'Goede wijn behoeft geen Frans'
tr
fGrote bezwaren
1 op dood spoor
ZATERDAG 7 MAART 1998
'Wereldproever'
Paul Blom
heeft een tong
Desnoods ga ik verhuizen riep Jan Hoogervorst
in Voorhout ruim zes jaar geleden in deze krant.
De NS hadden het voornemen om pal voor zijn
deur een station te openen. Er zou bovendien een
tunnel komen onder het spoor door naar de nieu
we wijk Westhout. Npt als de meeste van zijn bu
ren zag Hoogervorst niets in de plannen, die toen
trouwens al meer dan tien jaar oud waren.
Sinds 1 maart 1997 stopt de trein inderdaad aan
de Spoorlaan. Dat "wil zeggen, als-ie stopt, want er
zijn tenminste drie gevallen geregistreerd waarin
de machinist het station vergat. Nog steeds staat in
Leiden langs spoor 4 een bord met: '3400-serie:
Station Voorhout geopend!'.
Die waarschuwing is nog altijd op zijn plaats.
Van de acht per uur passerende treinen worden er
vier geacht in Voorhout te stoppen, maar veel ver
der gaat de vergelijking met de meeste andere sta
tions niet. Hier geen snack- of hakkenbars, geen
meeting-points, geen billboards en zelfs geen lo
ketten. Alleen twee hele lange, vrijwel kale perrons.
Op het ene perron staat een kaartjesautomaat,
naast het andere een telefooncel, maar dat is het
wel zo'n beetje. De bus stopt een paarhonderd me
ter verderop.
De Spoorlaan is dus zeker geen Stationsweg ge
worden. Toch hield Hoogervorst woord. Ongeveer
een jaar voor station Voorhout open zou gaan kon
hij een ander huis krijgen, en weg was-ie. Naar een
woning precies aan de andere kant van het spoor.
Vanuit zijn woonkamer kijkt hij nu zo ongeveer de
gewraakte tunnel in. Maar hij heeft er geen secon
de spijt van gehad. „Hier heb je nergens last van.
Aan de overkant lag je te schudden in je bed."
Aan die overkant hebben Jan Hoogervorst en
zijn vrouw Yolanda desondanks 'met plezier' 23
jaar gewoond. Ze gingen er weg omdat ze de bij
verschijnselen van het station vreesden, maar vin
den nu dat waar ze toen woonden juist een 'dood
stukje' is geworden. Dankzij de tunnel - die een
tunneltje werd - is de Spoorlaan namelijk geen
doorgaande weg meer. Hun oude huis, dat trou
wens al een half jaar leegstaat, ligt aan de stille
kant van de tunnel, waar het tweede deel van de
straat ook letterlijk doodloopt.
Hun nieuwe huisje aan het spoor staat dan wel
aan een drukkere straat, het is ook veel beter geïso
leerd. Bovendien, als je het eenmaal gewend bent,
hoor je de trein niet meer. Wel kunnen ze tegen
woordig meegenieten wanneer de omroeper
vanuit Leiden de vertragingen aan de Voorhoutse
passagiers meedeelt. Ze zitten ook wel eens met
het zweet in de handen wanneer er kinderen op de
muur langs het spoor lopen. En het vandalisme
waar ze aan de overkant voor vreesden, blijft ze
ook hier niet bespaard. De ruiten van de telefoon
cel zijn laatst een keer gesneuveld, haar fiets is ge
stolen. „Dat hgd je vroeger niet." Maar per saldo
oordelen de voormalig dwarsliggers positief over
het station. Een bekentenis: „Het is voor ons ook
makkelijk. Voor 4,75 zitje in Leiden."
Dorpshistoricus Joop Warmenhoven maakte een
deel van het vorige leven van Station Voorhout nog
AZL", juicht hij. Ook zijn wintersportvakantie be
gint tegenwoordig voor de deur al.
De drukte rond het station valt hem tot nu toe
mee, het lawaai van de trein is, dankzij de perrons,
zelfs minder geworden. „Voorheen kon je in de
slaapkamer de radio niet verstaan, nu wel, op het
zelfde volume." Hij woont al 24 jaar in wat nu dus
het 'dooie stuk' is, in naar eigen zeggen het 'qua
ligging mooiste huis'. Hij kijkt uit op de beroemde
boerderij.
Twee andere bewoners van dit rijtje vinden dat
ze als gevolg van het tunneltje een beetje 'ver
vreemd' zijn geraakt van de gezelligheid in het eer
ste stuk van de straat. „Maar je kunt het natuurlijk
ook opzoeken." In 't Veld lijkt dat in ieder geval
niet van plan. „Verleden jaar was er een straatfeest,
maar dat was niet zo' spectaculair, geloof ik. Ik ben
ook niet geweest." Alleen toen het parkeerterrein,
naast sporthal De Gaasbak, nog niet af was, en veel
treinreizigers nog voor de deuren van de Spoor-
laanbewoners parkeerden, toen was iedereen sol-
dair. Maar nu? In 't Véld: „Als er paniek is, dan hel
pen we elkaar."
Als er iemand slapeloze nachten moet hebben
van Station Voorhout, zijn het de bewoners van
nummer 63. Zij wonen pal naast de tunnel en
recht tegenover de belangrijkste opgang naar het
perron. Maar nee. Lenie en Sjaak Duijnhoven on
dervinden 'geen extreme overlast'. In het begin
werd er veel voor hun deur geparkeerd, maar ook
dat valt inmiddels mee. Er staan borden en even
tuele 'overtreders' krijgen nu van Lenie een briefje
onder de ruitenwisser met het vriendelijke verzoek
voortaan op het parkeerterrein te gaan staan. „Die
zien we meestal inderdaad niet meer terug", con
stateert buurvrouw Elly Hulsebosch tevreden.
Nog kritiek of wensen? Ja. De fietskluisjes zijn te
smal voor scooters en wie met een rolstoel via de
kaartjesautomaat naar het perron voor de richting
Haarlem moet, is een half uur onderweg, weet Piet
Hulsebosch. Zijn vrouw mist bovendien de krekels
die voorheen in het slootje langs het spoor huis
den. En wat nog steeds steekt: de spoorwegen zijn
'in gebreke' gebleven. Van de bouwers hebben ze
na afloop nog een taartje gekregen, van de NS
niets. „We hebben tijdens de bouw toch nachten
wakker gelegen", aldus Lenie Duijnhoven.
Het viertal is al met al toch zo tevreden dat ze
hun huizen van de woningbouwvereniging hebben
gekocht.
Met het vandalisme valt het mee, hoewel 'ze
vandaag dan toevallig graffiti zijn wezen spuiten'
en andere 'randfiguren' in de straat zijn niet eens
onwelkom. Piet Hulsebosch heeft wel eens 'een
soort bedelaar' aan de deur gehad, zijn vrouw liet
ooit iemand binnen om te bellen, al zou ze dat
geen tweede keer doen. En wie geld tekortkoint
voor een kaartje kan bij de Duijnhovens aanklop
pen. Althans, zij hebben wel eens iemand een gul
den gegeven voor de kaartjesautomaat.
'Geen reden om te mopperen', blijft de conclu
sie. En één groot voordeel voor Sjaak Duijnhoven:
„Als ik wel eens biertje ga kopen in Leiden, dan
neem ik de trein."
„Zo zijn er meer voorbeelden op
de wereld. Weet je waarom er zo
veel Australische wijn op de
markt is? Dat komt omdat ie
mand ontdekte dat de schepen
die Schotse whisky naar Australië
vervoerden leeg teruggingen. Nu
nemen ze wijn mee naar Europa,
die je hier tegen een goede prijs
op de markt kunt brengen."
Als taxateur proeft Paul Blom
partijen wijn waarvan bijvoor
beeld in geval van een faillisse-;
mentsverkoop de waarde moet
worden bepaald. Maar het kan
ook gaan om een partij wijn in
een vrachtwagen die ergens in
Nederland van de weg is geraakt.
Blom taxeert dan voor de verze
kering de waarde van de bescha
digde partij, waar bijvoorbeeld
nieuwe etiketten op moeten.
Postzegels
En hij taxeert de 'erfenisjes'
„Mensen erven een kist met top
wijnen en denken dan dat die
fles van duizend gulden daar tus
sen zit. Maar bij wijnen is het net
als bij postzegels. Er zijn mensen
die enkele exemplaren verzame
len als belegging. Die kun je na
tuurlijk niet allemaal openmaken
om te keuren. Dan moet je op
het uiterljk van de fles afgaan. Er
zijn noteringen op veilingen van
grand cru's, maar dan kun je ei
genlijk alleen maar een gemid
delde geven. Je weet namelijk
niet hoe de wijn is bewaard. Als
zo'n fles naast de open haard ligt
om indruk op de visite te maken,
wordt die fles iedere keer als de
haard wordt opgestookt een jaar
ouder. Door het opwarmen en
afkoelen gaat er lucht in en uit de
fles. Dat vergt veel van een wijn
en dat kun je proeven."
mee. Dat was begonnen in 1847, twee jaar nadat er
een priesterseminarie naar Voorhout was geko
men, en zou duren tot en met de Tweede Wereld
oorlog. Hij kwam er destijds vaak. „Als kind vond
je dat spoor verschrikkelijk mooi. In dat kleine rot-1
dorpje." Aan het begin van de laan stonden toen
nog twee huisjes aan de kant van het spoor. Daar
woonden werknemers van de spoorwegen. Tegen
woordig telt de Spoorlaan alleen nog oneven num
mers.
Voor passagiers hield de trein alleen stil als er
een bordje met 'stop' was uitgehangen. Belangrij
ker was de aanvoer van kolen en kunstmest. Waar
nu het perron voor de richting Leiden ligt, was
toen nog een rangeerterreintje waar deze werden
uitgeladen.
Als raadslid kreeg Warmenhoven twee keer te
maken met de Spoorlaan. Een keer moest zijn par
tij Gemeentebelangen eraan te pas komen om de
sloop van een zeventiende-eeuwse boerderij tegen
te houden. „Die is toen voor een gulden verkocht,
de grond voor 47 gulden." De toenmalige koper
heeft volgens Warmenhoven 'elke steen wegge
haald en opnieuw gemetseld'. Zodat de boerderij,
\Toeger een van de weinige huizen aan de Spoor
laan, vandaag de dag midden in een jaren-zeven
tig-woonwijk staat te pronken.
En dan was er ook nog ooit een brief aan het ge
meentebestuur van iemand die het een schande
vond dat de Spoorlaan niet de Generaal Spoorlaan
heette. „Die heeft toen een keurige brief gekre
gen", weet Warmenhoven. „Met zulke dingen
moet een ambtenaar zich dus bezighouden!"
De enigen die nooit bezwaar hadden tegen een
station voor de deur, zijn 'de nonnen' van Spoor
laan nummer 65. Na een jaar beoordelen ze het
zelfs als een zegen. „We zijn heel dankbaar. Wij lo
pen de trap op en zitten in vier minuten in Lei
den", aldus zuster Josino. „En volgens mij is het
voor heel Voorhout een weldaad. Voorhout zelf is
toch een slaapstad, iedereen moet ergens heen."
Anderen zijn pas bij nader inzien bijgedraaid.
„We hebben toen geprotesteerd, maar ik kan al
leen maar zeggen: we zijn er beter van geworden",
zegt Aart in 't Veld. Hij hoorde eind 1991 bij de te
genstanders, maar heeft nu station Voorhout hele
maal ontdekt. „In een paar minuten ben je in het
•ondWr staan ze dan met de
voor erfenis van oma in twee
wijk rtjes. Die bevatten stoffige
nefpr
Sr^1 met sc^mme^ °P de
janaJfretten. Twee rode wijnen
uit 1932 en drie uit 1957,
t8iC
tie witte uit 1915 en zelfs
1 rode uit 1898. Wat zou
it waard zijn?Zit hier dé
ED
godendrank tussen waar
A\n excentrieke miljonair
drieduizend gulden voor
S neertelt? Paul Blom,
L<1 makelaar en taxateur in
wijn, moet uitkomst
bieden.
3S1
ij is een man met
I een tong uit dui-
zenden. Wereld
wijd opereert hij in internationa
le wijnjury's; hele continenten
heeft hij vinologisch geproefd.
Sinds een jaar is hij makelaar en
taxateur in wijn, een van de ne
gen die Nederland rijk is. Hij
werd zelfs officieel bij de recht
bank beëdigd, met de hand op
de bijbel: 'Zo waarlijk helpe mij
God almachtig.'
„God staat zelfs op ons geld,
dus dan mag je hem ook aanroe
pen als je wordt beëdigd als ma
kelaar en taxateur in wijn," zegt
Paul Blom. Maar de Heer helpt
hem niet om 'blind' te kunnen
zeggen dat een van de flesjes
wijn uit de erfenis ook werkelijk
een godendrank is. Aan een blik
op het etiket heeft Paul Blom niet
genoeg voor een gefundeerd oor
deel. „Bij een auto kijk je ook on
der de motorkap. Je kunt pas
spreken over de ziel van de wijn
als je ook de ziel van de fles (de
uitstulpende bodem) hebt ge
zien. Dus niet lullen, maar open
maken. Alleen is bij een partijtje
van drie flessen de waarde dan
meteen tot tweederde gedaald."
vlnologie
De 54-jarige Blom zit al veertig
jaar 'in de wijn' waarvan het
grootste deel voor Schermer
Wijnkopers, dat sinds 1782 in
Hoorn is gevestigd. Bij het 200-
jarig bëstaan in 1982 nam hij het
bedrijf over van de familie Scher
mer.
Sinds 1987 doceert Blom vino-
logie op de wijnacademie in
Maarn. Het behalen van de titel
'Register Wijnmakelaar' be
schouwt hij als de kroon op zijn
werk. „Het was een zware test. Ik
;n m:
oed:
uit duizenden
Station Voorhout. Samenvattend stellen de bewoners van de Spoorlaan vast dat de overlast minder is dan verwacht.
Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omgeving. Bewoners
vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving, maar ook over grote of kleine
problemen. Vandaag: de Spoorlaan in Voorhout.
moest twintig wijnen uit de hele
wereld proeven en daarvan
moest ik er twaalf goed hebben.
Ik kwam tot zestien. En van twee
vind ik het achteraf onbegrijpe
lijk dat ik die er niet uit heb ge
haald."
Als tienjarige knaap zat Paul
Blom al tussen de flessen bij
wijnhandel Hooy in Overveen.
„Dat deed ik vooral voor de dop
jes van de Coca Cola-flessen. Ik
ben niet grootgebracht in de
wijn. Wijn was vroeger iets heel
anders dan tegenwoordig. Ik
weet nog goed dat Coca Cola
werd geïntroduceerd in Neder
land. Dat had iets magisch. Dat
werd gebracht alsof het wijn
was."
Aan de Loire in Frankrijk
dronk hij als vijftienjarige zijn
eerste glas wijn bij het eten. Bij
een winkeltje in Parijs kocht hij
zijn eerste fles. „Dat werd daar
gewoon uit een vat getapt, zoals
we toen in Nederland een kanne
tje petroleum haalden. We wis
ten niet wat we zagen. Hele
goedkope tafelwijn was het. Dat
noemde ik toen al 'inktige' wijn."
Clubje
Blom werd langzamerhand ge
grepen door de wijn. „Ik ben
nooit een bierdrinker geweest."
In de jaren zestig richtte hij zijn
eerste wijnclubje op met o.a.
wijnschrijver Hubrecht Duijker
en mensen die later gingen wer
ken als wijninkoper voor de KLM
of het Amsterdamse etablisse
ment Americain. „Toen ruilden
we een fles sherry van een paar
gulden tegen een Chateau du cru
Beaucajou uit 1957, die toen ze
ker vijf tientjes kostte. Het gros
van de bevolking had in die jaren
namelijk geen interesse in wijn."
Paul Blom: Je kunt pas spreken over de ziel van de wijn als je ook de ziel van de fles hebt gezien." foto gpd joop boek
Blom vond de wijn niet alleen
lekker, hij bleek ook gezegend
met een bijna absolute smaak.
„Dat moet je zien als een muzi
kaal gehoor. Dat heb je of dat
heb je niet. Maar je moet wel de
kans krijgen om dat te ontwikke
len, anders kom je niet verder."
Blom ontwikkelde z'n smaak
en wordt nu vanwege zijn tong
vaak gevraagd voor wijnproeve
rijen, zoals de vijf grootste proe-
verijen van de wereld die jaarlijks
voor een internationaal gezel
schap worden gehouden. „Dan
proef je tachtig wijnen op een
dag en dat tien dagen lang. Je
vergaart daar onnoemelijk veel
kennis en komt in contact met
vinologen uit de hele wereld."
Paul Blom is een 'wereldproe
ver'. In de wijnwereld kreeg hij
de bijnaam 'Pistolen Paultje' om
dat hij aan de weg timmerde met
de actie 'Goede wijn behoeft
geen Frans'. „Er zijn prachtwij-
nen in voormalig Joegoslavië,
Chili, Zuid-Afrika, Australië en
Californië. Er zijn mensen die
denken dat de zon ophoudt bij
de Franse grens, maar dat is niet
zo. Veel mensen die door de
wijnboycot tegen de Franse
kemproeven op Mururoa
'vreemd zijn gegaan' met wijnen
uit andere landen, hebben dat
ook ontdekt. Het Franse wijn
aandeel op de Nederlandse
markt is daardoor gekelderd van
70 naar 45 procent. En dat terwijl
de markt groeit."
Maar het zijn niet altijd
'mooie' wijntjes die Blom proeft.
„Door de Warenwet-inspectie
word ik wel eens ingehuurd voor
'fraudeproeven'. Dan hebben ze
bijvoorbeeld een tip gekregen
dat een bepaalde partij wijn niet
deugt. Die wijn wordt dan che
misch geanalyseerd om te onder
zoeken welke stoffen er in zitten.
Daarna doe ik het organo-lepti-
sche deel, dat wil zeggen: langs
de zintuigen. Ruiken, proeven en
kijken. Dan blijft de menselijke
smaak toch doorslaggevend."
Als makelaar in wijnen doet
Blom hetzelfde als een makelaar
in huizen. Hij brengt vraag en
aanbod bij elkaar. „Ik bemiddel
wereldwijd. Dat kan zijn voor
een groep slijters of voor iemand
zonder eigen in- of verkooporga
nisatie. Zo heb ik een klant in Ja
pan die wijnen uit Chili en Zuid-
Afrika wil kopen. Ik proef de
monsters hier en bemiddel daar
na tussen koper en verkoper over
prijs en transport."
Het transport van de wijn is
vaak ook prijsbepalend. Zo
kwam hij een keer een partij wijn
in Albanië tegen voor een gulden
per fles. Het transpon zou de
prijs echter dermate opjagen dat
de zaak niet meer lucratief was.