facobswoude vreest na 2004 daling inwonertal 'Beter opbranden dan uitgeblust raken' Cascarvieten beperken zich tot zes biertjes per avond Mens enCief Veenstreek Experiment geslaagd lAANDAG 15 DECEMBER 1997 chef tim brouwer de koning, 071 -5356417, plv.-chef marieta kroft, 071 -5356411 mfiiwe wetering Konijnen gro- erdan een teckel, of zo wit als leeuw. Duiven met een krop als m flinke boa, hoenders met op iun koppen een pom-pom. Het fgelopen weekeinde pronkten in lieuwe Wetering fokkers met in jtaal 335 kleine dieren in een jds van de familie Bosdijk aan Achterweg. Er kwamen ruim tonderd bezoekers op de dieren if. Het was de eerste keer dat de .eidse pluimvee- en konijnen- iportvereniging (LPKV) met haar aarlijksewinter-clubtentoonstel- ing naar Nieuwe Wetering was ;etrokken. De afgelopen jaren kon de ver- miging altijd in een schoolge- (ouw aan de Schubertlaan in Lei- len terecht. Nu die ruimte niet neer beschikbaar was, is de LP- (V uitgeweken naar het bedrijf fan de penningmeester van de :lub. De loods voldoet prima als 5howruimte, zei tentoonstel- ingsecretaris J. Gahrmann uit inUViV.UÏV*. I mwnmmmum tm'.muumttUHtw i\ mimtumnvuuiii^™ miutvwmwuiwieegg»' iUMI t iiuï»HH««waafissr italiïinuHuwiiwwnr et inwonertal van Jacobswoude daalt na 2004. Die ver- ji" achting spreekt het bureau WK Architekten en Stede- i luw uit in de structuurvisie voor de gemeente. Daar- lee komt het voorzieningenniveau onder druk te staan, ni ethouder Cees de Lange van ruimtelijke ordening en Elj ilkshuisvesting onderschrijft de sombere voorspellin- invanWK. Alleen als het bouwtempo van 35 huizen per jaar na 2004 hetzelfde mag blijven, kan Ja cobswoude rekenen op een lichte bevolkingsgroei. Waar schijnlijker is, zo meent WK, dat het tempo aanzienlijk lager zal liggen, mogelijk zelfs 25 hui zen. Dan heeft Jacobswoude in 2015 nog maar 10.450 inwoners. WK vreest bovendien voor een uitstroom van bedrijven. j ibbert minkhorst komende jaren neemt de volking in de Groene-Hartge- .r0| eente nog wel toe. Ja- bswoude mag van het rijk ig zo'n 250 woningen (zö'n 35 do ir jaar) bouwen, zodat in 2004 mji t inwonersaantal net boven 11.000 komt. Nu telt de ge- eente ruim 10.000 inwoners. Zoeterwoude. Het mag er niet te warm zijn, maar ook niet te don ker. Bovendien is ruimte nodig voor een bar, 'anders wordt het een financieel debacle'. Onder het genot van een drankje kon den de bezoekers ook zaken doen. Een aantal dieren stond te koop. Aan de tentoonstelling was een prijsuitreiking verbonden. Een Noord-Hollandse hoen van B. Bos kreeg de hoogste waarde ring van de keurmeesters. F. Gahrmann kreeg een prijs voor de mooiste dwerghoen. Overige prijswinnaars waren J. Schellin gerhout (met een cavia), H. Vo gelenzang (konijn) en R. Selier (duif). FOTO HENK BOUWMAN Volgens het bureau is ieder jaar ruim een hectare nieuw bedrij venterrein nodig. „Binnen de plannen van de gemeente wordt niet in deze behoefte voorzien. Alleen het bedrijven terrein Drechthoek kan nog cir ca 2,5 hectare uitbreiden. Die capaciteit is in het jaar 2000 be nut." Bovendien is daar maar plaats voor zes op de tien be drijven in Jacobswoude. Wethouder De Lange onder schrijft het sombere beeld uit de structuurvisie. Hij zegt dat de toename van het aantal eenper soonshuishoudens en de vaak kleinere gezinnen nog eens een extra druk op het inwonertal leggen. Jacobswoude moet een achterstand op de huizenmarkt inhalen. Maar het scheelt nogal of een gemeente woningen bouwt voor één persoon of voor een gezin met kinderen, aldus De Lange. Minder gezinnen be tekent minder kinderen en, zo vreest hij, op termijn ook min der scholen en winkels. De Lange ziet dan ook graag dat minister De Boer, verant woordelijk voor het summiere aantal huizen dat Groene-Hart- gemeenten mogen bouwen, zich flexibeler opstelt. „Zij heeft volgens mij niet door dat de be zettingsgraad per woning daalt." Ze moet het gemakkelij ker maken voor gemeenten om senioren- of jongerencom- plexen te bouwen, zonder dat dat volledig ten koste gaat van het woningbouwcontingent, vindt De Lange. alphen aan den run robbert minkhorst Carnaval is zuipen, toch? Mis schien, maar carnaval is ook uitbundigheid, vindt Alphenaar Ab Kabalt, tot afgelopen zater dag president van de Senaat en van de Raad van Elf van de plaatselijke carnavalsvereni ging de Cascarvieten. Voor even iemand anders zijn. Een politievoorlichter wordt Maxi van Mini en Maxi, en iemand die bij wijze van spreken alleen onder de douche zingt, stapt nu zonder een spatje schroom een podium op. De Cascarvie ten bestaan 33 jaar en daarom is het zaterdag 13 december feest. De carnavalsprins van de Peelknijnen uit Uden, één van de achttien uitgenodigde be vriende verenigingen, kan zich niet langer bedwingdn. Het is zaterdagavond, ergens tussen zeven en acht en het wachten is in Avifauna op het begin van het protocollaire deel. De prins klautert op een lange tafel en host vervolgens op het deuntje van een dweilorkest mee. Prachtig, glundert Cees Kroon, pr-man en oud-prins van de Cascarvieten. Niets georgani seerd, roept hij. Ongedwon genheid viert hoogtij. Vlak achter hem bouwen vrijwilligers aan het decor voor de eerste act van de avond. De zo'n 500 aanwezigen krijgen geen toneelvoorstelling. Spek takel willen ze zien, weet Kroon. „Ze zijn hier niet geko men om lang stil te zitten. Het wordt grandioos. De viering van het 33-jarige jubileum van de carnavalsvere niging (3x11 is net zo bijzonder als 50 jaar voor een voetbal club) was 's middags begonnen bij Alfred's Diner in Park Rijn stroom. In het oude raadhuis aan het Burg. Visserpark wordt burgemeester Nico Schoof voor de jubileumreceptie geïnstal leerd als beschermheer van de Cascarvieten. Iedereen mag de hoogwaardigheidsbekleders van de vereniging, inclusief 'Zijne Dorstlustige Hoogheid' prins Cascar XXXIII, beter be kend als Jos Verkerk (zoon van de keukengigant) en zijn page Saskia van Leeuwen, felicite ren. „Bij carnaval kom je veel hansworsten tegen", speecht Ab Kabalt. „Carnaval is een woord waarvoor veel mensen hun neus optrekken. Het is ook een warm gemeenschapsfeest waar je elkaar een spiegel voor houdt, waarin je kunt onder gaan zonder dat je jezelf ver liest. Van dat al, wordt u, bur gemeester Schoof, bescherm heer." „Ik ben buitengewoon vereerd", antwoordt deze. „Ik zal mijn uiterste best doen om u te beschermen. Maar ik waarschuw u, dat als het gaat regenen, u uw eigen paraplu zult moeten meenemen." „Ze wilden me al jaren heb ben", zegt Jos Verkerk als ver klaring waarom juist hij als prins is gevraagd. „Fabeltje na tuurlijk. Ik voel me ontzettend vereerd om jubileumprins te mogen zijn. We doen voor 90 procent sociaal werk. Dat is het leukste." Cascar XXXIII wijst op de bezoeken aan Hooge Burch, Huize Ursula, de seniorenmid dag. Na de plezierige plichtple gingen volgt een Romeins ge tint buffet in Alfred's Diner. De feestavond begint in het park restaurant van Avifauna, waar op het balkon een enorme car navalsmuts staat, met flikke rende lampjes. Indianen uit het prehistori sche tijdperk, die meereizen met een ruimteschip, bijten het spits af. Dansers van de Plas- duikers uit Ter Aar hebben goed gekeken naar de choreo grafie van Janet Jackson. Ab Kabalt en oud-verenigings voorzitter Sjaak van Vliet wor den nog eens extra in het zon netje gezet. Symbolisch wil de nieuwe president, Peter Verha gen, een brug slaan tussen oud en jong. Politievoorlichter Hans Schimmel kruipt later in de huid van Maxi en Van Vliet as sisteert hem. Prins Cascar, die altijd blijkt te lachen, heeft vandaag bij zonder genoten, vertelt hij na de show. „Zo'n dag als deze overkomt me. Soms liepen de rillingen over m'n rug." En dan nu zeker aan het bier? „Daar zijn afspraken voor. Over een hele avond mogen we maar zes biertjes nemen. Zo blijven we scherp. Het is alleen op de ei gen, besloten feesten, dat we dat soort gedragscodes losla- Gitarist Johan Polvliet (53), muzikant tot het einde il draagt voor de gelegenheid een 'link' erhemd. Tegen paars aan, maar dan wat iten lichter. Snelle blik, snelle bewegin- n. Na zijn eerste slok koffie in De'Brasse- „Het was laat gisteravond. Ik zeg tegen ijn vrouw: 'Ik draai me nog een uurtje 11.' Ze zegt: 'Je hebt dat interview.' Goed. it doen we dan. Chef, doe er maar een njakkie bij!" lohan Polvliet praat niet, nee, hij mitrail- ;rt zijn zinnen eruit. Alsof hij alles maar loops zegt. Alsof zijn woorden wegwerp- nstekers zijn, bijna leeg. „Er wordt zoveel luid in het leven", zegt hij na een diepe ik aan zijn sigaret. „Hele boeken worden lgeschreven om te zeggen: 'Ik hou van 1'. Niet nodig. Een dier begrijp je toch k zonder woorden? Als ik thuis binnen- ram keek Argus, mijn hond, me met van aanhankelijke ogen aan. Dan weet je het :h! Daar hoef je toch niks aan uit te leg- n, Tja, ze hebben hem vergiftigd, die ïrelijers!" Na de tweede cognac - Pols kater is in- iddels met de staart tussen de poten afge- open - doen we een beroep op zijn ge- ugen. „Ik weet meer dingen van vroeger n van gisteren", zegt Pol. „Als ze me zou- n vragen wat er gisteravond precies is ge- urd, moet ik toch goed nadenken. Maar dood van mijn moeder herinner ik me jg goed. Mijn vader heb ik nooit gekend, vvas een voorbijganger, als je begrijpt ik bedoel. Mijn moeder leerde hem unen in de oorlog. Een Oostenrijker. Hij 3et soldaat zijn geweest. Dat weet ik om- t mijn opa wel eens heeft verteld dat mijn neder een ei leegblies en dat de inhoud arvan tegen het zwarte uniform van mijn der aan spatte. Maar ik weet niet wie hij Ik heb hem nooit gezocht. ..Mijn moeder stierf toen ik drie jaar was. ngontsteking. We woonden in die tijd op Laan van Nieuw Oost Indië in Den Haag. moest in de ijzeren long, zo heette dat. was pas drie jaar, dus ze wilden me een etje sparen toen ze overleed. 'Je moeder op een lange reis', zeiden mijn opa en na. Maai' ik had het wel door. Ik wist dat dood was. Als kind ben je daar heel clean Ze lag opgebaard in de woonkamer, zag slecht uit. Terwijl het een hele mooie Juw was geweest. Een model. Later heb- ên mensen wel eens tegen me gezegd: 'Je oeder was een stuk'. Ze is maar 24 jaar worden. Tja, mooi gaat vlug voorbij." ■Ik ben opgevoed door mijn grootvader grootmoeder. Dat waren mijn ouders, jn opa was een aardige vent. Had in igsgevangenschap gezeten. Was hele- |(j lal uit Stalingrad terug komen lopen. Ik ib een beschermde jeugd gehad. Later vam er ook nog familie uit Indië bij ons 'nen. Toen het daar finito was. Ik trok e' met mijn neefje op. Hij werd gek van 'Winding toen hij hier die vuilniswagens die wagens met die grote, ijzeren muil alles vermaalden. De inhoud van hon derden asbakken verdween daarin. Gek, de enige stad waar ze asbak zeggen tegen een vuilnisbak is Den Haag. Vuile asbakf' „Mijn opa speelde piano. Hij was beroepsmilitair en heeft nog een mars gemaakt voor het dertiende re giment. Heb ik nooit meer kunnen vinden. Door mijn opa kwam ik in aanraking met de muziek. Mijn eer ste gitaar was een Egmond. Wat een stug instrument! Daar moest je de akkoorden gewoon uit würgen! De vellen hingen aan je vingers. Ik heb me wel eens afgevraagd wat dat nou is, die fascinatie voor de muziek. Hoe komt het toch dat als je je vin gers even anders op de snaren houd.t dat je dan een klank krijgt die de mensen ontroert. Dat er ineens een poolwind langs hun hart gaat. Ik heb het zelf ook bij Bach. Word ik ineens ontroerd. Wat gebeurt er dan in je hoofd? Een vriend van me is ook gek van Bach. Dan zit-ie te luis teren en zegt-ie tegen me: 'Hoor, dan, hier slaat Bach je om de oren! En hier maakt hij je rustig, zegt hij: 'Stil maar, pik, het leven is niet zo erg.'" „Na de lagere school heb ik een tijdje op een dure kostschool in Zeist gezeten. Bij de Jezuïeten. Maar dat was niks voor mij, die discipline. Ik snap veel dingen snel, maar ik ben geen studiehoofd. Dat zat niet in het bouwpakket. Na de mulo ben ik in militaire dienst gegaan. Bij de infanterie. Op de mulo, tijdens een klasse-avond, heb ik eigenlijk mijn debuut gemaakt als gitarist. Ik dacht: hé, dat smaakt naar meer." „Kijk, alleen goed spelen is niet genoeg. Je moet ook aanwezig zijn. Mij zien ze op het podium niet over het hoofd. Het is allemaal theater. Ik heb in allerlei bandjes gespeeld. Dat begon in de tijd dat The Beatles en The Stones doorbraken. Wat een tijd! Ik heb 'The Kick' nog in Den Haag zien spelen. Met Johnny Bak ker, de eerste jongen in Den Haag die erg lang haar had. Een persoon lijkheid. Alles kwam in een stroom versnelling. Je leefde op dubbele snelheid. En dat doe ik eigenlijk nog steeds, dat heb ik nog steeds niet af- „Ik werk als kelner in Hotel-Res taurant De Zalm in Gouda. Een goe de en gerenommeerde zaak. Eén FOTO DICK HOGEWONINC Johan Polvliet. Voor de Leidse kak en penose: 'Pol'. Jongen van de vlakte, Yves Montand van Leiden. Maar vooral: podiumpanter en gitarist van formaat. Samen met de Chris Koene Band in het afgelopen seizoen de stuwende hartslag van René Vallentgoeds Zeurgebeuren. Rock en country- zanger, cool as ice. Overhemmetje, leren vestje, gekwelde blik. Alsof er hoogspanning staat op zijn gitaar. Elke songline een mes in het hart. Devies: beter opbranden dan uitgeblust raken. MMgnSMEBEMm bij de Baghwan gegaan en daar had ik niks mee." „De omwenteling kwam toch wel met Bob Dylan. Die muziek trof me als een bijlslag. Die rauwe romantiek, ja, dat was het. Wallflower, wallflower, won't you dance with me, I saw you standing in the smokey haze - dat werk. En het begon natuurlijk met The times they- are-a changing. En het veranderde ook echt allemaal! Waar ik woonde, op de Laan van Nieuw Oost Indië in Den Haag, zag je 's zondags hele kudden naar de kerk trekken. Maar dat was op eens voorbij. Niemand die dat voor schreef, maar het was over. God leek zich terug te trekken." „Door Bob Dylan heb ik de country- music ontdekt. Dat genre speelde ik veel. Ik kon veel kwijt in die muziek. Natuurlijk heb ik verdriet gehad om mijn moeder, maar ik ben iemand die dat wegduwt. Maar in wat ik op de bühne doe, klinken dat soort dingen door. Misschien is mijn muziek wel de filmmuziek onder mijn eigen leven. Kijk, ik heb veel gezopen. En af en toe snuif ik nog wel eens wat Molenaars Kindermeel. Maar voor de rest valt het allemaal wel mee. Een psycholoog heeft eens tegen me gezegd: 'Het is echt een godswonder dat jij geen crimi neel bent geworden.' Maar dat zat er gelukkig niet in. Ach, natuurlijk heb ik veel lopen rommelen. Drie huwelijken. Love is a battlefield. Vooral vrouwen kunnen spijkerhard zijn. Als ze het niet meer met je zien zitten, draaien ze zo maar de knop om. Mannen blijven veel langer hangen in een verhouding. Vrouwen niet." „Ik ben nu al een hele tijd met Rola, een moordwijf. Met haar had ik meteen moeten trouwen. Ik heb bij mijn eerste \touw een zoon, David. En bij mijn tweede vrouw een dochter, Esther. Rola heeft twee kinderen van zichzelf, Jan en Anna, maai' samen hebben wij geen kinderen. Ja, we hebben een harig kind, een mooie hond. Een vriend van mij had twee kaartjes over voor de Mat- theus Passion in de Pieterskerk. Die heb ik van hem overgenomen en ik heb aan Rola gevraagd of ze mee wilde. Dat wilde ze wel. En toen, in die kerk, bij die machtige muziek, dacht ik: Die vrouw wil ik hebben. „En zo is het gegaan. Ze is er altijd voor me. Ik ben gelukkig. Vroeger, als ik ge lukkig was, wilde ik dat gevoel altijd met iemand delen. Net alsof ik het ge luk alleen niet aan kon. Gedeeld geluk is half geluk. Het is allemaal vanzelf gegaan. Ik grote theatershow. Ik soigneer de mensen, met het dienblad, denk ik: 'Ga maar weg, je van Ostayen en Gust Gils. Gekkigheid en speel de gastheer. Zij kiezen niets uit, ik kies leert het nooit.' Het is een vak waarin je cool een liedje. Ballads ook. Ik weet nog goed dat voor ze. En dan hebben ze een wereld- moet zijn." we moesten optreden in de Rotonde in heb niet hoeven kiezen. Kiezen is voor mij avond. Maar je moet feeling hebben voor „Ik ben voor het eerst serieus gaan optie- Houtrust. We repeteerden daar tot diep in het moeilijkste wat er is. Een ramp. Laat het dat vak. Als ik zo'n meisje, zo'n hen die al- den met Jan ten Hoopen. Dat was in Den de nacht. We hebben de wekker gezet en op maar gebeuren. Zo is het met Rola ook ge leen maai' voor de poen werkt op het terras Haag. Met het duo Pol en Paul. Intellectueel het podium geslapen totdat de zaal volliep, gaan." zie lopen en ze begint zenuwachtig te doen cabaret. We lazen gedichten voor van Paul We hadden succes. Maar Jan is naderhand „Ze heeft het, denk ik, niet makkelijk met me. Maar ze begrijpt me wel. Ik ga niet meer zo vaak naar het café als vroeger, maar ja, soms moet ik toch even. Gister nacht bijvoorbeeld. Ik kom van mijn werk en loop langs De Kruik in de Haarlemmer straat. Ik kijk naar binnen en denk: gezellig. En dan sta ik al binnen. En altijd een biertje met zijspan. Een biertje voor dè dorst en een whisky om de boel een beetje te ver snellen." „Ik heb nooit echt helemaal voor de mu ziek gekozen en daar heb ik geen spijt van. Ik zou wel wat meer willen optreden, maar aan de andere kant: als het gebeurt, is het altijd top. Met Chris Koene en de andere jongens, dat is het mooiste. Je voelt mekaar aan. Een wereldband, zo geroutineerd. Ge lijk de beuk d'r in. Swingend beton. Stuk voor stuk jongens die wat kunnen. Ik hou van Chris. We lullen nooit veel. Hij weet dat ik een hoop bagage heb en ik weet dat van hem. We verstaan elkaar via de muziek. Als ik op het podium sta, voel ik niet hoe oud ik ben. Dat is dan helemaal weg. Maar net als kelneren is het topsport. „Voor de dood ben ik niet pages. Hele maal niet. Ik geloof dat het daarna afgelo pen is. Daarom is mijn lijfspreuk: beter op branden dan uitgeblust raken. Gaan! Een man als Dylan is lange tijd in de Heer ge weest. Ik denk dat ik wel weet hoe dat komt. Grootheden als hij denken dat de wereld niet meer voortbestaat als zij er niet meer zijn. Dat ze ergens blijven na hun dood. Maar je blijft nergens meer. Over en uit. Met zijn allen in thenever-come-back-box." „Ik wil begraven worden. Niet gecre meerd, dat vind ik onnatuurlijk. Als ver branden natuurlijk was, dan zou je wel van zelf ontvlammen. En ach, voor de rest, neem ik het geluk van elke dag. Op de büh ne het applaus; thuis de aanwezigheid van mijn vrouw. Samen in het park de hond uit laten.'Samen daar lopen, zwijgend, terwijl er van die grijze, lege, tekstwolkjes uit je mond komen. Je hoeft niks te zeggen tegen elkaar, je weet het wel. En dan samen kijken naar een tak die is vastgevroren in het ijs. Wat mooi!" „In De Zalm, waar ik werk, noemen ze me de butler. Ik ben misschien ook wel een dienend mens. Maar op mijn eigen condi ties. Ik verdien best aardig, maar ik moet er altijd wat bij doen. Een optreden daar, een optreden hier. Ik heb het naar mijn zin. Zou nooit meer uit Leiden weg willen. Kijk, ik hou van Den Haag, een harde stad. De Ha genaars zijn humoristisch. Ze zeggen leuke dingen, maar zonder erbij te lachen. Dat is hun kracht. Maar ik zou er toch niet meer willen wonen. Kijk, Napoleon kwam uit Corsica, Hitier uit Oostenrijk, Stalin uit Ge orgië, Herman Brood uit Zwolle en Jules Deelder uit Overschie en ik kom uit Den Haag. Een profeet wordt nooit in zijn eigen stad geëerd. Daarom moet je naar een an dere stad. Naar Leiden in mijn geval. Ergens vers binnenkomen. Daar gaat het om."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 11