'Een zweer is opengebroken
Feiten &Meningen
/f/ÏÏTöBA^y
Voor schamperen
over Kyoto is
het te vroeg
DONDERDAG 11 DECEMBER 1997ik
MM C&2& UIQJWÈ PWv fahï
'5 PAT ZE NOU 'NS EEN kas: O
VIMVEN EW NÊVSqAHpVOLi?
V(uchteLȴN
ggSOWFP
WEf^/W
i$ WL,
60nEN|W-
-vstej
iöfcRs
IIijm
-ètu
JjfcVEe. 2- &ve,eHiNP&&
In een theatraal vertoon van macht heeft
Israël zijn greep op Oost-Jeruzalem ver
der versterkt. Binnen 24 uur nadat het
kabinet het had goedgekeurd aanvaard
de de Knesset gisteravond een wetswijzi
ging die het houden van een Palestijnse
volkstelling in het bezette stadsdeel
moet voorkomen. Met hetzelfde doel is
er in Oost-Jeruzalem al twee dagen een
massale politiemacht op de been, ver
sterkt met agenten in burger van de Shin
Bet, de nationale veiligheidsdienst. Mi
nister Avigdor Kahalani van openbare
veiligheid heeft laten weten dat Pales
tijnse veldwerkers die de census uitvoe
ren, zonder pardon zullen worden aan
gehouden.
De Israëlische nervositeit heeft niets te
maken met vragenlijsten, maar alles met
de status van Oost-Jeruzalem. De Pales
tijnse Autoriteit wil daar de hoofdstad
vestigen van een toekomstige Palestijnse
staat. Israël daarentegen beschouwt het
Arabische stadsdeel als een onlosmake
lijk onderdeel van zijn 'eeuwige en on
deelbare hoofdstad'. Na de Zesdaagse
Oorlog van 1967 heeft het onder interna
tionaal protest Oost-Jeruzalem ingelijfd
en er zijn wetgeving van toepassing ver
klaard.
Een maand geleden heeft de Palestijnse
Autoriteit (PA) van Yasser Arafat een half
miljoen vragenlijsten op de post gedaan,
bestemd voor alle Palestijnen in de delen
van de Westelijke Jordaanoever en de
Gazastrook waar Palestijns burgerlijk ge
zag van toepassing is. Een mededeling
van de PA dat de census ook in Oost-Je-
ruzalem zal worden gehouden heeft in
Israëlische regeringskringen de stoppen
doen doorslaan. Premier Benjamin
Netanvahu noemde het 'ondenkbaar'
dat 'de Israëlische soevereiniteit in Jeru
zalem' zal worden geschonden door het
houden van een volkstelling. Hij gelastte
minister Kahalani onmiddellijk harde
maatregelen te nemen om de telling te
verhinderen. „Laat ze maar naar de
rechter stappen als ze dat willen", zei hij.
STERKE ARGUMENTEN
Israël heeft sterke argumenten tegen de
Palestijnse telling in Oost-Jeruzalem.
Volgens de Israëlisch-Palestijnse tussen
tijdse overeenkomst (getekend in Was
hington in 1995) mag de PA alleen over
heidsinstituten vestigen en gezag ont
plooien in de gebieden waar ze civiele
autoriteit heeft. Oost-Jeruzalem vhlt daar
niet onder. De Palestijnen staan minder
sterk met hun argument dat er in Oost-
Jeruzalem verkiezingen mochten gehou
den voor d.e Palestijnse Wetgevende
Raad en dat 'dus' ook een census is toe
gestaan. Maar in wezen gaat het niet om
een juridisch-technisch dispuut: het is
een voorhoedegevecht in de strijd om de
uiteindelijke status van Jeruzalem.
De bliksemprocedure, waarmee het Is
raëlische parlement gisteren het amen
dement aanvaardde, is ook gebruikt in
1981 bij de zogenoemde 'Golan-wet'.
Toen breidde Israël, op initiatief van pre
mier Menachem Begin, binnen een dag
zijn jurisdictie uit tot de op Syrië ver
overde Golan-hoogte.
Het amendement van gisteren komt op
een ongelukkig tijdstip: juist nu Israël
onder zware Amerikaanse druk staat om
verder te gaan in het vredesproces en nu
er in Teheran een conferentie gaande is
van de islamitische wereldorganisatie. In
de praktijk verandert het niets aan de
bestaande toestand, maar de internatio
nale gemeenschap zal er een nieuw be
wijs in zien dat Israël de voorziene on
derhandelingen over de status van Jeru
zalem niet serieus neemt.
De oppositionele Arbeiderspartij sput
terde gisteravond tegen. „Het amende
ment is niet nodig, de bestaande wet is
duidelijk genoeg en het Likud-initiatief is
niet meer dan een goedkope politieke
stunt", heette het. Niettemin besloot de
partij aanvankelijk de regering te steu
nen, om niet de indruk te wekken voor
een deling van Jeruzalem te zijn. Pas op
het laatste moment, toen de Likud liet
weten de stemming te beschouwen als
een motie van vertrouwen in de rege-
ring-Netanyahu, nam de fractie het be
sluit tegen te stemmen- Oud-premier
Shimon Peres zei gisteravond dat hij lie
ver had hij gezien dat Israël een compro
mis had aanvaard dat de Palestijnse mi
nister Saib Erakat heeft voorgesteld, na
melijk het laten uitvoeren van de volks
telling in Oost-Jeruzalem door een onaf
hankelijk instituut. Maar de regering be
schouwt dat compromis als gezichtsver
lies.
VEEL TAMTAM
Niettemin zouden de Palestijnen kun
nen proberen de Israëlische maatregelen
te omzeilen door het bevolkingsonder
zoek te laten uitvoeren door een Israë
lisch bureau. Dr. Hassan Abu Libdeh, di
recteur van het Palestijnse census-bu
reau, zegt dat hij het afgelopen jaar is
benaderd door tientallen Israëlische
commerciële instituten die de telling
maar al te graag willen houde
één van die aanbiedingen zal
de hij niet zeggen, maar volge
het een koud kunstje de nodij
bijeen te garen.
De volkstelling is van groot be
dat niemand precies weet hoe
ners de Westelijke Jordaanoei
Gazastrook tellen. Dat bemoe
nomische planning. De enque
lieren van de census bevatten
over de meest uiteenlopende
zoals het bezit van duurzame
tiegoederen, de gezondheids!
middelen van bestaan.
Om een maximale deelname!
ren is de volkstelling de afgelo
met veel tamtam aangekondij
ders gingen de straat op met li
'De census is de manier om o;
op te bouwen' en 'Weer eens!
weg naar een onafhankelijk Pi
De Palestijnse inwoners vanC
zalem zijn unaniem van meni
'er bij horen'.
Maar dat wil niet zeggen dat ii
staat te trappelen om aan dei
te nemen. Wie een Israëlische
teitskaai t bezit is bang die kvvi
als mogelijk gevolg van Israëli;
maatregelen. Geen kaart betel
regel geen werk en geen socia
ring. Met of zonder Oost-Jenü
twee maanden, als de uitslag'
ling wordt verwacht, weten de
meer over de bijna-staat waai
TEL AVIV AD BLOEMENDAAL
Het is makkelijk om te schamperen over de resultaten van de
broeikastop in Kyoto. Natuurlijk, het had allemaal beter ge
kund. Maar als 'we doen wat we beloven in plaats van belo
ven wat we niet kunnen waarmaken', zoals de Amerikaanse
vice-president Gore het zo mooi zei, dan geven de afspraken
in de Japanse tempelstad wel degelijk reden voor optimisme.
De uitgangspositie was weinig hoopgevend. Want. om het
probleem in een notendop te schetsen, hoe zouden de wes
terse politici hun kiezers moeten verkopen dat die nü flink
zuiniger aan moeten gaan doen om hun achter-achterklein
kinderen te vrijwaren van een mogelijk ingrijpende klimaats
verandering? Dat leek met name voor de Amerikaanse presi
dent Clinton een welhaast onmogelijke opgave. Hij had niet
alleen te kampen met een effectieve mediacampagne vanuit
het bedrijfsleven, maar bovendien met een geharnaste Repu
blikeinse meerderheid tegen vergaande afspraken.
Maar vergis u niet: de Europese Unie kwam alleen maar
met een ambitieuze doelstelling in de wetenschap dat die het
niet zou halen. De lidstaten hadden er natuurlijk niet aan
moeten dénken dat hun inzet ook de uitkomst zou worden.
Dat zou hen namelijk hebben verplicht tot een politiek vrij
wel onhaalbaar besparingsprogramma.
De afgelopen jaren hebben genoegzaam duidelijk gemaakt
dat economische groei en energiebesparing moeilijk te com
bineren zijn. In Rio de Janeiro werd bijvoorbeeld vijf jaar ge
leden afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen tot
2000 flink te verminderen. Maar in alle industrielanden, Ne
derland niet uitgezonderd, is die de afgelopen jaren alleen
maar toegenomen.
Een eenvoudige rekensom bevestigt wat dat gegeven al
doet vermoeden: zelfs die als belachelijk laag afgedane inzet
van de Amerikanen in 2010 een uitstoot op het niveau van
1990 vergt in werkelijkheid een stevige koerswijziging. Bij
een niet eens zo bijster hoge gemiddelde economische groei
van twee procent per jaar neemt de totale produktie in twin
tig jaar met bijna de helft toe. Om het energieverbruik daarbij
te stabiliseren, moeten produktie en consumptie dus eender
de energiezuiniger worden.
De afspraken die nu in Kyoto zijn gemaakt, gaan (gelukkig)
nog een stuk verder: de uitstoot moet over een aantal jaren
ruim onder het niveau van 1990 liggen. Het betekent dat er
veel moet gebeuren, maar dat kan. De technologie daarvoor
is er, het geld ervoor in principe ook: een deel van die econo
mische groei in de komende jaren.
Dat betekent echter hoe dan ook 'minder méér' voor de
huidige generaties, die van een klimaatsverandering waar
schijnlijk nooit enig nadeel zullen ondervinden. Om dat offer
zo klein mogelijk te houden, zijn er wat kruip-door-sluip-
door-wegen gemaakt. De belangrijkste zijn dat landen een
overschrijding van hun dosis broeikasgas voor de helft mogen
compenseren door van andere landen uitstootrechten op te
kopen, of elders voor een lagere uitstoot te zorgen. De Eu
ropese Unie kwam met zo'n model al naar Kyoto. Daar was
intern geregeld dat een aantal arme lidstaten meer broeikas
gas zou mogen produceren, terwijl de rijke lidstaten in ruil
daarvoor extra besparen.
De VS hebben wat anders bedacht. Rusland produceert
door de economische crisis sinds de val van het communisti
sche bewind momenteel veel minder broeikasgas dan in
1990. De Amerikanen willen die 'uitstootreserve' opkopen,
zodat ze voorlopig in eigen land weinig hoeven te doen. Maar
dat is natuurlijk slechts uitstel, geen afstel. Als dankzij de
Amerikaanse broeikas-dollars de Russische economie een op
pepper krijgt, zijn die niet-gebruikte rechten snel op en moet
er daadwerkelijk worden bespaard.
De kritiek op deze methodes is dat de rijke landen op die
manier op een koopje aan hun verplichtingen voldoen. Het
opkopen van ongebruikte emissierechten is allicht goedko
per, en in elk geval minder ingrijpend, dan het daadwerkelijk
terugdringen van uitstoot van broeikasgas. Diezelfde kritiek
geldt de mogelijkheid om in ontwikkelingslanden de uitstoot
van broeikasgas terug te brengen om een eigen overschot te
compenseren. Omdat veel arme(re) landen nog nooit aan
energiebesparing hebben gedaan, kun je daar met relatief
goedkope maatregelen veel bereiken.
De rijke industrielanden zullen ongetwijfeld zoeken naar de
goedkoopste manieren om aan hun verplichtingen te vol
doen. Maar is daar nou zo veel op tegen? De klimaatsveran
dering is bij uitstek een wereldwijd fenomeen, en het maakt
niet uit of in Europoort minder kooldioxide de lucht in gaat,
of op één of ander complex in Roemenië of Polen. Daarnaast
is net een politieke realiteit dat de kans dat de woorden van
Kyoto in daden worden omgezet, groter wordt naarmate de
kósten ervan lager zijn. Dat geldt niet alleen in de VS, maar
ook in Nederland. Nog niet één op de zeven Nederlanders is
te porren voor hogere energieprijzen, hoewel dat de manier
bij uitstek is om tot energiebesparing te komen.
Het gaat er om dat we doen wat we beloven, zei Gore in
Kyoto. Of dat gebeurt, is afwachten. Maar om nu al schamper
te doen over Kyoto, daarvoor is het voorlopig nog te vroeg.
SJAAK SMAKMAN»
WIM STEVENHAGEN
ia
Rabbijn Awraham Soetendorp over verkoop joodse bezittingen
Het verhaal was hem niet bekend, maar rabbijn Awraham Soetendorp kijkt er niet van op. De onthulling over het
verpatsen van sieraden van joden, vormt voor hem de zoveelste bevestiging van de moraal die in Nederland
heerste: de slachtoffers van de Holocaust kregen na de Tweede Wereldoorlog te maken met een kille en
afstandelijke ambtenarij. Begrip voor hun situatie was er volgens Soetendorp nauwelijks. De oorlog was nu
eenmaal voorbij, het land werkte aan zijn wederopbouw en iedereen diende zich daar maar naar te schikken.
De rabbijn van de liberaal jood
se gemeente in Den Haag ver
telt het met ingehouden woede.
„Ik ben zeker dat er nog meer
onthullingen zullen komen",
zegt Soetendorp over de be
richtgeving van weekblad De
Groene Amsterdammer. „Het is
een zweer die is opengebro
ken."
Soetendorp is verbitterd wan
neer hij reageert op hetgeen
eind jaren zestig zou zijn ge
beurd. Volgens het opinieweek
blad zouden ambtenaren van
het Amsterdams Agentschap
van het ministerie van financiën
joodse bezittingen hebben ge
kocht. Het was geroofd door de
nazi's en bevond zich nog in de
kluizen van de Duitse oorlogs-
bank Lippmann-Rosenthal (Li-
ro). Voor kleine bedragen zou
den de medewerkers zich voor
werpen als horloges, sieraden,
maar ook eenvoudige lepeltjes
eigen hebben kunnen maken.
Om hoeveel spullen het destijds
ging, zegt Soetendorp niet te
weten. Dat is misschien ook
niet zo belangrijk: „Het gaat om
emotioneel belangrijke voor
werpen. Bovendien, ik begreep
dat er, tussen aanhalingstekens,
zelfs een tentoonstelling is ge
weest. En dat er moest worden
geloot vanwege de belangstel
ling die er voor was
Hij kent genoeg praktijVoor
beelden die alle een even schrij
nend beeld geven van de ma
nier waarop joden zijn behan
deld. „We hadden in de oorlog
zogeheten bewariërs - mensen
aan wie de spullen in bewaring
werden gegeven toen de joden
werden weggevoerd. Veel van
deze bewariërs wisten na de be
vrijding zogenaamd van niks
meer. Een tante van mij kwam
uit Auschwitz. De vrouw die bij
terugkeer opendeed, bleek haar
jurk aan te hebben. De familie
zat op haar sofa. Ja, werd er ge
zegd, we konden toch niet we
ten dat u terug zou komen.
Veel joodse bezittingen zijn
nooit meer bij hun eigenaren of
nabestaanden teruggekomen, is
Soetendorps overtuiging. „Ik
ben nu bijna dertig jaar rabbijn.
Hoe vaak mij al geen boeken en
andere voorwerpen zijn aange
boden... Die hebben we toeval
lig gevonden, wordt er dan ge
zegd. Ja, is mijn antwoord, maar
waar is dan de rest? Hoewel dat
natuurlijk niet altijd het geval is,
komen sommige mensen ver
volgens soms nooit meer opda
gen."
SCHAAMTE
Gevoelens van schaamte en po
gingen de werkelijkheid te ont
kennen, zouden belangrijke
oorzaken zijn voor het gedrag
van de Nederlanders na de oor-
len. Die afstandelijkheid. Het is
voor de betreffende personen
zo'n klap in het gezicht."
Nog altijd zijn er slachtoffers die
om een uitkering moeten knok
ken. Misschien dat de verhalen
die nu loskomen voor meer be
grip zal zorgen voor hun situa
tie. „Ik begreep dat de Groning
se historicus Lipschits een par-
lementair onderzoek bepleit. Ik
ben het daar mee eens. Maar
dat moet dan kijken zich dan
niet alleen richten op de
Lippmann- Rosenthal -archie
ven. Het moet kijken naar de
hele opvang van joden na de
oorlog." Soetendorp hoopt dat
het ook als waarschu n
voor volgende genen t,
onderzoek kan ervoo ti
dat zij op de hoogte r
de manier waarop m
om te gaan met men
vanuit een moeilijke
rugkeren in een sami
Dat kunnen ook asiel
zijn, of andere mensf
ontworteld."
DEN HAAG DANNY VERB/
GPD
log. „Slechts één op de vijf jo
den die in Nederland woonden,
heeft de oorlog overleefd. Meer
dan 110.000 mensen keerden
nooit meer terug. Dat is relatief
méér dan uit welk West-Euro
pees land dan ook. Slechts een
minderheid van de bevolking
stak zijn nek uit. Mijn vrouw en
ik hebben ons leven te danken
aan mensen die hun hele heb
ben en houden wel in de waag
schaal stelden."
„Er was ook een minderheid die
met de bezetter collaboreerde.
Maar de meerderheid van de
bevolking deed de deuren dicht
en de gordijnen voor de ramen.
Men wilde niets zien en niets
horen. De schaamte daarover is
moeilijk te dragen. Omdat er
niet genoeg was gedaan, projec
teer je dat later op de slachtof
fers." Volgens Soetendorp leid
de het ertoe dat er nauwelijks
begrip was voor de joden die de
vernietigingskampen overleef
den.
PRESSER
De rabbijn verwijst wat dat be
treft naar de historicus J. Pres-
ser. Deze stelde in zijn in 1965
verschenen standaardwerk 'On
dergang' vast, dat de overheid
joden en niet-joden bewust op
eenzelfde wijze wilde behande
len. Omdat er anders sprake
zou zijn van discriminatie.
Vanuit zo'n zelfde benadering
behandelden notarissen ook de
afwikkeling van de nalaten
schappen en restitutie van
joodse bezittingen. Tot op de
komma nauwkeurig werden de
bedragen berekend. De schoon
vader van Soetendorp ontving
exact 98 cent. De rabbijn weet
ook van iemand die een kwartje
tegemoet kon zien. „Wilt u dat
het wordt overgemaakt, zei de
notaris, of komt u het zelf afha-
Rabbijn Awraham Soetendorp: „Veel bewariërs wisten na de bevrijding zogenaamd van niks meer."