts op." Veel dienstplichti
gen moesten hun tijd uitdienen
in strafbataljons. Juni 1995 be
landde Dinies in een zieken
huis: „De militaire arts begroet
te me met de woorden 'Je bent
een vijand van het volk die
doodgeschoten moet worden.
Jij zit hier levend, terwijl je ka
meraden daar worden gedood'.
Dat was hun manier van den
ken."
Na behandeling op de neuro-
maakten sjaslik voor ons klaar."
Kinderlijk voegt hij eraan toe:
„We hoefden niets eens te beta
len." Hun zwerftocht eindigde
in Tsjetsjeense krijgsgevangen
schap. Over het kamp wil hij al
leen kwijt dat het eten beter was
dan in zijn compagnie.
Maanden zat hij daar tot de
Russische majoor Ismailov, die
al tijden op eigen houtje in
Tsjetsjenië actief is om gevan
gen vrij te krijgen, verscheen.
Sergej: „Hij vroeg of ik naar huis
wilde. Nooit zal ik dat moment
vergeten." Ismailov en de Sol
datenmoeders kregen onlangs
voor elkaar dat Sergej werd af
gekeurd. Nu gaat hij terug naar
zijn dorp achter de Oeral. Blijd
schap is in zijn doffe ogen niet
te bespeuren: „Ja, ik wil graag
mijn ouders, mijn zussen, broer
en natuurlijk mijn vrienden
zien. En daarna?" Een lege blik:
„We zullen wel zien."
Vergeten
Dinies en Sergej, twee van de
100.000 jonge Russen die bij de
ze absurde oorlog waren be
trokken en daarvan de littekens
hun hele leven mee zullen dra
gen. Het vaderland wil de
'Tsjetsjeniki', zoals ze worden
genoemd, het liefst vergeten. De
rood-bruine nationalisten noe
men hen lafaards, omdat ze niet
hebben gewonnen, voor de de
mocraten zijn ze de slachters
van onschuldige burgers.
De woordvoerster van het Co
mité Soldatenmoeders kan daar
witheet over worden: „Daar wa
ren ze kanonnenvoer, hier wor
den ze behandeld als verraders
en misdadigers en de schuldi
gen, daar helemaal boven, gaan
vrijuit." De regering en de
Doema zien de oorlog als intern
conflict en daarom worden deze
soldaten niet als veteranen met
de daaraan, in ieder geval op
papier, verbonden voorrechten
behandeld. Het toekennen van
die status zou namelijk inhou
den dat toegegeven wordt dat
het in Tsjetsjenië om een oorlog
ging, dus een strijd ging tussen
twee landen. De facto zou dan
de onafhankelijkheid van
Tsjetsjenië worden erkend en
daar voelt Moskou niets voor.
Het lot van al deze verbitter
de, beschadigde jonge mensen
lijkt de regering weinig te deren.
Veel ex-soldaten zitten zonder
werk. Ze waren te jong om een
beroep te leren. Alleen van ge
weld weten ze alles. Een aantal
is in de criminele sfeer terecht
gekomen, waar ze als bodygu
ard en soms als huurmoorde-
Sergej met Dina Achmalevna (rechts) van de Soldatenmoeders en Anna Pjasetskaja, zijn 'pleegmoeder' in
Moskou. foto cpd
naar, hun brood verdienen.
Maar de meesten proberen op
de een of andere manier met
zichzelf in het reine te komen.
Syndroom
Psychologen spreken van het
Tsjetsjenië-syndroom, zoals het
Vietnam- en Afghanis tansyn
droom. Martina Barissava, psy
chologe aan de Russische
staatsuniversiteit: „Er is wel de
gelijk een verschil met het Af-
ghanistansyndroom. Dat was
een extern conflict en de solda
ten werd gezegd dat het hun
plicht was de Sovjet-Unie te be
schermen. Er was een ideologi
sche achtergrond, die in Tsjets
jenië totaal ontbrak. Daar kre
gen ze als opdracht het herstel
van de constitutionele orde.
maar ze zagen al heel snel de
zinloosheid van dit geweld in.
Ze vochten, omdat het een be
vel was. En terwijl de terugke
rende 'Afghanen' werden ver
welkomd als helden, merken
deze jongens dat bijna de hele
maatschappij tegen hen is. Vaak
waren de eerste vragen bij
thuiskomst: 'Wat voor gevoel
gaf dat toen je je eerste
Tsjetsjeen doodschoot?' of
'Waarom ben je niet gedeser
teerd als het zo erg was?'. Het
aantal zelfmoorden is vele ma
len hoger dan onder Afghanis-
tanveteranen."
De psychologe: „Ze voelen
zich niet verantwoordelijk voor
deze oorlog, wel voor hun gedo
de kameraden. Maar ze worden
voor alle twee verantwoordelijk
gesteld en daarmee kunnen ze
niet leven. Hun cynische bazen
hebben hen gebruikt als voor
werpen, niet als menselijke we
zens. En nu hebben ze die voor
werpen niet meer nodig. Wij
moeten hen helpen een nieuw
leven te beginnen. Het zijn geen
schuldigen, maar slachtoffers."
Derde glas
Sommige ontwortelde Tsjetsje
nië-veteranen wonen samen in
flats. „Praten, drinken en weer
praten. We komen er niet uit",
zegt Dinies. Het is een traditie
bij deze jonge veteranen gewor
den om het derde glas wodka
staand, zwijgend en zonder
klinken te legen. Het is hun eer
betoon aan de gevallen kamera
den. De psychologe erkent dat
het goed is dat ze met elkaar
praten, maar dat professionele
hulp absoluut nodig is. Via het
Comité Soldatenmoeders pro
beren hulpverleners toegang tot
ze te krijgen. „Het is moeizaam,
maar soms lukt het", zegt Baris
sava. Een extra probleem is dat
het Kremlin vooral jongens uit
afgelegen streken naar Tsjetsje
nië stuurde. Die zitten nu met
hun ellende in kleine gemeen
schappen, waar het leven uit
zichtloos en professionele hulp
onmogelijk is. De 18-jarige Ser
gej is zo'n jongen. Uit het verre
Jekatarinenburg is Dina Ach
malevna van de Soldatenmoe
ders naar de Russische hoofd
stad gekomen om dit zielige
hoopje mens op te halen. In
Moskou is hij opgevangen door
Anna Pjasetskaja die op 1 janu
ari 1995 haar eveneens 18-jarige
zoon verloor bij de stormloop
op Grozni. „Wat ik voel als ik
zo'n jongen als Sergej opvang?
Bitterheid. Het helpt mij niet bij
mijn rouwproces. Van dat leed
word ik nooit bevrijd, maar ik
moet dit doen", zegt ze met
zachte stem. En dan. fel: „Na
tuurlijk is het de taak van de re
gering om ze te helpen, maar
die doet niets. Zelfs als ze alles
zouden doen wat in hun vermo
gen lag, zouden ze nog niet het
morele recht hebben daar prat
op te gaan."
De Soldatenmoeders hebben
vrijwel geen financiële midde
len om deze verloren generatie
te helpen, maar hun harten zijn
groot. Dina van het Comité Je
katarinenburg: „Toen de eerste
jongen uit krijgsgevangenschap
bij ons terug kwam. werd hij
niet alleen door zijn moeder be
groet, maar door alle vrouwen
die zoons in deze zinloze oorlog
hebben verloren. En allemaal
deelden ze in de vreugde van
die ene moeder.
2ÏJ D:an worden gevierd, dan is het wel in Bethle-
5225>n grot onder de zestien eeuwen oude Kerk van
rERirte begon in geografische zin onze jaartelling.
J[heJgen ster geeft zelfs precies de plaats aan waar
d Te; overlevering Jezus' kribbe stond.
logische afdeling werd hij ont
slagen met de aantekening 'ne-
vros', zenuwaandoening. Di
nies: „Pure wraak. Het beteken
de dat ik niet meer als chauffeur
kon werken." Via bemiddeling
door het Comité Soldatenmoe
ders liet hij zich, zonder zijn rij
bewijs te laten zien, inschrijven
bij een speciale eenheid voor
ex-krijgsgevangenen en gewon
den. Dinies: „Nu rijd ik al weer
twee jaar als chauffeur in Mos
kou zonder brokken. Kan een
zenuwpatiënt dat?" Psychologi
sche hulp heeft hij niet. Dinies:
„Natuurlijk probeer ik al dat af
schuwelijke te vergeten, maar
het komt steeds terug. Alleen als
je dit zelf hebt meegemaakt,
weet je wat het betekent", zegt
hij.
Ontgroend
Dinies probeert, met de hulp
van zijn familie en zijn jonge
vrouw, zijn leven weer op de
rails te zetten. Ex-soldaat Sergej
heeft dat nog allemaal voor de
boeg. Deze bleke, totaal afwezi
ge jongen was 18 jaar en drie
maanden toen hij naar Tsjetsje
nië werd gestuurd. Het was in
de laatste dagen van de oorlog
en het moreel van de Russische
troepen was op een dieptepunt
beland. De oudere soldaten ter
roriseerden de jonkies, de
'doesji' (geesten) en Sergej werd
op beestachtige wijze ont
groend. Zijn officier dreigde dat
hij hem persoonlijk onder han
den zou nemen als hij met zijn
verwondingen naar de legerarts
zou gaan.
Aan de vooravond van zijn
vuurdoop nam Sergej samen
met een kameraad de benen.
Nauwelijks verstaanbaar zegt
hij: „Alle nieuwkomers wilden
weglopen. Ons lukte het. We
werden later tegengehouden
door een politieman. Hij hielp
ons verder. Toen kwamen we
Tsjetsjenen tegen. We hadden
ontzettende honger en zij
kenk BLOEMENDAAL
_NT
letaal
at uw: burgemeester, de
ioor e^nna Nasser, is goed
astirn van de toeristi-
J.J. «entie van het
9Sin9üie. Tot en met het
awacht hij niet min-
if in hl miljoen pelgrims in
-gt hij. Maar zijn pro-
eutei/ooral bedoeld om
r peionoren geld uit de
3ekot>pen. Zoals Nasser
^t, is de politieke toe-
lang niet rijp voor
3Ctl(zoek aan het Heilig
^e toch komt, zal met
JGADvan een behoorlijke
"Leidl biina even vee'
Ï3837pen als destijds Jozef
>de" slecht geplaveide
tcUÏcnoedige restaurants
erieuoosde monumenten
bladlphem zijn buiten-
ïskunen niet bepaald een
[Stjn°m toe. Maar er is
H -J komst. Binnen een
>i. o'den zegt de ge-
begint de hoognodi-
"^*ie van het Kribbe-
Par?r°ject dat wordt ge-
J^^door het Zweedse
lossevan ontwikkelings-
en ccandere landen heb-
offenegezegd voor het op-
t31 Tn het stadscentrum.
fjpUmpo in dit deel van
■prP aanmerking geno-
icxxfüeen een godswon-
k waizorgen dat er iets op
ijvens voor de 2000-vie-
;l °'in ieder geval heeft
""™ng van Bethlehem
00p tijd weer iets om
Gra.dse architect Snorre
5_78*von de competitie
tot/ïlopen zomer is ge-
gsvrpr de verfraaiing van
evra|lein- Hij maakte zijn
'HAAan de hand van het
Woröj- gestelde documen-
-aal, zonder ooit in
koop
mple
-Tel
iet f
Dinies. „In het begin probeerde ik niet over de lijken heen te rijden. Het
was zinloos. Toen maar rechtdoor." foto gpd
Het zware lot van de Tsjetsjenië-veteranen
Bethlehem te zijn geweest. „Dat
is niet goed, maar ik had geen
keuze", geeft de winnaar vol
mondig toe. „De werkelijkheid
ziet er natuurlijk wat anders uit
dan ik had verwacht, maar
technisch gezien bleek alles te
kloppen."
Hoogtepunt
In zijn vaderland heeft Lin
dquist het conservatorium van
Gothenburg ontworpen, univer
siteitsgebouwen en het hoofd
kantoor van het electronische
bedrijf Ericsson in Stockholm.
Maar de betrekkelijk simpele
opdracht voor de renovatie van
het hart van Bethlehem noemt
hij het 'met niets te vergelijken'
hoogtepunt van zijn carrière.
Dat er hoognodig aan het
Kribbeplein - weinig meer dan
een geasfalteerde parkeerplaats
- moet worden gesleuteld, be
grijpt ieder Bethlehems kind.
Lindquist typeert de huidige
toestand als 'een bende'. Het
gevolg daarvan is dat toeristen
en pelgrims na een bezoek aan
de geboortekerk een spurt in
zetten om hun bussen te berei
ken. Daarna is het linea recta
terug naar Jeruzalem. De op
dracht aan de deelnemers aan
de architectuurwedstrijd was
dan ook een ontwerp te maken
dat genoeg gastvrijheid biedt
om bezoekers een paar uur lan
ger aan Bethlehem te binden,
zodat ze er meer geld uitgeven.
„In mijn ontwerp verdwijnt
alle verkeer van het plein", zegt
Lindquist. „De bussen gaan
naar een nieuw centraal bussta
tion, hier in de buurt en het ge
meentebestuur maakt binnen
kort een begin met de renovatie
van de omliggende straten en
huizen. Het Kribbeplein zal een
vredige plaats worden, gepla
veid met okerkleurige natuur
steen en omzoomd door bo
men, waar mensen kunnen
wandelen en zitten. Het moet
De Zweedse architect Snorre Lindquist won de competitie die de afgelopen zomer is gehouden voor de verfraaiing van het Kribbeplein. foto gpd
een speciale sfeer uitstralen, die
uitnodigt tot overdenking."
De lelijke gevel van het stad
huis zal grotendeels aan het oog
worden onttrokken door een
koffiehuis van twee verdiepin
gen, met een groot terras. Dat
maakt de plaats ook wat intie
mer. Lindquist heeft verder een
podium gepland voor het optre
den van zangkoren en andere
evenementen.
Eén kant van het plein wordt
beheerst door een fantasieloos
politiebureau. In de tijd van de
Israëlische bezetting was dat
omgeven door een hoog hek
van gaas en prikkeldraad. Nu de
Palestijnse politie er zijn intrek
heeft genomen, is het hek afge
broken en het is de bedoeling
dat het gebouw zelf spoedig zal
volgen. Op de lege plaats zal
dan een cultureel centrum ver
rijzen, ook een geschenk van
Zweden en een ontwerp van
Lindquist. De architect voorziet
een gebouw dat op de begane
grond naar de pleinkant open
is.
Er komen een restaurant en
een bar, die op verzoek van de
burgemeester op de bouwteke
ningen wordt aangeduid als 'ca
feteria' in verband met mogelij
ke bezwaren van de moslim-be
volking. De begane grond her
bergt verder een kantoor van de
toeristen-politie, een informa
tiebalie en een boekwinkel. De
grote gehoorzaal van het com
plex ligt op de tweede verdie
ping, naast een expositieruimte
waar Unesco een tentoonstel
ling inricht over het kerstgebeu
ren.
„Als Bethlehem in Italië of
Spanje zou liggen, zou het een