On-Italiaanse hulpverlening
i
'Hellepoel' Kenya verkeert in rampzalige toestand
Feiten Meningen
Stip in 't kuiltje
Bondgirls
WOENSDAG 24 DECEMBER 1997
Vroeger thuis aten wij altijd warm tussen de middag. Stipt
om half één kwam mijn vader thuis en zodra hij binnen
was, werd het eten opgediend. Om tien voor één was de
maaltijd afgelopen; mijn vader zette drie stoelen achter el
kaar, vlijde zich daarop neer en verzonk terstond in diepe
slaap. Kwam er, terwijl hij sliep, in de Waterweg een schip
voorbij dat heel luid blies, dan richtte mijn vader zich al
slapend half op en imiteerde hij dat geluid.
Toen ik naar het Groen van Prinsterer-lyceum ging, had
ik op drie dagen van de week les tot tien over half één. Op
één dag had ik zelfs les tot half twee. Aangezien ik er een
half uur over deed om naar huis te fietsen, kwam ik dus
driemaal om kwart over één thuis en eenmaal zelfs pas om
twee uur. Uiteraard had dat grote consequenties voor het
middagmaal en het slaapje van mijn vader. Op de dagen
dat ik tot tien over half één les had,
werd mij te verstaan gegeven dat ik zo
langzaam mogelijk moest fietsen. Dan
was ik pas om vijf voor half twee thuis,
het tijdstip waarop mijn vader zich op
richtte van zijn stoelen om aan te kon
digen dat hij weer 'met frisse tegenzin'
naar zijn werk ging. Zodra hij weg was,
kreeg ik de vaak nog lauwwarme resten
van de wame maaltijd opgediend.
Als ik echter pas om twee uur thuis
kwam, vond mijn moeder het blijkbaar
onverantwoord zo lang de resten van
het warme middagmaal te bewaren. In
plaats daarvan maakte ze altijd, spe
ciaal voor mij, stip in het kuiltje klaar.
Ach, wat vond ik dat lekker en wat
voelde ik mij verwend dat ze helemaal
alleen voor mij zoiets heerlijks bereidde.
Het eigenaardige is: je komt nooit meer iemand tegen die
de lof bezingt van stip in het kuiltje. Wie eet er nog boek-
weitgrutten? We hebben in het dorp waar ik woon drie
kruideniers. Bij twee van hen kun je niet eens boekweit-
grutten krijgen. Goddank heeft de derde het nog wel op zijn
schappen staan, zo'n vorstelijk pak Koopmans Boekweit-
grutten. In de loop der jaren is de prijs ervan fors gestegen.
Je betaalt er nu ruim drie gulden voor. Nog niet zo lang ge
leden niet eens de helft. Maar ja, dat komt natuurlijk omdat
niemand er ooit nog naar vraagt.
Voor stip in het kuiltje heb je, behalve boekweitgrutten,
ook een liter karnemelk en wat boter en stroop nodig. Je
kookt 175 gram grutten in die inmiddels ook al peperduur
geworden liter karnemelk (vroeger betaalden we voor 'een
kop karnemelk' zoals we een halve liter ervan aanduidden
elf cent!). In tien minuten zijn de grutten gaar. Je dient ze
op, maakt in het midden een kuiltje waarin je een klontje
boter laat smelten en waarin je enkele lepels stroop giet.
Boekweitgrutten staan in je maag. Heb je honger dan is
er niets wat zo verzadigd als stip in het kuiltje. Meestal kon
ik \Toeger trouwens niet alle grutten op die mijn moeder
om twee uur voor mij neerzette. Wat overbleef werd 's
avonds nog even opgebakken en daarvan zaten mijn zus en
mijn broer dan nog juichend te genieten. Ik kreeg niet
meer, ik had 's middags al gehad.
Toen ik mij begin deze week afvroeg wat zal ons kerstdi
ner zijn, schoot mij opeens weer te binnen hoe verrukkelijk
mij altijd stip in het kuiltje heeft gesmaakt. Zo weinig werk
en zo weinig kosten voor iets wat zo vorstelijk de tong
streelt - ik denk niet dat er met kerst iemand is geweest die
lekkerder heeft gegeten dan wij! Bovendien heeft geen en
kel dier voor ons kerstdiner het leven hoeven laten.
In Tomorrow Never Dies, de nieuwe Bondfilm die vorige
week in ons land in première is gegaan, schittert Pierce
Brosnan opnieuw overtuigend als 007 met een grote dosis
Arï/Z-vermogen. Daarmee lijkt het tijdperk van Bond als tob-
berig watje - vertolkt door Timothy Dalton - voorgoed voor
bij. Bondfilms weerspiegelen treffend de veranderingen in
de heersende man- en vrouwrollen. De 'Bondgirl' was in
een tijd waarin de seksuele revolutie nog moest beginnen,
een totaal nieuw fenomeen. Maar dat er in de eerste Bond
films voornamelijk domme blondjes met een IQ van 002 in
de armen van James woelden, dat is een wijd verbreid mis
verstand.
Bonds vrouwelijk gezelschap blonk juist uit door de voor
die dagen prikkelende en ongekende combinatie van beau
ty en brains. Honey Ruder in de Bondfilm Dr. No was de
eerste van een reeks beeldschone, bloeddorstige, soms zelfs
dodelijke Bondgirls die de oude klassieke Bondfilms, waar
aan voor eeuwig de naam van Sean Connery verbonden zal
blijven, bevolkten.
Toen Connery de brui aan het genre gaf, ontdeed zijn op
volger Roger Moore in 1973 in Live And Let Die Bond - vol
gens de wetten van de jaren zeventig - van zijn ruige man
nelijkheid en dierlijke aantrekkingskracht. James werd
speelser, zat niet altijd kreukvrij in het pak en moest het
meer van zijn vindingrijkheid dan van zijn knuisten heb
ben. De Bondgirls verwerden tot lichtelijk karikaturale we
zens, lachwekkende rekwisieten van de machowereld, met
een woordenschat van vier woorden: 'I love you James'.
Toen de acteur Timothy Dalton de rol van 007 overnam,
liet hij de wereld weten van Bond een eigentijdse man te
willen maken 'genuanceerd, ambivalent'. Hij bracht met dit
streven het genre bijna om zeep. Zijn laatste aflevering Lin-
cense To Kill was een absoluut dieptepunt voor de liefheb
bers. Bond kwam daar uitsluitend uit zijn broek om dood
moe naar bed te gaan. hij bloosde en twijfelde, en als er
eindelijk raak geschoten werd, was dat door een vrouw die
knalbestendig en glossy in de kruitdampen stond. Reden
voor Bond om zijn vermoeide hoofd op haar sterke schou
ders te werpen en nog maar één wens te hebben: een goe
de beurt van haar te krijgen.
Ook in de jaren tachtig zijn de Bondvrouwen symbolen
van de tijdgeest. Kara Milovy in The Living Daylights en
Pam Bouvier in Lincense To Kill waren dan ook politiek cor
recte vrouwen. Ze hadden een eerzaam beroep en moesten
het duidelijk niet van een uitbundig fraai lichaam maar van
hun briljante geest hebben. Gelukkig wilde Dalton zelf op
houden met zijn gevoelige Bondvertolkingen, want nóg een
aflevering van dit gedoe en wij hadden getuige moeten zijn
van een Bond die in het huwelijk treedt, vervolgens casual
gekleed kirrend achter de kinderwagen loopt, boodschap
pen doet en in plaats van zijn vroegere cocktails ('shaken,
not stirredp) magere melk drinkt, terwijl zijn vrouw blijft
werken in een topfunctie.
Zijn opvolger Pierce Brosnan maakte van Bond een typi
sche jaren negentig man, 'harder en met meer gevoel met
humor', en verwisselde de Engelse pakken voor Italiaanse.
Maar de werkelijke verrassing in GoIdeneye waren opnieuw
de Bondgirls waarmee 007 zich omringde, Famke Janssen
die in Goldeneye de levensgevaarlijke huurmoordenares
Xenis Onatopp speelde, bleek een Bondgirl met kloten. En
Natalya, de Russische computerdeskundige, gespeeld door
Izabella Scorupco, stond model voor het type vrouw dat bij
uitstek het product is van de jaren negentig. Deze superwo-
man deed in niets voor Bond onder, ze kraakte geheime
computerprogramma's, drukte pistolen tegen de zijkanten
van mannenhoofden, weerstond martelingen en ontberin
gen en was zowel Bondgenoot als bedgenoot.
HELEEN CRUL GPD
Aardbevinggebiecl razendsnel voorzien van duizenden noodwoningen
Drie maanden geleden werden de Italiaanse re
gio's Umbrië en Le Marche getroffen door een
aardbeving. Er zouden er nog 3.000 volgen. Ter
wijl de aarde blijft trillen en de thermometer
scherp daalt, zijn de circa 20.000 daklozen ver
oordeeld de feestdagen door te brengen in wat
hulpverleners hebben weten op te bouwen.
„Vóór de kerst heeft iedereen een noodwo
ning", beloofde het ministerie. Die voorspelling
is niet uitgekomen en nu is het protest daar.
Het huisorgaan van het Vaticaan, de Osserva-
tore Romano, leidt de kruistocht en spreekt
schande. De duizenden vrijwilligers en veel
slachtoffers blijken er anders over te denken.
FOLIGNO EELCO VAN DER LINDEN
CORRESPONDENT
Monte Pennino heet de 1.300
meter hoge berg die nu drie
maanden het epicentrum vormt
van de meeste aardschokken
die Umbrië, het zogenaamde
groene hart van Italië, teisteren.
De weg die leidt van Colfiorito
naar Nocera Umbra, de twee
zwaarst getroffen dorpen, is hier
en daar onverhard en zeer
bochtig. De sneeuw die aan het
begin van deze maand viel,
heeft plaats gemaakt voor re
gen. De wind is hard en snijdt.
Als de avond valt, plotseling en
zonder schemer, is het vijf urn-.
Het beeld is overal hetzelfde:
aan de ene kant van de weg een
donkere vlek met een enkel
lichtje het oude dorp en
aan de andere kant of even ver
derop een hel verlicht, geëgali
seerd terrein met langwerpige
Lego-achtige blokken het
nieuwe dorp. Een enkele kerst
boom doorbreekt de militaire
monotonie die deze container
dorpen uitstralen. Tot nu toe
zijn er in Umbrië en Le Marche
160 verrezen. Meestal op sport
velden of in gemeentelijke par
ken.
Meneer Aldo, die met een sput
terende Fiat 500 een paar van
zijn bezittingen overbrengt naar
de hem net toegewezen contai
ner, is monter. Ondanks alles.
Zijn dorp Castiglioni bestaat
niet meer, het huis waarin hij is
geboren, ligt in puin en zal
waarschijnlijk nooit meer herrij
zen. Maar hij heeft een nieuw
dak boven zijn hoofd. „Ik heb
drie maanden in een oude cara
van gezeten. Dit is wel iets an
ders", zegt hij terwijl hij de deur
opent van zijn eenpersoonscon
tainer.
Het stalen onderkomen is ge
maakt in Parma en gloednieuw.
Een kleine twintig vierkante
meter met daarin twee ruimtes
die zijn om te vormen in een
slaapkamer en een mini-salon,
annex keuken. Een badkamer
met douche en bidet comple
teert het geheel. Wie, zoals me
neer Aldo, zijn meubels kwijt is,
krijgt die bijgeleverd. „U hoort
mij niet klagen, meneer. Een
dag na de ramp had ik een bed
en een warme hap. Dat is tot
vandaag zo gebleven", zegt hij.
De wegen rond Nocera Umbra
zijn overvol. Gele zwaailichten
kondigen buitengewoon trans
port aan. Containers. Er vormen
zich lange files door de stoplich
ten die zijn geplaatst daar waar
de palen van een te stutten huis
of kerk een weghelft in beslag
nemen. Van de 6.000 inwoners
die het fraai en hoog gelegen
Nocera telt, kunnen er 4.000
hun huizen niet meer in. Bene
den, bij de ingang van het stad
je, staan achter een half inge
stort schoolgebouw nog een
dertigtal blauwe tenten van het
ministerie van binnenlandse za
ken en enkele caravans.
Een van de bewoners, Giorgio
Zen, een 30-jarige onderwijzer,
zegt dat het leven in een tent
geen pretje is, zeker niet als je,
zoals hij, een kind van een paar
maanden oud hebt. „De hulp is
snel op gang gekomen, maar
men heeft tijd verloren op lo
kaal niveau met het vaststellen
van de plaats waar de contai
ners geplaatst moesten worden
en met onteigeningsprocedu
res. Ook ontbrak het noodplan
dat elke gemeente klaar moet
hebben liggen. Niettemin zijn
twee van de drie tentenkampen
al afgebroken en is de verwach
ting dat wij binnen een week
over kunnen naar de noodwo
ningen", zegt hij.
Zoals Giorgio praten veel
slachtoffers. Er is over het alge
meen grote waardering voor de
hulp en zelfs begrip voor vertra
ging. Niettemin schrijft L'Osser-
vatore Romano op sarcastische
wijze dat de hulpmachine slecht
loopt, er veel te weinig contai
ners zijn, en dat veel van die
noodwoningen lekken en niet
geschikt zijn voor een bergkli
maat. Volgens de krant is de
vertraging ook te wijten aan het
feit dat de hulpverleners zich
houden aan strakke werksche
ma's, veelvuldig wisselen en
niet beschikbaar zijn in het
weekend, 's nachts en op feest
dagen. 'Dit terwijl de slachtof
fers van de aardbeving prak
tisch in de open lucht moeten
wachten', zo schampert de
krant.
Geconfronteerd met deze be
schuldiging ontploffen Giorgio
en Filippo, twee robuuste, in
het oranje gestoken Toscaanse
vrijwilligers van de Bescher
ming Bevolking. Ze werken in
een inmiddels halfleeg tenten
kamp dat staat in het oude
voetbalstadion van Nocera Um
bra. Op het belendende par
keerterrein is net een container
dorp in gebruik genomen. „Ik
ben vanaf de eerste schokken
hier in Nocera werkzaam en ac
cepteer geen kritiek van de
kerk", zegt Giorgio. „Dat ze zich
verbazen over het feit dat wij re-
Moegestreden maar tevreden hulpverleners in Nocera Umbra. Een bewoonster, met een knipoog: Zonder
die vieze, stinkende en slecht geklede types zou er niets van de grond zijn gekomen."
O rü GPD LELC.O VAN DFR LINDFN
gelmatig wisselen, komt omdat
ze niet weten dat we ons kapot
werken en datje na vier dagen
van elk 24 uur volledig op bent,
zeker in het begin.
Filippo vult na enig aarzelen
aan dat juist de Italiaanse vrij
willigers die, zoals zij verenigd
zijn in de landelijke organisatie
ANPAS, de spil vormen van de
hulpverlening. „De leden van
het Rode Kruis en vooral die
van de Misericordia,-de vrijwilli
gersorganisatie van de kerk,
herken aan je aan hun glad ge
streken uniformen en hun glim
mende schoenen", sneert hij.
Mevrouw Anna, zelf dakloos en
bezig met een kerstfeest voor de
kinderen van het kamp, zegt la
chend dat zonder 'die vieze,
stinkende en slecht geklede ty
pes als Giorgio en Filippo er
niets van de grond zou zijn ge
komen'. De heren in kwestie
glunderen dankbaar.
Italië is het land van Peppone
en Don Camillo, en dus hoeft
het geen verbazing te wekken
dat er volgens sommigen linkse
en rechtse aardbevingen be
staan. De aan Silvio Berlusconi
gelieerde sterjournalist Vittorio
Feltri vindt het schandalig dat
geen van de grote nationale
laanten veel kritiek uit op de
hulp. Dit komt volgens hem
omdat links nu aan de macht is
en bovendien veel van de lokale
bestuurders 'rood' zijn.
„Over de schandalen die de
christen-democratische rege
ringen veroorzaakten na de
aardbeving van 1980 in de berg
streek Irpinia bij Napels raakte
men niet uitgeschreven. Nu
wordt er gezwegen", aldus Fel
tri. Een vergelijking tussen Um
brië en Irpinia, waar de hulp
laat op gang kwam en nu nog
steeds mensen in noodwonin
gen zitten, ondanks de 95 mil
jard gulden die in de loop der
jaren ter beschikking is gesteld
voor de wederopbouw, lijkt ech
ter te gezocht.
Kritiek is er overigens wel. In
Giove, een plaatsje ten zuiden
van Nocera Umbra, zegt Giam-
piero Bonafini, leider van een
groep vrijwilligers uit het noor
delijke Brescia, dat zij goed
kunnen werken, 'ondanks de
bureaucratie en ondanks het
ministerie van binnenlandse za
ken'. „Er zijn veel obstakels en
de coördinatie laat vaak te wen
sen over", zegt Bonafini.
Het steekt ook hem dat de rol
van de vrijwilligers van Bescher
ming Bevolking niet op de juiste
waarde wordt geschat. „In een
land als Italië waar natuurlijke
calamiteiten altijd op de loer
liggen en tegelijkertijd aange
toond is dat de overheid tekort
schiet wanneer die calamiteiten
zich voordoen, zouden de vrij
willigers veel meer gekoesterd
moeten worden. Wij krijgen
weliswaar een vergoeding als
we ons werk moeten onderbre
ken, maar daar blijft het bij. Wij
betalen zelf onze trainingen, de
benzine voor de auto's, onze
overalls en wat al niet meer. We
gaan door omdat we geloven in
ek
solidariteit en bovendien
sultaten zien van ons wei
In Giove zijn die resultatek
ronduit verbluffend. „We
drie maanden lang vertroi
op alle gebied", zegt Giovj
Mazza, een van de 100 im
ners van het dorpje. Tei
Bonafini en zijn groep v;
middeld 30 man zorgden
tijdelijk onderdak, eten e:
oplossen van allerlei praki
problemen, construeerdi
BB en de brandweer van
to, de Noord-Italiaanse re
met een vergaande vorm
autonomie, een spiksplint
nieuw dorp, dat al 'klein
tenrijk' wordt genoemd.
De 30 containers, die lijke
kleine 'chalets', zijn gepla
drie terrasgewijs aangeleg
plateaus en onderling verl
den door weggetjes waarl:
lantaarns en zelfs bomen
„Je gelooft het niet, maar
hebben ook gras ingezaaiiQ!
zegt Giovanni Mazza, die
daag de sleutel heeft gekri
van zijn 'huisje'. Bonafini
niet zonder jaloezie dat d<oi
ring in Trento meer dan dn
Rome heeft begrepen hoe
handelen in geval van noc
Beneden in het dal, waar
mannen uit Trento hun bi
hebben, heerst de sfeer vaf'
missie is volbracht, we ku
naar huis'. Commandant
Grenau kijkt tevreden toe
noodaggregaten worden
den en een tent die dienst
daan heeft als eerste-hulp
wordt afgebroken. „We hi
hier een zestal dorpen gel
pen. De afspraak was dat
zaak voor kerstmis in ordf
zijn, en zo is het gegaan'
de commandant. Het lijkt
plaatst om te vragen wat
vindt van de polemieken
het niet functionerende It
Franco Napolione, comm
dant van de 'COM', het in
ti<
hulp aan het aardbevingsj
coördineert, geeft toe dat
alle slachtoffers het nieuw
in een container zullen in
maar spreekt niettemin vi
prestatie van niveau. „In
paar maanden tijd zijn in
moeilijk toegankelijk gebi
na 200 nieuwe dorpjes vei
compleet met gas, licht, ri
ring. Van de 4.000 contain t2
die zijn aangevraagd, zijn
3.700 geïnstalleerd."
Napolione laat zijn schem
zien waarop staat aangegf
wie nog op een noodwoni
wacht. Bijna alles is grijs
kleurd. „Degenen die nog
container hebben, zullen1
heden worden ondergebr1€
hotels", zegt hij. De polen
over de lekkende containt
wuift hij weg. „De 1.400 o
in Friuli en Irpinia gebruil
noodwoningen zijn inmid
gerepareerd. Alle andere zn
splinternieuw."
Volgens Napolione is de e
genza onder controle
worden overgegaan tot dein
deropbouw. De schade in
Umbrië wordt geraamd o]
miljard gulden. Het aanta
ticuliere huizen dat is onti
bedraagt 16.000. De regeri
belooft geld en ook de EU
nancieel bijspringen. De
komst moet uitwijzen of d
'tweede fase' net zo on-It.
zal zijn als de eerste.
1<
Kenyaanse president wil maandag nog één keer tot staatshoofd worden gekozen
De Kenyaanse president Daniel arap
Moi wil maandag nog één keer tot
staatshoofd worden gekozen. Wette
lijk is het de laatste keer dat dit kan.
De 73-jarige leider regeert al sinds
1978 en zijn land verkeert in een
rampzalige toestand. Moi maakt des
ondanks kans op een nieuwe ambts
termijn, al zal het met de hakken over
de sloot zijn. Als hij het opnieuw
wordt, heeft hij dat te danken aan zijn
gulle giften en de verdeeldheid van de
oppositie.
De corruptie in Kenya is zo wijdver
breid dat het Internationaal Monetair
Fonds (IMF) en donors zich in augus
tus verontwaardigd van het land heb
ben afgewend. Toeristen blijven weg
wegens etnische onlusten. De levens
omstandigheden van de arme meer
derheid zijn zo beroerd geworden dat
cholera en andere ziekten er welig
tieren. De twee nog werkende putten-
zuigers van de reinigingsdienst van
de hoofdstad Nairobi kunnen de taf-
rijke overlopende beerputten niet
meer aan. Een niet voor publicatie
bestemd rapport van de Amerikaanse
inlichtingendienst omschreef het
land onlangs als 'een hellepoel van de
eerste orde'.
Deze krachtige kwalificatie, epide
mieën, boze donors en corruptie-
schandelen hebben Moi en zijn partij,
de Kenya-Afrikaanse Nationale Unie
(KANU), er niet van weerhouden de
verkiezingen trots en vol vertrouwen
tegemoet te zien. Een KANU-mani-
fest spreekt per abuis van 'uitsteken
de economische prestaties'. In een re
geringsrapport staat dat Kenya een
kwart eeuw lang meer dan acht pro
cent jaarlijkse economische groei no
dig heeft om uit de misère te komen.
Met de recente tegenvallers mag Ke
nya nu blij zijn met twee procent per
jaar, veel minder dan de bevolkings
groei van ruim 3,5 procent.
Het vertrouwen van Moi en zijn KA
NU komt dan ook niet voort uit de ei
gen staat van dienst, maar uit de ho
peloze verdeeldheid van de oppositie.
Moi werd in 1992 tot staatshoofd ge
kozen met 1,8 miljoen van de uitge
brachte stemmen. De overige 3,5 mil
joen stemmen gingen destijds naar
verschillende tegenstanders van Moi.
Hij hoopt dat het dit keer weer zo
loopt.
De etnische verdeeldheid is er mede
de oorzaak van dat het land geen
sterke oppositieleider heeft. Partijen
die het op kunnen nemen tegen de
KANU vallen doorgaans snel uiteen
als leiders boos weglopen omdat ze
menen dat hun bevolkingsgroep er in
de partij bekaaid vanaf komt. Ook
spelen culturele vooroordelen een rol;
IGkuyo's stemmen niet voor Luo-kan-
didaten omdat die niet besneden zijn,
Kamba-christenen stemmen nooit op
een islamitiet en leden van de Maasai
stemmen alleen op een kandidaat als
ze er absoluut zeker van zijn dat hij
een koe bezit.
De oppositie is bij deze volksraadple
ging over veertien rivalen versplin
terd. In de Kenyaanse politiek gaan
bovendien gewin en stammenloyali-
teit voor goed en democratisch be
stuur. De meeste kiezers hebben
meer dan genoeg van de corruptie,
maar ze zijn ook bereid hun stem aan
de hoogste bieder te verkopen, zeker
als die uit hun eigen bevolkingsgroep
komt. Het politieke aap-noot-mies
luidt in Kenya: Hakuna mafuta, haku-
na safari (Geen vet, geen reis). Wie
zijn kiezers geen vet geeft, wordt door
hen niet op reis (naar het parlement)
gestuurd.
De KANU beschikt na decennia van
alleenheerschappij over verreweg de
grootste vetpot en de ruimste erva-
c
ring met stemmenkoperij. De parti j
liet bij de vorige verkiezingen mass
geld drukken om kiezers te paaien.
De geldhoeveelheid steeg toen met
procent en de inflatie schoot omho
na de verkiezingen. De huidige gou
verneur van de centrale bank, Mica
Cheserem, heeft de KANU-sinterkl<
zen bij de geldpersen vandaan wet<
te houden, maar de regeringspartij
heeft nog steeds allerlei manieren
aan geld te komen. Er is voor zeker
zestig miljoen gulden weggegeven
de regering heeft recent de overhei
salarissen flink verhoogd.
Moi en zijn KANU hoeven niet ee
zo vreslijk veel stemmen te kopen
de oppositie verdeeld blijft ben je
een kwart van de stemmen in een
provincie gauw de grootste partij
de belangrijkste kandidaat. Als Moi
iets meer dan een kwart van de ste
men in vijf van de acht provincies
krijgt is hij volgens de wet meteen
kozen. Op vier provincies rekent h
KANU-apparaat. Drie provincies zi
vrijwel verloren aan verschillende
positiekandidaten en in één provin
cie, de Eastern Province spant het
om voor Moi. Daar wordt hij belaa
door de eerste vrouwelijke presi
dentskandidaat in Kenya, Charity
Ngilu (45).
DEN HAAG CLEMENS INGWERSEN