Bryan Roy klimt uit een diep dal medaillejacht Edith van Dijk in zee vol haaien op Sport l/OENSDAG 31 DECEMBER 1997 CHEF WILLEM SPIERDIJK. 071-5356464. PLV -CHEF ROB ONDERWATER. 071-5356463 Bij Ajaxwas hij een jonge, impulsieve balkunstenaar. In Italië werd hij bij Foggia volwassen. Maar in Engeland ging Bryan Roy door een diep daj. Nottingham Forest, alleen al bet uitspreken van de naam doet hem rillen. In Berlijn heeft Bryan Edward Steven Roy de kwaliteit van het leven weer teruggevonden, al kwam hij bij Hertha BSC nog nauwelijks aan spelen toe. Maar ook daar gaat, zo is zijn overtuiging, nu verandering in komen. „Ik ben eindelijk weer fit, kan en durf weer naar de toekomst te kijken." Bryan Roy tikt tegen zijn baseball-petje, stopt de handen in de zakken van zijn jas je en loopt met zelfverzekerde tred door Berlijn. „Prachtige stad, veel cultuur. Ik rijd vaak wat rond door het oostelijke deel. Veel mooier dan het westen. Qua architec tuur, qua historie." De ogen stralen weer, de ondeugende lach is terug. Voor het eerst sinds tijden zit de mens Bryan Roy weer lekker in z'n vel. En dat staat eigenlijk in schril contrast met de koele cijfers van de voetballer Roy. In de eerste achttien wedstrijden in de Bun- desliga speelde hij maar tien keer mee. Drie keer kwam hij van de bank, zes keer viel hij uit. In totaal speelde de duurste aankoop (4 miljoen DM) van Hertha BSC in de eerste competitieronde dus maar één complete wedstrijd. „Ik had wat aanpassingsproblemen en toen het eindelijk goed ging, raakte ik ge blesseerd", zegt hij schouderophalend. „Maar nu ben ik voor het eerst weer fit. En ik ben positief ingesteld. Ik sta op een keerpunt in mijn carrière. Ik heb het hier in Berlijn enorm naar mijn zin en ik ben ervan overtuigd dat ik de komende jaren ook als voetballer eindelijk weer eens een goede tijd tegemoet ga." Slechter dan het geweest is, kan het ei genlijk ook niet worden. Bij Nottingham Forest was Bryan Roy gedegradeerd tot bankzitter. In de zomer van 1994 was hij nog enthousiast de City Ground binnen gestapt. Voor ruim acht miljoen gulden weggekocht bij de Italiaanse provincieclub Foggia. Na een prachtige start, waarin Roy als lieveling van het publiek Forest naar de derde plaats stuwde, raakte hij in de Mid lands tenslotte betrokken bij degradatie voetbal. Aan die slijtageslag ging de man die zijn technische, aanvallende klasse niet meer kon tonen, volledig ten onder. Hij stapelde bovendien blessure op bles sure. „Voor mij was Engeland de ergste perio de in mijn leven. Dan zit je zo diep en denk je: ik kom hier nooit meer uit. En dan sta je er als voetballer zo alleen voor. Ik wilde weg, kón niet weg en moest maar afwachten." Van international tot bankzitter in de kelder van de Premier League, het gezin Roy heeft een zware, moeilijke tijd achter de rug. Niet alleen sportief. „Mijn vrouw Nada en ik zijn echte stadsmensen. Fog gia, Nottingham Forest, we hebben al die jaren op het platteland gewoond. Ik ben natuurlijk naar Berlijn gekomen om te voetballen, maar het doet ons heel erg goed om weer in een echte stad te wo nen." Hij geeft toe dat het niet bepaald zijn droom was om ooit voor Hertha BSC te gaan spelen. Maar hij had dus geen keus. Het verleden telde niet meer. „Wat voor naam je ook hebt, als je niet speelt, is er weinig interesse. Klaar. Hertha is niet echt een spraakmakende club. Maar er zit hier een manager, Dieter Hoeness, met een goede naam en die had een goed verhaal. Er is een stadion waar 80.000 mensen in kunnen. Hertha wordt de sleeping giant genoemd." Hertha BSC vierde vorig seizoen de te rugkeer in de Bundesliga. Als het aan de beleidsbepalers in Berlijn ligt, zal De Oude Dame van De Spree er nooit meer uit ver dwijnen. Zoals Berlijn in de toekomst wil wedijveren met steden als Parijs en Lon den, zo wil Hertha een grootmacht in het Duitse voetbal worden. Aan geld geen ge brek. Met UFA (een dochteronderneming van Bertelsmann, na Time-Warner het grootste mediaconcern ter wereld) heeft de club een machtig concern achter zich staan. En geld trekt geld aan. „Het is een prachtige uitdaging", zegt Roy, die bij Hertha dagelijks de druk van een topclub in wording voelt. „Bij iedere training staan er vijf, zes camera's en meer dan tien journalisten. We zijn nog verre van een topclub, er moet nog een hoop gebeuren, maar als we in de Bundesliga blijven, worden nieuwe, goede spelers ge haald. UFA trekt daar dan 30 tot 40 mil joen DM voor uit. Er wordt geen half werk geleverd." „Ook nu al loopt het storm. De eerste wedstrijd, tegen Dortmund, zaten er 76.000 mensen op de tribune. Het was fantastisch om weer eens voor zoveel pu bliek te spelen. Ik had dat lang niet meer meegemaakt. Jammer genoeg scheurde ik een spier in mijn dijbeen. Daarna kon ik niet meteen mijn plaats vinden in het elf tal. Ik kon mijn eigen spel niet spelen, raakte geen bal goed. Het ging niet best. We stonden zelfs onderaan." „Ik ben met de trainer gaan praten en we besloten dat we anders zouden gaan spelen: ik achter de twee spitsen. Tegen Karlsruhe ging dat prima, we wonnen met 3-1, ik speelde goed, het tij keerde. Maar op de training raakte ik wéér geblesseerd. Gescheurde knieband. Ik werd er hele maal gek van. Drie, vier weken uit roulatie. En de club bleef goed draaien. Zestien punten uit de laatste zes wedstrijden. Her tha klom naar de negende plaats. Terwijl ik niet meedeed." „Ik keer nu dus terug bij een elftal dat in de winning-mood verkeert. Prima, heb ik geen problemen mee. Liever dat. dan te rugkeren in een kwakkelend elftal dat niet meer in zichzelf gelooft. Dat heb ik bij Nottingham meegemaakt. Het was een gebed zonder eind. Bij Hertha zal hem dat, zo is zijn over tuiging, niet opnieuw gebeuren. Al was de start niet best, de duurste aankoop van de club met veel ambities, ziet in de verte de zon weer schijnen. Van Italië, via Enge land naar Duitsland, sinds zijn vertrek in 1992 uit Amsterdam, speelde hij in de drie zwaarste competities ter wereld. Het zelf vertrouwen, dat in Engeland zo'n enorme deuk had opgelopen, is terug. En het con tact met de Duitse ploeggenoten goed. „Ik kan en durf weer naar de toekomst te kij ken." „Verandering van club brengt het een en ander met zich mee. Zeker als dat met een verandering van land gepaard gaat. De overgang van Italië naar Engeland was het grootst. Italië beviel me prima. Je bent daar overal welkom, de temperatuur is heerlijk, de restaurants zijn tot midder nacht open. Engelsen zijn egocentrisch. Je kunt moeilijk tot die mensen doordringen. Duitsers zijn weer heel anders. Afspraak is afspraak, je kent dat wel." „Italië trekt het meest, past het beste bij me, maar ik zit echt goed in Berlijn. Ook als voetballer. Ik ben al lang niet meer die speler van vroeger bij Ajax. In Nederland kun je nog wel eens lui op je talent een wedstrijd winnen. Dat kan hier niet. Hier moet gevochten worden. Voor elke meter, elke wedstrijd weer, negentig minuten lang." „Toen ik hier pas was, vroeg een Duitse journalist of ik mezelf pijn kon doen. Ik keek hem aan en was verbijsterd. Wat een stomme vraag zeg. Natuurlijk kan ik me zelf pijn doen. Dat heb ik in Italië geleerd. Daar heb ik ook veel moeten lopen. Italia nen doen nóg meer dan Duitsers. Daar wordt heel veel aan conditietraining ge daan, op de voeding gelet en zo." „Lopen, lopen en nog eens lopen. Ik vond er niets aan, maar het was nodig. Ik was in Italië enorm fit. In Engeland was de training daarentegen een drama. Niet hard genoeg. Als je hard traint, kan je li chaam ook meer aan. Toen ik vanuit Italië in Engeland kwam, kon ik daar een jaar lang op teren. Daarna ging het al minder. En dan krijg je vanzelf meer blessures." „Tijdens de wedstrijden daarentegen wordt er in Engeland het gemeenst ge speeld. Altijd op de bal, heel scherp. Het gras is er ook korter, waardoor de bal snel ler rolt. De ondergrond is harder. Het lijkt wel alsof je daar zaalvoetbal speelt. In Duitsland zijn ze gemeen én hard, maar ik kan ertegen. Ik ben in de loop der jaren veranderd, heb genoeg meegemaakt." Bryan Edward Steven Roy is inderdaad niet meer dat jonge, impulsieve ventje dat indertijd bij Ajax door de fans op handen werd gedragen. Louis van Gaal verweet de balkunstenaar indertijd (1992) dat hij te weinig rendement had voor de ploeg. Een conflict was geboren. Van Gaal stond aan het begin van zijn loopbaan als trainer en Roy was jong en onbevangen, dacht dat hij de hele wereld aan kon. Hij verliet Ajax, trouwde met de beken de actrice Nada van Nie, kreeg twee kin deren (Jamie-Lee en Quentin, genoemd naar actrice Curtis en regisseur Tarantino) en werd in het buitenland ook als voetbal ler volwassen. De creatieve speler ging, noodgedwongen, functioneler voetballen. Ajax, Foggia, Nottingham Forest en Her tha BSC. Na Ajax waren het geen topclubs meer. Roy meent dan ook dat hij meer uit zichzelf had kunnen halen. „Het is zo ge lopen, maar als Ajax ooit nog eens op mijn pad komt, dan ben ik een dolgelukkig mens. Nu is dat een luchtballon, dus daar moet ik niet aan denken. Maar het Am sterdamse publiek was heerlijk en ik kon ze goed vermaken. Als je bij Ajax iets liet zien, werd je op handen gedragen. Als je zegt dat een artiest als ik in Ajax thuis hoort, beschouw ik dat als een groot com pliment. Maar het leven loopt niet altijd zoals jij wilt. Dit is mijn pad en op dat pad ligt nu Hertha BSC. Niemand had dat ver wacht. Begrijp me goed, ik heb er geen spijt van, integendeel. Zoals ik dat ook niet heb van Foggia en de beginperiode bij Nottingham. Ik ben nu 27 jaar. Over vier jaar, als mijn contract bij Hertha afloopt, ben ik 31 en dan wil ik mijn loopbaan in N ederland afsluiten. Eerder zal ook niet gaan voor wie Her- tha-trainer Jürgen Röber wil geloven. Die is ondanks alle blessureleed dik tevreden met de Nederlander. Bryan heeft veel pech gehad, maar het komt hier allemaal wel goed met hem." Dat Roy vier miljoen DM heeft gekost zegt Röber niets. Inte gendeel, hij vindt Roy 'een koopje, voor een speler van zijn kwaliteit'. De trainer, die ook Dick van Burik in z'n selectie heeft, wil in de toekomst nog meer Neder landers aantrekken. „Die zijn tenminste betaalbaar." Hollandse drop heeft zij afgeleverd bij een achteroom voor wie het Australische Perth al een fiks aantal jaren woonoord is. Voor eigen gebruik heeft Edith van Dijk een pot hazelnootpasta bij zich. Op de dag van de wedstrijd gaat een met deze lekkernij besmeerde boterham er bij de marathonzwemster steevast in. Voor het WK in Perth, haar tweede toernooi van dit kaliber, wijkt Van Dijk niet af van dit gebruikelijke dagmenu. Nog zoeter zal een WK-medaille haar smaken. Tussen de haaien. Edith van Dijk: „Ik heb vaker in de zee gezwommen, maar niet op plekken waar wel eens haaien zijn gesignaleerd." De nummer drie van Europa weet waar aan zij begint. Buitengaats was Edith van Dijk een jaar geleden ook in de wateren voor Perth, de meest afgelegen metropool ter wereld. Toen betrof het voor de kust van West-Australië een proefneming, zon dag 11 januari is de wereldtitel de inzet van de krachtmeting in het oceaanwater. In de visrijke zee, een paradijs voor hap- grage haaien, weet Van Dijk zich be schermd door een school van tientallen marathonzwemmers en kikvorsmannen. De haaien zullen op het parcours van 25 kilometer in de Indische oceaan, 50 tot 400 meter uit de kust uitgezet, geen vin verroeren, verwacht Van Dijk. Verken ningsvliegtuigjes en helikopters houden het deelnemersveld vanuit de lucht in de gaten. Op het wateroppervlak kunnen met de zwemmers meevarende schutters in noodsituaties terstond in actie komen. „Ik heb vaker in de zee gezwommen, maar niet op plekken waar wel eens haaien zijn gesignaleerd. Bij Perth verwacht ik met zoveel boten in het water geen aanval van een haai. Die wordt door dat motorgeluid afgeschrikt. Ik ben er niet bang voor. Het reële gevaar zal niet groot zijn." Zonder vrees begint de lange-afstands- zwemster evenwel niet aan de urenlange krachtproef. Hoe goed ook voorbereid, het is voor de medaillekandidate onmogelijk alle facetten van de race onder controle te krijgen. Onervaren schippers kunnen haar race vergallen. Die mannen boezemen haar angst in. „Ik ben al zo vaak overvaren door schippers die zich verkeken op de golven of dc stromingen. Vorig jaar ook in de wedstrijd bij Perth. Nota bene door de schipper van mijn eigen volgbootje." Van Dijk hoopt dat de WK-organisatie niet de eerste de beste roergangers heeft gerekruteerd voor de zwemmarathon die de mondiale rangorde voor de komende jaren bepaalt. Kortom, dat de goedwillen de Australiërs geleerd hebben van de fou ten van een jaar geleden. De 24-jarige Wognumse zegt er zelf alles aan gedaan te hebben om het Europese brons dat zij in augustus uit het Spaanse Sevilla mee bracht, duizenden zeemijlen verder met winst te kunnen verkopen. „De meeste van de acht, negen kanshebbers op een medaille heb ik ooit verslagen", merkt Van Dijk fijntjes op, terugdenkend aan races in alle uithoeken van de wereld. Zonder stemverheffing becijfert Van Dijk haar kansen op het WK, na dat van Rome in '94 haar tweede expeditie van de ze soort. Ze vertrouwt op haar gedegen voorbereiding in Spanje, het land waar zij in het afgelopen jaar het schrijven van een scriptie combineerde met dagelijkse trai- ningsarbeid. In Sabadell, een oase voor sporters on der de rook van haar studieplek Barcelo na, kon de studente ruimtelijke ordening naar hartelust trainen. Met Paulus Wilde- boer, de Nederlandse zwemcoach in Spaanse dienst, als een oplettend toe schouwer. Haar uithoudingsvermogen werd gevoed in een aangenaam sportkli- maat. Zwembaden, krachtcentra, artsen, masseurs, fysiotherapeuten, in Sabadell was zij een klein jaar van alle gemakken voorzien. „Het is immens. Ik kreeg een rondleiding over het complex en dacht: zo. dit is professioneel." De bronzen me daille die Van Dijk in augustus overhield aan het EK in het snikhete Sevilla, was een knappe proeve van bekwaamheid. Maar vooral een opsteker om ook het WK-plan in Spanje te trekken op trainingsschema's van Gerard Meurs, haar beschermheer. Van Dijk wist dat zij in het langgerekte sei zoen, met twee piekmomenten, de juiste keuze had gemaakt. „De rust van Spanje had ik nodig." Computerstoringen, waar door haai- e-mailverkeer werd ontregeld, en een voedselvergiftiging brachten haar in de eindfase van de WK-aanloop niet uit balans. Van Dijk steunt op een stevig funda ment, gelegd in het warme water van de door Sevilla stromende Gaudalquivir-ri- vier „Het brons is de plak waar ik het hardst voor heb geknokt, veel harder dan voor het zilver van twee jaar eerder in We nen. Nooit ging ik zo snel op de 25 kilo meter. Ik zwem liever in een rivier dan in een zee, omdat je in een rivier precies weet waar je bent en welke afstand je hebt afgelegd. Maak je een oversteek, raak je na een half uur het besef van tijd en afstand kwijt. Dat is irritant. Denk je halverwege te zijn, moet je nog driekwart afleggen. Daar kun je een flinke inzinking van krijgen." De golfslag in zee blijft een onbereken bare factor. „Die kun je in een training niet nabootsen. De laatste weken heb ik vaak in zee getraind. Ook om aan het zou te water te wennen. Zwemmen in zee is heel wat anders dan een race in een rivier. In zout water blijf je beter drijven, is het zwemmen lichter. In rivierwater ligt meer smurrie, zeker in Nederland. Kom je eruit, ben je helemaal groen. Vaak van de al gen." Afzien, doorbijten, incasseren, Van Dijk is een sportster met ruggengraat. „Ik heb geleerd punctueel te zijn, doelgericht be zig te zijn. Hoofdzaken kan ik van bijzaken onderscheiden. Naast mijn training houd ik maar een beperkt aantal uren per dag over om te studeren. Dat aantal moet ik goed indelen. Zonder agenda kan ik niet. Heb ik veel vrije tijd, ben ik uit mijn ritme. Zoals tijdens vakanties. Na elk seizoen neem ik drie, vier weken rust. Dan slaap ik lang uit, laad ik me op, vul ik de accu bij. Ik ga in zo'n periode natuurlijk wel eens zwemmen, maar dat noem ik dan poede len." Voor de poedelprijs gaat Van Dijk in Perth niet twee keer te water. De 'sprint' over vijf kilometer op 7 januari geldt voor haar als generale repetitie voor de vijfvou dige afstand (op 11 januari), haar specia lisme.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 25