'Driejaar oorlog stelt weinig vooi
Amsterdamse 'Lirobank' diende als 'plunderfacade'
Mossad- agent verzon 'onze man in Damascuf
Feiten &Meningen
Goede tijden
voor klant die op
de kleintjes let
MAANDAG 8 DECEMBER 1997
Voor prijsbewuste klanten breken na 1 januari leuke tij
den aan. De door fabrikanten vastgestelde minimum
prijzen voor merkartikelen in de supermarkt zijn dan
verboden, adviesprijzen mogen nog wel. Koffie, bier,
luiers en vruchtensappen kunnen een stuk goedkoper
worden. Maar of de prijzen overal ook blijvend omlaag
gaan, is onduidelijk.
Prijsacties zijn uiteraard niet van gisteren. Supermark
ten strooien al jaren met aanbiedingen om klanten tot
kopen te verleiden. Maar tot dusverre niet met merken.
Pasta's van Grand'Italia, filters van Melita en vissticks
van Iglo mochten niet beneden een bepaalde bodem
prijs worden verkocht. Niet de winkel, maar de produ
cent stelde die prijs vast.
De nieuwe wet Economische Mededinging maakt daar
na de jaarwisseling een eind aan. Prijsafspraken rem
men de concurrentie, waardoor de prijzen kunstmatig
hoog worden gehouden, vindt minister Wijers (econo
mische zaken). Dus mogen de winkeliers voortaan alle
prijzen zelf bepalen. Wijers hoopt dat kruidenierswaren
daar goedkoper van worden.
„Dat zal ook wel gebeuren", denkt Jan Luuk de Ridder
van de Consumentenbond. „Alleen is nu nog niet te
voorspellen op welke manier. Ik denk dat het bij spel
denprikken blijft: prijsacties waarbij een product als
Douwe Egberts-koffie tijdelijk in prijs wordt verlaagd.
Langdurige prijsverlagingen van merkartikelen, laat
staan een prijzenoorlog, kan de branche zich niet ver
oorloven".
Het verschil tussen de inkoop- en de verkoopprijs op de
meeste producten is nu al klein. Een supermarkt die
een goed lopend artikel langere tijd onder de inkoop
prijs verkoopt, snijdt zichzelf in de vingers. Tenzij de
andere boodschappen ietsje duurder worden gemaakt.
De Ridder: „Daar zit wel een beetje speelruimte in,
maar niet veel. Klanten hebben het snel door als een la
ge koffieprijs gepaard gaat met duurdere koekjes. Dat
laten ze die koekjes gewoon liggen."
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL),
waarbij alle supermarkten zijn aangesloten, rekent ook
niet op een prijzenslag. Maar het kan best zijn dat de
prijzen van de zogeheten A-merken blijvend naar bene
den gaan. „We weten niet precies wat er gaat gebeuren.
Maar het is wel duidelijk dat als één supermarkt gaat
stunten, de andere niet achter kunnen blijven", zegt
CBL-directeurTheo Roos.
In aantallen stellen merkartikelen als Heineken,
Grolsch en Pampers nauwelijks iets voor. Van de tien
duizend artikelen in een gemiddelde supermarkt
(discounters zitten veel lager) behoren nog geen hon
derd producten tot een A-merk. Zij zorgen evenwel
voor een aanzienlijk deel van de omzet. „Tussen de tien
en twintig procent", schat Roos. „Het zijn de trekkers in
een winkel. Koffie, bier, luiers, daar komen klanten
voor. De prijzen van die producten kennen ze ook vaak
uit hun hoofd."
Vanzelfsprekend zijn de producenten van de A-merken
niet blij met het loslaten van de bodemprijzen. Douwe
Egberts en Unilever hebben de afgelopen twee jaar in
tensief gelobbyd bij Wijers om de minimumprijzen in
stand te houden. „Omdat wij vinden dat bij een bepaal
de kwaliteit een bepaalde prijs hoort", zegt woordvoer
ster V. van Peulen van Douwe Egberts.
Nu de bodemprijs toch verdwijnt, rest de producenten
weinig anders dan afwachten. „We hopen maar dat de
supermarkten vasthouden aan een gezonde prijsstel
ling. Onze verkopers zullen de winkeliers dat blijven ad
viseren", aldus Van Peulen. Douwe Egberts zal in elk
geval niet sleutelen aan de fabrieksprijzen van haar
producten.
In andere landen waar de minimumprijzen zijn ver
dwenen, zoals Groot-Brittanië, hebben de A-merken
zich redelijk kunnen handhaven. Mede om die reden
denkt het CBL dat de grote merken na 1 januari niet zo
veel schade oplopen. Roos: „Een bedrijf als Douwe Eg
berts heeft zo'n positie opgebouwd, daar kun je als con
sument bijna niet omheen. Met uitzondering van Perla
(van Albert Heijn) stellen de huismerken in koffie nau
welijks iets voor".
Voor minder sterke merken ligt dat anders. Dalen de
prijzen van deze artikelen, dan wordt de overstap naar
een huismerk voor de winkelier snel aantrekkelijk. Ze
ker als blijkt dat de consument niet per se een merk fil
terzakjes of sinaasappelsap in zijn mandje hoeft te heb
ben.
Albert Heijn houdt daar al rekening mee. In het reclam
evakblad Adformatie liet AH-directeur Hans Bruijniks
vorige maand weten 'meer aandacht' te gaan geven aan
de huismerken. Het CBL verwacht dat het aandeel van
de 'eigen merken' in de supermarktbranche, nu onge
veer twintig procent, binnen enkele jaren flink zal stij
gen.
„Toch verwacht ik geen aardverschuivingen", zegt De
Ridder van de Consumentenbond. „Kijk naar Albert
Heijn. Al jaren is bekend dat de artikelen daar niet be
paald goedkoop zijn. Toch doen heel veel mensen er
hun boodschappen. Waarom? Omdat prijzen niet zalig
makend zijn. Consumenten kijken ook naar de service
en de sfeer. Vinden ze een winkel prettig, dan mogen
de producten blijkbaar best iets duurder zijn."
LEIDSCHENDAM ERIK VAN DER STRUUS
Het jaar 1997 zal in de geheime boeken
van de Mossad worden bijgeschreven
als Het Rampjaar. De geruchtmakende
Mishal-affaire is nog maar nauwelijks
van de voorpagina's verdwenen of 'de
zaak Yehuda Gil' duikt op. Vorige week
werd bekend dat deze prominente
Mossad-agent jarenlang uit zijn duim
gezogen informatie aan het hoofd
kwartier in Tel Aviv heeft verstrekt.
Hij wordt nu beschuldigd van 'ernstige
fraude, diefstal en spionage'. De rege
ring ontkent dat zijn desinformatie Is
raël vorig jaar zomer aan de rand van
een oorlog met Syrië heeft gebracht.
Maar het staat vast dat de Mossad na
de blunder in Amman opnieuw ernstig
gezichtsverlies heeft geleden.
De nu 63-jarige Gil, die vloeiend Ara
bisch spreekt, werd in de dienst be
schouwd als een van de beste agenten.
In 1985 maakte hij in Kopenhagen
contact met Magid, een in Egypte wo
nende Syrische zakenman wiens broer
Jadid een hoge functie had op het mi
nisterie van defensie in Damascus.
De spionage-carrière van Jadid, die be-
halve in inlichtingen ook in drugs en
pornografie handelde, eindigde vol
gens Ostrovsky in Nederland, waar de
politie achter hem aan zat. Uiteindelijk
verschafte de Mossad hem een nieuwe
identiteit, waarna hij zich in Denemar
ken zou hebben gevestigd.
Yehuda Gil ging in 1989 met pensioen,
maar mocht als prominent agent ook
daarna nog speciale opdrachten uit
voeren. Hij bleef zich richten op het
verzamelen van inlichtingen over Sy
rië, omdat hij daarvoor naar eigen zeg
gen beschikte over een net van onder
agenten.
Toen bij de Mossad het wantrouwen
over Gils informatie toenam besloot
men hem te gaan schaduwen. Al snel
bleek dat hij liep te winkelen op mo
menten waarop hij volgens zijn eigen
rapportage hoogst interessante bespre
kingen voerde met zijn anonieme tip
gevers. Zijn directe chef riep hem ter
verantwoording, maar Gil bleef aan
vankelijk ontkennen dat hij jaren valse
informatie had verspreid.
Uiteindelijk stemde hij toe in een huis
zoeking. waarbij een deel van het geld
werd gevonden dat was bestemd voor
het rekruteren van onder-agenten. Het
onderzoek heeft een paar maanden in
beslag genomen en is uitgevoerd met
persoonlijke toestemming van premier
Netanyahu en de hulp van de binnen
landse veiligheidsdienst, de Shin Bet.
Een van de factoren die het vertrouwen
in Yehuda Gil ondermijnden was zijn
lidmaatschap van de rechts-extremisti-
sche partij Moledet. Het wekte twijfels
aan zijn gezonde beoordelingsvermo
gen en deed het vermoeden groeien
dat hij misschien ook in zijn werk poli
tieke motieven hanteerde.
Tot voor kort heeft Israël steeds reke
ning gehouden met de mogelijkheid
dat de Syrische leider Assad
semoorlog' zou ontketenen o
lan. Toen vorig jaar zomer de g
elite-eenheden verplaatsten!
non naar het gebied ten nooi
gen de veiligheidsdiensten al s
die fase meldde Gil, op gezag
zogenaamde Syrische bronni
sad op oorlog uit was. Als de
sche regering alleen op die ii
was afgegaan had dat emstij
gen kunnen hebben.
TEL AVIV AD BLOEMENDAAL
Senische presidentskandidaat Seselj bewonderaar van Hitier
De grijze torenflats kijken uit op de Di
'Skinhead - wide power', staat er op eei
Zemun, een buitenwijk van Belgrado, f*
centrum van de ultranationalisten vanC
Seselj, kandidaat voor het presidentschP
Servië. Seselj is er sinds een jaar burgen!
en het merendeel van de bewoners gelotn
lig in zijn boodschap 'om Servië op te b
en opnieuw aan te kleden'
Op het Marktplein, voor het ge
meentehuis, lezen verscheidene
mannen 'de krant van Zemun',
een publicatie van Seselj. Pagi
na's gevuld met de woorden
'Groot Servië' en 'Cetnik-briga-
des die naar Kosovo moeten
worden gestuurd'. Kreeg zestig
jaar geleden een Duitser met
snor iedereen enthousiast met
het aanleggen van snelwegen,
Seselj (zelfde kuif, geen snor)
maakt iri zijn publicatie duide
lijk dat het opbouwen van hui
zen hem aan het hart gaat.
Vrachtwagens met bouwmateri
aal, bulldozers, vrolijke arbei
ders die een jeugdcentrum op
knappen.
Seselj is de koning van Zemun,
maar de leider van de Servische
radicale partij (SRS) heeft meer
ambities dan het burgemeester
schap van een buitenwijk waar
60.000 mensen wonen. Twee
maanden geleden deed hij al
mee aan de later ongeldig
verklaarde presidentsverkie
zingen voor Servië en kreeg
daarbij het meeste aantal stem
men. Gisteren mochten de
mensen weer stemmen voor
een nieuwe Servische president
en opnieuw is Seselj van de par
tij: hij lijkt zelfs populairder dan
ooit tevoren.
„Seselj is onze hoop", meent de
dertigjarige Alex, die als ambte
naar in Zemun werkt, „sinds hij
burgemeester is, is de bureau
cratie grotendeels verdwenen
en zijn de lonen omhoog ge
gaan". Onlangs zei Seselj tij
dens een interview nog dat een
nieuwe oorlog om gebiedsuit
breiding niet onmogelijk is
wanneer hij wordt gekozen tot
president. „Twee of drie jaar
oorlog stelt niet veel voor in een
historische context", meende
Een oudere vrouw rijdt met haar
bakfiets langs een verkiezingsbord
van presidents-kandidaat Milan
Milutinov, die een forse winst zou
hebben geboekt. Maar onvol
doende voor een doorslaggeven
de uitslag. Er is een derde verkie
zingsronde nodig, maar de bewo
ners van de het voormalige Yoe-
goslavië zijn onderhand verkie
zingsmoe.
FOTO REUTERS GORAN TOMASEVIC
Seselj. En de burgemaat
de tijdens de oorlog iiid
een para-militaire gr®),
der de naam 'De wittlc
talloze Kroaten en mij
moordde en verjoeg. I
Niet iedereen is evenr
Seselj, zo blijkt een p!
derd meter verderop!
die van zijn bewondej
Hitier nooit een gehel
heeft een halfjaar!
toestemming gegeven^
caféhouder om van dij:
van Zemun een horetfcn
heid te maken. De joi
meenschap in Belgrad
daartegen zonder sui
testeerd.
„Ik vind dat stemmii
want de synagoge is
van de gemeente",
Alexander Venovic,
van de synagoge, tei
deur van het café opt
gitaar wegzet en kof
achter de bar. Hij wiji p
interieur: „Leuke verlip v
gezellige live-muziekf a
maar daarboven: de iL
se teksten hebben wef
laten zitten".
Zelf zou Venovic niet|
stemmen omdat de lf
de Servische radicale!
beetje te fanatiek is. M
„Seselj is als een voel
niet naar het spel, m;
naar de bal kijkt". Enl dj
het niet van een enoi
heid om een café in eLa
gebedshuis toe te lataftj
moet toegeven dat St
groot talent heeft vo<
lijk handelen", zegt
„Ik ben zelf Serviër ei
in Zemun, maar ik s<
voor Seselj. Die manj
erg als Hitier". Volgei
die met klem vi aagt
achternaam te public
Seselj echter niet heti
kelijke probleem. M<
volk dat op hem stei
oorzaak van de ellenc
Serviërs zijn dom en|
Vijftig jaar heersten
nisten hier, dus watw
leen God kan ons heli
ik ben bang dat God
ten heeft; en niet zon
Terug gevonden archief bewijs van roof tot in Westerbork
De vondst van het onlangs in Amsterdam aangetrof
fen 'Liro-archief met meer dan vijfduizend omschrij
vingen van persoonlijke joodse bezittingen, heeft al
om beroering gewekt. Enerzijds veroorzaakte de
vondst een schok vanwege de lakse en nonchalante
manier waarop het ministerie van financiën kenne
lijk met deze gevoelige materie was omgegaan. An
derzijds was de vondst belangwekkend als nieuw be
wijsmateriaal dat kon worden toegevoegd aan het
'Corpus delicti' van de monster-misdaad van deze
eeuw: de uitroeiing van de joden.
Juridisch zal er met dit 'verschaalde bewijs' weinig
meer zijn aan te vangen, maar in historisch opzicht
mag de vondst van het archief een aanwinst van kali
ber heten. De emotionele waarde van de omschrij
vingen van voorwerpen uit een ver verleden zal al
leen nog kunnen worden vastgesteld door overleven
den van de holocaust, een handjevol hoogbejaarde
mannen en vrouwen.
J. Presser beschreef in zijn boek 'De Ondergang' de
sfeer waarin de Duitsers maatregelen namen tegen
weerloze joden. Welke rol de Amsterdamse bank
Lippmann, Rosenthal Co aan de Amsterdamse Sar-
pathistraat 55 (Liro) daarbij speelde mag blijken uit
wat volgt.
"Wat men ook van de bezetters mag zeggen, aan vlijt
noch toewijding ontbrak het hen op een terrein
waarop zij hoogstens tegenvallers, nauwelijks tegen
stand en nergens risico's hadden te vrezen...', zegt
Presser op pagina 127 van De Ondergang. Hij doelt
dan op een Duitse verordening nummer 148, die op
8 augustus 1941 van kracht werd. Die verordening
betrof de behandeling van de joodse geldelijke ver
mogens.
Presser: 'Het was het begin van de massale onteige
ning, nu kwamen contant geld, cheques, effecten, te
goeden en bank-deposito's aan de beurt. Alles moest
overgaan naar de Amsterdamse bankiersfirma
Lippmann, Rosenthal Co. Een door de Duitsers
speciaal voor dit doel opgetrokken 'plunderfacade.'
Op 15 augustus liet de Joodse Raad via de ondersteu
nende Coördinatie-Commissie een toelichting op de
'Liro-verordening' verschijnen van de hand van ad
vocaat Marius Levenbach. Maar drie dagen later
volgde de verordening 154 al. Die zou het einde bete
kenen van al het joodse grondbezit in Nederland. En
zo ging het vervolgens met de joodse kunst en ten
slotte ook met de joodse levens.
De bankinstelling Liro is door de na-oorlogse Raad
voor het Rechtsherstel een 'notoire roofinstantie' ge
noemd. Dat was niet overdreven. Toen de bank zich
zo ongeveer al het bezit van joodse Nederlanders had
had toegeëigend, pikte zij ook nog wat laatste graan
tjes mee in het beruchte doorgangskamp Wester
bork.
Geen enkele door Presser aangeroerde bron over
Westerbork heeft een goed woord over voor de daar
opererende bankemployees van Liro. Zelf schrijft hij
er dit over: 'Doorvoede heren met laarzen, achter
over gekamd haar en gemanicuurde nagels. Ze roof
den alles van waarde onder tieren, razen, schelden
en slaan. Een van hen, een vrouw, fouilleerde en
zoog de vrouwen uit die in haar handen vielen. Ze
ontdeed hen van geld en sieraden. Deze 'Überjoden'
- maar wel met ster - klakten soepel met hun hakken.
Deze Liro-agenten wrongen de laatste bezittingen uit
van de 'Transportfahigen'bankpapier, vulpennen
en horloges werden onder het uitdelen van muilpe
ren uit de deportatietreinen geroofd.
In totaal vertrokken uit Westerbork 93 treinen met
ruim 100.000 mensen. Voor het gros was Auschwitz
de eindbestemming, maar tot 20 juli 1943 reden er
ook negentien treinen naar Sobibor met 34.000 men
sen. Wat de Liro-agenten van deze ten dode opge-
schrevenen wisten los te krijgen, bleef waarschijnlijk
buiten de boekhouding, al is het mogelijk dat de he
ren ook dat in hun grenzeloze overmoed te boek
hebben gesteld. Het opgedoken archief bevat talloze
omschrijvingen van kleine zaken als vulpennen, bro
ches en ringen.
Eén transport zal voor Liro volstrekt oninteressant
zijn geweest. In totaal vertrokken er uit de overige
kampen Amersfoort, Ommen en Vught vijf treinen.
Eén daarvan, die van Vught naar Sobibor, had 3017
kinderen tussen 0 en 15 jaar aan boord. Al deze kin
deren werden direct na aankomst in Sobibor vergast.
De benaming Liro was een samentrekking van de na
men Lippman en Rosenthal,, een aanvankelijk goed
aangeschreven joodse bankinstelling, gevestigd aan
de Nieuwe Spiegelstraat in Amsterdam. De bank
kreeg, volgens Lou de Jong, eind mei 1941 een Duitse
zaakwaarnemer en kreeg nog datzelfde jaar in een
souterrain aan de Sarpathistraat 55 een bijkantoor,
kortweg Liro II genoemd. Het bijkantoor had slechts
één doel: het uitwissen van joods bezit.
Ook de opbrengst van 'gepulsde' inboedels (het
woord gepulsd verwijst naar het collaborerende Am
sterdamse verhuisbedrijf Abraham Puls, red.), vooral
het huisraad van gedeporteerde, gevluchte of onder
gedoken joden, belandde bij Liro. Maar ook de tach
tig gulden die het 'Jüdisches Erziehungsfonds' jaar
lijks voor elk joods kind tussen 7 en 15 moest storten
van het toenmalige departement van financiën,
kwam bij Liro terecht.
De Duitse 'Anordnung' van 17 december 1942 werpt
ook nog wat licht op een Liro-activiteit. Vanaf 1 janu
ari 1943 doet Liro geen betalingen meer aan joden.
Niet alleen geen maandelijkse betalingen meer uit ei
gen vermogen, maar ook geen armoede-uitkeringen.
Op den duur kregen Liro-rekeninghouders, overigens
met goedkeuring van de Joodse Raad, helemaal niets
meer van hun eigen geld in handen. In de herfst van
1943 was dat probleem geheel opgelost. Er waren
simpelweg geen joden meer die nog ergens aan
spraak op konden maken.
Presser typeert de rol van de Joodse Raad zo: .Zij
koos niet tussen goed en kwaad, maar tuss
en erger'. Wie onder haar paraplu probeert
schuilen werkte vervolgens noodgedwongt
aan de 'entjüdung'. Maar de felbegeerde pl
een 'Sonderliste' bleek vaak niet meer dan
deportatie.
Het 'Verordnungsblatt' van de bezetter adf
dio 1941 al de sfeer die later zo kenmerken
voor de omstandigheden waarin de Liro-at
plaats hadden. Flet blad wijdt op 26 juni ee
aan het wegnemen van 'joodse voorrechte
daarop moeten joodse winkels op de sabbi
blijven. Ook vinden de contacten tussen d«
Raad en de bezetter bij voorkeur van die la
zaterdagen plaats.
Het was joden (en statenlozen) voorts verb
boten te wonen of duiven te houden. Bezo
theater, concert of expositie was taboe enl
rants, sportvelden en dansscholen warenv
den verboden terrein. Geen jood mocht m
bruik maken van het openbaar vervoer. Di
mer startte Liro energiek de uitvoering van
ning nummer 148.
HILVERSUM MARL) VAN DONKELAAR