DE DOOD: van randverschijnsel tot hype casterman ZATERDAG 17 JANUAR11998 nja Krabben is gefas- cineerd door de dood. ^^"Begraafplaatsen, odskisten, grafschriften - ze er niet genoeg van krijgen. In ar knusse woning in Amster- West staat - hoe kan het k anders - een grafsteen tegen boekenkast. Nee, niet van fa lie. De steen heeft ze ooit ge- .gen van een grafdelver. An- rs zou hij hem weggooien, onde toch?", zegt Anja. In mei 1994 begon ze met het ad 'Doodgewoon'. De aanlei- ig was heel simpel: Krabben d als kunsthistorica kort daar- een artikel geschreven over jod, dat door een tijdschrift weigerd werd. „Te morbide or onze lezers", vertelde men ar. In 'Doodgewoon' mag alles schreven worden wat met en begraven te maken eft. „Want de dood is in zekere gewoon. Iedereen krijgt er- ee te maken." Het blad viel in vruchtbare bo- m. Na decennia lang over iod en begraven gezwegen te bben, blijken Nederlanders ieens alles over de laatste reis willen weten. Om het met de el van het boek van Krabben te ggen: 'De dood is springle- nd'! Rouwenden proberen iets aan de begrafenis van hun erbaren toe te voegen. Er zijn itvaartvernieuwers' die duchtig in de weg timmeren. Kunste- ars hebben de kaart, de kist, um en de grafsteen ontdekt, lematoria en begraafplaatsen mden druk bezochte open da- n. Voor het eerst was in 1996 beurs voor de uitvaartbedrij- n ook voor gewone stervelin- m toegankelijk. Artikelen, ten- onstellingen, cursussen, excur- en boeken over sterven en uwen zijn niet aan te slepen. Stichting Collectieve Pro- da voor het Nederlandse uek (CPNB), gezegend met een herpe neus voor trends, speelt Speciale boekencampagne over verdwenen taboe hier gretig op in. De club van de jaarlijkse boekenweek organi seert een extra boekenfestijn over het thema 'Afscheid en dood'. Met een magazine in een oplage van 60.000 exemplaren willen de boekhandelaren vanaf maandag laten zien wat ze over 'de grootste levensvraag' zoal in huis hebben. Als het net zo'n succes wordt als de 'echte' boe kenweek van afgelopen jaar (Thema: 'Mijn God'), staat ons nog veel te wachten. „Natuurlijk speelt het com merciële aspect mee", geeft CPNB-directeur Kraaiman toe. „We willen boeken verkopen. Maar uit de evaluatie van de boekenweek blijkt dat zinge- vingsvragen momenteel enorm populair zijn. We kunnen elke boekenweek wel over dat thema houden als we zouden willen." Gekozen is echter voor iets nieuws: voortaan wordt in janua ri een week lang een levensbe schouwelijk onderwerp onder de aandacht gebracht van de win kel- en bibliotheekbezoekers. Uit de lange lijst van onderwerpen is dit jaar de dood gekozen. In het De dood is 'in'. In de tiveede helft van januari besteden ruim driehonderd boekwinkels en bibliotheken extra aandacht aan dit onderwerp. Het taboe is verdwenen, begraven wordt leuker, maar de angst blij ft. Net als het onvermogen de dood te accepteren. „Mensen ervaren het als een schending van het contract met het leven. gratis blad van de CPNB worden een honderdtal boeken aanbevo len. Een kleine greep uit het gi gantische aanbod. Opvallend veel boeken over de Oosterse wijze van omgaan met de dood en het ook in Nederland inmiddels populaire geloof in reïncarnatie. Daar tussendoor vertellen - natuurlijk - bekende Nederlanders welk boek hen ooit tot steun was. Opzienbarend: Imca Marina vindt troost bij de wijsgeer Plato. Gezien de belang stelling van de adverterende uit gevers is de 'extra' boekenweek nu al een succes: het blad be druipt zichzelf. Ook de boekhan dels verwachten er veel van. Cake „Het verbaast me niets", zegt Jan van den Bout, bijzonder hoogle raar Verliesverwerking aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. „De afgelopen dertig jaar wilde de samenleving niets met de dood te maken hebben. Nu reali seren we ons opeens dat dood en leven bij elkaar horen." Zijn ei gen baan is het resultaat van de 'hype'. Twee jaar geleden werd de leerstoel op initiatief van het Landelijk Steunpunt Rouwbege leiding (LSR) opgericht. Eenmaal in functie heeft Van den Bout het onderwerp - hoe gek het ook mag klinken - alleen maar popu lairder zien worden. Nederland is volgens de hoog leraar bezig aan een inhaalrace. De belangstelling voor sterven en begraven was ver beneden de maat, ook vergeleken met het buitenland. De uitvaart was in professionele handen gekomen en dat betekende dat doodgaan en begraven letterlijk randver schijnselen van het leven waren geworden. De tendens was: snel condoleren en begraven, want we moeten verder. De plechtig heden waren statisch, sober en inwisselbaar. Met het spreek woordelijke plakje cake als treu rig dieptepunt. Waarom dat nu plotseling ver anderd is? Van den Bout heeft niet meer dan wat 'vermoedens'. De generatie van na de oorlog wilde niet te lang stilstaan bij de dood, omdat de samenleving weer opgebouwd moest worden. De huidige babyboomers leken ervan uit te gaan dat het leven geen einde heeft. „Doodgaan? Dat zullen we nog wel eens zien, dachten ze. Maar ook zij beseffen tegenwoordig dat er een einde aan komt. Alle generaties hou den ervan de aandacht op zich zelf te vestigen. Nu willen ze als sluitstuk een mooie begrafenis." Aids is ook een reden. De pa tiënten weten veelal dat ze ster ven en hebben vaak de tijd en de creativiteit om van hun eigen uitvaart iets bijzonders te maken. Zie het begrafenisfeest van It-ei- genaar Manfred Langer. Het kli maat is veranderd, er is meer mogelijk dan de standaardbegra fenis. Al blijven cake en Mieke Telkamp voorlopig wel de norm. Volgens Anja Krabben is zo'n 15 procent van de begrafenissen op een of andere manier 'alterna tief. Hoewel dat niet overdreven moet worden. Veel vormen zijn meer een 'terug-naar-vroeger' (vrienden dragen de kist, de aan wezigen gooien aarde op de kist) dan iets extravagants. Ontkerkelijking Van groot belang is de ontkerke lijking. In plaats van de christelij ke rituelen worden andere vor men gezocht om afscheid van de overledene te nemen en het ver driet een plaats te geven. Ook de aanwezigheid van uitvaartplech tigheden in de allochtone ge meenschap heeft invloed. Na de Bijlmerramp bijvoorbeeld waren de tv-kijkers getuige van Ghane- se begrafenisrituelen. Krabben noemt daarnaast de eeuwwisse ling een reden waarom mensen meer over de dood nadenken. Opvallend is, zo blijkt uit een le zersonderzoek van 'Doodge woon', dat vooral veertigers die midden in het leven staan heel bewust met hun naderend einde bezig zijn. Jongeren en ouderen veel minder. De dood mag geen dan geen taboe meer zijn, de angst is er niet minder om. Zelfs niet bij ie mand die zoveel met de dood bezig is als Anja Krabben. „De angst voor het onbekende, hè? Ik merk wel dat ik steeds nieuws gieriger word." De meeste men sen zijn volgens Krabben banger voor de manier waarop ze dood gaan, dan voor wat daarna is. Van den Bout wil zover niet gaan. „Het verschilt per persoon. De een is bang voor de aftake ling, de ander voor de eenzaam heid. Weer een ander zit het meest over de nabestaanden in." De acceptatie van de dood is ondanks de bespreekbaarheid niet groter geworden. Integen deel. „Mensen ervaren het als een schending van het contract met het leven", zegt Van den Bout. „Iedereen denkt het recht te hebben om ten minste tachtig jaar te worden. Niemand beseft dat elke dag in Nederland zeven mensen niet meer thuis komen, omdat ze bij een verkeersonge luk zijn omgekomen. Iedereen waant zich persoonlijk onkwets baar." Reïncarnatie waar een kwart van de Nederlanders in gelooft, lijkt een manier om de dood ac ceptabeler te maken. Je krijgt im mers een nieuw leven. „Het sluit aan op het idee dat we recht op geluk hebben. Voor minder dan een goed en gezond leven doen we het niet. Reïncarnatie is een prima oplossing voor de breek baarheid van het leven." Waar lezers in het enorme aanbod van literatuur over 'Af scheid en dood' voor moeten uit kijken, zo waarschuwt Van den Bout, zijn de boeken die precies voorschrijven hoe rouwverwer king plaatsvindt. „We weten nog steeds heel weinig over het rouwen. Er zijn geen vastomlijn de fases waar iedereen doorheen moet, elk rouwproces is anders. De een heeft hele heftige reac ties, de ander juist niet maar die heeft dat voor zijn verwerking ook niet nodig. In Amerika heeft twintig procent van de weduwen na twee maanden al een af spraakje met iemand anders. Oppassen dus voor boeken die voorschrijven: zo moet het!" Anja Krabben hoopt dat de speciale boekenweek mensen leert bewuster met de uitvaart om te gaan. „Veel mensen zijn na afloop heel ontevreden. Ze weten niet dat ze veel meer zelf mogen bepalen en dat bijvoor beeld begraven tegenwoordig ook zonder kist kan. Niemand die ze dat vertelt. Daarom is het goed dat het onderwerp momen teel zo leeft." utfje rt [tb§L VRAAG VAN DE WEEK (voor deelnemers van 10 t/m 12 jaar): Vraag 3; HOE HEET DE CHINESE VRIEND VAN KUIFJE? De vraag var» de prijsvraag van de eerste week (vraag 1) was: Noem vijf van de hoofdpersonen die regelmatig in de Kuifje-albums voorkomen. Vraag 2 (vorige week) luidde: Wat is de hoofdstad van Tibet? Spaar de antwoorden t/m de vierde week en stuur de vier oplossingen naar. Rijksmuseum voor Volkenkunde, t.a.v. de afdeling PR, Postbus 212, 2300 AE Leiden o.v.v. 'Prijsvraag Kuifje'. De tentoonstelling 'naar Tibet met Kuifje' is nog t/m 2 augustus in het Rijksmuseum voor Volkenkunde te zien. Het museum is gevestigd aan de Steenstraat 1, Leiden, telefoon 071-516 88 00. De openingstij den van het museum zijn: dinsdag tot en met vrijdag en zondag 10.00-17.00 uur. Zaterdag en feestdagen 12.00-17.00 uur. Toegangsprijzen: Volwassenen 10 gulden. Jeugd van 4-18/GP/65+ 7,50 gulden. Groepen (min. 10 personen) 7,50 gulden. Museumjaarkaart toeslag 3 gulden. Kosten van de activiteiten zijn inbegrepen in de museumentree, tenzij anders vermeld. FOTO ANP DAAR!"De vliegramp m Nepal - Geen overlevenden" Nee!TC HANG IS NIET DOOD!... scheepsjongen Hoor eens even, Kuifje... Ik leef met je mee en ik snap dat je door die droom van streek bent... maar je moet we! redelijk blijven en... Weet ik, maar dit was geen gewone droom... Het was... hoe zeg je dat... een voorspel lende droom... of een telepa thische... ik weet het niet. Maar wat ik we! en dat is Tc hang Hoor eens, Kuifje... Als je vriend Tc hang niet dood was, had de reddings expeditie hem gevonden Hier, Tchang! Hoe vaak heb ik je al niet gezegd dat je niet met straathonden mag spelen. Wie noemt zijn hond n zo, duizend bommen Is het nu a getchang? Kapitein, ik ben ervan overtuigd dat Tchang nog leeft. Idioot, misschien, maar zo is het... En omdat ik dat denk, ga ik hem zoeken. Ik zeistel dat hij nog leeft, waaroi zou jij hem dan vinden, als ervaren sherpa's en bergbewoners daar niet geslaagd zijn? Ga dan maar naar Nepal, stijfkop, ga naar Tim boek toe of naar Vladivostok, mij om 't even, want je gaat alleen!Ik ga niet mee. Nee, nee, en nog ééns nee. En a/s ik nee zeg, is het nee!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 47