In Duckstad is meer blauw op straat niet nodig 'TT VRAAG VAN DE WEEK (voor deelnemers van 13 t/m 15 jaar): eastern ZATERDAG 21 FEBRI :UA Donald Duck-hoofdredacteur Thom Roep ligt niet wakker van 'toenemend geweld' in Disneystrips Een onthutsende kop stond boven het bericht dat het Amerikaanse persbu reau Associated Press begin februari verspreidde'Geweld in Duckstad sinds 1952enorm toegenomen'. Het artikel beschreef de conclusies van de Zwitserse professor Karl-Ludwig Kunz, die de moeite had genomen 43 jaargangen van de Duitse versie van het weekblad Donald Duck na te pluizen. Even slikken voor Disney-liefhebbers en bezorgde ouders: hoezeer belast zelfs het vrolijke weekblad de tere kinderziel? eeft zo'n man niets beters H te doen?" is de eerste re- actie van Thom Roep, de hoofdredacteur van de Nederlandse Donald Duck. Hij vermoedt dat een onderzoek naar geweld in de Nederlandse uitgave eveneens een toename van geweld zal aantonen, maar meer 'blauw' in de Duckstadse straten is wat hem betreft niet aan de orde: „De toename hoeft niet ongezond te zijn. Wij la ten altijd zien dat het goede het wint van het kwade." Strafrechthoogleraar Karl-Ludwig Kunz had een leuke klus voor zichzelf bedacht: hij werkte ruim twee jaar aan zijn onderzoek, met de 43 jaargangen (1952-1995) van het Duck- en Mouseblad in de ene en het Zwit serse wetboek van strafrecht in de andere hand. In de verhalen rond Donald Duck constateerde hij een verzevenvoudiging van het aantal strafbare feiten: van 121 in 1952 naar 804 in 1995. In de Mickey-Mousever- halen steeg dat aantal van 61 naar 310. Thom Roep geeft grif toe dat de Donald Duck in de loop der jaren is veranderd. „We zijn geen trendsetter, maar wel trendvolger. Natuurlijk zijn we een afspiegeling van de maatschappij, natuurlijk gaan we met de tijd mee." Wie zich de DD's van vroeger herinnert (en je zult degenen de kost moe ten geven die in dozen op zolder hun oude jaargangen bewaren), ziet ongetwijfeld nog de logge koelkasten voor zich en platenspe lers die een halve woonkamer in beslag na men. Ze waren bijna een handelsmerk van de legendarische Disney-tekenaar Carl Barks. Thom Roep: „Tegenwoordig zie je Kwik, Kwek en Kwak alleen nog met mecca no spelen in een herdruk van een klassieker van Barks, als we het oorspronkelijke ver haal geen geweld aan willen doen. Maar an ders spelen ze net zo lief met computers." Spice girls Disney is regelmatig bekritiseerd voor het portretteren van een pure mannenwereld. Een heldenrol was voor Katrien Duck en Minnie Mouse zelden of nooit weggelegd, Oma Duck sloofde zich af als ouderwetse boerin die stelselmatig met moderne tech nieken overhoop lag. Volgens Roep is ook dat beeld in de loop der jaren veranderd. „Katrien is al lang geen Doris-Day-tuthola- type meer. Ze staat met Donald op gelijke voet. Iemand wees ons er onlangs op dat zelfs Oma Duck in één van haar avonturen een verkoopleider in een supermarkt een lesje geeft in modem management. En Lizzy, Juultje en Babetje, de nichtjes van Katrien en tegenhangers van Kwik, Kwek en Kwak, spelen niet meer alleen met poppen maar zijn een soort Spice Girls geworden. Dat is een verandering die heel belangrijk is voor de meisjes die ons blad lezen." De Nederlandse Donald Duck heeft zich in de loop der jaren voortdurend aan de tijdgeest aangepast. Zo zegt de kleine Hia watha, het indiaantje in de strip, sinds het begin van de jaren 80 niet meer: 'Mij daar geen zin in hebben', maar spreekt hij keurig ABN. Zelfs 'patroonheilige' Carl Barks wordt bij herdrukken van zijn klassiekers niet ont zien: zijn negerkarikaturen uit de jaren veertig zijn nu taboe. De stripverhalen in de Nederlandse DD (oplage 355.000) worden ook in ons land geschreven en getekend. De redactie werkt onder licentie van het Disney-concern in Amerika, zoals dat ook in 38 andere landen gebeurt. Het is een concern dat bij de invul ling van de Nederlandse DD voortdurend over de schouder van Roep en zijn redactie meekijkt. „Big Brother is watching us", al dus Roep, „dat is wel waar. We vallen onder Disney-richtlijnen, zowel zakelijk als inhou delijk. Dat is ook begrijpelijk. Bij het maken van de Donald Duck valt dat mee, dat ver trouwt men na 46 jaar wel, maar als we nieuwe uitgaven op willen zetten wordt dat wel degelijk gecontroleerd." Spelregels Niettemin bepaalt de Amsterdamse redac tie de inhoud zelf. „Ik heb nog nooit meege maakt dat we om een scenario teruggeflo ten zijn", zegt Roep, die al enkele tientallen jaren aan de Donald Duck werkt. „We heb ben een redelijke vrijheid. Er zijn richtlijnen voor de tekenaars, maar Donald mag bij voorbeeld best een keer iets anders dragen dan zijn matrozenpakje. Als het maar bin nen het verhaal is en éénmalig. En we mo gen nieuwe karakters bedenken in Duck stad, zo lang we ons maar houden aan de Disneyspelregels. Het volgens Kunz zo gewelddadige Duck stad is bedacht en ontworpen door Carl Barks. Hij creëerde zijn eigen universum. Hij bedacht figuren als Willie Wortel, oom Dagobert en Guus Geluk en bevolkte de ty pisch Amerikaanse stad verder met voorna melijk honden en varkens. Barks kon in zijn lange stripverhalen een dimensie toevoegen aan de Donald-van-het-witte-doek: zijn eend is weliswaar even opvliegend, maar zijn beste verhalen zijn vaak een bittere sa tire op de (Amerikaanse) consumptiemaat schappij en prestatiedrang. Geweld, stripge- weld, zat daarin van meet af aan ingebak ken. „Boeven horen erbij", vindt Roep. „Die maken de avonturen spannend. Je kunt niet alleen maar Heidi-verhalen maken. List en bedrog en het klassieke stripgeweld, vecht partijen met stofwolken en sterretjes, heb ben altijd bestaan. En een ontwikkeling zoals die Zwitserse professor constateert, zie je overal. In het eerste deeltje van de Ka meleon-boekenserie uiit de jaren zestig gin gen de jongens alleen maar met een bootje uit varen. Daarna werd er allerlei katten kwaad uitgehaald." Roep denkt dat er geen sprake is van een voortdurend stijgende lijn in het aantal mis drijven in de Duckstrips. „Ook dat is tijdge bonden. In de jaren '70 was het allemaal weer wat softer. Toen zag je een trend waar bij geweld helemaal niet kon. Dat was een tijd van gebroken geweertjes." Onschuldig Aan het eind van de jaren '90 zijn de bron nen van het toenemende geweld in de sa menleving een veelbesproken thema. Kunz is in ieder geval de eerste die Duckstad on der de loep neemt, maar alles wat uit de Disneykoker komt, lijkt toch vrij onschuldig - er zijn wel gewelddadiger strips voorhan den. Roep maakt zichzelf geen verwijii „In Nederland hebben we er de laatste j jaren juist de nadruk op gelegd dat eei het langst duurt. Wij gieten onze lezers i de paplepel een moreel besef in." De Zware Jongens mogen volgens Ki dan heel wat actiever zijn dan vroeger, blijven een stelletje sukkels. En Dage waste in 1952 misschien wat minder v wit, maar al in het zesde nummer oni mijnde de 'rijke oom uit Amerika' de weti van vraag en aanbod dusdanig dat de gej le economie van het Midden-Westen op| sloeg - een manipulatie waar recente beu fraudes bij verbleken. Mocht het onderzoek van Kunz ouds niettemin doen twijfelen of de DD wel schikt is voor hun kroost, dan is er nognj nieuws onder de zon. Bij het verschijr van de allereerste Donald Duck in 1952w het stripverhaal een nieuw fenomeen en het eerste nummer drukte de redactie de zertjes op het hart: 'Vader en moeder zul het zeker goed vinden dat je 'Donald Du gaat lezen als ze weten dat overal ter wei onderwijzers en andere paedagogen mening zijn dat dit in elk opzicht lectuu die men verantwoord in handen van kin ren kan geven'. In het tweede nutni werd bij de ouders ronduit geslijmd: 'Donald Duck' hopen wij U een handjt mogen helpen bij het mooie, maar moei ke werk dat op Uw schouders rust: de voeding van Uw kinderen, die U bovenal dierbaar zijn. Ernstig zullen wij ernaar ven 'Donald Duck' in elk opzicht opvoe kundig verantwoord samen te stellen. Vraag 4: HOE HEET HET BASISVOEDSEL VAN DE TIBETANEN? Vraag 3 van vorige week luidde: In welk gebergte is het vliegtuig van Tchang neergestort? Vraag 2: Noem 3 ontdekkingsreizigers die in Tibet zijn geweest toen het nog verboden gebied was voor mensen uit het Westen? De vraag van de eerste week was: In welke steden en dorpen komen Kuifje en kapitein Haddock in het verhaal 'Kuifje in Tibet'? Stuur de antwoor den op de vier vragen naar: Rijksmuseum voor Volkenkunde, ter attentie van de afdeling PR, postbus 212,23 00 AE Leiden o.v.v 'Prijsvraag Kuifje'. Het museum verloot onder de inzenders een artikel uit de Kuifje-winkel. De tentoonstelling 'naar Tibet met Kuifje' is nog t/m 2 augustus in het Rijksmuseum voor Volkenkunde te zien. Het museum is gevestigd aan de Steenstraat 1, Leiden, telefoon 071-516 88 00. De openingstij den van het museum zijn: dinsdag tot en met vrijdag en zondag 10.00-17.00 uur. Zaterdag en feestdagen 12.00-17.00 uur. Toegangsprijzen: Volwassenen 10 gulden. Jeugd van 4-18/CJP/65+ 7,50 gulden. Groepen (min. 10 personen) 7,50 gulden. Museumjaarkaart toeslag 3 gulden. Kosten van de activiteiten zijn inbegrepen in de museumentree, tenzij anders vermeld. Hij laten zeggen: alles klaar. Ik drager, sahib. Je vraagt je zeker af wat er aan de hand is?Welomdat jij met alle geweld wilt vertrekken, heb ik van Thar key gedaan gekregen wat hij jou laatst weigerde: hij gaat mee naarboven. Wat?Jij bent die vent die me op elke straathoek omver loopt! Wat kom je hier doen, duizend bommen!? Nou, dat belooft wat! Goed, zeg tegen Thar key dat we eraan komen. Sherpa Thar key 'mij sturen, sahib. Kapitein, u bent de bovenste Hoe dan ook, Thar key heeft de hele expeditie verzorgduit rustingen, mondvoorraadgereed schap, dragers... Maar, tien duizend bommen en granaten! dat moet mij weer overkomen dat ik iemand tref die constant tegen me opbotst!Nou ja, we zien wel! Rustig, rustig!Hij brengt ons alleen naar het wrak van het vliegtuig, met verder!Maar daar zul j/j eindelijk beseffen dat er geen sprankje hoop is dat we nog overlevenden vinden. Als ik bedenk dat ik hier voor gek loop op de wegen van Nepal, terwijl ik rustig op Molensloot had kunnen zitten j nippen van een goed glas whisky on the rocks! verdorie! Ik fles of wat n ij reizen om te leren J leren J> U om te reizen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 42