Gesettled in Seattle Spreekwoordelijke Hollandse nuchterheid weerhoudt hen ervan in Seatde een American dream te dromen na de nachtmerrie van het failliet van Fokker. Jarenlang verkeerden ze in de veronderstelling een baan te hebben die sociale zekerheid tot de laatste snik beloofde. Maar na de fatale crash van de Nederlandse luchtvaartindustrie stonden Eugène Kors, Hans Smit, Frans Rekers en Jan Wynia plompverloren op straat. Toen deze engineers ruim een jaar geleden de kans kregen als contractant bij Boeing aan de slag te gaan, grepen ze die met beide handen aan. In totaal maakten rond 40 oud-Fokkerianen de oversteek. They like to be in America. „Maar dit avontuur kan wel in één klap afgelopen zijn. Ach, zekerheden bestaan niet in het leven, dat heeft Fokker wel geleerd." GERARD VAN PUTTEN viering van merry Christmas met alle jinglebell-achti- ge rimram laten ze graag aan de Amerikaanse buren. Een vrolijk kerstfeest in knusse Hollandse huisstijl is al mooi genoeg. Hans Smit, diens hoogzwangere vrouw Ingrid en dochtertje Michelle brengen de finale van 1997 door bij naaste familie, in Apeldoorn. Frans Rekers onderbreekt zijn LAT-relatie met vrouw en twee dochters voor een tijdelijke gezins hereniging in het nabij Alphen aan den Rijn gelegen Zevenhoven. En vrijgezel Jan Wynia luidt het jaar uit bij zijn broer in Espel, een vlek in de Noordoostpolder. Alleen Eugène en Joke Kors blij ven met 7-jarige Joost en 6-jarige Stef achter in Kent, randgemeente van Seattle. Maar ze passen ervoor in navolging van menige Ameri kaanse staatsburger de gevel van hun pas gekochte, spiksplinter nieuwe huis uitheems op te tuigen met vele honderden feestlampjes. „Wij maken het binnen wel gezel lig. Een woord trouwens, dat ze hier niet kennen." De vorig jaar uit Velserbroek weggetrokken familie zal de enige kerstdag die de Verenigde Staten te vergeven hebben, gebruiken om enigszins tot zichzelf te komen. Noem het een dag van bezinning rond de kerstboom na een jaar vol opeenvolgende gebeurtenissen, waarbij ook nog eens het gewen ningsproces moest worden ver werkt. „Alles is anders hier", zo vat Joke Kors de hele santekraam van al wat in de Amerikaanse samenle ving te koop is in Wat haar betreft alle waardering voor de lokale Holland/America- club die de oud-Fokkerianen spontaan een mentor toewees om hen wegwijs te maken in de plaat selijk geldende regels, gebruiken en gewoonten. Maar dan nog kwam het meestentijds allemaal op henzelf neer. Zeker in de begin- weken moest er volop geëxperi menteerd, gepionierd en geavon- turierd worden. De omgeving zelf ontdekken. Erachter komen dat 'how are you doing' niet meer dan een holle beleefdheidsfrase is, waarop geen antwoord wordt ver wacht. Zelf uitvinden dat reform- voeding ten behoeve van de voor alles en nog wat allergische Stef, gewoon bij de dag en nacht ge opende supermarkten zijn te ver krijgen. alle anderen zijn ze via Randstad Polytechniek in Amster dam hier verzeild geraakt. Het fail lissement van Fokker was nog maar nauwelijks uitgesproken, of Boeing meldde zich al op het hoofdkantoor in Amsterdam-Zuid oost om geschoolde arbeidskrach ten te werven. Oud-Haarlemmer Hans Smit besloot z'n CV-tje maar eens achter te laten, waarop onder meer keurig zijn 16 dienstjaren bij Fokker stonden aangegeven. Vlieg tuigprestatie-analist was hij daar, zeg maar: specialist in het bereke nen van start- en landingsruimte voorvliegtuig-prototypes. En zo dropte Eugène Kors (37) eveneens zijn op schrift gestelde 11 -jarige loopbaan bij Fokker, ook al had-ie in wezen helemaal geen trek in een verhuizing naar Seattle. „Ik liet m'n CV achter met de ge dachte van: 'Ik kan altijd nog nee zeggen'. Eigenlijk wilde ik me ori ënteren op de Nederlandse ar beidsmarkt." Maar Kors vond niet wat hij zocht. En in het Verenigd Konink rijk evenmin, nadat de expert- vliegtuiglawaai was getipt door 'contacten bij Rolls-Royce' over een baan bij de Engelse luchtver keersleiding. Een en ander ketste af op de huizenjacht in de omge ving van Londen, waar geen be taalbare passende woning be schikbaar bleek. Door het Amerikaanse perso neel geaccepteerd als volwaardige collega's, werken Kors en Smit in de Boeing-vestiging in Renton: Wynia en Rekers noordwaarts in het immense gebouw in Everett. Klaar op de werkvloer niet dat amicale, wat ze gewend waren op Schiphol-Oost. Bij vele Boeing- mensen kan er bij het binnenko men nauwelijks een 'good mor ning" af. En tallozen lopen, zonder een woord te zeggen, het weekend tegemoet. Er bestaan meer cultuurverschil len. Het is Jan Wynia niet ontgaan dat de meeste van zijn huidige col lega's uitsluitend weet hebben van waar ze dagelijks mee bezig zijn. Wynia: „Ik merk nu hoe een goede leerschool Fokker was. Wij waren daar veel allrounder. Je wist eigen lijk van alles zo'n beetje af, van de cockpit tot de staart aan toe. Hier wordt alles in secties verdeeld. En alleen van htm eigen sectie weten ze alles af." Frans Rekers: „De eerste paar weken heb ik jongens aan mijn ta fel gehad, die niet wisten wat op pervlakte was. En wat inhoud. Konden ze tot mijn verbazing niet uitrekenen. Dus van de basisbe grippen van de natuurkunde had den ze nooit vernomen. Een cul tuurschok, ja." Bij Boeing gaat het er wel relax ter aan toe. Als het werk maar bin nen de gestelde termijn klaar is. Oud-Fokkerianen overleven met een dubbel gevoel Wynia: „Waar het hier om gaat, is dat het product aan de wettelijk gestelde minimum-eisen voldoet. Meer hoeft niet. Kijken of het nog mooier kan, zoals destijds bij Fok ker, daar wordt niet aan gedaan. Op een gegeven moment zeggen ze hier: that's /ren daarmee uit." Over de honorering bij Boeing geen klagen. Wat bijvoorbeeld de 43-jarige Smit bij Fokker in gul dens verdiende, wordt nu in dol lars op z'n bankrekening bijge schreven. „Doordat de levensstan daard hier verhoudingsgewijs iets lager ligt, ben ik er netto zelfs op vooruitgegaan." Voor Rekers gaat dat, na 22,5 jaar Fokker, niet helemaal op. Dat komt, omdat Boeing al wat de sol licitanten aan meer dan 15 dienst jaren werkervaring meebrachten, niet in de salariëring liet meewe gen. „De verdiensten worden pas echt interessant, als ik flink over werk. Maar ik ga niet elke dag 16 uur achter de computer zitten. Heb ik in het begin wel gedaan, maar er is ook nog een social life. Ze zijn inmiddels aardig gesett led in Seattle. Al blijft in huize- Kors de Engelse taal een struikel blok voor de vrouw des huizes, die de telefoon onveranderd op z'n Nederlands opneemt 'met Joke Kors'. Daarom: als Joost huiswerk maakt, doet ze mee met Engelse spellingsoefeningen. En aldus pakt ze het een en ander op. „Het gaat. vergeleken met een jaar geleden, al een stuk beter." Intussen zijn hun zoons Joost en Stef al behoorlijk aan het verame rikaniseren, na een jaar in de Sta tes. Weliswaar mist Joost zijn vriendinnetje Suzanne uit Velser broek nog dagelijks, maar op school heeft hij zijn draai inmid dels gevonden. Zo ook zijn jongere broertje Stef, die aanvankelijk heel eigenwijs weigerde ook maar één woord Engels uit te kramen. De hand op het hart houdend geven ze er met een vertederende de monstratie in de huiskamer blijk van feilloos de hele riedel te kun nen opdreunen, die hoort bij het dagelijkse begroetingsritueel aan de Amerikaanse vlag. Trouw zwe ren aan de Stars Spangled Banner hoort nu als een vanzelfsprekend heid bij hun nog prille leven. Joke Kors: „De jongens zijn nog op een leeftijd dat een dergelijke grote omschakeling geen ernstige cön- sequenties hoeft te hebben. Wij kennen een gezin met twee doch ters in de puberleeftijd, die hier een moeilijke tijd doormaken. Er zijn ook mensen, die het niet heb ben gered." Ze roemen zonder uitzondering hun woonomgeving. Oceaan en stad zijn met de auto in no time te bereiken. En op nog geen ander half uur afstand lonkt een fraai ski gebied in de bergen. De Korsen, Smitten en Wynia's hebben intus sen een huis gekocht nabij Seattle. Alleen Rekers blijft onveranderd de voorkeur aan huren geven. Om praktische redenen, want hij lives apart together van zijn vrouw, met wie hij 27 jaar lief en leed deelt, en van zijn twee opgroeiende doch ters. „We zien elkaar alles bijeen vier keer per jaar, in totaal een week of vijf." De 52-jarige onderzoeker naar de crashwaardigheid van vliegtui gen noemt zich een economische vluchteling uit 'Pays Bah', een bij naam die hij ooit in een tikje ran cuneuze stemming verzon voor zijn vaderland. Dit vanwege de, in zijn optiek, nogal apatische attitu de van overheid en bankinstellin gen ten opzichte van het wegkwij nende Fokker. Maar wat geweest is, js geweest. Rekers zit nu in zijn uppie in z'n appartement in Bot- hell. „In elk geval heb ik op mijn leeftijd nog werk. Dat had ik in Ne derland nooit meer gekregen. Hier wordt vooral naar ervaring geke ken. Noem het een offer aan het privéleven. Primair staat de toe komst van de nu nog studerende kinderen. Pas als die zeker is ge steld, zijn mijn vrouw en ik aan de beurt. Dan is de tijd hopelijk aan alleen-zijn, Rekers zegt het eerlijk, drukt op hem. Maar het scheelt dat hij aansluiting heeft ge vonden bij een plaatselijke roei vereniging. Dat leidt af. Wat is trouwens wijsheid? Stuk voor stuk kennen de naar Seattle verkaste oud-Fokkerianen het geval van ie mand, die maar wat graag naar Boeing was gekomen. Maar diens vrouw wilde niet. Rekers: „Deze ex-collega zit nu wel in Nederland werkloos te zijn." Leven met het gevoel van 'we zitten in Seattle en kunnen niet anders', dat is het eigenlijk. Eugè ne Kors: „Het klinkt grappiger dan bedoeld, maar voorlopig is dit ver blijf definitief. Stel dat Fokker nu nog zou bestaan, ik had deze stap nooit aangedurfd. Na het faillisse ment had ik gewoon weinig te ver liezen." Veelbetekenend is wat dat be treft ook de ietwat fatalistische re actie van de 52-jarige Frans Rekers op de vraag hoe de status van con tractant bij Boeing hem bevalt na een vast dienstverband van ruim 22 jaar bij Fokker. „Dit móet be vallen, omdat je moet overleven. Voor ons is er in Nederland geen werk meer. Maar ideaal is anders. Want wij kunnen er in principe a la minute uitgegooid worden. Je hebt geen enkel recht." Dan zijn Rekers, Smit, Kors en Wynia nog beter af dan collega's die zich via het Amerikaanse uit zendbureau CTS naar Boeing heb ben laten bemiddelen. Mogelijk dat die meer geld in handen krij gen aan het eind van de maand, maar ingeval van ontslag kunnen ze op niets terugvallen. Smit: „Wij betalen in Amerika belasting, maar de sociale premies worden in Ne derland ingehouden. Door deze constructie hebben we niet alle rechten verspeeld, in de zin van WW." Rekers: „Ik ken iemand die ou der is dan ik. Als hij een kick onder z'n ass krijgt, staat hij met lege handen." It's a mad, mad world, Amerika. Een weids land waar alles in het groot moet, maar waar nogal eens geborneerd gedacht wordt. Ingrid Smit: „Laatst kocht ik een paar flessen drank in de supermarkt. Ik diende me te legitimeren. Dat moet als je alcohol koopt en bene den de 28 bent. Tamelijk bekrom pen, ja. Aan de andere kant voelde ik me wel gevleid, want ik ben al 37." Met zijn aangeboren ironie kan Hans Smit, jarenlang woonachtig in Haarlem-Noord en laatstelijk in Amsterdam-West, na ruim een jaar in de States nog dagelijks geamuseerd kijken naar al wat om hem heen gebeurt. Naar de talloze vleesklompen die hun overgewicht ten spijt op straat lopen te kauwen op wie weet wat voor burger, die wordt weggespoeld met cola of koffie. Naar de joggers ook, die met een fles gezondheidswater in de ene hand en een zak popcorn in de andere huns weegs gaan. Waarbij Smit zich dan telkenmale afvraagt wat de zin ervan is om de kilo's van het lichaam te lopen, als die er tegelijkertijd weer worden aangevreten. „En dan die listische instelling van de hier. Het liefst hebben ze een huis met drie garages. Ze zijn maar be zig met geld verdienen. Het is veel buitenkant. Als je haar r Fjleepless in Seattle is meer dan een titel van een film. Ingrid Smit biecht op menige doorwaakte nacht achter de rug te hebben. Haar man Hans: „Dat kwam door alle rompslomp, waarmee we te maken kregen. Verzekeringen re gelen. Je kredietwaardigheid be wijzen. Dat doe je hier niet door het saldo van de bankrekening te tonen, maar door schuld te ma ken. Pas als je daarop goed aflost, word je solvabel geacht. De omge keerde wereld. Er was maar één bank die ons hypotheek wilde ver strekken, en dan nog maar voor negentig procent." Ingrid: „En bij al dat gedoe, zat ik als enige vrouw in de buurt ook nog de hele dag thuis, bij gebrek aan een werkvergunning. Kijk, de mannen hebben geen tijd voor heimwee. Maar ik kwam echt in een dip te zitten. Gelukkig gaat het nu beter. Ik ben ingeloot voor de green card, zodat er voor mij uit zicht is op een vaste verblijfsver gunning. Wat dat betreft heb ik ge luk. Anderen, die uitgeloot zijn, moeten de hulp van een advocaat inroepen. Kost wel 5000 dollar." Bm Pij wijze van ochtendwijding surft Hans Smit elke zondagmor gen over de elektronische snelweg. Even kijken wat Ajax heeft gedaan. Een kwestie van een paar keer met de muis klikken om pagina 650 van NOS Teletekst op het beeld scherm van z'n PC te laten opfloe- pen. Hoever Amsterdam ArenA ook van Renton is, door het won der van Internet is zijn favoriete Ajax toch dichtbij. Zo ook de lan delijke kranten. Dagelijks 'bladert' hij ze even door. „Aldus laat ik me constant heen en weer slingeren tussen de Verenigde Staten en Ne derland." oud-Fokkerianen zagen tot hun verrassing het Amerikaanse heden en het Hollandse verleden al meer samenkomen. Seattle blijkt een vrijplaats voor de kreet 'long time no see'. Frans Rekers ontmoette bij Boeing twee ex-col- lega's, terug, die hij twintig jaar ge leden uit het oog was verloren. En Joke Kors liep laatst ook al een ou de bekende tegen het lijf. „Een vrouwtje, van wie de man ook bij Fokker had gewerkt. Ik herkende haar niet meteen, zij mij wel. Ze vroeg of ik er een van Dernison was. Ja, dus. Bleek dat we vroeger samen op de padvinderij hadden gezeten." Hoe klein kan de wereld toch zijn in een immens land. Stef en Joost Kors, na een jaar Seattle al vertrouwd met de dagelijkse groet aan de Amerikaanse vlag. mmM FOTO'S GERARD VAN PUTTEN V 7 'X' - Joost en Stef Kors: „Alles is anders hier." Hans, Michelle en Ingrid Smit: „De woonomgeving is prachtig, de Amerikanen geven minder reden tot juichen. Joke, Eugène, Frans Rekers (links) en Jan Wynia: „We merken nu hoe een goede leerschool Fokker wel was. De mensen bij Boeing zijn veel minder allround." De hoofdvestiging van Boeing in Everett, qua volume het grootste gebouw ter wereld. FOTO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 37