ZATERDAGS BIJVOEGSEL Dit waren tweederangs verkiezingen 7 Politieke interesse burgers volgens politicoloog Van Holsteyn niet verflauwd ZATERDAG 7 MAART 1998 ?e- teerder in de historie ie el, n bi'/i de gemeenteraads- metezingen lieten zo veel J, kiesgerechtigde t H Nederlanders de an h ehanlokalen links liggen. [afn1 totaal bracht slechts ingS| 60,5 procent van het n "iraatz'n stern uit. De "'''eren lieten hun beurt ie fjwel collectief voorbij iftcii"- ^en signaal dit de '"■•fitselijke politiek zich itaal heeft vervreemd mui een belangrijk deel je burgerij? Vast staat «ielat lokale politici zich suc vóór 4 maart in de ime campagnes nagenoeg geheel hebben laten or,temmen door hanige rekkers, treklijsters en ndere politieke vogels landelijke pluimage. Alleen de plaatselijke 'ppjjen Leefbaar Utrecht i Leefbaar Hilversum len de Haagse egotrip iet succes van repliek. >r. Joop van Holsteyn, ideoloog aan de Rijks lersiteitLeiden, denkt er het zijne van. ,,De plaatselijke politici hebben er zelf aan meegewerkt dat de xnteraadsverkiezing- jn verworden tot een super-opiniepeiling. ie EBBisa™aa!ona van rg per Dr. Joop van Holsteyn: „Het punt is dat menige wegblijver zal hebben gedacht: 'Dit zijn maar voorverkiezingen, op 6 mei gaat het er echt om'." FOTO HIELCO KUIPERS elfs lieden die ervoor hebben k doorgeleerd de verhoudingen in de vaderlandse politiek te door gronden, werd het de laatste tijd vreemd te moede. In de dagen voorafgaande aan de ge meenteraadsverkiezingen heeft dr. Joop van Holsteyn tijdens lunchgesprekken met colle ga-politicologen van de Rijks Universiteit Lei den bij herhaling gekauwd op de vraag welke partij een stem verdiende. „Ik kan me niet herinneren dat mensen die de politiek beroepshalve toch vrij nauwgezet volgen het zo moeilijk gehad hebben bij het bepalen van hun keuze. Politicologen heb ik het dan over, hè. Dan kan ik me levendig voorstellen dat vele gewone kiezers er al he lemaal niet zijn uitgekomen en daarom maar zijn weggebleven. Het punt is dat menige wegblijver zal hebben gedacht: 'Dit zijn maar voorverkiezingen, op 6 mei gaat het-er echt om'. En eerlijk gezegd maak ook ik onder scheid tussen eerste- en tweederangs verkie zingen. De gemeenteraadsverkiezingen rang schik ik uitdrukkelijk onder de laatste catego rie. Persoonlijk verwacht ik dat tegen de tachtig procent van de stemgerechtigden voor de landelijke verkiezingen wel het huis uitkomt." In de jaren zeventig, toen polariseren in de politiek nog troef was, had de gemiddelde kiesgerechtigde er doorgaans minder moeite mee z'n stem uit te brengen. Van Holsteyn: „Ik zal niet zeggen dat Paars het politieke be wustzijn van de Nederlander heeft lamgesla gen, maar de scheidslijn tussen links en rechts is ten tijde van het kabinet-Kok wel vervaagd. In de tijd van Den Uyl en Wiegel konden jong en oud in categorieën denken. De PvdA en de WD waren eikaars tegenpo len. Het CDA stond ertussen, terwijl D66 een beetje hieraan meedeed en een beetje daar aan. Ik denk dat helderheid, duidelijke ver schillen, heel belangrijk zijn voor de op komst. Eén pot nat is me te negatief, maar als PvdA en WD nu al de intentie uitspreken sa men verder te willen, waar moet een kiezer zich dan nog op richten?! Wat zijn z'n oriën tatiepunten dan nog?" Schotten Van Holsteyn stelt dat de schotten binnen bestuurscolleges van steden, dorpen en om melanden al veel eerder zijn opgeruimd. Hij wijst op de talloze afspiegelingscolleges die door de jaren heen lokaal zijn gevormd. „De strategie van de polarisatie is op gemeentelijk niveau, behoudens in enkele steden, nooit zo scherp gevoerd. De bereidheid tot het zoeken naar het compromis, de wil tot samenwer king is lokaal altijd al groter geweest. De on derlinge verschillen tussen de partijen zijn op gemeentelijk niveau in de regel nog minder helder geworden." Het gaat dr. Joop van Holsteyn vèel te ver de magere opkomst ten tijde van de gemeen teraadsverkiezingen te duiden als een com plete afgang voor de democratie. De politico loog zegt geen redenen te hebben aan te ne men dat de Nederlander aan politieke be wustzijnsvernauwing lijdt. „De gegevens waarover ik beschik, wijzen niet op een afge nomen interesse. Maar in de perceptie van het overgrote deel van de Nederlandse bevol king wordt politiek bedreven in Den Haag en nergens anders. En al is dat niet helemaal zo, van dat denken is men moeilijk af te bren gen." Die gedachte zal nog extra zijn gevoed door de gemeentelijke herindeling, waaraan de landelijke overheid onlangs tal van dorpen onderwierp. Zo bepaalde 'Den Haag' dat voor het Brabantse dorp Rosmalen een toe komst lag binnen de gemeentegrenzen van 's-Hertogenbosch, zulks uitdrukkelijk tegen de wil van een belangrijk contingent van de plaatselijke bevolking. „De oprichting van de lokale partij Rosma- lens Belang heeft niets aan dat besluit kun nen veranderen. Plaatselijke politici kunnen nog zo veel actie voeren voor behoud van zelfstandigheid van hun dorp, ze hebben daarover absoluut niets te vertellen. Mis schien dat er nog ergens een verstandige bur gemeester of wethouder is opgestaan om de dorpsgenoten enige uitleg te geven in de trant van: 'Sorry mensen, ik wil dit ook niet, ik sta hier en ik kan niet anders'. Maar dan nóg kan ik me voorstellen dat burgers zich gaan afvragen: 'Wat kunnen jullie gemeente bestuurders dan wél?' Ik denk dat die hele gemeentelijke herindeling-affaire de indruk heeft bevestigd, zo niet uitvergroot, dat ge meentebesturen politiek machteloos zijn. Dat is niet helemaal juist; colleges van B en W hebben over bepaalde zaken wel degelijk beslissingsbevoegdheid. Dan praat ik wel over dingen, die voor de buitenwacht heel moeilijk zichtbaar zijn te maken." Gaapgehalte De stem des volks heeft zich woensdag uitge sproken over de al dan niet aanwezige be sluitvaardigheid en daadkracht van de door snee gemeentebestuurder. In krappe meer derheid, dat nog wel! Maar de spes patriae. vandaag de dag afwisselend aangeduid als niksgeneratie of hanggroepjeugd, deed er vrijwel collectief het zwijgen toe. De raads verkiezingen hadden voor hen wellicht een te hoog gaapgehalte. Een teken des tijds, vol gens Van Holsteyn. „Jongeren stemmen sowieso minder dan de jeugd van een paar decennia geleden. Daar zijn verscheidene theorieën over in om loop. Twee redenen acht ik in elk geval van belang. De geboortegolfgeneratie heeft de in 1970 afgeschafte opkomstplicht van afstand nog meegemaakt. Die is door de ouders op gevoed met de gedachte dat het uitbrengen van een stem heel belangrijk is. Een morele plicht om gebruik te maken van een demo cratisch recht. Dat is de jongeren van nu nooit bijgebracht. Die weten niet beter dan dat er verkiezingen zijn en dat ze zelf wel uit maken of ze gaan stemmen of niet." Waarmee volgens Van Holsteyn geenszins gezegd is dat de tegenwoordige jeugd zich uitsluitend inlaat met hangen, zuipen, fees ten en beesten. „Wat je ziet is dat politieke interesse en betrokkenheid van jongeren zich op een andere manier vertaalt. Niet meer vanzelfsprekend gericht op politieke partijen, maar bijvoorbeeld via allerlei actiegroepen. De milieubeweging is nooit zo groot geweest si - als nu. Da's een andere vorm van politiek be drijven. Tegenwoordig is er een waaier van mogelijkheden om actief te zijn." Maar het geeft te denken dat zo veel kies gerechtigden woensdag zijn weggebleven. Temeer omdat de gemeenteraadsverkiezin gen in 1990 en in 1994 ook al matig scoor den. Nu vier jaar geleden werd de trend van lokale politieke onverschilligheid gezet door door de Noord-Hollanders, van wie 39 pro cent destijds de oproepkaart in de prullenbak gooide. Drie dagen geleden kachelde de hele Randstad achter de toch al magere landelijke opkomst van 60,5 procent aan. In Noord- Holland bleef 40,8 procent van het electoraat thuis, in Zuid-Holland 41,4 procent. In de verstedelijkte gebieden deed de desinteresse zich nog sterker gevoelen. In Haarlem kwam slechts 52.4 procent van het kiesgerechtigde volk op; in Leiden 58,5 pro cent, in Haarlemmermeer 55.7 procent en in Velsen 57.4 procent. De conclusie lijkt gewet tigd dat de gemeentepolitiek zich danig heeft vervreemd van menige burger. Terwijl zich woensdag in principe wel de gelegenheid bij uitstek voordeed te oordelen over alle zaken die boeren, burgers en buitenlui in de eerste plaats raken. „Dat is wel waar. Maar als de partijen A, B en C ongeveer hetzelfde willen, valt het te begrijpen dat menige kiesgerech tigde de zin ontgaat om te gaan stemmen." Betrokkenheid Hoe in de toekomst het kiezersvolk aan te zetten tot meer betrokkenheid bij de raads verkiezingen? In de visie van Van Holsteyn in elk geval niet door de gemeenten voortaan zelf het tijdstip ervan te laten bepalen. „In de afgelopen kabinetsperiode heeft staatssecre taris Kohnstamm daarover nagedacht. Die heeft laten onderzoeken of het niet zinvol zou zijn die lokale verkiezingen te spreiden. In eerste instantie was ik geneigd te zeggen: 'Goed idee'. Maar kijk eens naar Engeland, daar heb je geregeld van die bye-elections. Tussentijdse verkiezingen binnen een dis trict. De ervaring heeft geleerd dat die altijd naar landelijke krachtsverhoudingen worden vertaald. In de VS is het niet anders. Daar zijn de Congresverkiezingen in feite een graad meter voor de populariteit van de president. Het is dus geen typisch Nederlands ver schijnsel dat heel veel mensen de lokale poli tiek door een landelijke bril bekijken. Dan kun je wel gaan schuiven met die gemeente lijke verkiezingen, die bril blijft hetzelfde." Van Holsteyn voert nog een argument aan om aan te geven dat een meer flexibele date ring van de raadsverkiezingen volledig in druist tegen de gemeentebelangen. „Daar zal eerder een omgekeerd effect vanuit gaan. Het verschaft landelijke politici namelijk nog meer dan nu de mogelijkheid overal op te duiken. Vrijblijvend geschuif zal er onherroe pelijk toe leiden dat lokale verkiezingen hele maal tussentijdse peilingen worden." Wat hem betreft valt er wel veel te zeggen voor de suggestie om gemeenten de be voegdheid te geven tussentijdse lokale ver kiezingen uit te schrijven, ter leniging van de nood die ontstaat na het uiteenvallen van een bestuurscollege. „Lijkt mij een goed plan. In het geval er binnen een college van B&W een onoplosbaar conflict uitbreekt, kan de kiezer een oordeel uitspreken. Klinkt politiek- democratisch gezien aantrekkelijk om tegen het volk te zeggen: 'De ene partij benadert dit probleem zus en de andere zo, spreekt u zich maar uit'. Nu heeft er na een geschil een mu tatie plaats of wordt de boel gelijmd." Bewezen is in elk geval dat stunten dus niet helpt om de mensen in het land te ani meren tot-optimaal stemgedrag. Ongetwijfeld nog terugdenkend aan het echèc van 1990 en - in mindere mate - 1994 is er voorafgaande aan 4 maart her en der van alles en nog wat verzonnen om de kiesgerechtigde tot een paar vingeroefeningen met de stemmachine te bewegen. Zo kwam de burgervader van Wijk bij Duurstede met de brainwave op de proppen de zoveelste opgekomen stemge rechtigde een snoepreisje naar Straatsburg in het vooruitzicht te stellen. De eerste burger van de Groninger gemeente Winsum loofde speciaal voor de zoveelste jeugdige kiezer een videorecorder uit. De afdeling Amster dam van de PvdA meende er goed aan te doen een jongerenfestival te organiseren. En zo werden her en der nog meer 'leuke' din gen voor de mensen bedacht om ze toch maar vooral aan te sporen tot het gebruikma ken van hun democratisch verworven recht. Met afgrijzen nam Van Holsteyn kennis van al die stunts, waar geen kiezer om heeft gevraagd. „Ik vind dat verkiezingen op zich zelf moeten staan. Een gemeentebestuurder die z'n werk serieus neemt, hoort geen week endje Europees Parlement in het vooruitzicht te stellen of een grabbelton in een stemlokaal te plaatsen. Allemaal leuk en aardig hoor, maar dergelijke toeters en bellen hebben niks te maken met politiek. Een goede gemeente bestuurder moet verantwoording afleggen door te zeggen: 'Met dit en dat ben ik bezig, daar sta ik voor, spreekt u zich daarover uit'." Voor zover hij het kan overzien, hebben de meeste gemeentebestuurders te weinig voe ling met het volk. Het schort nogal eens aan uitleg over het gevoerde beleid. „Natuurlijk praat ik over amateurpolitici, die een vergoe ding vopr hun werk krijgen. En ze doen alle maal hun best, werken allemaal vrij hard, vullen hun uren. Overleggen veel, vergade ren. Maar het contact met de burgerij, de kie zers, is lang niet bij alle partijen even fantas tisch. Gemeenteraadsleden hebben nog wel contact met hun leden, maar hoeveel men sen zijn nog lid van een partij? Dan heb je het over een heel beperkt percentage. Met de ge wone kiezers is veel minder contact. Men is erg naar binnen gekeerd." Overstemd Dan is het niet vreemd, zo meent Van Hol steyn, dat slechts 37 procent van de stem mers de gemeentelijke belangen bij de keuze heeft laten meewegen. De meerderheid heeft puur landelijk gestemd. Daaraan, zo zegt hij, hebben de plaatselijke afdelingen van politie ke partijen ten volle meegewerkt. „Door allerlei landelijke kopstukken op af fiches te zetten. Ik heb posters van D66 ge zien, met voorop het portret van de plaatse lijke lijsttrekker en daarachter Wijers, Sorg- drager, Borst en Van Mierlo. Ja sorry, maar die waren in die plaats dus niet verkiesbaar. De gemeentepolitici hebben het zich in de verkiezingscampagne laten overkomen dat ze volledig zijn overstemd door de Kokken, Borsten, Bolkesteins en de De Hoop Schef- fers. Waarmee ze eigenlijk hun eigen domein uit handen hebben gegeven en in feite het al bestaande vooroordeel hebben versterkt dat het landelijk belang van een gemeenteraads verkiezing het lokale verre overstijgt. Zo doende hebben al die lokale kandidaten er volop aan meegeholpen dat de gemeentepo litiek nog ondoorzichtiger is geworden dan die al was en de raadsverkiezingen eigenlijk zijn verworden tot een super-opiniepeiling." Typerend beeld van de situatie in de stembureaus deze week. FOTO UNITED PHOTOS DE BOER POPPE DE BOER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 39