De 'Che Guevara's van Kosovo' -D JL/ ZATERDAG 13 DECEMBER 1997 Albanezen uit Kosovo demonstreren voor de EU-ministerraad in Brussel tegen de Servische heerschappij in hun provincie. foto »ap» Jacques Collet worden gegarandeerd. Ook voerden rebellen een korte aanval uit op een afgelegen stemlo kaal. Nu de UCK voor het eerst in de openbaar heid is getreden, kunnen ook de gevestigde politieke partijen niet meer om de guerrilla beweging heen. De leidende Albanese partij LDK staat officieel een politiek voor van pure geweldloosheid. Binnen de partij zijn er ech ter stromingen die sympathiseren met de UCK en de guerrillabeweging lijkt de LDK te zijn voorbijgestreefd in populariteit. Zeven jaar lijdzaam verzet heeft weinig opgeleverd voor Kosovo, de acties van de UCK daarente gen brengen verandering met zich mee. Stu denten in Tirana spreken vol trots over de 'Che Guevara's van Kosovo' als ze het heb ben over de bebaarde UCK-strijders die op doken tijdens de begrafenis. Voorzichtig De president van Kosovo en leider van de LDK, Ibrahim Rugova, zegt vanuit z'n piep kleine partijhoofdkantoor in het centrum van Pristina dat hij de radicale houding van de bevolking begrijpt. „Maar", vervolgt hij, geze ten onder een portret van de paus en een Amerikaanse vlag, „ik heb geen bewijs dat de UCK daadwerkelijk bestaat. We moeten heel voorzichtig zijn. We hebben- geen wapens. Servië kan Kosovo vernietigen. Om onafhan kelijkheid te krijgen hebben we demilitarisa- tie en een internationaal protectoraat voor Kosovo nodig. We moeten met Amerika naar een oplossing zoeken. Duitsland en Frankrijk hebben ook al voorgesteld om te onderhan delen met Pristina en Belgrado." Het is nog volstrekt onduidelijk hoe groot de UCK is of wie er aan het hoofd staat. De afgelopen vier jaar heeft de organisatie twin tig Albanezen geëxecuteerd die samenwerk ten met de Servische autoriteiten. Maar van wege het schimmige karakter van de organi satie deden er geruchten de ronde dat het be vrijdingsleger in werkelijkheid een door Ser viërs geleide groep was. Die zou door middel van provocatie de aanwezigheid willen recht vaardigen van de duizenden extra Servische politieagenten en soldaten in Kosovo. Volksmond Dat de UCK bestaat en geleid wordt door Al banezen valt nu niet meer te ontkennen. Be trouwbare bronnen in Pristina melden dat de groep bases heeft in Duitsland en Zwitser land. Hiervandaan zouden de strijders via het naburige Albanië door de bergen naar Koso vo trekken. Het zou om een strak geleide en goed uitgeruste beweging gaan, die zich net als de IRA in Noord-Ierland, manifesteert zo wel in de steden als in de bergen. Het geld is afkomstig van de ruim 500.000 Kosovo-Alba- nezen die in het buitenland wonen. Wapens vormen geen probleem en komen uit Albanië, aangezien de bergroute tussen Albanië en Kosovo nauwelijks valt te contro leren door de grenstroepen. Als mogelijk lei der van de UCK wordt Bujar Bukoshi ge noemd. Hij is de premier van de Albanese re gering in ballingschap in Bonn en een promi nent lid van president Rugova's LDK. De LDK ontkent dit overigens met klem. De oorlog in het voormalig Joegoslavië is begonnen om Kosovo en zal er eindigen, zo heet het in de volksmond op de Balkan. Met de nu begonnen guerrillastrijd van de UCK lijkt die stelling waarheid te worden. VIVA DE' i univéreitet 'van prishtina j: Albanezen in Servische provincie in ban van Bevrijdingsleger 'Kosovo universiteit, morgen is het te laat', staat op de spandoeken die studenten meevoeren naar hun illegale universiteit in een voorstad van Pristina. De Albanezen hebben hun eigen uni versiteit opgericht om hun eis tot terugkeer van studies in de Albanese taal kracht bij te zetten. foto ap srdjanilic lingschap die zetelt in Bonn in Duitsland. Met dit geld betaalt de regering de eigen scholen en ziekenhuizen. Officieel is dit alles illegaal, maar de Servische autoriteiten gedo gen het beleid van de Albanezen uit angst voor een opstand. Vergezeld van Izdriz Recaj, een lokale lei der van de Albanese LDK-partij, trekken we door de dorpen van Drenica. De bevolking is aanvankelijk zwijgzaam en vijandig („Werken jullie voor de Servische autoriteiten?"), maar nadat het ijs gebroken is, worden we uitgeno digd bij een familie in het dorpje Vojnik. Ze wijzen op een muur, waar een kogelgat in zit en waar de elfjarige zoon des huizes, Baliri Krasniqi, in z'n been werd geschoten nadat de Servische politie op 25 november in het wilde weg begon te schieten. Z'n broer, Aliar, meldt dat het jochie nog altijd in het zieken huis ligt. „De dag nadat m'n broer was ge raakt, cirkelde er een helikopter over en vuur de op onze boerderij. Ze schoten een raam aan diggelen", zegt hij terwijl hij koffie in schenkt in z'n schamele onderkomen; een kamertje met kussens op de grond en een houtkacheltje. Uitzinnig Een van de buurtbewoners. Arianit, die aan schuift en een beetje Duits spreekt, vertelt dat hij aanwezig was op de begrafenis van de doodgeschoten leraar. Hij zag hoe plotseling mannen de microfoon grepen en de vijftien duizend aanwezigen begonnen toe te spre ken. Arianit: „Een van de mannen was ge maskerd, de andere twee niet. Alle drie droe gen ze wapens en groene uniformen met een Albanese adelaar ter hoogte van hun bo venarm. Ze zeiden dat ze van de UCK waren en dat de strijd voor de bevrijding van Koso vo door zou gaan. Kort daarop verdwenen ze in een auto. Volgens Arianit, die ontkent dat hij in con tact staat met de UCK, raakte de rouwende massa uitzinnig van vreugde over deze eerste publieke verschijning van de guerrillagroep. „We vergaten dat er een dode in het graf lag, iedereen scandeerde 'UCK, UCK' en velen renden als gekken achter de drie aan toen ze in de auto verdwenen. Onze trots was terug." Zelfs Izdriz Recaj, de politicus die ons ver gezelt, raakt opgetogen. Zijn partij staat offi cieel alleen geweldloos verzet voor, maar Re caj gromt instemmend: „De dag zal komen dat we ons geduld verliezen en dat we ons zullen organiseren." Alle mannen die we spreken in de dorpen staan achter de UCK. „Ik zou trots zijn als mijn zoon zich erbij aan sluit", vindt een oudere man die vier kinde ren heeft. Een ander, de 24 jarige Ilir, kan zijn grijns nauwelijks verbergen als de UCK ter sprake komt. „Als je tegen de muur wordt ge duwd, dan moet je je verdedigen, er is geen andere keuze", zegt hij. Studeren of proberen een baan te vinden heeft geen zin, vindt hij, lopend over een met modder bedekt pad tus sen stenen huisjes die soms meer op hutten lijken. Ilir: „De werkloosheid hier is enorm. Kijk om je heen, overal armoede. De Serviërs hebben alle touwtjes in handen. Wat kunnen we anders doen dan in verzet komen? Vrij heid is het beste." Bang Sinds de UCK z'n eerste actie uitvoerde, heeft de Servische politie zich nog nauwelijks ver toond in het Drenica gebied. Alleen in Srbica, de enige stad in de regio, is er een zwaar be waakt politiebureau. „Tot voor kort kwamen de Serviërs in pantservoertuigen het geld van de stroomrekening bij ons ophalen", aldus Ariani uit Vojnik, „Nu komen ze helemaal niet meer langs. Eindelijk zijn ze bang. Dat is een goed teken". Jonge mannen uit de regio worden niet meer opgeroepen voor de dienstplicht in het door Servië gedomineerde Joegoslavische Volksleger (JNA). De autoritei ten zijn bang dat de Albanezen hun militaire training zullen gebruiken in de guerrillastrijd. Tijdens de Servische presidentsverkiezin gen die afgelopen zondag gehouden werden, moesten vijftien stemlokalen in de regio wor den gesloten omdat de veiligheid van de Ser vische leden van de kiescommissies niet kon e asfaltweg gaat omhoog, rich ting de besneeuwde Albanese Alpen die ook wel de Verdoem- de Bergen worden genoemd. Het is verlaten, geen huis te zien, alleen heuvels met verdor- fj de, bruine bomen. In het midden van een veld eet een hond van een koeienkarkas. "1 Hier, aan het einde van een bocht waar nog tientallen kogelhulzen op de grond liggen, Bep een patrouille van de Servische politie op 6 november voor het eerst in een hinderlaag an de UCK, het tot dan toe nog onbekende levrijdingsfront voor Kosovo. „We hoorden twee uur lang schieten", zegt üiivat, een 68-jarige Albanees die langs de E7 wegliep toen de UCK de aanval inzette, „de p Servische politieagenten snelden hun pant- servoertuigen in en schoten terug. Ik zag Woed op de grond en overal politiehelmen liggen. Het was angstaanjagend." Na een vuurgevecht van ruim twee uur trok de poli tie zich terug: daarbij twee dode en verschei- to® dene gewonde agenten meenemend. Tijdens in' de terugtocht schoten de in paniek geraakte eui Servische agenten in het dorpje Llaushe op een school, waarbij een Albanese leraar do- delijk werd getroffen. etJ Deze eerste grootscheepse guerrilla-actie *an UCK, dat in het Albanees staat voor en Ushtria Curimtare e Kosoves, werd uitge- g) voerd op een historisch uiterst beladen plek. An D" gebied, op ongeveer 70 kilometer ten en wsten van de hoofdstad Pristina, beslaat een vk aantal dorpen en wordt de Dernica-hoog- De oorlog in het voormalig Joegoslavië is begonnen om Kosovo en zal er eindigen, zo heet het in de volksmond op de Balkan. Het lijkt er op dat die stelling bewaarheid wordt, nu het Bevrijdingsleger UCK een guerrillastrijd is begonnen om de Albanese enclave Kosovo los te weken van Servië. „Het UCK heeft ons onze trots teruggegeven. vlakte genoemd. In 1945 behaalden soldaten van de Albanese nationalist Shaban Polouza hier een overwinning op troepen van Tito in hun strijd voor een onafhankelijk Kosovo. Polouza verloor de strijd uiteindelijk drie jaar later en de hoop onder de Albanezen op een vrij Kosovo ging de ijskast in. De Servi sche heerser Slobodan Milosevic hief in 1989 de autonome status van Kosovo binnen Joe goslavië op en voegde het bij Servië. Nu zijn de nazaten van Polouza juist op deze verla ten hoogvlakte begonnen met een heuse guerrillastrijd tegen de Servische autoriteiten. Sinds de 26ste november en de verschij ning twee dagen later van 3 UCK-strijders tij- dens de begrafenis van de vermoorde leraar, is de Albanese bevolking (90 procent) van de provincie in de ban van het Bevrijdingsleger. De Albanezen spreken al van 'De bevrijde ge bieden van Drenica' en zeggen dat ze door de acties van de UCK 'hun trots hebben terug gekregen'. Parallel Kosovo maakt officieel deel uit van Servië. De overgrote meerderheid van de Albanezen wil een onafhankelijk Kosovo. Zij respecteren de Servische autoriteiten niet en hebben een pa rallelle samenleving opgezet met eigen Alba nese scholen, ziekenhuizen, restaurants, poli tieke partijen en zelfs verkiezingen. De Alba nezen betalen wel belasting aan de Joegosla vische federale autoriteiten, maar iedere Al banees draagt 3 procent van zijn inkomen af aan de Albanese regering van Kosovo in bal- 'eger agenten staat klaar om te voorkomen dat een studentenprotest uit de hand loopt in Pristina, hoofdstad van de provincie Kosovo in het zuiden van Servië. Albanese studenten demonstreerden voor de invoering van de Albanese taal op de universiteit, foto reuters pet ar kujundzic

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 41