Sport
Ooit is Gert Aandewiel
trainer van Quick Boys
Brenda begint een beetje op Leo te lijken
'De club wordt van bovenaf slecht geleid'
Gert Aandewiel is neergestreken in Rotterdam. Vanuit zijn
driekamerappartement kijkt de voetballer van Sparta uit op De Zwaan, de
spraakmakende Erasmusbrug over de Maas. Dat is heel wat anders dan de Witte
Kerk op de Katwijkse Boulevard. Aandewiel is een stadsmens geworden. Voor
zijn verhuizing naar Rotterdam werkte en woonde de voormalig voetballer van
Quick Boys in Amsterdam. Hij voelt zich prettig in een omgeving met bioscopen,
schouwburg en cafés. Maar zijn afkomst verloochent hij niet. Regelmatig is hij in
het vissersdorp te vinden en bekijkt hij een wedstrijdje. Eens zal hij ook weer in
Katwijk wonen. En ooit zal hij trainer zijn van de club, die hij voor eeuwig in zijn
hart heeft gesloten.
Sparta en Aandewiel maken zich op voor
de tweede ronde van de PTT Telecompe-
titie. Maar is het de vraag of de Rotter
damse club in de eerste wedstrijd kan
beschikken over Aandewiel. Hij is nog al
tijd niet fit.
Na een periode van voorspoed kent de
voetballer inmiddels de keerzijde. Bij
Sparta heeft Aandewiel nog weinig kun
nen brengen als gevolg van een slepende
blessure in de buikstreek.
Aandewiel: „In de voorbereiding voel
de ik het al. Ik zat niet lekker in mijn vel.
Maar wat doe je als je pas bij een nieuwe
club zit? Je wilt je bewijzen. Achteraf ge
zien is het daar misgegaan. Ik heb niet
naar mijn lichaam geluisterd. Ik zit pas
twee seizoenen in het profvoetbal. Dat
vraagt heel veel lichamelijke en mentale
inspanning. Daar heb ik een terugslag
van gekregen."
Half oktober kon Aandewiel niet meer
verder. De pijn werd ondraaglijk. De Kat-"
wijker meldde zich hij de arts en-fysio
therapeut, maar niemand die hem snel
een heldere diagnose kon verschaffen.
Het ziekenhuis dan maar. „De pijn zat in
de buikstreek. Dat is een precair gebied
van het lichaam. Uiteindelijk dachten ze
dat er iets verkeerd zat aan de darmen.
Dat werd dus een rectoscopie. Nou, zo'n
onderzoek wil ik nooit meer meemaken,
wat een pijn, wat een ellende is dat."
Overbelasting
Aandewiel bleek een verdikking aan zijn
darm wand te hebben. „Hoe ik daaraan
kom? Alles heeft te maken met overbe
lasting. Daarom hebben we toen in over
leg met trainer en medische staf besloten
om alle activiteiten op een laag pitje te
zetten. Het vervelende van zo'n blessure
is, dat het niet te behandelen is. Ik heb
medicijnen gebruikt en het gebied
rondom de buikstreek heeft de fysiothe
rapeut zo soepel mogelijk gemaakt."
Inmiddels traint Aandewiel weer met
de groep mee. Niet zonder pijn. „Maar
het feit dat ik met de groep meetrain is al
heel wat. Het is nog maar een keer per
dag, terwijl twee keer gebruikelijk is. Het
gaat de goede kant op, dat wel. De fysio
therapeut zegt dat de pijn het gevolg is
van een reactie. Daar klamp ik me maar
aan vast. Het gaat nu goed, vorige week
dinsdag speelde ik een half uurtje mee in
een oefenpotje tegen Telstar, afgelopen
week op Marbella tegen Volendam heb
ik ook weer meegedaan. Maar als ik
straks weer last van die buikspieren krijg,
dan weet ik het niet meer.
Aandewiel heeft geleerd van zijn bles
sure. „Ik laat mijn hoofd niet meer op
hol brengen. Ik moet het op mijn manier
doen en mijn lichaam ontlasten." Om
het genezingsproces te versnellen meldt
Aandewiel zich geregeld bij haptonoom
Peter van der Beid, die zijn praktijk
houdt in Rijnsburg. De twee kennen el
kaar nog van Quick Boys. Aandewiel
voelt zich vertrouwd bij Van der Beid en
zegt veel baat te hebben bij diens behan
delingen. „Ik heb heel veel onderzoeken
gehad, maar bij Van der Beid heb ik het
gevoel dat ik er beter van word. Bij Spar
ta weten ze er van en ze vinden het
Toekomst
Gert Aandewiel heeft na dit seizoen nog
een contract van één jaar. Zijn toekomst
leek helder nadat hij vorig jaar Quick
Boys voor Volendam verruilde. De aan
passing verliep soepeitjes en binnen een
ommezien transformeerde hij zichzelf
tot een bruikbare kracht in de eredivisie.
Toen Hans van der Zee tot trainer van
Sparta werd benoemd, nam hij Aande
wiel mee naar het Kasteel.
Sparta is een mooie club, net als Vo
lendam. Een beetje vergelijkbaar met
Quick Boys. Je staat dicht bij het publiek.
Dat zoek ik zelf op. Ik zou er niet aan
moeten denken dat je als speler afge
grendeld wordt van de buitenwereld.
Zoals in die moderne stadions, waar je
twintig keer wordt gefouilleerd. Alle deu
ren in het Kasteel staan open. Een bab
beltje met de supporters vind ik echt
leuk. Soms zijn ze rigoureus in hun uiüa-
tingen. Je kunt in het profvoetbal snel
vallen. Zo ben je de held, zo ben je de
schlemiel."
„Ik beschouw voetballen bij Sparta
niet als mijn werk. Wat niet wil zeggen
dat ik er niks voor doe. Schei uit. Je moet
er elke dag staan. De mentale belasting is
vele malen groter dan bij de amateurs."
Nu hij geblesseerd is, weet Aandewiel
dat hij er goed aan heeft gedaan om geen
vastomlijnde plannen te maken. „Vroe
ger deed ik dat wel. Je kent dat wel, het
huisje-boompje-beestje-verhaal." Hij
neemt het leven zoals het komt. Het
liefst zou hij tot zijn 33, 34ste in het be
taalde voetbal willen vertoeven, maar
een doodschop kan alles veranderen.
Quick Boys
Trainer wil-ie best worden, maar vraag
hem niet wanneer. „Ik ga wel die verkor
te cursus voor profvoetballers doen. Trai
nen vind ik leuk, dat heb ik bij Quick
Boys wel ervaren."
Quick Boys. Gert Aandewiel heeft een
uitgesproken mening over de club, die
hij ruim 20 jaar diende. Hij groeide op in
de Laan van Nieuw Zuid, de straat tegen
over het complex. Vader Leen, broer
Huug, neef Leonard Pluimgraaff en de
ooms Leo en Adrie Pluimgraaff speelden
er in het eerste elftal. Dat het die club nu
minder vergaat, gaat Aandewiel aan het
hart. „De boel was ingeslapen. Bij de
jeugdafdeling gingen ze er van uit dat de
talenten zich wel zouden aandienen.
Maar zo ligt het niet. Je moet het maxi
male uit een speler halen. Alle voorwaar
den moeten geschapen worden om die
spelers te vormen. Daar ligt een hoop
terrein braak, dat weet ik uit eigen on
dervinding want ik ben anderhalf jaar
lang trainer van de Dl geweest."
„Bij Quick Boys maken ze zich nog
steeds druk over het feit waarom de Dl
op het eerste veld speelt en de Dll niet.
Maar zie dat amateurisme maar eens uit
te bannen in zo'n club. De club is van ie
dereen en iedereen wil wat te zeggen
hebben. Dat is momenteel het grote
manco bij de club."
„Ik vind dat de club van boven nu niet
bepaald optimaal gestuurd wordt. In mei
gaan ze zich eens druk maken over de
versterkingen voor het seizoen daarop.
Dan ben je te laat en dan zijn de beste
voetballers onderdak. De leiding moet
professioneler. Misschien is er wel een
degradatie nodig om het roer rigoureus
om te gooien bij Quick Boys. Het kabbelt
maar voort."
„Quick Boys moet altijd oog blijven
houden voor eigen talent. De huidige
trainer Tempelaar heeft dat begrepen en
geeft jeugdspelers als Sloos en de broers
Van Beelen een kans. De makke is dat
die spelers Quick Boys niet naar een ho
ger plan kunnen duwen. Dat moeten nu
nog de spelers van buitenaf doen. De
spelers die Quick Boys nu heeft aange
trokken zijn goed genoeg voor de plek
waarop de club nu speelt. Dus zijn het
geen toppers."
„Toch heb ik goede hoop. Er zit een
goede lichting aan te komen en Quick
Boys heeft een goede zet gedaan door
Martin Haasnoot, Leen van der Plas,
Fred Kanbier, Mart van der Plas en Theo
Guyt als jeugdtrainers aan te stellen. Dat
zijn allen ex-eerste elftalspelers en ze
hebben er kijk op. Die gasten moeten de
jeugdopleidingprofessionaliseren.
Kritiek
„Ik besef dat ik heel wat kritiek op Quick
Boys heb losgelaten. Straks, als ik mijn
diploma's heb, wil ik mijn verantwoor
delijkheid nemen. Dat heb ik eerder ook
gedaan, toen ik Quick Boys confronteer
de met mijn kritiek. Toen zeiden ze: doe
er dan wat aan. Ik stapte er in en zag die
gastjes beter worden. Dat gaf een kick."
Naast het trainerspapiertje probeert
Aandewiel zijn HBO-studie informatica
te volbrengen. Een ondernemersdiploma
heeft hij al op zak. Met een glimlach:
„Kan ik altijd nog een sigarenzaak begin
nen. Dat hoort toch na je carrière?"
Zo 'gewoon' is Aandewiel echter niet.
Hij afficheert zich graag als een serieuze,
doodnormale jongen uit Katwijk, maar
het feit dat de voetballer zich interesseert
voor meer zaken dan de voetballerij zelf,
maakt hem markant. Het verhaal begin
vorig jaar in Voetbal International dat hij
alleen met rugzak door de VS, Canada en
Mexico trok, daar in een park met de
plaatselijke jeugd meevoetbalde, filoso
feerde over het boek De Celestijnse Belof
te bezorgde hem een stempel in het be
krompen, met vooroordelen overspoelde
voetbalwereldje. „Tsjonge, wat heb ik
daar een reacties op gehad. De meeste
positief hoor. Maar als je anders denkt in
de voetballerij, val je kennelijk op. Maar
kan ik het helpen dat ik niet naar Beni-
dorm op vakantie ga en dat ik niet hou
van René Froger en Marco Borsato? Dan
ben je toch niet anders. Toch?"
Ze heeft een beroemde achternaam,
reisde in haar prille leven waarschijn
lijk al net zoveel als haar gelouterde
achterneef, maar het grote publiek
denkt bij het horen van de naam Been
hakker nooit aan Brenda. En dat heeft
alles te maken met Leo. Leo is immers
een topfiguur in de nationale volks
sport voetbal dat zelfs in een koude
winterstop een zware schaduw werpt
over Brenda's favoriete bezigheid, bad
minton.
Maar wie Brenda Beenhakker dit
weekeinde in Den Bosch tegenkomt, al
waar ze tijdens het NK haar nationale ti
tel verdedigt, zal merken dat haar hou
ding voorzichtig richting haar vermaarde
bloedverwant neigt. „Altijd heb ik het
verwijt gehad dat ik te sociaal was en te
veel aan anderen dacht. Ik heb me vanaf
nu ook voorgenomen meer voor mezelf
op te komen. Ik moet nu gewoon zeg
gen: ik wil dit en ik wil dat of ik wil het
zus en ik wil zo. Dat is al heel wat voor
mij hoor, want een paar jaar geleden zei
ik alleen maar ja en verder niets. Toen
werd er ook over mij gezegd, 'wat een lief
meisje, ze zegt nooit nee'."
Beenhakker zag in haar directe omge
ving dat zelfbewustzijn wonderen doet.
„Anderen kregen en krijgen gewoon
meer voor elkaar door dingen te durven
zeggen. Ik heb dat echt moeten leren
want dat zit niet echt in me. Dat is een
proces, dat moet echt groeien. Als bad
mintonner moet je in feite heel erg
egoïstisch zijn. Nou, dat ben ik niet.
Neem bij voorbeeld trainingen. Om mij
heen hoor ik regelmatig mensen zeggen
'met jou train ik niet, want je bent te
zwak voor mij'. Keihard is dat. Ik ben
dan zo'n type die wel met zo'n iemand
gaat trainen omdat ik het moeilijk vind
om iemand buiten te sluiten. Dan ben je
dus niet hard voor jezelf, ik weet het..."
De 20-jarige Arnhemse begint zelfs in
geld te denken, zoals haar achterneef, de
Brenda Beenhakker in de topsportklas van het CIOS: „De eerste twee maanden heb ik het
moeilijk gehad omdat ik echt weer moest wennen om naar school te gaan. Maar gelukkig
kan ik redelijk makkelijk leren, nu heb ik m'n draai weer gevonden." foto gpd
huidige trainer van Feyenoord, altijd al
heeft gedaan. „Ik ga vanaf nu voor geld
spelen", zegt de Europees jeugdkam
pioene van '95 vastbesloten. Zelfs haar
jeugdliefde ESCA zal vanaf heden over
de brug moeten komen. Oké, de liefde
kwam altijd wel van twee kanten want
Brenda mocht als vergoeding voor bewe
zen diensten dag en nacht gebruik ma
ken van de privé-zaal van Louis Coene,
vader van Lex en Eline, in Rheden. „24
Uur per dag, wanneer ik maar wilde."
Maar ESCA is inmiddels gedegradeerd.
Hoewel, dat is nog niet eens zeker. De
Arnhemse badmintonvereniging heeft
namelijk een protest ingediend tegen de
handelwijze van een aantal clubs in Ne
derland. In dat protest moet vooral
Duinwijck het ontgelden. De Haarlem
mers versterkten zich in de slotfase van
het seizoen met enkele Indonesische
spelers die Duinwijck aan een zesde
plaats hielpen en daarmee aan promo
tie-degradatiewedstrijden. Door de plot
se opmars van de Noord-Hollandse
pluim-virtuozen werd ESCA zevende en
vloeide af. Volgens de Arnhemmers ver
bieden de reglementen het aantrekken
van buitenlandse spelers, of zoals er let
terlijk staat: 'competitiespelers dienen
ingezetenen van Nederland te zijn'.
„Als ESCA degradeert ben ik weg",
zegt Brenda Beenhakker. „Ik ga niet in
de overgangsklasse spelen, dat is slecht
voor mijn ontwikkeling. En als ESCA niet
degradeert, hangt het van de aanbieding
af. Als ze me kunnen betalen, blijf ik. Ik
heb inmiddels contact met verschillende
clubs in Nederland en Duitsland. Vooral
in Duitsland kun je redelijk verdienen
met badminton."
Ultieme doel
De Olympische Spelen in Sydney zouden
voor het talent het ultieme doel moeten
zijn, maar daar is ze nog niet echt mee
bezig. „Ik wil dolgraag de Spelen halen,
Sydney moet mijn top worden. Dat wil ik
wel een keer meemaken. Maar ik heb er
nog geen route voor uitgestippeld, om
dat mijn hoofd er nog niet naar staat. Er
zijn nog zoveel toernooien in die tussen
tijd, die vind ik ook belangrijk."
Topsport valt haar niet zwaar, zegt ze,
maar voor haar dertigste zal Brenda
Beenhakker stoppen. „Misschien dat ik
na Sydney nog twee, drie jaar doorga,
daarna wil ik een ander leven. Werken,
trouwen, deel uitmaken van de maat
schappij. Soms is dit leven best wel
zwaar. Fysiek niet eens, maar vooral het
reizen. Dat is mijn zwakke punt. Soms
sloopt me dat, zo vermoeiend kan dat
zijn." Het zijn inderdaad geen kleine
reisjes die ze maakt. Japan, Maleisië,
Indonesië, het noorden van Noorwegen,
ook de kalender van 1998 lijkt een ideaal
jaar voor het verzamelen van air-miles.
Toch is ze blij dat ze af en toe thuis
kan zijn. En weer naar school kan gaan.
„Sinds dit seizoen volg ik een opleiding
aan het CIOS in Arnhem. Daarvoor had
ik anderhalf jaar niets gedaan, was ik al
leen maar met badminton bezig. Dat is
me slecht bevallen, eigenlijk. Ais het dan
slecht gaat, praat ik mezelf nog dieper de
put in. Afleiding had ik nauwelijks. Ik
heb mensen nodig die me ondersteunen.
Louis Coene is daar een voorbeeld van,
maar ook Rob Sanders, die me sinds kort
traint. Dat zijn mensen die je nooit laten
vallen. Bij hun staat niet alleen badmin
ton voorop. Want ze kennen me inmid
dels, alleen badminton is niet goed voor
me."
School
„Ik moet er af en toe uit kunnen. Wat dat
betreft is de Arnhemse Korenmarkt na
tuurlijk ideaal. Maar ook op school ont
span ik me. Heerlijk, zo'n klas. Je bent
dan tussen de anderen. Bovendien ook
allemaal mensen die aan sport doen. Ik
ben toch wel een type dat mensen om
zich heen moet hebben. Bovendien
werkt de school fantastisch mee als ik
weer eens weg moet voor een buiten
lands toernooi. Ik zit in een topsportklas,
Alexander Selk (nationaal topturner, rl) is
een klasgenoot van me. De eerste twee
maanden heb ik het moeilijk gehad om
dat ik echt weer moest wennen om naar
school te gaan. Maar gelukkig kan ik re
delijk makkelijk leren, nu heb ik m'n
draai weer gevonden."
Leo Beenhakker heeft ze nooit ont
moet, ook niet toen hij in Arnhem bij Vi
tesse werkte. „Bij ons thuis hebben ze
het een keer uitgezocht, en hij hangt aan
onze stamboom. Ik heb begrepen dat hij
mij ook kent. Een klasgenoot heeft een
keer aan hem gevraagd of hij familie van
mij was. Ja, zei hij, dat is toch die bad-
mintonster? Maar op moment dat ik
hem echt wilde opzoeken, bleek hij ver
huisd naar Feyenoord. Misschien dat het
er ooit nog een keer van komt.".
Lijstduwer
Mag ik u even iets geks vertel
len? Ik ga óók de politiek in.
Ik heb onder ons gezegd en ge
zwegen eigenlijk niks op met de
politiek, maar daar moet een
mouw aan te passen zijn.
Goed, ik word dus politicus.
Ik ben namelijk altijd wel
voor iets gezelligs te porren.
Waarom ook niet? Je leeft maar
één keer en zeg nou zelf, wie
vindt dat nou niet gaaf? De poli
tiek i.
Ik zeg r
o, je moet alles
Gert Aandewiel: „Kan ik het helpen dat ik niet naar Benidorm op vakantie ga en dat ik niet hou van René
Froger en Marco Borsato? Dan ben je toch niet anders. Toch?" foto kees van hoogdalem
Hihihi... even tussen u en mij
nu, ik weet zelf nog helemaal
niet op welke partij ik stemmen
ga bij de verkiezingen. Misschien
stem ik wel niet, want ik ben
wat je noemt een politieke nitwit
eersteklas.
Nee, nee. Dat nooit. Ik stem
niet op mijzelf1. Dat hoort niet,
vind ik. Dat heb ik ook niet ge
daan toen ik verkiesbaar was als
klassevertegenwoordiger. (Je
hoort niet van jezelf te zeggen
dat je goed bent, dat heb ik van
huis uit meegekregen. Dat moe
ten anderen maar zeggen. Nor
men en waarden noem ik dat.
Gelukkig werd ik niet gekozen.
Ik kreeg nul stemmen. Wel wat
weinig, ja, vond ik ook. Had ik
dat geweten, dan had ik mis
schien toch op mijzelf gestemd,
zodat iedereen zich afgevraagd
had wie op mij had gestemd.
Want daar hou ik wel van, van
een geintje op zijn tijd). Maar
nu ligt het anders. Ik ga de poli
tiek in. U mag op mij stemmen.
(Doen hoor!) Ik zal voortaan de
kranten eens beter gaan lezen,
misschien pik ik wat ideetjes op
voor in de politiek. Je weet nooit.
Ik heb zelf ook wel wat ideeën
hoor, daar niet van. Ik ben bij
voorbeeld heel erg voor bejaar
den en voor het milieu en voor
sport, maar dat is maar één
voorbeeld waar ik voor ben. Ik
hen ook voor vrij parkeren en
niet te vergeten voor draaiorgels,
gezellig als je winkelt. Ik zou het
echt hartstikke gaaf vinden als u
op mij stemt, als ik maar niet in
de raad hoef, want daar doe ik
het niet om, om eraan vast te
zitten. De politiek op zich trekt
mij namelijk niet.
Schei uit, zeg. Daar moet ik
niet aan denken, dat ik ook ge
kozen kan worden. Het moet wel
leuk blijven. Ik ben net zo lekker
met van alles en nog wat bezig.
Heus, laat u mij maar schuiven.
Ik ben niet zo'n type van zeven
sloten op één dag.
Of dit kiezersbedrog is?
Welnee. U moet gewoon niet
met zijn allen op mij stemmen,
dan is er niks aan het handje.
Een stemmetje of wat is genoeg.
Gaaf hoor, een beetje de politiek
in. Maar écht de politiek in,
zoals Clinton of Sorgdrager, dat
is veel te serieus voor mij. Wat
hebben die een rotiueek gehad,
hè? Straks komt nog uit dat ze
ook nog wat met elkaar hebben
gehad. Ja, mij hoort u het niet
zeggen, hoor. Weet ik veel?
Welke partij zou voor mij ge
schikt zijn? De WD misschien?
Wat betekenen die letters eigen
lijk?
Veel Vrije Dagen, zeiden wij
vroeger op school. Zou het dat
echt betekenen? Goh, nooit zo bij
stil gestaan, maar politiek is best
moeilijk, als je het zo beschouwt.
De PvdA zijn rooie rakkers,
daar pas ik voor. D'66 is uit de
mode, ook niks voor mij. Noem
het toeval, maar paars is nooit
mijn lievelingskleur geweest.
Gek hè, maar zulke dingen heb
ik vaak.
Het CDA dan?
Ja, ik kan natuurlijk niet nee
blijven zeggen als ik de politiek
in wil en het CDA zoekt leuke
kandidaten stond in de krant,
dus het mes snijdt aan twee
kanten. Ik ga er gewoon voor,
voor het CDA.
Ik ga mijn best doen voor de
jeugd en voor het EK Stoepran
den. Dat moet haalbaar zijn,
want dat is een sport in op
komst, dopingvrij en bovendien
een impuls voor de werkgelegen
heid, denk ik.
Ach, wat doet het er ook toe.
Zo lang het CDA maar geen ex
tra zetel krijgt door mij, want
daar ben ik ook weer niet voor.
Ik hou namelijk niet van achter-
baksigheid. Zelf zou ik nooit
CDA stemmen, dus raad ik u dat
ook niet aan. Soms denk ik wel
eens: wat heb ik eigenlijk te zoe
ken in de politiek? Maar aan de
andere kant is de politiek ook
wel weer een geweldige uitda
ging. Of niet soms?
Misschien komt dit nieuws
wel op de voorpagina, gaaf hè?