M Apache: de nachtmerrie van de cavalerist te J Regels en normen LJ ZATERDAG 29 NOVEMBER 19 Een paar weken geleden is de n we ANS verschenen: de twc druk van de Algemene Nederlar Spraakkunst. In alle kranten is over geschreven. Hier en daar men het zelfs over de bijbel var Nederlandse taal. Wat de dikke Dale is voor de woordenschat, d; de ANS voor de grammatica. Het is veruit de meest comp grammatica die we voor het Net lands hebben. Een lijvig boekw nu in twee delen; niet helen voor niks, maar vergeleken bij gemiddelde software-pakket ti spotgoedkoop (f250,-). Niet iedereen zal meteen een ANS gaa kopen. Als u alleen maar af en toe ee briefje schrijft aan een verre tante in Al melo, zal het zonder ANS ook wel gaan. Maar bij de krant, hij uitgeverijen, in de clame-wereld, in het onderwijs en bij de rechtbank, kortom bij iedereen die bero< halve schrijft, zal de ANS gebruikt worde net als Van Dale en het Groene Boekje. 1 is de gezaghebbende grammatica hij uit stek. Hoe komt de ANS aan dat gezag? Wie paalt dat? Zijn wij nu verplicht te gaan sj ken en schrijven zoals het daar staat? Is ANS streng, of mag er veel? Als je het voc woord mag geloven, hebben de samenst Iers eigenlijk alleen maar beschreven wa iedereen al lang doet. In feite gelden troi wens deze vragen voor het gezag van de dikke Van Dale evenzeer. Hoe zit dat eigenlijk, met beschrijving norm? Ik heb daar tien jaar geleden eens een verhaaltje over geschreven. Beter uit leggen dan ik het toen deed, kan ik niet. Daarom dit verhaaltje. Koning, hoe moeten wij leven? De kon wist het niet en zei: kom morgen ma< terug. Hij riep zijn adviseurs bijeen en vr wat hij het volk moest zeggen. De eerste hield een lang betoog maar de tweede w, het daar niet mee eens. En de derde advi seur zei dal hij in een ander vak was afge studeerd en zich, helaas, moest veront schuldigen. Toen vroeg de koning aan zijn vriende wat hij het volk moest zeggen. De vriend dachten lang na. Je moet het je niet per soonlijk aantrekken, vonden ze. Maar wi koning blijven, zorg dan voor een ant woord. Zorg dal het volk tevreden huis waarts keert. En wat jij zelf vindt, is een a dere kwestie. 1 lou dat goed gescheiden. Die avond zat de koning diep te denke maar hij kwam er niet uit. Laat ging hij n bed en hij vergat de wekker op te windei: er iets, vroeg de koningin, want je vergee de wekker. Toen vertelde de koning wat I volk aan hem gevraagd had, en dat hij ge antwoord wist, en dat de adviseurs verscl lend adviseerden, en dat zijn vrienden w< nig hulp boden, en dat hij erover dacht o morgen af te treden. Malle jongen, zei de koningin. Ik weet hoe je dit moet doen. Zeg morgen tegen volk dat deze kwestie veel te moeilijk is o zo snel af te doen. Laat ze volgende maai maar terugkomen. Stel zeven klerken aar Ze hoeven niet slim te zijn, maar moeten wel hard werken. Gebied hun het land d( te gaan en alles op te schrijven wat de mi sen doen. Heel precies noteren hoe men een eitje pelt, hoe men zijn boterhamme smeert, hoe men een jas uitdoet en buret groet, beschrijf het wachten op de bus en hoe kinderen spelen en hoe grote mense: de liefde bedrijven. Dat wordt alles hij el kaar een heel dik boek. Geef volgende maand, als het volk weer voor de deur st« dat boek aan hen, kijk streng en zeg dan: hier staat precies beschreven hoe ieder li ven moet. Houd u daar stipt aan, want overtredingen worden streng bestraft. De koning was opgelucht, gaf zijn vrou een kus en deed zoals zij had gezegd. De zeven klerken wisten van aanpakken. Bin nen de kortste keren hadden ze een form dabele hoeveelheid beschrijvingen bijeer Alles werd genoteerd, niets sloegen ze ov Het werd inderdaad een heel dik boek. Na een maand kwam het volk weer bij koningen vroeg opnieuw: Koning, hoe moeten wij leven? De koning gaf het boel keek streng en zei wat zijn vrouw hem aa geraden had. Het volk zuchtte diep en mompelde: w hebben een strenge koning want hij schri ons zelfs voor hoe we een eitje moeten pi len en de liefde bedrijven. Maar alles is bi ter dan niet te weten hoe het moet. Wij hebben een goede koning! JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands Zonder dat we er veel van merken, scheren er al een tijdje Apaches over Nederland. Zwarte monsters met een onvoorstelbare vuurkracht. Voor het eerst liet de Koninklijke Luchtmacht toe dat werd meegevlogen in 's werelds meest geavanceerde gevechtshelikopter. Een verslag uit de cockpit van deAH-64 Apache. We jagen in formatie over wei landen, kanalen, snelwegen en nieuwbouw naar 'opstan dige Friezen' die volgens het oefeningsscena rio ergens in het noorden van de Veluwe hun artillerie en tanks hebben opgesteld. We moeten opschieten. De Friezen hebben in middels steun gekregen van de Groningers en Drenten en staan op het punt door te bre ken naar Utrecht. Onze Apaches moeten hun strategische reserve de genadeklap toebren gen. Het zicht is voortreffelijk vandaag, wat ove rigens een tactisch nadeel is want een Apa che wil niet worden gezien. Sluipen en ver rassen, daar gaat het om. Maar de zon staat gelukkig in onze rug en op vele kilometers af stand heeft geen Fries ons in de gaten. Totdat een van onze Hellfire-raketten inslaat in zijn T-72-tank natuurlijk, maar dan is het al te laat. De inzittenden van de drie Apache-ge vechtshelikopters van de Redskins praten niet met elkaar. We oefenen immers een 'deep strike'-missie en dan wil je niet gepeild worden door de vijand. Ter hoogte van het schietterrein De Harskamp razen we over de 'eigen troepen' en zakken zo laag mogelijk om niet ontdekt te worden door de vijandelij ke radar. Het lijkt wel alsof onze Apache aan de herfstige boomtoppen is vastgeplakt. ,,Wat een prachtig land toch hè", kraakt het vrolijk door de intercom van het toestel. En dat ter wijl we met het zweet op het voorhoofd de TADS-doelaanwijzer bestuderen en het diepste wezen van de FLIR-inffaroodsensor proberen te doorgronden. Terwijl de AH-64 Apache van kapitein Pe ter Grijspaardt voor de boomtoppen naar links afzwaait om vanaf een beschutte positie de vijandelijke artillerie uit te schakelen, draaien wij en het toestel van kapitein Onno Eichelsheim naar rechts. De opdracht is sim pel: van de 35 vijandelijke tanks moeten wij minstens de helft uitschakelen. Majoor-vlie ger Wido Gerdsen manoeuvreert onze Apa che behendig tegen de bosrand. Beneden ons staren verbijsterde wandelaars de vervaarlijke Apache-helikopters van het 301 squadron tijdens de oefening tegen 'Opstandige Friezen'. Luchtmacht oefent met geavanceerde helikopters tegen 'opstandige' Friezen heli aan. Je beleeft nog eens wat in de bossen rond Epe. We zijn op 'battle position' en klaar om de vijandelijke tanks op het oefen terrein van de Oldebroeksche Heide onder vuur te nemen. Kudde bizons De Apache schiet omhoog en we kijken uit over het gebied waar de vijandelijke tanks Luitenant Gea van Meurs, een van de twee vrouwelijke Apache-vliegers bij het 301 squadron. FOTO CPD THEO BOMERS zich als een kudde nietsvermoedende bizons ophouden. „Nu is het aan jou", zegt majoor Gerdsen over de intercom. In het achteruit kijkspiegeltje glinstert zijn zwarte helm. Wat met het blote oog niet te zien is, moet ik in de 'frontseat' van de Apache op mijn computer schermpje toveren. Ik zet de infraroodkijker aan en kijk in een groene beeldbuis kilome ters ver weg. Gerdsen houdt de Apache stil zodat ik de camera's in de neus van de heli kopter kan laten zoeken naar de vijandelijke tanks. Opeens ontwaren we op zo'n zes kilo meter afstand witte stippen. De stukken staal stralen zoveel warmte uit dat de infraroodkij ker ze ontdekt. „Het is net alsof er een video-opname uit de Golfoorlog wordt afgespeeld, vind je niet? klinkt het over de intercom. Ik zet de FLIR- infraroodkijker op daglicht-tv, pak de joystick en zoem de tv-camera (officieel TADS, target acquisition/designation sight) in op de tank. Nu gewoon even het vierkantje op de reeds vele malen doorzeefde tank 'locken' en weg is de Hellfire-raket. Vandaag hebben we de Hellfires weliswaar thuis gelaten, maar bij een echte lancering gaat deze raket (waarvan de Apache er zestien kan meevoeren) in het spoor van een door de Apache verzonden laserstraal op zijn doel af. Geen ontkomen Als wij het wapentuig van de Friezen niet hebben vernietigd, dan hebben de twee an dere Apaches dat toch zeker gedaan. Video opnames moeten dat bij de 'de-briefing' uit wijzen. De trainingsmissie is ten einde. Majoor Gerdsen draait de Apache weg. De rust kan terugkeren in de Epese bossen. In formatie jagen we terug naar de basis Coyote, voor de meesten onder ons beter bekend als de vlieg basis Gilze-Rijen, thuisbasis van het 301 squadron Redskins. Nachtmerrie „Ja, de Apache kun je wel de nachtmerrie van de cavalerist noemen. Stel je voor: het is nacht. Je ziet niets, je hoort niets maar ze zijn er wel. Doodeng, want je weet dat zij je met hun infraroodkijker wél zien. Dat geeft een flinke kriebel op de rug", lacht kolonel Dick Bos, commandant van de basis Gilze-Rijen en tevens baas van de tactische helikopter groep. „Wij dwingen met de Apache respect af, al leen al door de aanwezigheid. Ze worden niet voor niets in Bosnië ingezet. Sommigen vin den de Apache lelijk, maar wie heeft ooit ge zegd dat een gevechtshelikopter mooi moet zijn? Hij moet kunnen aanvallen, verkennen en beveiligen. Hij moet al met al kracht heb ben, en dat heeft de Apache. Om een voorbeeld te geven: je hebt maar vier Apaches nodig om een heel tankbataljon uit te schakelen", legt majoor Wido Gerdsen uit. „Hare Majesteit had ons geen mooier ca deau kunnen geven", zegt het hoofd operati en van het squadron die, als hij destijds niet de bon van Defensie uit de KRO-Microgids had ingevuld, nu waarschijnlijk voor de klas had gestaan als leraar biologie en scheikun de. De Apache kan overal en altijd vernieti gend uithalen, maar het liefst doet hij dat toch 's nachts. „We own the night", zegt ma joor Gerdsen. „We bezittten de nacht. En hoe donkerder hoe beter, dus zo min mogelijk maan". Wat een Apache dan teweeg kan brengen, bleek wel in de nacht van 17 januari 1991. Twee Apache-teams van Task Force Normandy vlogen in het pikkedonker diep Irak in om Iraakse radarstations te vernieti gen, zodat de eerste geallieerde jachtbom menwerpers ongestoord op weg konden naar Bagdad. De Irakezen roken onraad en hulden zich in het donker, maar de infraroodkijkers toverden een kraakhelder beeld op de com puterschermpjes van de Apaches. Vier minu ten lang was het prijsschieten met meer dan dertig Hellfire-raketten en tientallen 70mm- raketten. De nacht stond in brand en de Golf oorlog was begonnen. Driekleur In een hangar op het immense complex van Gilze-Rijen staan nu twaalf van de Ameri kaanse landmacht geleende AH-64A Apa ches. Geleend, maar wel uitgedost met de va derlandse driekleur en volledig inzetbaar als Den Haag mocht beslissen om Apaches naar Bosnië te sturen. Te beginnen in 1999 maken de Apaches van het oudere A-type plaats voor de nieuwste en hypermoderne D's, waarvan Nederland er in 1995 dertig kocht voor een vriendenprijsje van 1,3 miljard gul den. De 24 Nederlandse Apache-vliegers zijn ei genlijk militaire pioniers. De Koninklijke Luchtmacht vloog wel met de vertrouwde Alouettes en Bölkows, maar de gevechtsheli kopter is natuurlijk een aparte klasse. Van daar dat iedereen bij het squadron in Gilze- Rijen dolblij is dat Defensie twee jaar geleden koos voor de Amerikaanse Apache en niet voor de Frans/Duitse Tigre gevechtshelikop ter. Niet omdat de Tigre een inferieur toestel zou zijn, maar omdat Nederland met de Apa che gewoon bij de Amerikanen achterop kon springen. Die hebben meer dan achthonderd Apaches, de Fran,sen en Duitsers niet één Ti gre. Tel uit je winst. Majoor Wido Gerdsen weet als geen ander hoe het is Om in de Verenigde Staten opge leid te worden tot Apache-vlieger. Nog voor dat de Nederlandse luchtmacht de Apache kocht, was Gerdsen van 1990 tot 1993 bij Un cle Sam ondergebracht als Apache-vlieger en -instructeur. En het had weinig gescheeld of hij was na de Iraakse inname van Koeweit in augustus 1990 met de eerste Amerikaanse Apache-eenheid naar de Golf gestuurd. Het was dat Nederland zo vroeg nog geen toe stemming had gegeven, anders had ook hij een T-72-tank op zijn conto kunnen schrij ven. „Onze Nederlandse Apache-vliegers zijn opgeleid in Fort Rucker, Alabama en daarna in Fort Hood, een immens complex in Texas waar 43.000 militairen zitten", zegt Gerdsen. „Daar is werkelijk alles voor een perfecte op leiding aanwezig en waarom zouden wij dan opnieuw het wiel willen uitvinden? De mees ten kwamen als volkomen 'leken' in Amerika aan en je zag de Amerikanen denken 'als dat maar goed gaat'. Maar onze eenheid slaagde wel als één van de beste uit de geschiedenis van Fort Hood. Van de tien Hellfires die we in Texas afvuurden, raakten er tien hun doel. De opleiding zit er nu op en sinds september zijn we operationeel inzetbaar." Dolbli) Pablo van de Ven was één van de Nederland se vliegers die de Amerikanen versteld deden staan. Hij begeleidt ons voordat de aanvals- actie op de Friezen kan beginnen over de ba sis naar de geneeskundige dienst voor de keuring. Stel je voor dat een persmuskiet in een Apache een of andere aanval krijgt. 'OK', luidt het vonnis. 'Een goede vlucht Als we onze vliegerspakken hebben aange trokken en op weg gaan naar het squadron gebouw voor een spoedcursus op de simula tor, zegt de 26-jarige luitenant: ..Ik ben echt met mijn neus in de boter gevallen. Ik ben niet zo lang, maar mijn ruggengraat is wel twee centimeter te lang voor een T-37 trai ningstoestel. En dus werd ik afgekeurd voor de F-16. Na een paar jaar gevlogen te hebben op de Alouette, kon ik naar de Apache. En daar ben ik dolblij om. Nu wil ik niet eens meer naar de F-16's." Hij zit nu nog achterin de Apache als vlieger, maar hoopt over enige tijd de grote overstap te kunnen maken naar de 'frontseat'. Daar zit immers de boordcom- mandant en schutter. „Snel erin, snel eruit", is hel credo voor de missie van vandaag. „We vallen 's middags aan en dat verwacht de tegenstander niet. Het gaat om de verrassing. De 'vijandelijke' artillerie staat gericht op het zuidwesten en we vallen ze dan ook in de rug aan", zegt ka pitein Onno Eichelsheim. Hij is de missielei der van vandaag en geeft de laatste briefing. Stafkaarten op de muur. In plaats van het tra ditionele Groenland of Roodland, zijn nu de- Friezen eens de tegenstander. Het is maar een oefenscenario, stelt majoor Gerdsen ons gerust. Op het beton draaien de Apaches warm en worden de laatste controles uitgevoerd. I lelm op, riemen vast, handschoenen aan en duim omhoog. Majoor Gerdsen laat het hoordka- non meedraaien met zijn hoofd. De missie kan beginnen. De Apache taxiel langzaam weg en met de neus naar beneden duwt ma joor Wido Gerdsen de ruim zeven ton zware oorlogsrnachine de lucht in. Hadden de Frie zen zich maar nooit onafhankelijk verklaard. Op hol „Een fucking-gocd apparaat hè?", constateert squadroncommandant luitenant-kolonel Theo ten Haaf bij terugkomst droog. „Tijdens jullie missie werd trouwens meteen gebeld dat er een paar paarden op hol waren gesla gen toen jullie overkwamen. We hebben toen meteen de route veranderd. Kijk, het is onzin om te zeggen dat we met de Apaches nooit voor overlast zullen zorgen. Het zijn nu een maal zware helikopters, maar we houden al tijd rekening met onze omgeving. Vanavond ga ik bijvoorbeeld met drie Apaches op ver kenning in Noord-Limburg. Toet) we de rou te nog eens goed doornamen, bleek dat we toch wel heel dicht in de buurt van een ge vangenis zouden komen. Gezien de recente problemen met helikopters bij gevangenissen we daarom besloten we de route te verleg gen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 45