Op weg naar de 20-80 samenlevin D66 heeft de schijnwerkelijkheid bitter hard nodig Feiten &MeningeN Lerarenstaking Taal ZATERDAG 21 FEBRUAR11998 De vijf jaren die ik op de middelbare school heb doorge bracht, waren de gelukkigste jaren van mijn leven. Ik vond het heerlijk om naar de HBS te gaan. In de lange vakanties snakte ik naar de septemberdag waarop de school weer zou beginnen. Al toen ik in de eerste klas zat, dacht ik: ik wil mijn hele leven op deze school blijven. Om dat te be reiken moest ik leraar worden. Na mijn eindexamen ging ik dan ook biologie studeren met het doel als leraar zo snel mogelijk weer terug te keren op het Groen van Prinsterer lyceum in Vlaardingen. En dat lukte! Al na drie jaar stond ik als leraar biologie voor de klas. Dat is de grootste teleurstelling van mijn leven geworden. Zo heerlijk als het was om in de klas te zitten, zo verschrik kelijk was het om ervoor te staan. Uiteraard was het feit dat ik grote moeite bleek te hebben met de orde deels te wijten aan onervarenheid, deels aan mijn leeftijd. Wellicht zou ik het op den duur wel onder de knie hebben gekregen om orde te houden. In mijn tweede jaar ging het al beter dan in mijn eerste jaar. Ais mijn pupillen onrustig werden, begon ik indringend seksuele voorlich ting te geven, en had ik ze zo weer stil. Maar het was niet alleen het ordepro bleem dat het leraarschap zo slopend maakte. Je stond voor de klas en je moest zo lang als het lesuur duurde - vijftig minuten - onophoudelijk op je qui vive zijn. Je kon geen moment ver slappen of wegdromen. Behalve dat je zo onophoudelijk op je qui vive moest zijn, moest je daarnaast ook nog les geven - iets vertellen, iets uitieggen, kortom een dertigtal kinde ren aangenaam bezig houden. Die combinatie van qui vive en kletsen is ronduit slopend. Ik heb in mijn leven van alles gedaan. Ik heb aardbeien ge plukt, ik heb bij een slager gewerkt, ik heb brood bezorgd, ik heb in een fabriek gewerkt waar groentekistjes werden gemaakt, ik heb wetenschappelijk onderzoek gedaan, ik heb college gegeven, ik heb als mannequin en lady-spea ker aan modeshows meegedaan, ik heb interviews ge maakt, journalistiek werk gedaan, en ben een blauwe maandag televisiepresentator geweest. Maar niets van wat ik ooit gedaan heb was bij benadering ook maar zo onge lofelijk vermoeiend als voor de klas staan op een middel bare school. Ik heb de grootst mogelijke bewondering voor leraren. Nadat ik twee jaar voor de klas had gestaan, twee jaar stee vast na schooltijd totaal uitgeput hele middagen op bed had gelegen, wist ik: voor mij is dit in ieder geval doodge woon veel te zwaar. De leraren hebben de afgelopen week overal in den lan de gestaakt. Ik geef ze groot gelijk. Ze hebben een lood zwaar beroep. Treed je op als mannequin of als lady spea ker, dan ben je na twee uur totaal op. Maar toch is het on danks de hoge hakken een feest vergeleken met voor de klas staan. Televisiepresentator, zo weet ik uit ondervin ding, is ook enorm zwaar, maar toch is zelfs dat licht en prettig vergeleken met het leraarschap. Zelfs nu. dertig jaar nadat ik voor de klas heb gestaan, verschijnen af en toe in mijn dromen nog mijn twee grootste kwelgeesten: Freek Koelman en Henk van der Mark. Hoe iemand het uithoudt om een leven lang voor de klas te staan, ik kan het niet begrijpen. Dat de maat bij de lera ren nu echter vol is, begrijp ik maar al te goed. Leraar - het is zonder enige twijfel het zwaarste beroep wat er bestaat. Stuk voor stuk verdienen ze niet alleen het salaris van een procureur generaal, maar ook nog een gouden handdruk. Het woord 'positief komt van het He- breeuwse 'po ze tov' ('hier is het goed') en m -jÉ- 'therapie'is afgeleid van'troefa'(He breeuws voor 'medicijn'). Wie het daar niet jeruza em mee eens *s' verw*is naar J°sef Lanyado (51), uitvinder van een wel zeer revolutio naire taaltheorie. Lanyado beweert dat alle talen van de wereld hun oorsprong vinden in het He breeuws. Hij heeft die wijsheid langs telepathische weg doorgekregen van buitenaardse wezens, dus spreek hem maar eens tegen. De taaltheorie die alle bestaande theorie- en overbodig maakt, is vervat is één enkel boek, met de al leszeggende titel 'De Sleutel'. ,,Ik was bang dat de mensen me wat onevenwichtig zou den vinden als ik hun vertelde dat ik mijn wetenschap had ontvangen van buitenaardse wezens", schrijft Lanyado. En inderdaad: iedereen die hij kende, begon hem voor gek te verklaren. Hij haalt er zijn schouders over op. „Uiteindelijk beschouwde ik vroeger mensen met dergelijke verhalen ook als leugenaars of geestelijk gestoorden. Maar ik heb ik nu eenmaal een dwangmatige behoefte de informatie die ik ontvang met anderen te delen Josef Lanyado (51) emigreerde in het begin van de jaren vijftig met zijn ouders vanuit Irak naar Israël. Toen hij vijf tien was, vestigde het gezin zich in de Verenigde Staten. Josef trouwde er, kreeg twee kinderen en had een goede baan als inkoper van een warenhuisketen. Kortom: de ver vulling van de Amerikaanse droom. Maar de bewoners van de Pleiaden (van het Hebreeuws 'pe-el-da', dat wil zeggen 'ken Gods taal') hadden andere plannen met de Israëlische immigrant. Alleen al uit de naam van hun sterrengroep blijkt zonneklaar dat zij het menselijk ras hebben voorzien van een taal. Die is dus niet het resultaat van een evolutionair proces, maar van een in jectie in onze genen door buitenaardse wezens. Onder invloed van 400 lichtjaren van onze aarde verwij derde krachten verdiepte Lanyado zich steeds meer in filo sofie en mystiek. Het aantonen van de verwantschap tus sen het Engels en De Taal, het Hebreeuws dus, werd een obsessie. „Overal zag ik Hebreeuws. Ik dacht dat ik gek werd", bekent hij in zijn boek. Zoals het vaker gaat met mensen die druk bezig zijn de wereld deelgenoot te maken van een opzienbarende ont dekking, geraakte Lanyado's persoonlijke leven in het on gerede. Hij verspeelde zijn baan en zijn huwelijk. Uitein delijk keerde hij naar Israël terug, waar hij nu een beschei den leven leidt met Claire, zijn Amerikaanse tweede vrouw. 'De Sleutel' doet in sommige opzichten denken aan het boek Oera Linda in ons taalgebied. Voor wie het niet kent: in de negentiende eeuw dook een in pseudo oud-Fries ge steld, en naar later bleek vals, manuscript van die naam op. Het behelsde de geschiedenis van de Friese familie Over de Linden (Oera Linda), die terug zou gaan tot de klassieke oudheid. De onbekende auteur schreef dat veel Griekse en Romeinse namen dan ook uit het oud-Fries af komstig zijn. Als ik me goed herinner, is 'Neptunus' een verbastering van 'Neef Teunis' over de Linden, de schipper van een Fries zeilschip. En toen deze Teunis op een van zijn reizen langs een eiland in de Middellandse Zee voer, zou zijn be manning allerlei kreten hebben gehoord. Vandaar de naam 'Kreta'. Wat de Hebreeuwse achtergrond van Neptunus is, weet ik niet. Lanyado beperkt zich-tot de Verenigde Staten. Neem 'Uncle Sam'. Kan het Amerikaanser? Welnee, zegt La nyado, het kornt van 'ana-kol-shem'. Dat betekent onge veer: 'antwoordde aan de stem van God'. Dat deed Ameri ka, Uncle Sam dus, toen de Japanners in de Tweede We reldoorlog Pearl Harbour aanvielen. En wat was de aan- valskreet van de Japanse oorlogsvliegers? Tora, tora, toraü! De rillingen lopen me over de rug. AD BLOEMENDAAL CORRESPONDENT Onder het Nederlandse welbehagen krioelt de netwerkeconomie Schril en indringend weerklinkt het geluid van Viviane Forrester. „Dit economische systeem", fulmineert ze, „roept een be langrijke vraag op die nooit wordt gesteld: moet je het verdienen om te leven? Een zeer kleine minderheid die al over zeer veel macht en vanzelfsprekende privileges beschikt, heeft automatisch recht op bestaan. Om dat recht te verdienen, moe ten alle anderen aantonen dat zij nuttig zijn voor de samenleving, tenminste, voor de economie die allesoverheersend is Het recht om te leven, zou je bijna zeggen, loopt dus via de plicht om te werken." En daarmee staan de westerse maatschappijen aan de vooravond van een enorme crisis: ener zijds houden ze hun inwoners voor dat hun be staan staat of valt met het verrichten van betaald werk, maar tegelijkertijd kunnen ze dat werk niet (meer) aan iedereen aanbieden. Zo'n geluid, dat overigens bepaald niet voor de eerste keer klinkt, doet het goed in slechte tijden zoals Frankrijk die momenteel beleeft. In haar thuisland is Forresters boek 'De terreur van de economie' dan ook een hit zonder weerga. Maar gaat het ook op voor Nederland, waar dank zij de al jaren durende hoogconjunctuur een vrij wel ongeremde hoera-stemming heerst? Al klinkt het vreemd, het antwoord is ja. Ook in Nederland hebben we bijvoorbeeld een aanzienlijke groep die nooit meer aan de slag komt. Vorig jaar hield de befaamde socioloog Cees Schuyt een serie le zingen over de sociale samenhang in Nederland, waarna hij veertien vooraanstaande collega's vroeg hun licht te laten schijnen over door hem aangestipte problemen als langdurige werkloos heid, discriminatie, (jeugd)criminaliteit, zwervers en verslaving. In doorwrochte en soms intrigeren de betogen concludeert deze fine fleur van sociale wetenschappers dat, in de woorden van Schuyt, 'de samenleving geen oude stoel is die ramme lend uit elkaar valt', maar dat er wel degelijk een groep is die 'naar de rafelranden van de maat schappij verschuift'. NETWERKECONOMIE Maar dat is niet het enige. Onder de oppervlakte van welbehagen woelt en krioelt een razendsnel opkomende informatietechnologie die voor een ongekende tweedeling in de maatschappij zal zorgen. De Spaanse socioloog Manuel Castells beschrijft het proces als de opkomst van de net werkeconomie: „Wat is Benetton? Een netwerk van activiteiten, een multinational die uit een klein Italiaans familiebedrijf is gegroeid. Het zijn 5.000 verkooppunten over de hele wereld, die twee taken hebben: de Benetton-producten ver kopen en informatie verstrekken aan het hoofd kantoor. Welke kleuren lopen goed? Welke mo dellen? Die informatie wordt meteen omgezet in productie-orders die ook weer een netwerk in gaan: een los verband van kleine bedrijfjes in Tur kije en Zuid-Italië die de kleding produceren". Wordt een productieplaats om wat voor reden dan ook te duur bevonden, dan wordt die ge dumpt. Dat is natuurlijk altijd al zo geweest. Maar in de tijd dat nationale overheden nog grip had den op de gang van zaken, ging het geleidelijk. Daardoor kregen landen de kans om te schakelen om al te grote ellende te voorkomen. Denk aan het verdwijnen van de textielindustrie uit Neder land, of de sluiting van de mijnen. Nu de regerin gen nauwelijks nog grip hebben op de ontwikke lingen kwijt zijn, gaat het allemaal veel sneller en daardoor steeds ontwrichtender. Hoe meedogen loos (snel) het internationale kapitaal kan toe slaan, is de afgelopen maanden in Azië genoeg zaam gebleken. MISVATTING Veel westerse industrielanden zien in de Aziati sche crisis vooral een aanwijzing van de eigen su perioriteit, maar dat zal een schromelijke misvat ting blijken. Dat zegt niet alleen Castells, het wordt ook met talloze voorbeelden geïllustreerd in het knap geschreven en verontrustende boek 'Globalisering, de wereld in verval' van de journa listen Hans-Peter Martin en Harald Schumann. Hun conclusie annex waarschuwing liegt er niet om: er dreigt een 20-80 samenleving te ontstaan. Twintig procent van de mensen bedenkt en pro duceert, en incasseert de daarbij behorende re- Het bord deze Franse demonstrerende werkloze laat aan duidelijkheid niets te wensen over. „Ik beschuldig het kapitalisme van economische en sociale barbar] FOTO AFP LAURENl venuen. Voor de overige tachtig procent resteren slechts brood en spelen. Tenminste, als ze het ge luk hebben dat de bovenlaag in hun land daarin wil voorzien. Echt nieuw is die 20-80 verhouding niet: de Vere nigde Staten, de Europese Unie en Japan zijn met ongeveer eenvijfde van de mensheid binnen hun grenzen goed voor het leeuwendeel van de we- reldproduktie en -consumptie. De verandering door de globalisering is dat de rijkdom gelijker over alle landen wordt verdeeld. Dat wil zeggen: over de productieve bovenlagen daarvan. Daarin zit een element van rechtvaardigheid, maar het is ontegenzeggelijk tevens een doods- klap voor de maatschappelijke stabiliteit in de huidige industrielanden. De belangrijkste reden voor de armenzorg is door de eeuwen heen de angst geweest van de gegoede burgerij voor een opstand van de armen. Dat die armenzorg kon uitmonden in een heuse verzorgingsstaat, is te danken aan de onvoorstelbare welvaartsgroei in de westerse industrielanden in deze eeuw: in het veen kijkt men immers niet op een turfje. Maar als een flink deel van die welvaart weglekt, wordt de turf schaarser en zal de verzorgingsstaat weer snel plaats maken voor armenzorg. Is er een uitweg? Forrester zoekt na bijna twee honderd bladzijden haar heil in een moreel appèl op wederzijds respect. Heel mooi, maar het te kent ook de zwakte van haar betoog: het blijft bij signaleren, een degelijke analyse of zelfs het be gin van een oplossing ontbreken. De socioloog Castells komt tot de sombere maar goed onder bouwde slotsom dat we 'voor het eerst in de ge schiedenis een machine gemaakt die door nie mand meer te beheersen is'. Schumann en Mar tin geven in een uitstekende analyse aan hoe complex de werkelijkheid van 1998 is: „De goed betaalde middenklasse-werknemer is slachtoffer en dader, winnaar en verliezer tegelijk Het is helemaal niet denkbeeldig dat het fonds waarin hij zijn spaargeld heeft belegd, grootaandeelhou der is bij het bedrijf waarin hij werkt en druk uit oefent tot het instellen van een commissie die ri goureus zijn baan wegsaneert - in het belang van de participanten in het fonds." EUROPA Om het grote geld tegenspel te bieden, zien de journalisten nog het meeste in een krachtige Eu ropese Unie omdat die door zijn omvang ('groot te is de enige belangrijke machtsfactor in de ge- globaliseerde economie') de handhaving van so ciale en ecologische minimumnormen kan af dwingen. Los van de vraag of een sterke Europese Unie dat écht zou kunnen, blijft het een feit dat de voor avond van de door het duo hartstochtelijk verde digde Economische en Monetaire Unie (EMU) zo'n Europa nog ver weg is. Als het er echt op aan komt, is het nog altijd ieder voor zich. Voor de overgrote meerderheid van de Europeanen is Eu ropa bovendien een bureaucratische mok slechts in schijn wordt gelegitimeerd door roparlement, een verzqmelirjg in het eigffl uitgerangeerde, lustig in de kas graaiende; En hoe treurig het ook is: wie kan ze echto geven? Hoe dat krachtige Europa eruit moet zien, Schumann en Martin wel aan. Hoe z kan komen, weten ook zij echter niet. Wal schuldbewust citeren ze de Amerikaanse econoom Kapstein, die de situatie kernadl menvat: „De wereld stuurt onverbiddelijk! een van die tragische momenten waarvan! ci zich later zullen afvragen waarom er opd moment niet tijdig iets werd ondernomen heeft de economische en politieke elites er weerhouden de nodige stappen te zetteno; sociale crisis van wereldformaat te voorkon SJAAK SMAKMAN Globalisering, de wereld in verval. Hans Pi Martin en Harald Schumann, uitgeverij D prijs 37,50 De terreur van de economie. Viviane Fom uitgeverij Ambo, prijs 34,90 Sociale cohesie en sociaal beleid. Cees Schi uitgeverij De Balie, prijs 24,50 Het sociaal tekort, redactie Cees Schuyt. IJ verij De Balie, prijs 45,00 Hoe verder de verkiezingscampagne vordert, hoe vaker je je moet afvragen of je te maken hebt met een geregis seerde werkelijkheid. Beeldvorming is ongelooflijk belangrijk in politiek Den Haag. En talloze mensen - campagne leiders, Kamerleden, ministers, media- adviseurs, voorlichters en ambtenaren - proberen invloed uit te oefenen op de visie van media en publiek op gebeur tenissen en ontwikkelingen. Dat maakt het soms moeilijk schijn van werkelijk heid te onderscheiden. Maar het beeld dat ontstaat is wel zeer belangrijk, omdat het meespeelt in het oordeel van de kiezer over partijen, lijsttrekkers en andere politieke kop stukken. Vorige week liep het imago van Wim Kok een deukje op omdat hij verstrikt was geraakt in een aantal rel letjes (het fregat, de IOC-kandidatuur, de loonstrookjes en de vuile oorlog tus sen Sorgdrager en Docters van Leeu wen). Afgelopen weekeinde werd daar door anonieme bronnen - vanuit D66-kring - nog een schepje bovenop gedaan. Kok zou de regie kwijt zijn en het kabi netsberaad over de koopkrachtrepara tie geheel op zijn beloop hebben gela ten. Het beeld dat vanuit Noordwijker- hout - de plek waar D66 congresseerde - werd ingestoken was dat het kabinet balanceerde op de rand van een crisis, Kok leunde achterover en D66-minis- ter Wijers moest de kloof dichten tus sen WD-minister Zalm van financiën en PvdA-minister Melkert van sociale zaken. Herkent u de verkiezingsbood- schap van D66 al? De vraag waar je dan vervolgens mee De kopstukken van D66 naast elkaar in Noordwijkerhout. Zij vervullen de brugfunctie tussen PvdA en WD, vinden ze zelf. foto gpd phil nijhuis komt te zitten is: klopt het dat de De mocraten op die betreffende vrijdag avond- en nacht de onmisbare brug functie vervulden die ze zichzelf toe dichten? Of hebben D66'ers hun visie op de gebeurtenissen wat aangedikt om hun eigenbelang te onderstrepen en hun imago op te vijzelen. Er is alle reden om van het laatste uit te gaan. Niemand bestrijdt dat er over de repa ratie van de tegenvallende loonstrook jes een zwaar gevecht is geweest tussen Melkert en Zalm. Het was een lastige avond, zei WD-minister Dijkstal deze week. Maar in wezen was er geen spra ke van een politiek conflict tussen WD en PvdA, maar van een tweestrijd tus sen de minister van financiën en de minister van sociale zaken. Alhoewel Melkert verantwoordelijk was voor de verkeerde berekeningen op zijn minis terie, leefde toch bij alle betrokkenen in het kabinet het idee dat de koop krachtbelofte van Prinsjesdag moest worden waargemaakt zo kort voor de verkiezingen. De vraag was alleen hoe. Bekend is dat de twee kemphanen veel overleg hebben gevoerd met hun reke naars op de ministeries. Het was ont zettend moeilijk een oplossing te vin den die wel recht zou doen aan de be volkingsgroepen die werden geraakt, zonder geld over de balk te gooien. Tel kens weer moesten er zaken doorgere kend en uitgezocht worden, talrijk wa ren de schorsingen voor tweegesprek jes tussen ministers. Ongetwijfeld heeft Wijers een belangrijke rol gespeeld. Als minister van economische zaken zit hij wel vaker tussen Zalm en Melkert in. Maar het is net zo logisch te veronder stellen dat het compromis onder lei ding van premier Kok, als voorzitter van de ministerraad, tot stand is geko men. Deze twee veronderstellingen worden ook bevestigd door een be trouwbare bron, alhoewel ook die niet honderd procent objectief zal zijn. Niet alleen Wijers en Kok, maar ook enkele WD-collega's hebben hun steentje bijgedragen, als we hen mogen geloven. WD-staatssecretaris De Grave (net als Melkert sociale zaken) zei maandag op een partijbijeenkomst in Roermond dat hij in het kabinet het WD-gevoel vertolkte dat de koop krachtbelofte verstandig en redelijk na gekomen moest worden, terwijl Zalm vooral op de centen lette. En Dijkstal 'onthulde' daar dat hij net een impasse probeerde te doorbreken in een 'bilate- raaltje' met Kok op het moment dal hij via de telelens breed gebarend op tv- beelden was vastgelegd. Jawel, met Kok, want die heeft de afgelopen drie ëneenhalf jaar 'boven de partijen ge staan', was de 'scheidsrechter' is en heeft wel degelijk 'de regie in handen'. Wie nu precies welke plooien gladge streken heeft in het kabinet, hoort ei genlijk niet terzake te doen. Het kabi net is er uitgekomen. Ministers horen ook niet te lekken over de ondeil discussies, omdat de ministerraa een eenheid functioneert. Maarl doet er in de aanloop naar verkil gen allemaal niet zo toe. Dan ste zenlijker belangen op het spel. Door het lekken en het achteraft eren van een crisissfeer rond del krachtdiscussie in het kabinet is lijk geworden dat D66 het van a acht om het imago van paarse tx delaar op te vijzelen. De enigere van bestaan die D66 nog heeft, ij mers de brugfunctie tussen PvdS WD. D66 is de enige garantievd paars, is de inzet van de Democl En die wordt de laatste tijd gevaa vaak doorkruist door uitlatingen WD'ers als Bolkestein en Dijksl mogen er graag op wijzen data wel zonder D66 aan een kabinet de PvdA willen beginnen. Dat D66 actief de werkelijkheid! kleurt om zo de eigen onmisbaa te onderstrepen, tekent niet alle hoge nood bij de partij, maaroo veranderde koers van de Deniocü D66 speelt het politieke spel had dan vroeger, en daar hoort ook» vloeding van de beeldvorming!# waren ze daar bij D66 wellicht tj voor, maar nu niet meer. Dat is» mer voor degenen die geloofden! 'andere' politiek van D66. Maar» ramp, zolang maar duidelijk is d* hier meer gaat om schijn dan om' de feiten. DEN HAAG ANS BOUWMANS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 2