Nikos Machlas: kind van Kreta, zoon van Zeus Over leven en overleven Sport MAANDAG 29 DECEMBER 1997 '.-CHEF ROB ONDERWATER, 0 Nikos Machlas is de sensatie van dit voetbalseizoen, tot dusver. De 24-jarige Griek scoort aan de lopende band voor zijn club Vitesse en is vein plan daar ook in het nieuwe jaar mee door te gaan. Maar wat is het geheim van deze doelpuntenmachine? Op zoek naar de roots van een doelbewuste Kretenzer. „Het is gewoon een eigenwijze flikker." Er ligt een kolossale vis op het aanrecht van de familie Machlas. Dood en klaar voor consumptie, zoals zo vaak op doordeweek se dagen. In het knusse Kretense keukentje heeft het gevaarte al snel de omvang van een potvis, maar een uiüeg later betreft het slechts een snoek. Papa Machlas laat vol trots de prooi aan zijn dinergast zien. Nor maliter worden ze groter gevangen, beweert hij. Of dat met een hengel gebeurt, lijkt een onnozele vraag. Het antwoord staat voor het huis. In de achter de auto geketende speedboot liggen, naast het duikpak, een onderwaterpistool en een harpoen. Papa Machlas is de 51-jarige vader van Nikos die Nederland dit voetbalseizoen bombardeert met een onwaarschijnlijk aan tal doelpunten. De bij het Griekse Telecom werkende George is getrouwd met bankbe diende Rula (44) en het trotse hoofd van het gezin dat naast de voetbalster bestaat uit tweede zoon Michael (23) en dochter Claire (20). De jongsten speuren naar werk, de oudste hoeft dat nooit meer te doen. Spil van de familie is echter oma Machlas, een 75-jarig kromgebogen da metje dat kookt, (af)wast en het huis schuin tegenover één van de zwaarst bewaakte ge vangenissen van Griekenland schoonhoudt. Of die gevangenis werkelijk zo scherp in de gaten wordt gehouden, heeft de familie Machlas zich enkele jaren terug overigens oprecht afgevraagd. „Toen ontsnapte er en die verschool zich achter die boot hier voor het huis", vertelt Michael. De bewakers konden hem niet goed zien, naar schoten wel met scherp. Kijk hier, in le muur van ons huis zit de kogel nog, vlak naast de regenpijp. Die is er nooit uitge haald." Huize Machlas staat in een drukke wijk in Heraklion, Kreta's drukbevolkte en chaoti sche hoofdstad. De oude haven is eigenlijk de enige bezienswaardigheid. De Middel stadswallen hebben met moeite de vele oorlogen overleefd. Nikos groeide op in het huis waar de rest van de familie nog steeds woont. Aan de witte buitenkant is niet veel bijzonders te zien, binnen ademt het interieur een bijna devotische sfeer uit. De Grieks orthodoxe kerk is ruimschoots 'ertegenwoordigd, maar dat heeft te maken net Nikos' zwager die zich als priester on langs definitief heeft gevestigd in Kameroen ontwikkelingswerk te verrichten. Oma is daar verschrikkelijk mee ingenomen en laat dat merken ook. Aan weerszijden hangen (gigantische tapijten, maar de kamer wordt gedomineerd door de kleuren-televisie. Via Eurosport en de abonneezender Supersport bestormt Nikos regelmatig de kamer. „Net als vroeger", zegt zijn vader, vervuld \&n trots. De avondmaaltijd wordt rond de klok van tienen genuttigd. Binnen dit keer, want het is slechts achttien graden. Logisch dat de toeristen Kreta de weken voor kerst links la ten liggen. De bewoners vinden het zelf ook te koud. De door oma bereide vis is van een dag eerder, de wijn komt uit de kelder en is door Machlas senior zelf gebotteld. Papa dorst de druiven zelf door ze op blote voe ten te vertrappen waarna het sap in grote bakken vloeit. Hoe de smaak verder wordt ontwikkeld, is het geheim van het eiland. „Een betere huiswijn bestaat er niet", toost Michael. Eten, ook de olijven komen uit een eigen gaarde, en drinken is daarom nooit duur. „Je moet er alleen wel voor willen werken", lacht Machlas senior. „Nikos is als voetballer geboren", ver haalt senior als blijkt dat het bezoek het verleden van de voetballer wil afstoffen. „In dit huis was niets veilig voor hem. De asbak griste hij van tafel om er tegen aan te schoppen. Alles wat hij tegenkwam, be schouwde hij als bal. We hadden inderdaad op zijn tijd de nodige schade aan het interi eur. Op zijn elfde meldde hij zich als lid aan van OFI, de enige profclub op dit eiland. Dat is voor Nederlandse begrippen mis schien laat, maar hier zeer vroeg. Hij had maar een doel en dat was voetballer wor den. Zijn school leed er onder, dat weet ik nog goed. Ik vond school veel belangrijker en heb hem daarom wel eens thuisgehou den van een training. Maar eerlijk gezegd dacht hij alleen maar aan voetbal. Op zijn zestiende werd hij semi-prof en toen is hij nog wel naar de avondschool gegaan. Dat waren lange dagen. Uiteindelijk heeft hij zijn school niet afgemaakt. Hij moest te veel op reis met het nationale team." Machlas sr. speelde als oer-Kretenzer ook voor OFI. Maar in '77 moest hij noodge- wongep stoppen vanwege een knieblessure. Dertien jaar moest Kreta wachten op de volgende Machlas. „Nikos scoorde in zijn eerste wedstrijd meteen. Het was in Athene, tegen Panionios. Hij maakte de 2-2. Trots? Man, ïiij was hier meteen beroemd. Heel Kreta was trots dat er iemand van het eiland zelf had gescoord..." Kreta is door de eeuwen heen door velen begeerd. Romeinen, Turken, Duitsers, Con- stantinopel en ook de Griekse junta waren er ongenode gasten. Pas sinds de val van het militaire regime in '73 is het rustig op Kreta. Hoewel, 's zomers stranden er mas sa's toeristen, maar niemand die zich aan de bezetting van Duitsers, Nederlanders, Scandinaviërs stoort. Allen hebben immers een retourticket. Ook Zeus zag Kreta als ideaal. De Griekse oppergod koos het eiland van olijven en geiten als laatste rustplaats en volgens de mythe zijn de Kretenzers daar apetrots op. Wellicht dat de historie van de parel van de Nikos Machlas, aanbeden op zijn geboorte-eiland Kreta. Middellandse Zee voor een deel het karak ter van Nikos Machlas heeft gevormd. Het kind van Kreta heeft sinds zijn doelpunten machine de voetbalwereld bestookt de sta tus van een halfgod. Niet alleen op Kreta, maar in heel Griekenland. „Op het veld werd hij beschermd door de scheidsrech ters. En de tegenstander hield voortdurend twee en soms wel drie man in zijn buurt, zo bang waren ze hier voor hem", herinnert Gerards (57), een Limburger die al dertien jaar als trainer werkzaam is bij OFI, zich. „In Nederland moet hij meeverdedigen hé? Dat was hier toch echt niet nodig. Omdat hij zoveel bewaking kreeg, ontstond er veel ruimte." Het waren, glimlacht Gerards, OFI's beste jaren. Zijn status werd afgelopen zomer beves tigd toen hij zich met zijn vrouw Margie in de echt verbond. „Het hele eiland leek naar Heraklion te zijn gekomen", vertelt broer Michael. Alsof de Kretenzers door de gratie van de spits eindelijk een natuurlijk podium hebben gevonden. „Ook de mensen die niet van voetbal houden, wilden hem zien. Je kan merken dat iedereen trots is." „Ik gun elke trainer zo'n speler", zegt Gé ne Gerards. Maar, zegt hij ook, 'het was een eigenwijze flikker'. „Hij had veel praatjes en eerlijk gezegd houd ik daar wél van. En hij had talent, vandaar dat hij op zijn zeven tiende al debuteerde. Hij leefde voor zijn sport, als tiener al. En dat is hier moeilijk hoor. Kreta is een vakantieland, er wordt hier altijd feestgevierd, met verleidelijke toeristen. Maar Nikos deed daar nooit aan mee. Hele families eten vanwege de hitte 's avonds pas om elf uur en drinken daarna nog wijn. Maar Nikos ging 's avonds op tijd naar bed. Aan hem kon je niet merken dat de zomers op Kreta heet zijn." Dimitris Papadopoulos (47) staat Nikos' eerste trainingsdag nog helder voor de geest. Papadopoulos, drievoudig internatio nal en topscorer van Griekenland in de jaar gangen '75-76 en '76-77, was toen als jeugdtrainer verbonden aan OFI. „Nikos maakte toen al bewegingen die zijn enorme talent bevestigden. Ik herinner me van dat eerste trainingspartijtje dat hij vijf keer scoorde. Je kon zien dat hij van hét spelletje hield. Hij ontwikkelde zich snel, maar je moest hem af en toe toch achter de broek aanzitten. Je kon echter zien dat het scoren hem in het bloed zit. Niet om te overdrij ven, maar Nikos was het grootste talent dat OFI heeft voortgebracht. „Nikos is geen superspits", relativeert Gé ne Gerards. „Meer degelijk. Hij maakt be langrijke doelpunten, maar niet zo fraai als Marco van Basten of Romario. Hij is ook geen jongen die vier doelpunten per wed strijd maakt, hoewel ik die mening mis schien moet herzien als ik hoor hoe hij in Nederland tekeer gaat. Dat hij niet aan Panathinaikos of Olympiakos is verkocht, is mij ook nog altijd een raadsel. In de tijd dat hij hier was, speelde hij samen met Alex Alexoudis die nu wel bij Panathinaikos speelt. Ik vond Nikos veel beter, maar gek genoeg werd Alexoudis eerder verkocht." Toen Machlas uiteindelijk naar Vitesse ging, had Gerards heel veel uit te leggen. „Men begreep wel dat hij niet te houden was voor OFI, maar Vitesse? Daar had nog nooit iemand van gehoord. De vraag die ie dereen hier nu bezighoudt waar hij na dit seizoen naar toe gaat. Gaat hij nu eindelijk naar een Europese topclub?" Vorig seizoen werd Machlas in Nederland belachelijk gemaakt toen hij door critici 'lachgas' werd genoemd. De beloofde doel punten bleven immers uit. Gerards: „Maar hij is een>jongen van het eiland hé, die heb ben een onvoorstelbare overlevingsdrang. Hij moest wennen aan Nederland, maar ik moet je eerlijk bekennen, ik had niet ver wacht dat dat zo lang zou duren. Dat heeft niets met voetballen te maken, maar met de levenswijze. De familieband is zo intens, dat ik het af en toe zelfs een beetje eng vind. Mensen klitten hier enorm aan elkaar, pfff. Je hebt het toch in het ouderlijk huis van Nikos gezien? Oma woont er gewoon bij in. En toen Nikos verkering kreeg, ging dat meisje daar in eerste instantie ook wonen. Als je hem vervolgens op een flatje in Arn hem zet, in een land waar niemand hem verstaat, zonder familie en vrienden, dan is dat een hele schok." „Toch wilde hij niet opgeven", zegt Ni kos' jongere broer Michael. „Hij kon afgelo pen winter terug naar Griekenland want ook hier hadden ze gehoord dat het alle maal niet zo lekker ging in Holland. Olym piakos had concrete belangstelling. Maar Nikos wilde niet. Hij had een contract bij Vitesse getekend en hij heeft steeds gezegd dat hij Vitesse eerst doelpunten wil schen ken en pas daarna verder wil. Vitesse had hem immers uit Griekenland gehaald. Er stond voor hem te veel eer op het spel." Gerards: „Nikos is een streber. Dat komt door zijn eigenwijze karakter. Hij weet ge woon wat hij wil. Hij is mentaal sterker ge worden bij OFI. Overal werden en worden we hatelijk ontvangen. Kreta is een rijk ei land, daarom is er blijkbaar zoveel afgunst in de rest van het land. 'Rot op naar je ei land' is nog een vriendelijke vertaling van wat we allemaal naar ons hoofd geslingerd krijgen. Dat maakt Kretenzers nog opstan diger, maar ook: nog trotser. Twee jaar gele den versloegen we voor de UEFA Cup Slavia Praag en Atletico Madrid, door belangrijke doelpunten van Nikos. Man, dan voelen ze zich de beste van de wereld. Trotser dan trots. Dan worden de karabijnen van de muur gehaald en wordt er de hele avond geschoten. In de lucht hoor, maak je geen zorgen. Zo uiten ze hun blijdschap en zijn ze apetrots. Dan kan heel Kreta de wereld Nikos Machlas was ook te zien op het WK in Amerika, maar te bewonderen viel er in die dagen niets. Griekenland ging zonder een doelpunt te hebben gemaakt na drie duels terug naar huis. In de maanden voor het WK was Machlas echter de absolute held. In het voorjaar van '94 maakte hij de enige treffer in de allesbeslissende kwalifi catiewedstrijd tegen Rusland. „Sindsdien wordt hij hier aanbeden", zegt Manos Sta- ramopoulos van de grootste krant van Grie kenland, Elef Thero Tipos. Staramopoulos volgt de verrichtingen van Machlas inten sief. „Zoveel Grieken spelen er namelijk niet in het buitenland. En nu Nikos het zo goed doet, wil iedereen weten hoe het hem ver gaat. Daarnaast wil iedereen weten wan neerhij nu echt naar een grote club gaat..." Hij blijft in elk geval dit seizoen bij Vites se. Dat heeft vooral met zijn vrouw Margie te maken, die hoogzwanger is. Nikos ont moette het ex-model in de aanloop naar het WK'94, in een Atheense tv-studio, waar de hele Griekse selectie te gast was. Daar hup pelde de blondine de hele avond door het beeld in een populaire mega-show. Nikos was direct verkocht. Margie gaf vervolgens haar loopbaan op, verhuisde mee naar Kre ta en twee jaar later mee naar Duiven, nabij Arnhem. „Nikos wordt in februari vader van een zoon", onthult vader Machlas trots. „George, dat wordt zijn naam. Waarom we dat niet geheim houden? Moet dat dan? Dat mag iedereen toch weten? Waarom George? Dat is traditie. Nee, geen discussie mogelijk, dat is hier nu eenmaal zo. Je vernoemt het kind naar z'n opa. Mijn vader heette Nikos, inderdaad." Getaneh Tessema beseft nu pas dat hij een heel zwaar ongeluk heeft gehad De dood als verlosser. In vlagen van hevige emotie verlangde Getaneh Tessema stiekem naar het einde. De atleet die in Ethiopië ooit rende voor zijn leven, wilde opnieuw vluchten. Het fundament voor zijn bestaan was bij een panne op de snelweg richting Sylvestercross in Soest bruut aan gruzelementen gereden door een slaapdronken vrachtwagenchauffeur. De wonden zijn geheeld. Maar een jaar en zes operaties later herinneren talloze littekens nog elke ochtend pijnlijk aan die vermaledijde oudejaarsdag van 1996. Getaneh Tessema (29) over warmte en eenzaamheid, hoop en depressies, vallen en opstaan. Over de kunst van het overleven. seerd. Tessema had zijn dankbaarheid ten opzichte van het Nederlandse volk willen tonen. Vanwege de gastvrijheid die hij in ons land geniet. „Ik had graag iets voor Ne derland willen betekenen. Mijn geluk willen delen. Maar helaas..." Topsport is een utopie. Hoe zeer hij er ook naar verlangt. Tessema stuit voortdu rend op fysieke grenzen. „Laatst probeerde ik een stukje te joggen. Ik wilde eens kijken wat ik nog kon. En dan zie ik opeens een man van een jaar of tachtig voorbij hollen. Dat moment deed me heel erg pijn en veel verdriet." Hij vindt steun in de immense berg post die hij het afgelopen jaar heeft mogen ontvangen. Stapels brieven en faxen. Soms van volstrekt onbekenden. Op een tafeltje liggen briefpapier en envelop pen. „Ik ga iedereen, van wie ik een adres heb, terugschrijven. Ze hebben mij gemoti veerd om met mijn leven door te gaan. Zonder hun warmte was alles voor mij somber. Ze hebben me hoop gegeven in zware tijden." Het zijn ontroerende momenten. Begin dit jaar werd hij overstelpt met hartelijke re acties. Nu staat hij er plotseling weer alleen voor. Hij voelt zich een tikkeltje eenzaam. Al vrolijkt de korte aanwezigheid van vrien din Gete Wami hem zienderogen op. Som mige angsten zullen nooit meer verdwijnen. „Ik houd mijn hart vast als een vrachtauto me op de autoweg passeert." Geest en li chaam verkrampen. Tessema doodsbe nauwd. „Al realiseer ik me ook dat ik een geluk bij een ongeluk heb ge had. Een halve centimeter dichterbij en ik was er waar schijnlijk niet meer geweest." De nasleep van het ongeval is bitter. Verzekeringen bak keleien over vergoedingen. „Onmenselijk vind ik zoiets. Waarom doen die verzekerin gen zo moeilijk." Tessema is er in grote financiële problemen door gekomen. Hij moet rond komen van een paar honderd gulden in de maand. Omdat hij als asielzoekende topsporter een status aparte bezit, kan hij geen aanspraak maken op een uitkering. „Ik ben afhankelijk van mijn sponsor Adidas die me nog altijd trouw is. En van vrienden, waarvoor ik iets kan betekenen. Ik werk twee dagen per week voor Jos Hermens. Onderhoud contacten met at leten en regel als chauffeur het vervoer. Maar het is niet leuk om elke keer bij Jos te moeten aankloppen. Daarnaast train ik mensen op Papendal, meestal samen met Gerard Nijboer." Het zijn de kleine dingen die Getaneh Tessema op de been houden. De contacten met mensen vooral. Eén man slechts gunt hij nooit meer een blik waardig. De vrachtwagenchauffeur die hem letterlijk de vernieling in reed. Nimmer heeft hij meer iets van hem vernomen. Naar het hoe en waarom kan hij slechts gissen. „Eerst wilde ik die man heel graag spreken. Later niet meer. Het hoeft niet meer. Hij is gestraft. Honderd uur werkstraf, een boete van 500 gulden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor ne gen maanden. Ik ben niet bij het vonnis aanwezig geweest. Ik was nog te emotioneel." Het jaar loopt ten einde. Ou dejaarsdag komt er weer aan. Een etmaal vol pijnlijke herin neringen. De dag van de sportieve dood. „Ik zou me wensen dat die dag heel snel voor bij ging. Ik heb een uitnodiging om als ere gast de wedstrijd in Soest bij te wonen. Maar ik weet niet of ik de deur wel uit wil." .Getaneh Tessema: „Het is haast onvoorstelbaar dat het ongeval v gevlogen." Getaneh Tessema heeft een sterke, na tuurlijke overlevingsdrang. Eerst vocht hij voor zijn leven in Ethiopië. Vervolgens doorliep hij tal van procedures als asielzoe ker en werd hij uiteindelijk op basis van zijn fysieke capaciteiten gedoogd als topsporter. Nu lijkt de zwaarste episode in zijn leven aangebroken. „Ik leef bij de dag. Ik kijk niet naar de toekomst. Mijn probleem is van daag en morgen." Tessema moet de finan ciële eindjes aan elkaar zien te knopen. Bo vendien wil hij weer graag hardlopen. „Maar ik vraag me af of ik dat ooit nog kan." Na een jaar lijkt Tessema de realiteit langzaam onder ogen te zien. „Nu realiseer ik me misschien pas wat er daadwerkelijk allemaal is gebeurd." Elke wandeling is nog een martelgang. Straks, in februari of maart worden schroe ven en pennen uit zijn lichaam verwijderd. Dan breekt een nieuwe periode van revali deren aan. Van nieuwe tegenslagen en ook nieuwe hoop. Tessema is een ongedurig ty pe. Hij heeft veel moeten knokken. Weinig werd hem gegund. „Ik realiseer me nu dat het geen kwestie van weken of maanden meer is, maar vermoedelijk van jaren." Hardlopen was zijn leven. Zijn broodwin ning. Zijn toekomst en existentie. Het nieu we leven valt hem zwaar. Getaneh Tessema komt de tijd door met lezen, spelletjes, gi taar spelen, televisie kijken en een paar uur tjes werken. „Ik woon hier lekker stil", merkt hij cynisch op. Soms verlangt hij nadr het bruisende leven van de stad. Naar meer divertissement. Soms vindt hij het ook heerlijk om zich terug te trekken. Voor mo menten van overpeinzing. „Het is heel moeilijk om te zeggen dat het met topsport afgelopen is. Zeg nooit 'nooit'. Maar ik weet wel dat het verdraaid lastig zal worden. Ik moet afwachten. Geduld heb ben. Leren leven met voortdurende onze kerheid. Gelukkig kan ik weer op beide be nen staan. Ik leef en prijs me alleen daarom al gelukkig." De weerzin tegen het leven is verdwenen. De neerslachtigheid goeddeels verdreven. „Het is goed zo. Ik ben snel te vreden." Zijn toekomst is ongewis. Maar Getaneh Tessema is nog jopg van geest. Na een jaar van hektiek, van revalideren, van hoop en wanhoop, is hij nu in rustiger vaarwater te recht gekomen. De tijd van bezinning. „Ik wil graag nauw bij de sport blijven betrok ken. Ik ga misschien een trainerscursus vol gen. Sport zit nou eenmaal in mijn bloed. In zijn appartementje sieren talloze bekers en trofeeën de kast. Stille getuigen van een (te) kort, doch luisterrijk verleden. „Het meest trots ben ik nog op de Nederlandse titels." Getaneh Tessema voelde zich ge waardeerd. Als mens. Als medelander. Des te pijnlijker is het voor hem dat hij de Ne derlandse gemeenschap op dit moment sportief in elk geval niets meer te bieden heeft. „Ik ben 29 jaar. Relatief jong, maar gerekend naar Ethiopische begrippen heb ik er de helft van mijn leven al opzitten." Hij tovert een ondeugend glimlach op zijn gezicht. Getaneh Tessema is weer een vechter. Hij heeft zorgen, problemen, wei nig zicht op de toekomst. In zijn leven heeft hij echter leren knokken. „Tegenslagen zijn om overwonnen te worden." Het zal beslist allemaal goed komen. Want als geen ander beheerst Getaneh Tessema de kunst van het overleven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 19