Cultuur Kunst 1 'Leiden niet te klein voor twee podia' Schaatsers, kerstlandschappen en koek-en-zopie dro^speiVm Maccus Beroemder in Spanje dan in Leiden \iinspotting in LVC 'Er zijn veel mensen met talent die de spanning niet aankunnen ENSDAG 24 DECEMBER 1997 ECENSIE SABINE VAN DEN BERG rstelling: Kamikaze Freak Show Ge zien 23/12, LVC, Leiden. -1 i fr. edstollende taferelen teis- ?n het netvlies als een bont elschap onder de naam: aikaze Freak Show op een urdeweekse avond jrstrijkt in de Breestraat. Dr tienen lijkt het nog een vone borrelavond in het Maar even voor half elf ;int een bizarre show voor naar sensatie hongerend bliek. lezellige showmuziek mt de ouverture voor een [toning die elke pijngrens te iten gaat. De bar stroomt u en de toeschouwers ver- ngen zich rond het podium nneer de rookmachine een jze walm uitstoot. Als de ne- is opgetrokken bestijgen pe figuren het toneel. Een in en een blonde vrouw, iden dragen een zonnebril. man rammelt vrolijke 3 lintjes uit zijn accordeon wijl de vrouw een spook r het podium begeleidt. Als witte laken afglijdt maakt publiek kennis met de Prince of Pain die zichzelf, als een kerstboom, met driehon derdvijftig naalden heeft 'ver sierd'. Met een bulderende stem vraagt deze 'spreekstal- meester van de sadomasochis ten' of zijn gezelschap „over the top'' moet gaan en een luid joelende menigte schreeuwt om meer. 'Erik En gerd' maant de zaal tot zitten en zegt ervan overtuigd te zijn dat alle nieuwsgierigen geko men zijn voor painspotting. Hij nodigt zijn vriend Short Circuit, een dwerg, uit om zijn kunstje te vertonen, opdat „zijn penis tot beneden zijn knieën zakt." Onder orgasti sche klanken van de Prince bindt Short een gewicht aan zijn geslacht, en dat allemaal in dienst van de artisticiteit. Ook de Prince geniet ervan om een bowlingbal van zeven kilo aan zijn tong te haken en rond te zwieren. Dit staaltje schok kend 'volksvermaak' doet de eerste toeschouwers al wit wegtrekken of weglopen. De eeuwwisseling nadert, maar tijdens deze show van folteringen en kermisachtige scenes krijg je het gevoel terug te zijn geslingerd in de tijd. Wethouder Pechtold over Q-bus-affaire Cultuurwethouder A. Pechtold zegt dat er in Leiden ruimte is voor twee poppodia. De D66'er reageert hier mee op de problemen die zijn gerezen rondom de ex ploitatie van de nieuwe concertzaal Q-bus in het Muziek huis aan de Middelstegracht en de uitlatingen hierover van LVC-directeur Ruud Visser gisteren in deze krant. The Mashed Potatoes v.l.n.r.: Mike Schepers, Peter van der Meer, Rob van der Meer en Bart Visser. FOTO BRAM BUDEL FOTOGRAFIE LEIDEN WIM KOEVOET concertgebouw Concertgebouwplein 2-6. Telefoon 671 83 45 het muziektheater Amstel 3. Telefoon 625 54 55. Agendalijn 551 81 00 za 3, ma 5 Gastprogrammering pi 20 15 uur La Cuadra de Sevilla m zo4jan 14.00 met bugcis, trommels, g do 8, vr 9 Rosas met de Nederlandse première van Just before v, za 10 jan. Anne Teresa De Keersmaeker, een dans-percussieavi 20.15 uur het Ictus Ensemble. 'De ritmes zuigen je diep in de voorste de nieuwe kerk Dam. Infolijn 638 69 09 uin en Johann Sebastian Bach Pechtold: „Leiden telt ruim 100.000 inwoners en vervult een centrumfunctie voor de regio. Deze stad is zeker niet te klein voor twee poppodia. Ook kan het tot op zekere hoogte geen kwaad dat LVC en LVP elkaar beconcurreren." Het zit Visser dwars dat de plannenmakers hem nooit om zijn mening hebben gevraagd over Q-bus. Volgens hem is de Leidse Vereniging van Popmu zikanten (LVP), die Q-bus onder haar hoede heeft, een concur rent van het LVC geworden. De LVP hield zich vóór de verbou wing van het Muziekhuis vooral bezig met het verlenen van faci liteiten voor popgroepen uit Leiden en omgeving. In de nieuwe opzet doet de LVP op grote schaal aan programme ring en dance-avonden. Daar mee vist ze in dezelfde vijver als het LVC dat ook een ingrijpende verbouwing te wachten staat. Volgens Visser zijn er besluiten over Q-bus gevallen zonder dat van tevoren is onderzocht of 'de markt' wel groot genoeg is voor twee poppodia. Duidelijk is dat Pechtold en Visser daarover van mening verschillen. Het passe ren van de LVC-directeur noemt Pechtold daarentegen 'een blunder'. Overigens zijn de plannen voor Q-bus en het Muziekhuis gemaakt in de periode dat Pechtolds partijgenoot Langen- berg de verantwoordelijke wet houder was. Pechtold: „Het is geen onherstelbare fout. Er moet op korte termijn overleg komen met het LVC. Het kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn het voortbestaan van het LVC, dat het belangrijkste pop podium is én blijft, in gevaar te brengen. Zeker niet aan de vooravond van een miljoenen investering in het LVC-gebouw aan de Breestraat." Vóór overleg met het LVC wil de wethouder, direct aan het begin van het nieuwe jaar, zien wat hij voor de LVP kan beteke nen. Die dreigt al na drie weken vast te lopen wegens gebrek aan een horeca- dan wel sociëteits vergunning in Q-bus. Pechtold wil zich er sterk voor maken dat de LVP op korte termijn 'echt kan gaan draaien' maar daarbij ook de belangen van de omwo nenden in acht nemen. De wet houder wil voorts duidelijkheid over de vraag hoe het komt dat men zich, twee weken na de opening van het verbouwde Muziekhuis, gaat afvragen hoe het met de vergunning zit. Mashed Potatoes zaterdag in LVC LEIDEN WIM KOEVOET In eigen land en regio hebben The Mashed Potatoes, opgericht in Noordwijkerhout, nog maar weinig naam gemaakt. Spanje daarentegen lijkt het ideale win gewest voor gitarist/zanger Mi ke Schepers, drummer Bart Vis ser, bassist Rob van der Meer en diens broer Peter, die zingt en gitaar speelt. Hun optreden tij dens een festival op een woes- tijn-achte vlakte, tussen Pamp lona en Zaragoza, voor duizend uitzinnige Spanjaarden die alle teksten woord voor woord mee zongen, was het absolute hoog tepunt in de carrière van The Mashed Potatoes. De herinneringen aan hun optreden op het Leidse Werf- pop, twee jaar geleden, laten daarentegen nog altijd een bit tere smaak achter. Eerst waren The Mashed Potatoes het on derwerp, of zeg maar lijdend voorwerp, van een hoogoplo pend stadsdebat. Niet één bandlid was afkomstig uit Lei den - inmiddels is Schepers wél Leidenaar - en door de Potatoes te boeken werd gebroken met de traditie dat een lokale band het spits van Werfpop afbijt. Voor veel Leidse popgroepen, die steeds minder gelegenheid krijgen om te spelen, waren The Mashed Potatoes dan ook niet welkom. Over de kwestie wer den zelfs vragen gesteld in de gemeenteraad. De organisatoren hielden echter voet bij stuk: The Mashed Potatoes zouden spe len, punt uit. Een paar dagen voor het festival liep drummer Bart Visser evenwel een vrij ern stige blessure aan zijn armen op. Wat er precies is gebeurd, is nooit duidelijk geworden. Sche pers bewaart dat geheim nog al tijd. Met een moeilijk te duiden grijns: „Laten we het er maar op houden dat Bart in een steegje in Leiden door Leidse popmuzi kanten is aangevallen." Schepers en de zijnen zien in hun optreden, zaterdag in het Leids Vrijetijdscentrum, in het voorprogramma van Hallo Ven- ray, een 'verlate revanche', al zijn de Leidse perikelen inmid dels geheel verbleekt in de Spaanse zon. „Wat wij hebben met Spanjaarden? Eigenlijk niets. Zij hebben wat met ons", zegt Schepers. Drie jaar geleden verscheen het debuutalbum van de vier, die elkaar kennen van de middelbare school (Leeuwenhorst) in Noordwijker hout. De in eigen beheer ge maakte plaat kwam zonder dat de 'gepureerde eigenheimers' daar zelf de hand in hadden via een distributeur in Spanje te recht. Enige tijd later kreeg Schepers een telefoontje van een medewerker van het Spaan se label Munster die de volgen de plaat van de Potatoes wilde uitbrengen. Dat is inmiddels gebeurd. Schepers en de zijnen hebben de mini-cd 'Do you want me to touch you baby' gedoopt. Van een verwijzing naar Gary Glitter, die in het glamrocktijdperk een enorme hit had met 'Do you want to touch me baby', is geen sprake, verzekert Schepers. „We hadden nog nooit van Glitter gehoord totdat we onlangs la zen dat hij ervan wordt ver dacht betrokken te zijn in kin derpornozaak. We wilden ge woon een lekker stomme titel." Spaanse critici prijzen het schijfje de hemel in en het titel nummer krijgt meer Spaanse dan Nederlandse respons. De Potatoes hebben geen muzikale verklaring voor al die Spaanse euforie. Ze vinden van zichzelf wel dat ze een eigen stijl heb ben maar hun opgewekte lied jes, met echo's uit de jaren vijf tig en zestig en veel samenzang, zijn zo divers dat er bij wijze van spreken voor elke nationali teit wel wat bij zit. Volgens Schepers speelt zeker mee 'dat in Nederland de media los van elkaar staan'. ,A1 schrij ven ze nog zo goed over je, dat biedt geen enkele garantie dat je gedraait wordt op de radio, en je verkoopt er ook geen plaat méér door. In Spanje liggen ra dio, televisie, de schrijvende pers en cd-winkels veel meer in eikaars verlengde. IHEDE HERMAN HAVERKATE vinter is nog maar nauwe- gonnen, maar de eerste |-en-zopietent is al gesigna- 1 Hij staat in het Rijksmu- i Twenthe, als ludiek on- leel van een tentoonstelling de negentiende-eeuwse Ischapsschilder Charles t (1816-1907). Meer dan intig schilderijen, aquarel- Itekeningen en prenten van Bietwat vergeten kunstenaar |er te zien. Daaronder een diende hoeveelheid ijsge- ten. Want als Leickert zich jns een meester in betoont, s het wel in het weergeven schaatsende mensen op het nmige schilderijen zou je Is kerstkaart kunnen gebrui- zijn doeken met een Bartlehiem-gehalte, ge- fderd in de zeer Nederland- raditie van het ijsgezicht: bevroren vaart of rivier, latsers die de ruggen krom- h tegen de polderwind, mo- I bedekt met sneeuw en de ■Brmijdelijke koek-en zopie- I, Het zijn. tijdloze verbeel- van het Hollandse win- uidschap waarin je bij wijze van spreken zo binnen zou wil len stappen. Charles Leickert, geboren in Brussel, gestorven in Mainz, maar in zijn schilder kunst zo Hollands als het maar kan, heeft ze bij bosjes gemaakt. Het ijsgezicht was het grote suc cesnummer van deze land schapsschilder. Typerend voor Leickert was evenwel dat hij hetzelfde landschap vaak in ver schillende jaargetijden schilder de. De belangrijkste verdienste van Leickert was dat hij met zijn eigen Hollandse variant van de romantiek de traditie van het Hollandse landschap levend hield. Schilderen in de buiten lucht, zoals de impressionisten, heeft hij nooit gedaan. Leickerts ijsgezichten ontstonden in het atelier, al doet dat niets af aan het zeer realistische, tijdloze ge voel dat ze bij de beschouwer oproepen om 'stante pede' de schaatsen onder te binden en in die witbesneeuwde polderland schappen te verdwijnen. Rijksmuseum Twenthe: Zo merse Verten, ijzige winters. De Hollandse Landschappen van Charles Leickert. Tot en met 18 januari, dinsdag-zon dag, 10.00-17.00 uur. De tijdloze winters van Charles Leickert. JEUGDTHEATER RECENSIE PAULIEN KOOPMANS Voorstelling. 'Agnes en Axel, een droom spel' door Theatergroep Maccus. Gezien 23/12, Leidse Schouwburg, Leiden. Steeds is er twijfel. Wat is er op zolder en wie woont er in de kelder? En is het echt of na maak? In 'Agnes en Axel, een droomspel' wordt je telkens op het verkeerde been gezet. Zolang Agnes zich kan herin neren woont ze op zolder van een oud en groot huis. Het is een doolhof met wel 1000 ka mers, spiegelzalen en martelka mers. Haar vader, de koning, is ziek en regeert zijn land met dromen. Om zijn rijk te redden moet Agnes de zieke jongen in de kelder vinden: Axel is de laatste dromer. Het stuk is raad selachtig en geheimzinnig. Alles ziet er anders uit dan in de wer kelijkheid: links is rechts, mooi is lelijk en dood is levend. Met een decor van trappen, poorten en geheime deuren lijkt het bij na alsof je zelf de weg kwijt raakt. De voorstelling is gebaseerd op August Strindbergs sombere en omstreden toneelstuk: 'Droomspel'. Dat de jeudvoor- stelling desondanks niet over loopt van vaagheid is een grote verdienste van Maccus. Het stuk is adembenemend span nend en de muziek is pakkend. Voor een groot deel is het ver haal gebouwd op associaties. Toch ontbreekt het niet aan vastigheid. Met een rugzakje, het toverboek, de lantaarn en het scherpe zwaard gaat Agnes op zoek. In de stinkende kelder vindt ze de nieuwe troonopvol ger. Ook komt de structuur van dromen duidelijk aan de opper vlakte. Tot drie keer toe wordt Agnes tegengehouden op de trap naar zolder. Als in een nachtmerrie verspert de slechte broer haar de weg. Bovendien wordt de loop van het verhaal soms door een voorspelling vastgelegd. Agnes en Axel lezen in een toverboek dat zè ruzie krijgen. En ze krijgen ruzie: moeten ze omhoog of juist naar beneden? Behalve over strijd gaat het stuk over verlangen. Het verlan gen naar een tijd waarin dro men nog niet bedrieglijk zijn. Met 'Agnes en Axel' blijft het grensgebied van de slaap nog lang door je hoofd rondtollen. Contrabassist Niek de Groot toonaangevend in de wereld VLISSINGEN JAN ROOZENDAAL Als tiener speelde hij trompet bij het Zeeuws Orkest. Uit fanatisme toeterde hij zijn mond bijna kapot. Daarom maakte Niek de Groot (1961) op zijn achttiende de overstap naar de contra bas. Nog geen twintig jaar later is hij een van de toonaangevende contra- bassisten in de wereld. Mede door zijn inzet is de contrabas in de klassieke muziek weer een solo-instrument ge worden. 's Zomers speelt De Groot op de be langrijkste internationale kamermu ziekfestivals, hij is professor voor het leven aan de gerenommeerde Fol- kwang Hochschule in Essen en eerste solobassist van het Amsterdamse Ko ninklijke Concertgebouworkest. „Langzamerhand speel ik samen met de mensen waar ik vroeger tegen op keek. Een heleboel van hen ben ik zelfs voorbij gestreefd. Maar is dat het be langrijkste in mijn leven? Ik ga ook graag met mijn gezin op vakantie." „Als kind voelde ik me volledig on begrepen. Ik speelde trompet. Ik ging niet in de pauze in de fietsenstalling si garetten staan paffen. Elk moment dat ik vrij had, ging ik naar huis om iets te doen wat geen ander deed. Daar werd vreemd tegenaan gekeken. Wat dat be treft had ik beter in Amsterdam kun nen wonen. Daar kan iedereen doen en laten wat hij wil." Zijn trompetleraar, Paul van Belzen, heeft een onuitwisbare invloed gehad op zijn muziekcarrière, ook al bleek zijn mond uiteindelijk niet zo geschikt voor het blaasinstrument. „Van Belzen zei: 'ik zou je nog wel op het conserva torium kunnen krijgen, maar ik zie voor jou geen toekomst als trompet tist. Ik wilde wel graag door in de mu ziek, want op school had ik me niet bepaald zo opgesteld dat ik nog alle kanten op kon, om het zeer eufemis tisch te zeggen. In die tijd hoorde ik een aantal conservatoriumstudenten contrabas spelen in een ouverture van Rossini. Fantastisch vond ik het. 'Dat is een instrument waarmee je nu nog kunt beginnen', zei men toen. Ik was achttien, wat natuurlijk heel oud is." Verbluffend snel kreeg De Groot de techniek van de contrabas onder de knie. Een groot deel van zijn muzikale scholing had hij al op zak door het on derricht van Van Belzen en het spelen in het Zeeuws Orkest. „Elke musicus maakt in een orkest een periode door waarin hij leert dat de onderlinge ver houdingen en de emoties nogal eens worden opgeklopt. Er zijn veel mensen met talent en met een goede studiedis cipline die toch de spanning van dit vak niet aankunnen, omdat ze niet hebben geleerd om sociaal zo eerlijk en open te zijn dat je je in een orkest kunt handhaven. Voor de buitenwe reld lijkt het misschien alsof ik alleen maar geluk heb gehad, maar voor het zover was heb ik ook wat met mijn handen in mijn haar gezeten." Tijdens zijn studie schnabbelde De Groot bij professionele orkesten. Nog voor zijn eindexamen was hij solobas sist in het Nederlands Philharmonisch Orkest. Voor één jaar, want hij vertrok naar Noorwegen om in Bergen en Oslo te gaan spelen. „Daar begon ik ook so loconcerten en recitals te geven, wat redelijk uniek is voor dit instrument. Ik zei tegen mezelf: 'Ik kan in een orkest blijven spelen, of ik kan een solocarriè re ontwikkelen. Wil ik dat laatste, dan moet ik nog één keer heel serieus gaan studeren.' Dat ben ik in Canada gaan doen." Hij volgde masterclasses bij 'grote jongens' als Frans Helmerson, Lluis Claret en Harvey Shapiro. Alledrie cel listen, die hem leerden hoe hij met de contrabas kon soleren. Na een succes volle periode van concerten op alle be faamde kamermuziekfestivals vestigde De Groot zich weer in Nederland. „Er was nog één baan in een orkest waar van ik dacht: 'als ik die kans krijg, zou ik dat wel willen doen'. Dat was eerste solobassist in het Concertgebouwor kest. Politiek gezien was dat heel inge wikkeld. Niet alleen aast elke bassist op die baan. iemand die solistisch be zig is wordt ook weggekeken door mensen die alleen in een orkest spe len. Maar ik zit hier nu anderhalf jaar en ik geloof tot ieders tevredenheid." Eén keer per week reist De Groot naar Duitsland om college te geven aan de Folkwang Hochschule en hij is ook als docent verbonden aan de Fon- dazione Arturo Toscanini in Bologna. Begin volgend jaar hoopt De Groot twee solo-cd's op te nemen, waarop gedocumenteerd wordt wat hij tot dusver heeft gedaan. Nu de klassieke muziekwereld in een crisis is beland, omdat van alle bekende composities wel tien uitvoeringen op cd bestaan, heeft hij de kans. Sommige stukken voor contrabas zijn immers nog nooit opgenomen. „Een paar jaar geleden had ik me natuurlijk nooit kunnen voorstellen dat het met mij zou gaan zoals het nu gaat. Ik zie zo veel van de wereld, zo veel dirigenten, zo veel solisten, zo veel zalen. Dat is waanzinnig mooi. Het is druk, maar soms heb ik ineens twee dagen vrij in New York. of loop ik rond te wandelen in China. Daar heeft die bas toch maar mooi voor gezorgd."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 21