)PORT
'Het gaat erom
wie de minste
fouten maakt'
Jan Wouters zoekt balans tussen gevoel en theorie
StÊSÈÊÊÊÊÊÊÊÊ
Schaatstrainer Wim den Elsen:
j In de Heerenveense ijstempel Thialf is het vandaag de derde
'dag van de waarheid'. De Zoeterwoudse schaatstrainer Wim
den Eisen is op de tribune aandachtig toeschouwer. Den Elzen,
I officieus adviseur, wil vanaf de tribune met eigen ogen zien wie
van 'zijn' jongens tijdens de Nederlandse
afstandskampioenschappen een ticket voor Nagano veiligstelt.
Jeroen Straathof, Martin Hersman, Gianni Romme: drie
mondiale schaatstoppers, die groot werden gebracht in het
warme nest van Wim den Eisen. Ze vlogen uit en staan
inmiddels stevig op eigen benen. Maar toch keert het trio, net
als veel van hun sportgenoten, nog regelmatig terug onder de
vleugels van de voormalig trainer van het gewest Zuid-Holland.
Wim den Eisen: „Straathof, Hersman en Romme beheersen de klapschaats goed, omdat ze snappen hoe die werkt."
FOTO MARK LAMERS
„Je moet een bepaalde zekerheid hebben
in het leven, dat houd je wakker." Slaap je
dan in als je in onzekerheid verkeert? De
vluchtige woorden van de 48-jarige Zoe-
terwoudenaar lijken even kant noch wal te
raken. Den Eisen, zwart jasje en geel dasje,
heeft zichzelf bewust onderbroken. Hij
verontschuldigt zich, omdat zijn koffiezet;
apparaat stuk is. Pas als de op alternatieve
wijze gezette pot en een koektrommel op
tafel staan, borduurt de oud-rijder van de
nationale shorttrackkernploeg (zeven sei
zoenen lang) verder op zijn opmerking.
Als je op jonge leeftijd het oprechte ver
trouwen krijgt van een trainer dan stel je
je makkelijker open voor zijn werkwijze,
zo ervoer Den Eisen al tijdens zijn jaren
als succesvol shorttracker en langebaan
schaatsen
Den Eisen fronst zijn voorhoofd. In vo
gelvlucht overpeinst hij de periode, dat hij
als gewestelijk langebaantrainer (vanaf het
seizoen 1983/84 tot mei van dit jaar) op
het ijs stond. „Als je als trainer weet waar
je over praat en je kent je doelstellingen,
dan oogst je gezag. En gezag gebruik je
om homogeniteit in een groep te krijgen,
want daar komt weer energie uit voort. Ik
was streng, een echte meester. Anderen
moesten de menselijker benadering maar
voor hun rekening nemen."
Den Eisen ging altijd intuïtief te werk.
„Ik heb eigenlijk geen idee waar dat van
daan komt. Ik liet die jonge schaatsers niet
steeds maar hele stukken hardlopen of
fietsen. Fysiologisch zijn ze zo verschillend
op die leeftijd. Je kunt ze geen uniforme
worst voorhouden. Ik gaf vaak college en
bepaalde onderwerpen waren een soort
huiswerk. Dan ontstond er een denkpro
ces en gingen ze er met elkaar over praten.
Puur teamwork. Het heeft namelijk totaal
geen zin om een dertien-, veertienjarige
alleen maar tot in de details te gaan vertel
len, hoe hij technisch correct moet schaat
sen. Misschien deed ik het wel zo, omdat
ik uit het MULO-tijdperk stam. Toender-
tijd werd zelfdenken je aangeleerd totdat
het een automatisme was. Mijn aanpak
werkte in ieder geval, want er ontstond
een gesloten vesting, waar niemand van
buitenaf binnen kon komen."
Tot zijn talentvolle pupillen uit die tijd
behoorden Straathof, Hersman en ook
Romme, die speciaal vanuit Brabant voor
zijn schaatslessen op De Uithof over
kwam. Den Eisen trekt een glimlach van
oor tot oor als hij terugdenkt aan het drie
tal, nu kanshebbers voor de aanstaande
Olympische Winterspelen. „Jeroen was
een verenigingsrijder en had relatief nog
geen snelle tijden neergezet. Maar dat
soort regels is voor mij geen heilige wet. Ik
nam hem toch in de selectie op, omdat hij
zo ontzettend enthousiast aan het trainen
was. Hij begon als minste van de groep,
maar kwam op het NK ineens dicht bij de
rest. Martin hoorde juist door zijn tijden
wel in de selectie, maar hem heb ik eerst
afgehouden. Hij vond teveel dat-ie het wel
goed deed en daarom heb ik 'm zichzelf
extra laten bewijzen. Romme voldeed ei
genlijk helemaal niet. Hij kon de 500 me
ter niet eens binnen 45 seconden rijden. Ik
heb hem echt via een achterdeur binnen
gehaald. Het waren drie jongens met ver
schillende karakters, maar ik zag hun kwa
liteiten. Maar ook de zaken eromheen zijn
van belang als je topsporter wilt worden.
Dus niet alleen: heb je de mentaliteit, de
zelfdiscipline om bepaalde dingen te laten
en andere juist te doen? Maar ook: Wat is
je sociale achtergrond? Hoe gaan ze thuis
met jou en je sportniveau om?"
Den Eisen, die zich sinds mei in hoofd
zaak richt op zijn baan als coördinator van
(middel) grote bouwwerken, adviseert dit
seizoen zijn plaatsgenoot Straathof. Diens
sprintcoach, de Amerikaan Peter Müller
heeft daar in tegenstelling tot nestor Henk
Gemser (allroundcoach van Hersman en
Romme) geen enkele moeite mee. Toch
zijn de banden met Romme en Sassenhei-
mer Hersman ondanks het verschil in op
vatting bij dc twee bondstrainers blijven
bestaan. Juist daarom is Den Eisen het
drietal nauwlettend blijven volgen. „Ze
zijn erop gebrand om dit weekend de
strijd aan te gaan. Alledrie beheersen ze de
klapschaats goed, omdat ze snappen hoe
die werkt. Is dat niet het geval, dan haal je
als schaatser te weinig rendement uit je
trainingsarbeid.
De Zoeterwoudenaar vindt dat 'zijn'
jongens zijn doorgegroeid tot volwaardige
topsporters. Maar ook dit seizoen blijkt
dat ze van elkaar verschillen. „Jeroen is
volledig hersteld van zijn blessure en heeft
gezien zijn optreden in Hamar de stijgen
de lijn te pakken. Hij heeft gelukkig een
trainer die dezelfde taal spreekt, omdat hij
ook topschaatser is geweest. Jeroen kan
zich als geen ander afzonderen en naar
een wedstrijd toeleven. Martin hoeft de
race niet perse een paar keer van tevoren
in zijn hoofd gereden te hebben, omdat
hij in staat is om zich tijdens de wedstrijd
nog te herstellen. Bovendien straalt hij dit
jaar veel zelfvertrouwen uit. Gianni heeft
natuurlijk tijdens de World Cups heel hard
gereden op de vijf kilometer, maar hij is
volgens mij ook in staat om een goede
1500 meter te schaatsen. Hij is lichamelijk
zo sterk."
Wie als overwinnaars uit het strijdperk
treden als de kruitdampen zijn opgetrok
ken, durft Den Eisen niet te voorspellen.
Het gaat er volgens hem om wie de minste
fouten maakt. Wel is hij ervan overtuigd
dat vandaag op de 1500 meter een tijd om
en nabij het wereldrecord gereden wordt
als de omstandigheden zich daarvoor le
nen. Volgens Den Eisen hebben Straathof,
Hersman en Romme de potentie om in
Nagano een medaille te halen, maar ze
moeten eerst die moordende concurrentie
in eigen land overleven. „Ritsma, die het
hele jaar gedoseerd reed, en Postma, die
voordeel kan halen uit zijn basissnelheid,
zijn er. Maar ook sterke jongens als Wen-
nemars en Bos. Op zich allemaal niet erg
hoor, want ik ben zelf ook een frontsol
daat en vind dat het op het slagveld moet
gebeuren. Maar daarna moeten ze in ze
ven weken opnieuw naar een topprestatie
toewerken. Ik vraag me af - om maar weer
eens in bouwtermen te spreken - of het
mogelijk is om alle bouwstenen weer aan
te schaffen, zodat de oplevering op tijd
kan plaatsvinden.
A V"
In de saaiste competitie van Europa,
waar het de titelstrijd betreft althans,
staan morgen koploper Ajax en verre
achtervolger PSV tegenover elkaar. Jan
Wouters, 37 jaar, 70-voudig internatio
nal, stond in zijn rijke spelersloopbaan
bij beide clubs onder contract. Afgelopen
zomer verkaste hij voor de tweede keer
in zijn leven van FC Utrecht naar Ajax.
De eerste overstap, als speler in 1986,
luidde de bloeiperiode van zijn carrière
in. Als nieuwbakken trainer bewandelt
Wouters dezelfde weg. Nu is hij nog trai
ner van Ajax-2, als de tijd rijp is volgt de
Utrechter Morten Olsen op als hoofdtrai
ner. „In het begin dacht ik: als ik gewoon
voor de groep ga staan, met mijn erva
ring en kennis, is dat genoeg. Mooi niet
dus."
Met stijgende verbazing staat Jan Wouters
aan de rand van de krater die er op de
ranglijst tussen Ajax en PSV is geslagen.
Want als hij naar beneden kijkt, in dat ga
pende gat, ziet hij slechts een miniem
kwaliteitsverschil. In het voordeel van PSV
ook nog. Gezien zijn verleden kan Jan
Wouters oordelen vanuit een historisch
perspectief. Over Ajax, over PSV en vooral
over zichzelf.
,,De dingen om de club heen zijn bij
Ajax natuurlijk flink veranderd. Toen ik
zelf nog bij Ajax speelde, was er die gezel
ligheid van De Meer. Een knus stadion,
vaak in nevel gehuld, de hoge bomen ach
ter de tribunes, de meeuwen die er altijd
rondvlogen. Daar ben ik gevoelig voor.
Maar toen was er natuurlijk ook al de gro
te druk, de absolute wil om te winnen.
Ook al ging er destijds tien keer minder
geld om in de club. Die sfeer, alleen tevre
den zijn met het beste, heeft bij Ajax altijd
gehangen en dat zal altijd zo blijven."
„Daarnaast zit er continuïteit in de ma
nier van werken. Het voetbal van Ajax is al
weet ik hoe lang gebaseerd op dezelfde
principes en dat schept duidelijkheid. Ie
dere nieuwe trainer verandert enkele de
tails, maar iedereen blijft vasthouden aan
dezelfde grote lijn. Dat het dit seizoen al
zo goed uitpakt, is verrassend. De wat los
sere aanpak van Olsen blijkt na het strakke
regime van Van Gaal goed te werken. En
er is goed ingekocht. Ajax koopt nooit op
naam, meer op talent en mentaliteit. En je
ziet het: jongens die niemand kerde blij-
Jan Wouters: „Ik ben rustig langs het trainingsveld. Ik geloof niet in de schreeuwende, blèrende trainer."
ken topvoetballers te zijn."
„PSV was bij mijn komst echt nog die
gezellige provincieclub en die mentaliteit
heerste er ook. Winnen was leuk, maar
geen absolute must. Toen ik kwam waren
er spelers die zeiden: hè hè, eindelijk eens
iemand die zijn mond opentrekt. Vaak
hoorde ik achteraf dat ik dat te vaak en te
negatief deed. Maar dat waren nooit de
grote jongens, meer de spelers die later bij
clubs als Eendracht Aalst terechtkwamen.
Topvoetballers zagen waar ik mee bezig
was, vroegen soms zelfs of ik ze scherp
wilde houden. Rijkaard bij Ajax, en bij PSV
Luc Nilis. Die accepteerden mijn houding
niet alleen, die hadden er ook behoefte
aan."
„Inmiddels is er veel veranderd bij PSV,
in vrij korte tijd. Door de komst van Dick
Advocaat veranderde het willen winnen in
móeten winnen. Het is jammer dat die
opgaande lijn dit seizoen stagneert. En
dan heb ik het puur ovir de resultaten.
Want het spel van PSV is ook dit seizoen
heel erg goed. Ik denk zelfs dat PSV als
team verder is dan Ajax op dit moment. Is
niet zo verwonderlijk, ze zijn al een jaar of
vier met min of meer dezelfde ploeg bezig.
Ajax heeft nog wat meer tijd nodig om als
team verder te komen."
„Dat het verschil in punten nu al zo
groot is, zegt iets over de kracht van dit
Ajax en ook over de prestaties van PSV.
Waarom die zo tegenvallen, daar heb ik
wel een mening over, maar het lijkt me
beter die voor me te houden. Er zijn al ge
noeg mensen van buiten de club die te
pas en te onpas roepen wat er mis zou
zijn. Ik denk in elk geval niet dat het aan
kopen van grote namen de oplossing is."
„Dat ik in de voetballerij ben verder ge
gaan, is gezien mijn verleden logisch. Mijn
hele leven heb ik alles op voetbal gericht,
was er geen tijd voor andere dingen. Ook
van m'n zestiende tot m'n twintigste, een
periode die beoalend is voor je toekomst.
Dat was tegen het zere been van mijn ou
ders, zij waren bezorgd. Het is mijn eigen
fout geweest dat ik naast het voetbal nooit
iets anders heb gedaan. Ja, dat vind ik een
fout. Zeker als jonge voetballer heb je tijd
genoeg om er een studie bij te doen."
„Ik kan terugkijken op een mooie loop
baan, maar het kostte me geen enkele
moeite afstand te doen van het actief
voetballen. Ik vond het meer een bevrij
ding. Ik merkte dat het steeds moeizamer
ging, dat ik steeds meer blessures had. Tot
op de dag van vandaag heb ik nog geen
moment gedacht: kon ik maar lekker nog
een wedstrijdje spelen."
„Ik kan begrijpen dat ik niet tot de élite
cursus Coach Betaald Voetbal ben toege
laten. Dat jongens als Rijkaard, Gullit en
Koeman meer uitstraling en bekendheid
over de hele wereld hebben, zie ik zelf ook
wel in. Al vind ik het feit dat ik geen Euro
pa Cup 1-finale heb gespeeld, tegenover
vier grote eindtoernooien en zeventig in
terlands, geen criterium. Ik leer veel op de
cursus, die is prima. Ik dacht dat ik het wel
zou redden als ik gewoon voor de groep
zou gaan staan, met mijn kennis en erva
ring. Maar ik leer nu veel détails, over hoe
je dingen kan overbrengen, het leiden van
een training, hoe de organisatie van een
club in elkaar steekt. Dingen waar ik als
speler geen weet van had.
„Het voordeel dat ik nu Ajax-2 train, is
dat ik alles iets rustiger kan ondervinden.
Als je meteen op het hoogste niveau be
gint, kun je fouten maken die je carrière
onherstelbaar beschadigen. Ik ben me be
wust dat je als oud-voetballer niet ineens
een goeie trainer kan zijn. Er moet balans
komen tussen wat je gevoel je ingeeft en
wat theoretisch misschien beter is. Dat
vind ik heel moeilijk. Neem FC Utrecht.
Ronald Spelbos was dag en nacht bezig
om Utrecht beter te laten voetballen.
Maar het draait niet en hij vertrekt. Ver
volgens neemt Nol de Ruiter het over, met
een veel simpelere benadering, meer ge
baseerd op strijdlust. En prompt komen
de dichtgeslagen jongens los. Ik bedoel,
wat is dan wijsheid?"
„Maar toch, op de lange termijn kun je
op die manier geen succes oogsten. Ge
lukkig bespeur ik nu een tendens dat ver
schillende clubs kiezen voor de lange ter
mijn. Zoals Willem II met Adriaanse. Een
paar jaar geleden gebeurde dat niet. Ja, bij
Ajax, met Van Gaal. Maar daar kan ik me
nog lang niet mee meten. Het hoofdtrai
nersschap bij Ajax? Er is met mij inder
daad concreet gesproken over een eventu
eel hoofdtrainersschap bij Ajax in de toe
komst. Maar niet in termen van jaren. Als
Ajax nu vijf jaar alles wint, is het: 'sorry,
meneer Wouters'. En als ik die vijf jaar het
geduld niet op zou kunnen brengen, gaan
we een oplossing zoeken. Maar eerst moet
ik bewijzen dat ik daarvoor in aanmerking
kom."
„Nu ben ik tevreden met mijn rol. Het is
een nieuwe fase en daar ga ik mijn weg in
zoeken. Ik ben rustig langs het trainings
veld, ja. Ik geloof niet in de schreeuwende,
blèrende trainer. Als voetballer had ik een
andere rol, dan ging ik tekeer. Maar dat
verschil als voetballer en als mens was bij
mij natuurlijk heel groot. Bij veel topspor
ters, denk ik. Het lijkt me dat een bokser
die voor zijn poen mensen in elkaar slaat,
thuis ook niet constant met zijn vuisten
klaarstaat. Op Mike Tyson na dan. Bij mij
is dat contrast er nu vanaf. De trainer-
Wouters staat dichter bij de mens-Wou
ters dan de voetballer-Wouters."
Prestatiedichtheid
Adne Sondral, vermoed ik. Ja,
ik begin met Adne Sondral,
de sympathieke Noor.
Waarom ik met Sondral be
gin?
Dat zit zo. In de Volkskrant
van afgelopen zaterdag prikkel
de Sondral mijn nieuwsgierig
heid. Sondral werd gein terviewd
over de Olympische 1500 meter.
De vraag was wie volgens de
Noor in aanmerking komen om
in Nagano de gouden 1500 me
ter te schaatsen.
Vijf', antivoordde Sondral en
hij telde de namen van de vijf
gelukkigen nog eens na op de
vingers van zijn hand. „Nee,
niemand vergeten.
Welke vijf? Ongetiuijfeld heeft
de verslaggever dit gevraagd.
Namen noemen Sondral, nu!"
Maar de Noor deed alsof hij de
vraag niet hoorde en zei nog
slechts dat tien schaatsenrijders
een gouden 1500 meter 'in de be
nen' hebben, maar hooguit vijf
'in het hoofd'. „Het is niet de
vraag of je hard kan, het gaar
erom of je op het juiste moment
hard kan.
Ja, ja, dat sportpsychologische
geratelband geloven wij wel me
neer Sondral, niet dat het daar
om niet minder waar is, maar
namen willen wij, nummers
desnoods, voor de dag ermee,
wie? Misschien had de verslag
gever extra moeten aandringen.
Een harde stomp in de maag wil
soms helpen. Zou Sondral tegen
kietelen kunnen?
Dat lijstje van Sondral zou
mij een lief ding waard zijn. Wie
staan daarop?
Adne Sondral, vermoed ik. Ja,
ik begin met Adne Sondral zelf.
De sympathieke Noor staat on
getwijfeld op het lijstje van de
sympathieke Noor.
Blijven er nog maar vier over.
Dat kan niet zo moeilijk zijn.
Dat moeten de vier Nederlan
ders zijn.
Maar welke Nederlanders?
Welke vier vaardigen wij af?
Bos? Postma? Wennemars? Rits-
ma? Hersman? Straathof? Zand-
stra?
(Wij hebben namelijk een
luxe-probleem. In de meeste lan
den is de spoeling dun maar wij
lijden aan, zoals chef de mission
Ard Schenk dat uitdrukt, een
enorme prestatiedichtheid, voor
al op de 1500 meter. Wij kunnen
wel ik-weet-niet-hoeveel gouden
medaillekandidaten afvaardi
gen. Je krijgt haast de indruk, als
er zo over gesproken wordt, dat
u en ik, als wij ons even kwaad
maken, op die nieuwe klap
schaatsen ook zo een 1500 meter
uit de mouw schudden in pak
weg 1 minuut 58, ongetraind).
Dat maakt de 1500 meter van
vandaag, Nederlands afstands
kampioenschap, niet minder
speciaal. Een rituele slachting
wordt het. met Thialf als één
grote, moderne leeuwenkuil.
Eten of gegeten worden, dat is
het thema.
Wie vaardigen wij af naar Na
gano om er Sondral de kaas van
zijn brood te laten eten?
Historisch bezien ligt dit sce
nario overigens helemaal niet
voor de hand. In het verleden
dolven Nederlandse schaatsers
op de 1500 meter vaak het on
derspit en slechts tweemaal
Olympisch goud: 1968 Grenoble,
Verkerk in 2.03.4 en 1972 Sap
poro, Schenk in 2.02.96; dat wa
ren, met recht, andere tijden.
Om u een idee te geven, dit
zijn dit seizoen de tien snelste
Nederlandse 1500 meter-rijders:
1. Jan Bos 1.48.68 (Calgary), 2.
Rintje Ritsma 1.49.58 (Heeren
veen), 3. Ids Postma 1.49.81
(Berlijn), 4. Gerard van Velde
1.49.90 (Calgary), 5. Jeroen
Straathof 1.50.68 (Hamar), 6.
Erben Wennemars 1.50.73
(Heerenveen), 7. Martin Hers
man 1.51.05 (Heerenveen), 8.
Jakko Jan Leeuwangh 1.51.30
(Calgary), 9. Jan Nijboer 1.51.80
(Hamar), 10. Falko Zandstra
1.52.05 Heerenveen
Zet u voor uzelf eens een pool
tje op, over de Nederlandse 1500
meter-specialisten die naar Na
gano mogen om daar naast het
goud van Sondral te grijpen,
want daar is de Noor stellig in:
onze prestatiedichtheid werkt
juist tegen ons. In deze krant zei
Sondral maandag dat de Neder
landers daardoor dit jaar zó
vaak zó hard moeten rijden, dat
ze dat straks in Nagano bij lange
na niet meer kunnen. Sondral
(en die is om te onthouden): „Ik
denk dat jullie daarom niet één
gouden medaille winnen.
Frank Snoeks
is verslagge
ver van Stu
dio Sport