ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
Boeren spitten
naar fouten
zen, wisten ze dat bij een uitbraak van var
kenspest alle bedrijven in een verzorgingsge
bied - of die grens nu drie, zeven of tien kilo
meter was - met bloedproeven moesten wor
den gecontroleerd. Maar er werden geen
bloedonderzoeken gedaan, nee... ze kwamen
af en toe wel even kijken."
Grove fouten
Volgens de onderzoekers is landbouwminis
ter Van Aartsen in paniek geraakt toen in
april het station voor kunstmatige insemina
tie Wanroy in opspraak raakte. „Door een
fout zijn bloedmonsters onleesbaar gewor
den. De buisjes werden in een plastic zak af
geleverd. Er zat meer bloed aan de buiten
kant dan aan de binnenkant van die buisjes.
Daardoor wist niemand meer welk monster
bij welk dier hoorde.
De pest kan, zo stelde men, ook via sperma
verspreid worden. Alle 1700 bedrijven die
sperma van Wanroy kregen, moesten dus als
verdacht worden beschouwd. Vanaf dat mo
ment gaf Van Aartsen de boeren de schuld.
Maar het was zijn eigen dienst KW die die
reageerbuisjes door elkaar haalde.De RW
geeft heel nauw de ID-DEO de schuld, maar
degene die uitsluitsel kan geven heeft, op
nieuw, een spreekverbod. Gelukkig heeft die
man in een verhaal van De Boerderij (Land
bouwblad, red.) al verteld dat de RW schul-
dig was."
Het besluit van Van Aartsen om toen op
nieuw tot preventieve ruimingen over te
gaan, was volgens de boeren goed. „Maar het
werd niet uitgevoerd. Er werd zo lang mee
gewacht, dat het soms vier weken duurde eer
een bedrijf aan de beurt was. Dan moest je in
feite al weer een nieuwe cirkel om zo'n be
drijf trekken. Want het vims kon zich al weer
verder hebben verspreid. Binnen twee dagen
moet zoiets gebeuren, niet na drie of vier we
ken. En niet van binnen naar buiten de cirkel
afwerken, maar van de buitenste ring naar
binnen. Dat gebeurde ook niet. Grove fouten
die de verspreiding van de pest in de hand
hebben gewerkt."
'Afschuwelijk"
Wat de boeren heeft gestoken, is de 'middel
eeuwse manier' waarop hun dieren werden
afgevoerd bij de ruimingen. „Zo'n val van 2,5
tot 3 meter in zo'n container, dat is toch be
lachelijk. Dat hebben alle boeren afschuwe
lijk gevonden, allemaal. Terwijl de meesten
met de gordijnen dicht de ruimingen onder
gingen, werd de pers buiten getrakteerd op
vliegende dode varkens. Dat kan en moet an
ders. Met een lopende band, verzin maar iets.
Maar nee hoor, sommige dieren maakten in
de lucht nog stuiptrekkingen. Het pijnlijke is
dat boeren in die situaties niets meer over
hun dieren te zeggen hebben. De overheid is
dan de baas en doet het op die manier. Maar
de boeren worden er op aangekeken.
Hel excuus was de massaliteit, dat alles
snel moest. Maar de containers werden van
boven niet eens afgesloten en men reed er
mee door gebieden waar veel varkenshou
ders zaten. Daar is ook over geklaagd; boeren
raakten in paniek. We denken dat ook daar
door bedrijven besmet zijn geraakt. Het virus
kan in de wind zo'n twintig tot vijftig worden
meegedragen. Ook vanaf containers. En wat
te denken van het personeel van de RW. Dat
stond soms met zeven man in je stallen te
tellen en te rekenen. Terwijl ze net bij een
collega met de pest waren geweest. Daar was
geen boer blij mee."
Helemaal fout ging het volgens Tonnaer
toen de militairen zich er mee bemoeiden.
Zeugen die met sperma van het k.i.-station
Wanroy waren bevrucht, moesten in snel
tempo worden gedood en opgehaald. Het le
ger werd wegens capaciteitsproblemen inge
zet. In de laadbakken van de defensievoertui
gen werd daarvoor plastic gelegd waar bo
venop de varkens werden geladen. „Daarna
sloegen ze het plastic dicht, maar tijdens het
rijden waaide dat weer open. Vervolgens leg
den ze gewoon een of twee zeugen bovenop
het dichtgeslagen plastic, zodat het niet meer
open waaide. Kwam zo'n dode zeug als een
demonstratie voorbijrijden. Verschrikkelijk."
Kernvraag
Tonnaer heeft een baantje gevonden. Hij
maakt momenteel kerstpakketten, zoals veel
collega's. „Ik moet mijn gezin toch onder
houden?!" Ook Van den Eisen heeft werk. In
de kantines veronderstellen hun collega's dat
de pest over is. „Omdat ergens anders in Ne
derland de vervoersverboden zijn opgeheven.
Maar bij ons duurt het nog wel even voor er
weer iets in de stal staat"
Het onderzoek doen zij er graag bij. .An
ders zit je maar niets te doen. dat verveelt.
We moeten hier als branche van Ieren. Maar
we willen niet als zondebok worden aange
wezen. Niemand heeft expres de pest gekre
gen!"
De Europese Unie, die een onderzoek in
stelt naar de aanpak van de varkenspest in
Nederland, kan het rapport van het boeren-
collectief tegemoet zien. In februari moet het
klaar zijn. „De Nederlandse overheid heeft
gefaald. Dat moet worden onderzocht. Het is
na de Watersnoodramp de grootste naoor
logse catastrofe. En de duurste. In België en
Duitsland hebben pestepidemieën hoogstens
voor enkele honderden miljoenen schade
aangericht. Wat is hier verkeerd gegaan?"
ZATERDAG 29 NOVEMBER 1997
Twaalf varkensboeren en
boerinnen uit De Peel doen
onderzoek naar het
overheidsoptreden rond de
pestepidemie. Zij zijn de
beschuldigende vinger van
mdbouwminister Van Aartsen
beu. Een gesprek aan de
oerentafel over blunders bij de
mpak van de epidemie. „Deze
omvang van de varkenspest,
met totale kosten tussen de
■even en acht miljard gulden,
was niet nodig geweest. Dat
moet uitgezocht worden.
Kadavers in Odiliapeel op weg naar de containers. De brute wijze waarop de dieren werden afgevoerd, heeft de boeren flink gestoken. 'Verschrikkelijk afschuwelijk' was het.
foto archief anp
i drukte van belang in
De Peel, de 24 uur voordat op 4
februari de uitbraak van var-
nspest officieel werd. Varkenshouders,
Pr^g, nsporteurs en voederbedrijven werkten
nacht door om nog zoveel mogelijk die-
wePte krïjëen- ^et gerucht over varkens-
st bij boer Melis in Venhorst was niemand
tgaan. „Alle boeren in de buurt, zelfs de
lega's met kippen en koeien, wisten er
)e boeren in De Peel maakten de grootste
die ze konden maken. En ze weten het.
edden wat er te redden valt, was de ge-
:hte. Want als er echt pest heerste, mocht
mand meer dieren verplaatsen. Iedereen
d er aan mee, er werd zesendertig uur aan
stuk gewerkt. Menselijk gezien begrijpe-
want de financiële belangen waren groot.'
ir het was een grote fout van ons alle-
il, kunnen we nu wel stellen. Het zal ook
weer gebeuren, ik weet het zeker."
Te laat doorgegeven pestgevallen, slecht en
dig afgenomen bloedmonsters, gebrekki-
vervoersverboden en te laat uitgevoerde
mingen van besmette bedrijven. Volgens
onderzoekscollectief van varkensboeren
t de overheid bij de bestrijding van de
idemie veel steken laten vallen.
ds Tonnaer, varkensboer te Odiliapeel, zit
t zijn collega Henk van den Eisen uit Ge
rt aan zijn met plastic omtrokken keuken-
i. Sterke handen houden de documenten
t. „De overheid wijst steevast naar de boe
als hoofdschuldigen. Maar als ze zelf eer-
'Wij willen de schuld van de varkenspest niet krijgen'
der een vervoersverbod had ingesteld, was
het zo ver niet gekomen. De beesten van Me
lis werden op 3 februari positief bevonden.
Op 4 februari na vijven werd het vervoersver
bod afgekondigd.
Doordat het personeel pas de volgende
ochtend terugkwam, is het vervoersverbod
toen geregeld. Bleek er eerst ook nog een gat
van jewelste in de begrenzing van het om
schreven gebied te zitten. Hadden ze juri
disch geen poot om op te staan. Dat zijn toch
grote blunders? Bovendien werd al weken ge
keken wat die beesten van Melis toch man
keerden. Waarom duurde het zo lang voor de
pest werd ontdekt?"
Oneindige lijst
Tonnaer en Van den Eisen onderzoeken sa
men met tien andere boeren en boerinnen
de fouten tijdens de varkenspest. Hun lijst
met bevindingen, neergelegd in 'een tussen
rapport', is schier oneindig. Zo blijkt de Ge
zondheidsdienst voor Dieren boeren uit Odi
liapeel op 4 februari nog te hebben gemeld
dat zij hun dieren rustig konden 1
Maar op 6 februari hoorden diezelfde boeren
om half acht 's ochtends via de radio dat een
tweede geval van pest was geconstateerd in
hun eigen dorp. Ook de eigenaar van het ge
troffen bedrijf moest het via de radio verne
men. Tonnaer: "Bij de RW (Rijksdienst voor
de keuring van Vee en Vlees, red.) zeiden ze
daarover later tegen die boer: 'We beginnen
hier pas om acht uur'. Een schande, ze had
den hem toch even kunnen bellen?"
Tonnaer en van den Eisen willen met hun
collega's tegenwicht bieden aan de beschul
digende vinger van de overheid in de richting
van de boeren. „De overheid was zelf hele
maal niet voorbereid op een pestepidemie.
Er is inadequaat gereageerd. Als boeren tevo
ren hadden geweten dat er later een opkoop
regeling zou komen, was er in die beginda
gen niet meer gereden. Maar dat wist nie
mand."
Kritiek
De feiten rollen Tonnaer en Van den Eisen in
een niet aflatende stroom uit de mond. Hun
onderzoek moet uitmonden in een boek, dat
door drie freelance journalisten wordt ge
schreven. „Zij kunnen schrijven en afstand
nemen. Wij zijn partij. We hebben collega-
boeren gevraagd hun ervaringen op te schrij
ven en ons toe te sturen. Zelf onderzoeken
we de zaak tot op de bodem. In het boek ko
men trouwens ook de fouten van de boeren
te staan. Het moet een eerlijk boek worden.
We denken dat het tot een parlementaire en
quête kan leiden. Die zeven en acht miljard
gulden die de pest nu gaat kosten, waren niet
nodig geweest."
Tonnaer en Van den Eisen klagen over het
gebrek aan openheid bij instellingen. Van
den Eisen: „Drie weken voordat de pest werd
ontdekt, kreeg Maris nog te horen dat zijn
zieke dieren geen pest hadden. De bloed
monsters vlogen heen en weer tussen de Ge
zondheidsdienst voor Dieren en de dienst
ID-DLO die als enige bloedproeven met een
formele status mag uitvoeren. Boeren die nu
de testresultaten van hun eigen dieren nog
eens willen bekijken, krijgen niets te zien. Ze
houden de deur dicht, we krijgen niets te ho
ren, We gaan er van uit dat ze bang zijn voor
schadeclaims." Tonnaer zelf hoorde op 7 juni
dat op 9 mei al twee bloedmonsters van zijn
varkens positief waren bevonden. De ambte
naar van de Gezondheidsdienst reageerde
verbaasd toen Tonnaer hem meldde dat zijn
varkens nog gewoon in de stal stonden. „'Ben
je dan nog niet geruimd', vroeg hij. Maar ik
wist van niets. Als ik de pest in huis had, had
den ze bij mij toch direct moeten ruimen?
Om verdere besmetting te voorkomen. Toen
ik later terugbelde, mocht die man plotseling
niets meer zeggen. Ook bang voor eventuele
aansprakelijkheid.
Op 2 juni hadden ze potdomme nog de
bordjes 'verdacht' van mijn erf gehaald. Alsof
het pestvrij was! Ik vertrouwde het al niet. Ik
heb toen zelf iedereen gebeld om te zeggen
dat ze niet bij me langs moesten komen. Uit
eindelijk heb ik op 22 juni de Gezondheids
dienst ook nog eens zelf moeten bellen om te
zeggen dat ze de dieren moesten komen rui
men. Toen zag ik aan de varkens dat ze ziek
waren. Dit soort verhalen zijn er legio. Veel
collega's hebben dergelijke blunders meege
maakt."
De boeren stellen dat het ministerie de uit
braak van de varkenspest totaal heeft onder
schat. „Men reageerde inadequaat. In de
draaiboeken stond nog dat voor het schoon
maken van de stallen in natronloog gedrenk
te jutezakken gebruikt moesten worden.
Vooroorlogs gewoon. Dat draaiboek was
sterk verouderd. Telefoonlijsten waren nog
niet naar tiencijferige nummers omgeschre
ven. En er werd nog gesproken over de 'te
lex', terwijl de fax en de E-mail al heel lang
geleden de telex vervingen. Wat de dieren
arts, de burgemeester, de destructor
(vernietiger, red.) en de politie moesten doen
bij een uitbraak van varkenspest, dat stond er
allemaal niet in. Nee, ze waren op het minis
terie te druk bezig met de bestrijding van
mond- en klauwzeer bij koeien. Voor de var
kens hadden ze geen aandacht."
Van de protocollen en maatregelen die de
overheid de eerste twee maanden uitschreef,
waren er in april nog maar vier actief. „De
rest is bijgesteld of ingetrokken." Opnieuw
een bewijs, volgens de boeren, dat de over
heid in paniek de verkeerde besluiten nam.
„Als ze de EG-richtlijnen goed hadden gele-
ensboeren Jos Tonnaer (links) en Henk van den Eisen: 'De overheid wijst steevast naar de boeren als hoofdschuldigen, maar als ze eerder een
oersverbod hadden ingesteld was het zover niet gekomen'. foto cpd cees zorn