bPORT
'Nagano is een leuke web-site'
André Ooijer: 'Ik wil geen handelswaar zijn'
I tKUAu NuvtMBtK i yy
Vandaag en morgen geven vrijwel alle
mondiale topschaatsers op de 1500, 3000
en 5000 meter acte de présence in
Berlijn, waar de eerste Europese
wereldbekerwedstrijden van dit
olympische seizoen verreden worden.
Specialist jeroen Straathof, lid van de
sprintkernploeg van bondscoach Peter
Müller, ontbreekt en volgt de
verrichtingen van zijn (inter)nationale
concurrenten voor de buis. De geboren
Zoeterwoudenaar kampt met een
hardnekkige spierblessure aan zijn
linkerbovenbeen en mijdt onnodig risico.
Want de kwetsuur is 'redelijk onder
controle' én de wereldkampioen van
1996 op de 1500 meter is een startbewijs
voor de World Cup in Heerenveen
(komend weekeinde) toegezegd.
Tijdens de zogenaamde 'Oval Series', twee
weken geleden op de olympische baan van
het Canadese Calgary, kreeg Straathof (25)
voor het eerst echt last. Zijn krachtige afzet
bij de start op de 1500 meter veroorzaakte
een pijnlijk trekkend gevoel aan de binnen
kant van zijn bovenbeen. „Het gaat puur
om een lokale plek in mijn lichaam, die als
het ware geen toestemming geeft om in
Berlijn te rijden. Daar baal ik van, want ik
had wel die intentie. Wedstrijden moet je
rijden, alleen al om te zien hoe je er inter
nationaal voor staat. Maar om nou te ope
nen in 26 rond in plaats van 24,5; daarvoor
ga ik geen World Cup rijden. Juist die span
ning bij de start zorgt voor een explosie. Als
dat totale gevoel er niet is, dan kan ik er zelf
ook geen voldoening uit halen."
Straathof is er de man niet naar om aan
de vooravond van het NK afstanden (van 18
tot en met 21 december), waar de olympi
sche tickets verdiend moeten worden, in
paniek te raken. Hij luistert gewoon naar
het gelijkluidende advies van fysiotherapeut
en bondsarts: onverstandig om te rijden. De
medici constateerden haarscheurtjes, maar
de preciese oorzaak kon niet worden aan
gegeven. Bovendien hebben opgedane er-*
varingen van Straathof een completere,
mentaal evenwichtere schaatser gemaakt.
„Na de Olympische Winterspelen in Lille-
hammer had ik last van een enkelblessure.
Daardoor kon ik niet aan het NK allround
meedoen. Maar toen kwam vervolgens de
World Cup-wedstrijd in Heerenveen en die
won ik. Het is nu zo, dat alleen de startbe
weging een probleem vormt. Ik heb het van
de week toch weer even geprobeerd; mis
schien onverstandig, maar dat is nu een
maal de topsporter in je. Die moet een goed
gevoel over de start krijgen."
De Nederlandse afstandskampioen-
Jeroen Straathof: „Ik weet wat de Spelen inhouden en heb via Internet maar alvast m'n naam in het gastenboek gezet.
foto henk bouwman
Jeroen Straathof voelt zich thuis in sprintkernploeg
schappen staan ook in het wedstrijdboek
van Straathof met vette letters gedrukt. Ab
Krook, inmiddels topsportcoördinator bij
de KNSB, informeerde de voor Nagano ge
nomineerde schaatsers over de procedure.
Straathof: „De nummers één en twee van
het NK zijn zeker van de Olympische Win
terspelen. De derde ook, mits genomineerd
en de vierde is mede afhankelijk van het
verschil met de rest. Ik noem geen namen
van kanshebbers, want dan kun je ze alle
maal wel invullen. De grootste tegenstander
ben je uiteindelijk zelf. Wat heb ik eraan om
me met anderen bezig te houden. Iedereen
traipl anders, rijdt anders, praat anders. Dat
heb ik wel geleerd. De Nederlanders heb
ben wél allemaal hard gereden, maar zijn
niet allemaal op één moment bij elkaar ge
weest. Ik was er bijvoorbeeld bij toen Erben
Wennemars 1.49 op de 1500 meter reed.
Maar wat zou ik op de klokken hebben ge
zet, als ik daar ook die afstand geschaatst
had? Dat vraag je jezelf dus wel af, maar je
moet er overheen proberen te stappen."
Na vijf seizoenen in de kernploeg all
round, maakte Straathof - officieel op 1
april - de opvallende overstap naar de na
tionale sprintselectie. Een beslissing waar
de wereldjuniorenkampioen van 1992 niet
de geringste spijt van heeft. „Kijk ik terug,
dan vind ik dit de prettigste ploeg, waarin ik
ooit gezeten heb. Ik kan met iedereen door
één deur en dat is belangrijk. Niets nega
tiefs over de andere ploegen hoor, maar zo
wel deze gemengde groep als deze trainer
bevallen mij heel erg goed. Ik heb er wel
eerst over gefilosofeerd. Bij de allrounders
van Henk Gemser wist ik precies wat ik had
en dus stelde ik mezelf de vraag: 'Kies je
voor zekerheid of voor een nieuwe uitda
ging.' Ik was nieuwsgierig naar Müllers ma
nier van trainen, hoe hij Dan Jansen en
Bonnie Blair zo hard heeft laten rijden en
waarom de Nederlandse sprinters vorig sei
zoen juist minder hard reden."
De Amerikaanse toptrainer Peter Müller,
die tijdens de Winterspelen van 1976 goud
op de 1000 meter veroverde, bombardeerde
Straathof tot 'captain' van zijn sprintploeg.
Niet omdat hij hem als de rapste zag, maar
op basis van zijn wedstrijdervaring en trai
ningsbenadering. „Een mooi compliment",
vindt Straathof, die als 'thuis' zowel het
buurtschap Gelderswoude (inwonend bij
zijn neef), zijn geboorteplaats Zoeterwoude
(ouders) als Leiden (zijn vriendin) bestem
pelt. „Het is logisch dat je de ene trainer
met de andere vergelijkt. Je moet een refe
rentiepunt hebben, zo kwalificeer je men
sen. Peter is een heel mooi mens. Hij is
puur, gewoon zichzelf. Er zijn er velen bin
nen de schaatswereld die niet zichzelf zijn,
een buitenkantje hebben. Die zullen nooit
het achterste van hun tong laten zien. Als ik
een goed gesprek met Peter heb, dan weet
ik precies hoe hij over de zaken denkt. Die
echtheid, dat is een goede basis."
Straathof vindt dat Müller als ex-top-
schaatser bovendien een voorsprong op an
dere trainers heeft. „Hij weet precies wat er
in het hoofd van een sporter omgaat. Daar
door krijgt 'ie je scherp en overtuigt hij je
van dingen, waarover je zelf nog twijfelt. Pe
ter heeft wel eens gezegd: 'Als ik het niet
meer op jullie kan overbrengen, dan stop ik
gelijk.' Natuurlijk heeft iedere trainer - Pe
ter, Henk Gemser, Ab Krook, Leen Pfrom-
mer - ook zijn negatieve kanten. Maar daar
kom je pas achter als je wat meer afstand
hebt genomen."
Straathof heeft het gevoel dat alles om
hem heen klopt en zijn keuze wordt geres
pecteerd. De Canadese Cateriona LeMay-
Doan, sinds vorig weekeinde (World Cup in
Calgary) met 37,90 wereldrecordhoudster
op de 500 meter, verwelkomde hem zo in
het internationale gezelschap sprinters:
Your port of the cool guys now.Nu Straat
hof in Nederland is en de andere sprinters
elders, valt de 1500 meter-crack terug op
'vrienden voor het leven' zoals de voormalig
gewestelijk trainer van Zuid-Holland, Zoe
terwoudenaar Wim den Eisen. Die begeleidt
hem met instemming van Müller op en bui
ten het ijs. „Ik ken Wim al sinds mijn veer
tiende. Hij wijst me nog steeds op de basis
van het schaatsen en let op details. En dé&r
gaat het, zeker in dit olympische jaar, om.
Het klinkt misschien gek, maar als topspor
ter stap je er nog wel eens overheen."
Met de klapschaats is Straathof inmiddels
volledig vertrouwd. Hij stapte er in augus
tus in Calgary definitief op over en schaats
te direct op de 500 meter naar 37,9, slechts
tweetiende van een seconde boven zijn per
soonlijk record. „En de liefde voor de
schaatsbeweging is hetzelfde gebleven", zo
wil de stylist er ook over kwijt. Een top-
schaatser die nu nog twijfelt over het nut
van de klapschaats, is volgens Straathof ze
ker met het oog op Nagano verkeerd bezig.
Durft de molenaarszoon eigenlijk al aan de
Japanse olympische stad te denken. „Naga
no? Dat is op dit moment een leuke web-si
te. Via de KNSB-pagina kun je er informatie
over krijgen. Het schijnt een snelle baan te
zijn, maar dat is het enige, wat ik ervan
weet. Nagano ligt ook zover weg. Van Lille-
hammer zag je nog wel eens een flits. Maar
je stuurt niet zomaar even een camera-
ploegje naar lapan. Ik weet wel wat de Spe
len inhouden en heb via Internet alvast
maar m'n naam in het gastenboek gezet."
Europese topclubs in de rij voor Roda-speler
Voor 1 juli van het volgend jaar kan Roda JC
voor André Ooijer nog vele miljoenen gul
dens vragen. Na die datum geen stuiver
meer. De middenvelder is dan transfervrij
en de Limburgse club, als gevolg van het
Bosman-arrest, rechtenloos. In het zuiden
vindt thans een indringende afweging
plaats van sportieve en zakelijke belangen.
In de zomer van 1995, toen de kruitdam
pen van de Europa Cup 1-triomf in Wenen
nog nauwelijks waren opgestegen, maakte
André Ooijer stilletjes de overstap van Ajax
naar Roda JC. De Limburgers hoefden voor
de bij Van Gaal overbodig geworden verde
diger niet meer dan drie ton te betalen.
Amper tweeënhalf jaar later blijkt dat er
toch een parel van de hand is gedaan. De
grootste clubs van Europa hebben zich voor
een onmiddellijke transfer gemeld - Ever-
ton, Borussia Dortmund, Internazionale
Milaan, Deportivo La Coruna, Sporting
Gijon, PSV én Ajax - en het is bepaald niet
gering hoeveel geld er de club al zou zijn
geboden. „Echt heel veel", zegt Arnold
Hendriks, bestuurslid technische zaken van
RodaJC.
Via een voetbalmakelaar legde Deportivo
La Coruna onlangs in Kerkrade een bod
neer van zeven miljoen gulden. Zonder de
medewerking van Ooijer kon Hendriks er
evenwel niets mee beginnen. .Aile geïnte
resseerde clubs verwijs ik door naar Ooijer
of diens zaakwaarnemer, Sigi Lens. Ik zeg
tegen ze, zorg eerst maar eens dat je er met
Ooijer uitkomt. Eerder heeft het geen nut
om over bedragen te praten. Vervolgens
hoor ik dan meestal niets meer, want het is
heel moeilijk om Lens aan de telefoon te
krijgen".
De speler zelf duizelt van al die aanbie
dingen. „Al die grote clubs, denk ik soms,
wat moeten die nou bij mij?". Met verbijs
tering en ongeloof heeft hij er kennis van
genomen. „Zeven miljoen gulden is niet
normaal meer. Daar krijgt een paard toch
de hik van. En dat terwijl ik hier over een
halfjaartje nota bene gratis kan vertrekken".
Hendriks en Roda JC zien een tussentijd
se lucratieve deal van de per 30 juni van het
volgend jaar transfervrije voetballer uiter
aard zitten, business is business. „Zeven
miljoen is bijna zestig procent van onze
jaarbegroting van twaalf miljoen".
Bovendien is de vervanger van Ooijer - de
Belg Jos Valgaeren - in de selectie op sport
park Kaalheide al aanwezig. Hendriks: „In
André Ooijer 'Al die grote clubs, denk ik soms, wat moeten die nou met mij?' foto anp
de aanloop naar dit seizoen wees alles erop
dat Ooijer bij ons zou vertrekken, naar PSV.
Om die reden hebben wij toen alvast Val
gaeren bij KV Mechelen weggehaald. We
hebben ze nu alle twee op de begroting
staan. Dat is ons eerste verlies. Het tweede
verlies is dat we waarschijnlijk geen stuiver
meer voor Ooijer zullen ontvangen. Dat is
de realiteit".
Roda dreigt een geducht bedrag mis te lo
pen, maar Hendriks zal daar niet moeilijk
over doen. „Het is het risico van het vak.
Ooijer zal de tweede speler worden die wij
noodgedwongen transfervrij moeten laten
gaan. Van Galen naar NAC was de eerste.
Maar zelf hebben wij van de afschaffing van
het transfersysteem ook veel voordeel ge
had. Een stuk of acht spelers hebben wij in
middels al gratis in huis gehaald, onder wie
Sibon, Vrede en Van Haaren. Het heeft met
beleid te maken. Dat zal erop gericht moe
ten zijn om de belangrijkste spelers altijd
langdurig onder contract te hebben".
Ooijer zit op het ogenblik in een zetel. Hij
wacht geduldig af om, straks in de winter
stop, rustig en weloverwogen z'n koers te
kunnen bepalen en tegelijkertijd z'n spor
tieve en financiële toekomst veilig te stellen.
Aan een voor z'n huidige club zo interes
sante tussentijdse transactie is hij niet be
reid mee te werken. „Zeven miljoen gulden
is voor een club als Roda natuurlijk van har
te welkom. Zakelijk gezien kan ik voor het
standpunt van de club begrip opbrengen.
Sportief niet. Het getuigt van weinig ambi
tie om de goede spelers in de verkoop te
doen".
Voor het grote geld zal de geboren Am
sterdammer, zegt hij, beslist niet bezwijken.
„Zeker niet op dit moment. Ik blijf bij de
lijn die ik in augustus, voor het begin van
deze competitie, voor mezelf heb uitgestip
peld. PSV wilde me echt hebben, dat weet
ik, maar met Roda konden ze er kennelijk
niet uitkomen. Ik heb toen de knoop door
gehakt en gezegd: 'Dan blijf ik het hele sei
zoen bij Roda. Als ik hier begin, dan maak
ik het hier ook af. Bovendien heeft Roda
een goed elftal en is Jol een toptrainer. Voor
mijn ontwikkeling is dat geen slechte zaak".
Hij zweert dat zijn keuze in weerwil van
de hardnekkige geruchten (PSV) nog niet
vaststaat. „In januari ga ik met Lens om de
tafel zitten om alle opties door te nemen.
Maak je een keuze dan moet je je die zeker
niet laten opdringen. Er zijn grote financiële
maar ook grote sportieve belangen mee ge
moeid. Ik ga niet zomaar naar een andere
club. Ik wil geen handelswaar zijn. Ik wil bij
mijn nieuwe club ook bij de eerste elf kun
nen komen. Of dat nou bij Barcelona is of
bij Abbecouwaldo 6".
Druk wordt er door Roda op de speler
niet uitgeoefend, zegt Hendriks. „Laat ik
heel duidelijk zijn: het is een gezonde situa
tie dat voetballers eindelijk zelf hun toe
komst kunnen bepalen. André valt niets te
verwijten. Hij werkt hier nog even hard als
op de eerste dag van zijn contract. Elke
wedstrijd geeft hij wat hij waard is, alsof we
nog kampioen kunnen worden. Hij is een
prof en hij doet het goed".
Bij Sigi Lens, z'n zaakwaarnemer, schijnt
de voetballer in goede handen te zijn. Hen
driks: „Lens maakt geen misbruik van de si
tuatie. Hij doet het keurig netjes en laat de
beslissing, zo is mij gebleken, helemaal over
aan André. De laatste keer dat ik met bei
den om de tafel zat, hoorde ik Lens nog te
gen Ooijer zeggen: 'Praat eerst eens met die
ouwe van je, vraag hem eens wat die ervan
vindt".
Een langer verblijf in Kerkrade is voor
Ooijer onbespreekbaar. „Al driekwart jaar
weet het bestuur dat ik vertrek. Ik voel er
niks voor om mijn contract hier open te
breken en te verlengen. Het is, vind ik, nu
de hoogste tijd om mijn plafond te zoeken.
Er zijn volop kansen om hogerop te komen
en die wil ik pakken
André Ooijer is de jongste zoon van een
Amsterdamse banketbakker. Acht jaar onaf
gebroken volgde hij, als rechtsback, bij Ajax
de befaamde jeugdopleiding. Hij maakte
deel uit van een lichting, waartoe ook Tarik
Oulida, Jordi Cruijff en Clyde Wijnhard be
hoorden. Eenmaal achttien oordeelde de
toenmalige directeur betaald voetbal, Van
Gaal, hem te licht voor de A-selectie. Op ba
sis van een huurovereenkomst vond hij één
seizoen onderdak bij Volendam. Ondertus
sen had Reiziger, z'n grote concurrent, in de
verdediging van Ajax 1 z'n kans gekregen én
gegrepen.
„Ajax stelde voor me nog een seizoen te
verhuren of anders te verkopen. Rijsbergen
wou me meenemen naar NAC. Spelbos wil
de me graag hebben bij Vitesse en Stevens
bij Roda. Ook Feyenoord belde nog, maar
toen had ik al een akkoord met Roda".
In het diepe zuiden begon de jonge Am
sterdammer aan een niet gedachte opmars.
„Bij Ajax moest ik als rechtsback mijn man
netje uitschakelen, simpel spelen en de bal
inleveren bij Oulida. Onder Stevens ben ik
bij Roda verschrikkelijk gegroeid als verde
digende middenvelder en Jol is het geweest
dank zij wie mijn carrière in een stroomver
snelling is geraakt".
De trainer uit Scheveningen boorde on
vermoede kwaliteiten bij hem aan. „Jol
maakte me ervan bewust dat ik met mijn
capaciteiten veel meer moest doen. Ik kreeg
de opdracht niet alleen m'n directe tegen
stander uit te schakelen, maar daarnaast
ook nog eens aan te vallen. Het heeft ertoe
geleid dat ik op het ogenblik met zes doel
punten zelfs de topscorer van Roda ben en
het waren nog geeneens de minste doel
punten ook. Jol wijst me op de kleine dinge
tjes, de zogenaamde details die nou net het
verschil bepalen tussen top of subtop".
Ballenjongens
In welke gemoedstoestand eer-
keerde PSV-speler Cocu in
Kiev, toen hij naar woorden
zocht om het l-l gelijkspel tegen
Dinamo te verklaren?
Teleurgesteld? Teleurgesteld
was Cocu zeker.
Aangeslagen? Alle reden toe.
Maar daarmee, met begrippen
als teleurgesteld en aangeslagen,
doen wij Cocu's humeur in een
donkere gang van het kolossale
Oekraïense stadion te kort.
Verdrietig dan
Was Cocu na het gelijkspel,
dat aankwam als een nederlaag,
het verdriet naar de lippen ge
stegen? En of dat op zichzelf al
niet erg genoeg was, verscheen
daar ook nog een reporter om
naar zijn malaise te informeren,
of dat niet al met koeienletters
op zijn voorhoofd geschreven
stond.
Ja, verdrietig komt in de
buurt. Goed geprobeerd. Maar er
moet een beter woord zijn.
Niet dat Cocu niet teleurge
steld, aangeslagen of verdrietig
was. Hij was het namelijk alle
maal tegelijk - en ook nog was
hij boos. boos op de scheidsrech
ter, „die blinde" - maar hoe vat
je dit in één woord?
Down?
Goed woord wel, down. Voel
de Cocu zich down, nadat PSV
zich uitgeschakeld wist in de
Champions League en hij ge
vraagd werd de catastrofe in zijn
eigen woorden samen te vatten?
Voetballers hebben dat wel
eens. eens in de zoveel tijd, een
onverwachte aanval van zich
onbeschrijflijk down voelen. Bij
een gebrek aan respect bijvoor
beeld
Seedorfdonderdag.
Werd een kwartier voor tijd
gesommeerd zijn plaats af te
staan aan een invaller. Real Ma
drid was toen al door elf lever
traandrinkers uit Trondheim in
een hopeloze positie gemanoeu
vreerd, 2-0 achter.
Seedorf, op parmantig blauwe
schoentjes en met een helemaal
te kekke haarband, maakte een
gebaar naar zijn trainer van
snap je er dan helemaal niks
van, sufferd, snap je niet dat ik
juist mijn krachten heb lopen
sparen voor het slotoffensief
waarin ik, de briljante Seedorf,
die Noren eens een koekje van
eigen deeg zal bakken?
Gebukt onder dit schrijnend
gebrek aan respect sjokte Seedorf
naar de kant om zich daar ge
rieflijk terug te trekken in een
onpeilbare downheid. Hier ver
liet een zichtbaar teleurgestelde,
aangeslagen, verdrietige, boze.
in vier woorden 'n intens doume
speler het veld. Onbegrepen ook.
Ja, zo moet hij zich ook hebben
gevoeld, onbegrepen. Niemand
van Real die ook maar dit van
Seedorf begrepen had de hele
avond, ze deden er ook hun best
niet voor viel mij op en dat leid
de meteen weer tot de volgende
vloedgolf van down te.
Zou Cocu Seedorf wel begre
pen hebben?
Ik vermoed van niet. Ook Co
cu was er behoorlijk down aan
toe. En als iets je in zo'n down
bui moeilijk afgaat, is het wel
het opbrengen van begrip. Dat
lukt je niet. Down en begrip sa
men: de psychologie is daar dui
delijk in, uitgesloten. Toch deed
Cocu, zoals het een ware prof
betaamt, een uiterste poging de
oorzaak van de ramp te duiden.
„De ballenjongens", zei Cocu.
Ik herhaal. Cocu zei: „De bal
lenjongens.
Dat was mij ook opgevallen.
Goed dat er ballenjongens zijn,
dacht ik nog in, ik meen. de een
endertigste minuut, toen de bal
aan het rollen ging en maar
doorrollen bleef, lot bijna in de
verste uithoek van het immense
stadion, stel je voor dat er geen
ballenhalers waren geweest, dan
had een speler zélf, bijvoorbeeld
Cocu, dat pokkenend hebben
moeten lopen, hoeveel energie
zou daardoor niet zinloos zijn
verbrand? Je moet er niet aan
den kenAfsch u wel ijk ge woo n
„De ballenjongens", stamelde
Cocu nu voort, „die gaven de bal
niet snel genoeg terug. Daar viel
niet van te winnen.
Ineens schiet mij nu de juiste
omschrijving van Cocu's ge
moedstoestand tijdens het inter
view te binnen.
Je niet op je cocu voelen.
Cocu had dat heel erg in Kiev.
Hij voelde zich teleurgesteld,
aangeslagen, verdrietig, boos en
heel erg zielig tegelijk; een ty
pisch geval van niet lekker in je
cocu zitten.
Die rot ballenjongens ook.