On-Italiaanse hulpverlening i 'Hellepoel' Kenya verkeert in rampzalige toestand Feiten Meningen Stip in 't kuiltje Bondgirls WOENSDAG 24 DECEMBER 1997 Vroeger thuis aten wij altijd warm tussen de middag. Stipt om half één kwam mijn vader thuis en zodra hij binnen was, werd het eten opgediend. Om tien voor één was de maaltijd afgelopen; mijn vader zette drie stoelen achter el kaar, vlijde zich daarop neer en verzonk terstond in diepe slaap. Kwam er, terwijl hij sliep, in de Waterweg een schip voorbij dat heel luid blies, dan richtte mijn vader zich al slapend half op en imiteerde hij dat geluid. Toen ik naar het Groen van Prinsterer-lyceum ging, had ik op drie dagen van de week les tot tien over half één. Op één dag had ik zelfs les tot half twee. Aangezien ik er een half uur over deed om naar huis te fietsen, kwam ik dus driemaal om kwart over één thuis en eenmaal zelfs pas om twee uur. Uiteraard had dat grote consequenties voor het middagmaal en het slaapje van mijn vader. Op de dagen dat ik tot tien over half één les had, werd mij te verstaan gegeven dat ik zo langzaam mogelijk moest fietsen. Dan was ik pas om vijf voor half twee thuis, het tijdstip waarop mijn vader zich op richtte van zijn stoelen om aan te kon digen dat hij weer 'met frisse tegenzin' naar zijn werk ging. Zodra hij weg was, kreeg ik de vaak nog lauwwarme resten van de wame maaltijd opgediend. Als ik echter pas om twee uur thuis kwam, vond mijn moeder het blijkbaar onverantwoord zo lang de resten van het warme middagmaal te bewaren. In plaats daarvan maakte ze altijd, spe ciaal voor mij, stip in het kuiltje klaar. Ach, wat vond ik dat lekker en wat voelde ik mij verwend dat ze helemaal alleen voor mij zoiets heerlijks bereidde. Het eigenaardige is: je komt nooit meer iemand tegen die de lof bezingt van stip in het kuiltje. Wie eet er nog boek- weitgrutten? We hebben in het dorp waar ik woon drie kruideniers. Bij twee van hen kun je niet eens boekweit- grutten krijgen. Goddank heeft de derde het nog wel op zijn schappen staan, zo'n vorstelijk pak Koopmans Boekweit- grutten. In de loop der jaren is de prijs ervan fors gestegen. Je betaalt er nu ruim drie gulden voor. Nog niet zo lang ge leden niet eens de helft. Maar ja, dat komt natuurlijk omdat niemand er ooit nog naar vraagt. Voor stip in het kuiltje heb je, behalve boekweitgrutten, ook een liter karnemelk en wat boter en stroop nodig. Je kookt 175 gram grutten in die inmiddels ook al peperduur geworden liter karnemelk (vroeger betaalden we voor 'een kop karnemelk' zoals we een halve liter ervan aanduidden elf cent!). In tien minuten zijn de grutten gaar. Je dient ze op, maakt in het midden een kuiltje waarin je een klontje boter laat smelten en waarin je enkele lepels stroop giet. Boekweitgrutten staan in je maag. Heb je honger dan is er niets wat zo verzadigd als stip in het kuiltje. Meestal kon ik \Toeger trouwens niet alle grutten op die mijn moeder om twee uur voor mij neerzette. Wat overbleef werd 's avonds nog even opgebakken en daarvan zaten mijn zus en mijn broer dan nog juichend te genieten. Ik kreeg niet meer, ik had 's middags al gehad. Toen ik mij begin deze week afvroeg wat zal ons kerstdi ner zijn, schoot mij opeens weer te binnen hoe verrukkelijk mij altijd stip in het kuiltje heeft gesmaakt. Zo weinig werk en zo weinig kosten voor iets wat zo vorstelijk de tong streelt - ik denk niet dat er met kerst iemand is geweest die lekkerder heeft gegeten dan wij! Bovendien heeft geen en kel dier voor ons kerstdiner het leven hoeven laten. In Tomorrow Never Dies, de nieuwe Bondfilm die vorige week in ons land in première is gegaan, schittert Pierce Brosnan opnieuw overtuigend als 007 met een grote dosis Arï/Z-vermogen. Daarmee lijkt het tijdperk van Bond als tob- berig watje - vertolkt door Timothy Dalton - voorgoed voor bij. Bondfilms weerspiegelen treffend de veranderingen in de heersende man- en vrouwrollen. De 'Bondgirl' was in een tijd waarin de seksuele revolutie nog moest beginnen, een totaal nieuw fenomeen. Maar dat er in de eerste Bond films voornamelijk domme blondjes met een IQ van 002 in de armen van James woelden, dat is een wijd verbreid mis verstand. Bonds vrouwelijk gezelschap blonk juist uit door de voor die dagen prikkelende en ongekende combinatie van beau ty en brains. Honey Ruder in de Bondfilm Dr. No was de eerste van een reeks beeldschone, bloeddorstige, soms zelfs dodelijke Bondgirls die de oude klassieke Bondfilms, waar aan voor eeuwig de naam van Sean Connery verbonden zal blijven, bevolkten. Toen Connery de brui aan het genre gaf, ontdeed zijn op volger Roger Moore in 1973 in Live And Let Die Bond - vol gens de wetten van de jaren zeventig - van zijn ruige man nelijkheid en dierlijke aantrekkingskracht. James werd speelser, zat niet altijd kreukvrij in het pak en moest het meer van zijn vindingrijkheid dan van zijn knuisten heb ben. De Bondgirls verwerden tot lichtelijk karikaturale we zens, lachwekkende rekwisieten van de machowereld, met een woordenschat van vier woorden: 'I love you James'. Toen de acteur Timothy Dalton de rol van 007 overnam, liet hij de wereld weten van Bond een eigentijdse man te willen maken 'genuanceerd, ambivalent'. Hij bracht met dit streven het genre bijna om zeep. Zijn laatste aflevering Lin- cense To Kill was een absoluut dieptepunt voor de liefheb bers. Bond kwam daar uitsluitend uit zijn broek om dood moe naar bed te gaan. hij bloosde en twijfelde, en als er eindelijk raak geschoten werd, was dat door een vrouw die knalbestendig en glossy in de kruitdampen stond. Reden voor Bond om zijn vermoeide hoofd op haar sterke schou ders te werpen en nog maar één wens te hebben: een goe de beurt van haar te krijgen. Ook in de jaren tachtig zijn de Bondvrouwen symbolen van de tijdgeest. Kara Milovy in The Living Daylights en Pam Bouvier in Lincense To Kill waren dan ook politiek cor recte vrouwen. Ze hadden een eerzaam beroep en moesten het duidelijk niet van een uitbundig fraai lichaam maar van hun briljante geest hebben. Gelukkig wilde Dalton zelf op houden met zijn gevoelige Bondvertolkingen, want nóg een aflevering van dit gedoe en wij hadden getuige moeten zijn van een Bond die in het huwelijk treedt, vervolgens casual gekleed kirrend achter de kinderwagen loopt, boodschap pen doet en in plaats van zijn vroegere cocktails ('shaken, not stirredp) magere melk drinkt, terwijl zijn vrouw blijft werken in een topfunctie. Zijn opvolger Pierce Brosnan maakte van Bond een typi sche jaren negentig man, 'harder en met meer gevoel met humor', en verwisselde de Engelse pakken voor Italiaanse. Maar de werkelijke verrassing in GoIdeneye waren opnieuw de Bondgirls waarmee 007 zich omringde, Famke Janssen die in Goldeneye de levensgevaarlijke huurmoordenares Xenis Onatopp speelde, bleek een Bondgirl met kloten. En Natalya, de Russische computerdeskundige, gespeeld door Izabella Scorupco, stond model voor het type vrouw dat bij uitstek het product is van de jaren negentig. Deze superwo- man deed in niets voor Bond onder, ze kraakte geheime computerprogramma's, drukte pistolen tegen de zijkanten van mannenhoofden, weerstond martelingen en ontberin gen en was zowel Bondgenoot als bedgenoot. HELEEN CRUL GPD Aardbevinggebiecl razendsnel voorzien van duizenden noodwoningen Drie maanden geleden werden de Italiaanse re gio's Umbrië en Le Marche getroffen door een aardbeving. Er zouden er nog 3.000 volgen. Ter wijl de aarde blijft trillen en de thermometer scherp daalt, zijn de circa 20.000 daklozen ver oordeeld de feestdagen door te brengen in wat hulpverleners hebben weten op te bouwen. „Vóór de kerst heeft iedereen een noodwo ning", beloofde het ministerie. Die voorspelling is niet uitgekomen en nu is het protest daar. Het huisorgaan van het Vaticaan, de Osserva- tore Romano, leidt de kruistocht en spreekt schande. De duizenden vrijwilligers en veel slachtoffers blijken er anders over te denken. FOLIGNO EELCO VAN DER LINDEN CORRESPONDENT Monte Pennino heet de 1.300 meter hoge berg die nu drie maanden het epicentrum vormt van de meeste aardschokken die Umbrië, het zogenaamde groene hart van Italië, teisteren. De weg die leidt van Colfiorito naar Nocera Umbra, de twee zwaarst getroffen dorpen, is hier en daar onverhard en zeer bochtig. De sneeuw die aan het begin van deze maand viel, heeft plaats gemaakt voor re gen. De wind is hard en snijdt. Als de avond valt, plotseling en zonder schemer, is het vijf urn-. Het beeld is overal hetzelfde: aan de ene kant van de weg een donkere vlek met een enkel lichtje het oude dorp en aan de andere kant of even ver derop een hel verlicht, geëgali seerd terrein met langwerpige Lego-achtige blokken het nieuwe dorp. Een enkele kerst boom doorbreekt de militaire monotonie die deze container dorpen uitstralen. Tot nu toe zijn er in Umbrië en Le Marche 160 verrezen. Meestal op sport velden of in gemeentelijke par ken. Meneer Aldo, die met een sput terende Fiat 500 een paar van zijn bezittingen overbrengt naar de hem net toegewezen contai ner, is monter. Ondanks alles. Zijn dorp Castiglioni bestaat niet meer, het huis waarin hij is geboren, ligt in puin en zal waarschijnlijk nooit meer herrij zen. Maar hij heeft een nieuw dak boven zijn hoofd. „Ik heb drie maanden in een oude cara van gezeten. Dit is wel iets an ders", zegt hij terwijl hij de deur opent van zijn eenpersoonscon tainer. Het stalen onderkomen is ge maakt in Parma en gloednieuw. Een kleine twintig vierkante meter met daarin twee ruimtes die zijn om te vormen in een slaapkamer en een mini-salon, annex keuken. Een badkamer met douche en bidet comple teert het geheel. Wie, zoals me neer Aldo, zijn meubels kwijt is, krijgt die bijgeleverd. „U hoort mij niet klagen, meneer. Een dag na de ramp had ik een bed en een warme hap. Dat is tot vandaag zo gebleven", zegt hij. De wegen rond Nocera Umbra zijn overvol. Gele zwaailichten kondigen buitengewoon trans port aan. Containers. Er vormen zich lange files door de stoplich ten die zijn geplaatst daar waar de palen van een te stutten huis of kerk een weghelft in beslag nemen. Van de 6.000 inwoners die het fraai en hoog gelegen Nocera telt, kunnen er 4.000 hun huizen niet meer in. Bene den, bij de ingang van het stad je, staan achter een half inge stort schoolgebouw nog een dertigtal blauwe tenten van het ministerie van binnenlandse za ken en enkele caravans. Een van de bewoners, Giorgio Zen, een 30-jarige onderwijzer, zegt dat het leven in een tent geen pretje is, zeker niet als je, zoals hij, een kind van een paar maanden oud hebt. „De hulp is snel op gang gekomen, maar men heeft tijd verloren op lo kaal niveau met het vaststellen van de plaats waar de contai ners geplaatst moesten worden en met onteigeningsprocedu res. Ook ontbrak het noodplan dat elke gemeente klaar moet hebben liggen. Niettemin zijn twee van de drie tentenkampen al afgebroken en is de verwach ting dat wij binnen een week over kunnen naar de noodwo ningen", zegt hij. Zoals Giorgio praten veel slachtoffers. Er is over het alge meen grote waardering voor de hulp en zelfs begrip voor vertra ging. Niettemin schrijft L'Osser- vatore Romano op sarcastische wijze dat de hulpmachine slecht loopt, er veel te weinig contai ners zijn, en dat veel van die noodwoningen lekken en niet geschikt zijn voor een bergkli maat. Volgens de krant is de vertraging ook te wijten aan het feit dat de hulpverleners zich houden aan strakke werksche ma's, veelvuldig wisselen en niet beschikbaar zijn in het weekend, 's nachts en op feest dagen. 'Dit terwijl de slachtof fers van de aardbeving prak tisch in de open lucht moeten wachten', zo schampert de krant. Geconfronteerd met deze be schuldiging ontploffen Giorgio en Filippo, twee robuuste, in het oranje gestoken Toscaanse vrijwilligers van de Bescher ming Bevolking. Ze werken in een inmiddels halfleeg tenten kamp dat staat in het oude voetbalstadion van Nocera Um bra. Op het belendende par keerterrein is net een container dorp in gebruik genomen. „Ik ben vanaf de eerste schokken hier in Nocera werkzaam en ac cepteer geen kritiek van de kerk", zegt Giorgio. „Dat ze zich verbazen over het feit dat wij re- Moegestreden maar tevreden hulpverleners in Nocera Umbra. Een bewoonster, met een knipoog: Zonder die vieze, stinkende en slecht geklede types zou er niets van de grond zijn gekomen." O rü GPD LELC.O VAN DFR LINDFN gelmatig wisselen, komt omdat ze niet weten dat we ons kapot werken en datje na vier dagen van elk 24 uur volledig op bent, zeker in het begin. Filippo vult na enig aarzelen aan dat juist de Italiaanse vrij willigers die, zoals zij verenigd zijn in de landelijke organisatie ANPAS, de spil vormen van de hulpverlening. „De leden van het Rode Kruis en vooral die van de Misericordia,-de vrijwilli gersorganisatie van de kerk, herken aan je aan hun glad ge streken uniformen en hun glim mende schoenen", sneert hij. Mevrouw Anna, zelf dakloos en bezig met een kerstfeest voor de kinderen van het kamp, zegt la chend dat zonder 'die vieze, stinkende en slecht geklede ty pes als Giorgio en Filippo er niets van de grond zou zijn ge komen'. De heren in kwestie glunderen dankbaar. Italië is het land van Peppone en Don Camillo, en dus hoeft het geen verbazing te wekken dat er volgens sommigen linkse en rechtse aardbevingen be staan. De aan Silvio Berlusconi gelieerde sterjournalist Vittorio Feltri vindt het schandalig dat geen van de grote nationale laanten veel kritiek uit op de hulp. Dit komt volgens hem omdat links nu aan de macht is en bovendien veel van de lokale bestuurders 'rood' zijn. „Over de schandalen die de christen-democratische rege ringen veroorzaakten na de aardbeving van 1980 in de berg streek Irpinia bij Napels raakte men niet uitgeschreven. Nu wordt er gezwegen", aldus Fel tri. Een vergelijking tussen Um brië en Irpinia, waar de hulp laat op gang kwam en nu nog steeds mensen in noodwonin gen zitten, ondanks de 95 mil jard gulden die in de loop der jaren ter beschikking is gesteld voor de wederopbouw, lijkt ech ter te gezocht. Kritiek is er overigens wel. In Giove, een plaatsje ten zuiden van Nocera Umbra, zegt Giam- piero Bonafini, leider van een groep vrijwilligers uit het noor delijke Brescia, dat zij goed kunnen werken, 'ondanks de bureaucratie en ondanks het ministerie van binnenlandse za ken'. „Er zijn veel obstakels en de coördinatie laat vaak te wen sen over", zegt Bonafini. Het steekt ook hem dat de rol van de vrijwilligers van Bescher ming Bevolking niet op de juiste waarde wordt geschat. „In een land als Italië waar natuurlijke calamiteiten altijd op de loer liggen en tegelijkertijd aange toond is dat de overheid tekort schiet wanneer die calamiteiten zich voordoen, zouden de vrij willigers veel meer gekoesterd moeten worden. Wij krijgen weliswaar een vergoeding als we ons werk moeten onderbre ken, maar daar blijft het bij. Wij betalen zelf onze trainingen, de benzine voor de auto's, onze overalls en wat al niet meer. We gaan door omdat we geloven in ek solidariteit en bovendien sultaten zien van ons wei In Giove zijn die resultatek ronduit verbluffend. „We drie maanden lang vertroi op alle gebied", zegt Giovj Mazza, een van de 100 im ners van het dorpje. Tei Bonafini en zijn groep v; middeld 30 man zorgden tijdelijk onderdak, eten e: oplossen van allerlei praki problemen, construeerdi BB en de brandweer van to, de Noord-Italiaanse re met een vergaande vorm autonomie, een spiksplint nieuw dorp, dat al 'klein tenrijk' wordt genoemd. De 30 containers, die lijke kleine 'chalets', zijn gepla drie terrasgewijs aangeleg plateaus en onderling verl den door weggetjes waarl: lantaarns en zelfs bomen „Je gelooft het niet, maar hebben ook gras ingezaaiiQ! zegt Giovanni Mazza, die daag de sleutel heeft gekri van zijn 'huisje'. Bonafini niet zonder jaloezie dat d<oi ring in Trento meer dan dn Rome heeft begrepen hoe handelen in geval van noc Beneden in het dal, waar mannen uit Trento hun bi hebben, heerst de sfeer vaf' missie is volbracht, we ku naar huis'. Commandant Grenau kijkt tevreden toe noodaggregaten worden den en een tent die dienst daan heeft als eerste-hulp wordt afgebroken. „We hi hier een zestal dorpen gel pen. De afspraak was dat zaak voor kerstmis in ordf zijn, en zo is het gegaan' de commandant. Het lijkt plaatst om te vragen wat vindt van de polemieken het niet functionerende It Franco Napolione, comm dant van de 'COM', het in ti< hulp aan het aardbevingsj coördineert, geeft toe dat alle slachtoffers het nieuw in een container zullen in maar spreekt niettemin vi prestatie van niveau. „In paar maanden tijd zijn in moeilijk toegankelijk gebi na 200 nieuwe dorpjes vei compleet met gas, licht, ri ring. Van de 4.000 contain t2 die zijn aangevraagd, zijn 3.700 geïnstalleerd." Napolione laat zijn schem zien waarop staat aangegf wie nog op een noodwoni wacht. Bijna alles is grijs kleurd. „Degenen die nog container hebben, zullen1 heden worden ondergebr1€ hotels", zegt hij. De polen over de lekkende containt wuift hij weg. „De 1.400 o in Friuli en Irpinia gebruil noodwoningen zijn inmid gerepareerd. Alle andere zn splinternieuw." Volgens Napolione is de e genza onder controle worden overgegaan tot dein deropbouw. De schade in Umbrië wordt geraamd o] miljard gulden. Het aanta ticuliere huizen dat is onti bedraagt 16.000. De regeri belooft geld en ook de EU nancieel bijspringen. De komst moet uitwijzen of d 'tweede fase' net zo on-It. zal zijn als de eerste. 1< Kenyaanse president wil maandag nog één keer tot staatshoofd worden gekozen De Kenyaanse president Daniel arap Moi wil maandag nog één keer tot staatshoofd worden gekozen. Wette lijk is het de laatste keer dat dit kan. De 73-jarige leider regeert al sinds 1978 en zijn land verkeert in een rampzalige toestand. Moi maakt des ondanks kans op een nieuwe ambts termijn, al zal het met de hakken over de sloot zijn. Als hij het opnieuw wordt, heeft hij dat te danken aan zijn gulle giften en de verdeeldheid van de oppositie. De corruptie in Kenya is zo wijdver breid dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en donors zich in augus tus verontwaardigd van het land heb ben afgewend. Toeristen blijven weg wegens etnische onlusten. De levens omstandigheden van de arme meer derheid zijn zo beroerd geworden dat cholera en andere ziekten er welig tieren. De twee nog werkende putten- zuigers van de reinigingsdienst van de hoofdstad Nairobi kunnen de taf- rijke overlopende beerputten niet meer aan. Een niet voor publicatie bestemd rapport van de Amerikaanse inlichtingendienst omschreef het land onlangs als 'een hellepoel van de eerste orde'. Deze krachtige kwalificatie, epide mieën, boze donors en corruptie- schandelen hebben Moi en zijn partij, de Kenya-Afrikaanse Nationale Unie (KANU), er niet van weerhouden de verkiezingen trots en vol vertrouwen tegemoet te zien. Een KANU-mani- fest spreekt per abuis van 'uitsteken de economische prestaties'. In een re geringsrapport staat dat Kenya een kwart eeuw lang meer dan acht pro cent jaarlijkse economische groei no dig heeft om uit de misère te komen. Met de recente tegenvallers mag Ke nya nu blij zijn met twee procent per jaar, veel minder dan de bevolkings groei van ruim 3,5 procent. Het vertrouwen van Moi en zijn KA NU komt dan ook niet voort uit de ei gen staat van dienst, maar uit de ho peloze verdeeldheid van de oppositie. Moi werd in 1992 tot staatshoofd ge kozen met 1,8 miljoen van de uitge brachte stemmen. De overige 3,5 mil joen stemmen gingen destijds naar verschillende tegenstanders van Moi. Hij hoopt dat het dit keer weer zo loopt. De etnische verdeeldheid is er mede de oorzaak van dat het land geen sterke oppositieleider heeft. Partijen die het op kunnen nemen tegen de KANU vallen doorgaans snel uiteen als leiders boos weglopen omdat ze menen dat hun bevolkingsgroep er in de partij bekaaid vanaf komt. Ook spelen culturele vooroordelen een rol; IGkuyo's stemmen niet voor Luo-kan- didaten omdat die niet besneden zijn, Kamba-christenen stemmen nooit op een islamitiet en leden van de Maasai stemmen alleen op een kandidaat als ze er absoluut zeker van zijn dat hij een koe bezit. De oppositie is bij deze volksraadple ging over veertien rivalen versplin terd. In de Kenyaanse politiek gaan bovendien gewin en stammenloyali- teit voor goed en democratisch be stuur. De meeste kiezers hebben meer dan genoeg van de corruptie, maar ze zijn ook bereid hun stem aan de hoogste bieder te verkopen, zeker als die uit hun eigen bevolkingsgroep komt. Het politieke aap-noot-mies luidt in Kenya: Hakuna mafuta, haku- na safari (Geen vet, geen reis). Wie zijn kiezers geen vet geeft, wordt door hen niet op reis (naar het parlement) gestuurd. De KANU beschikt na decennia van alleenheerschappij over verreweg de grootste vetpot en de ruimste erva- c ring met stemmenkoperij. De parti j liet bij de vorige verkiezingen mass geld drukken om kiezers te paaien. De geldhoeveelheid steeg toen met procent en de inflatie schoot omho na de verkiezingen. De huidige gou verneur van de centrale bank, Mica Cheserem, heeft de KANU-sinterkl< zen bij de geldpersen vandaan wet< te houden, maar de regeringspartij heeft nog steeds allerlei manieren aan geld te komen. Er is voor zeker zestig miljoen gulden weggegeven de regering heeft recent de overhei salarissen flink verhoogd. Moi en zijn KANU hoeven niet ee zo vreslijk veel stemmen te kopen de oppositie verdeeld blijft ben je een kwart van de stemmen in een provincie gauw de grootste partij de belangrijkste kandidaat. Als Moi iets meer dan een kwart van de ste men in vijf van de acht provincies krijgt is hij volgens de wet meteen kozen. Op vier provincies rekent h KANU-apparaat. Drie provincies zi vrijwel verloren aan verschillende positiekandidaten en in één provin cie, de Eastern Province spant het om voor Moi. Daar wordt hij belaa door de eerste vrouwelijke presi dentskandidaat in Kenya, Charity Ngilu (45). DEN HAAG CLEMENS INGWERSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 2