Pemba, laatste kans voor de WAC Brandweer doet taalstrijd oplaaien Feiten &Meningen Wet Sorgdrager beschermt fietser nauwelijks DINSDAG 25 NOVEMBER 1997 Het is nog maar de vraag of het wetsvoorstel van mi nister Sorgdrager effect sorteert. Automobilisten aan sprakelijk stellen voor een ongeval met een voetgan ger of fietser zal niet tot minder ongevallen leiden, zo leert ervaring in het buitenland. En dat letselschade van voetgangers en fietsers juridisch sneller wordt af gehandeld zit er evenmin in. Bij zulke ongevallen is de aansprakclijkheidheids- vraag namelijk al nooit het belangrijkste. Problemen met de vaststelling van het schadebedrag door de verzekeraars maakt dat gewonde slachtoffers soms vier jaar moeten wachten op vergoeding. En dat ver andert niet met dit wetsvoorstel, zegt M. Dijkstra, se cretaris van de Vereniging van Letselschade Advoca ten (LSA). Veiliger zal het voor fietsers en voetgangers in ieder geval niet worden in het verkeer, denkt voorlichter B. Woudenberg van Veilig Verkeer Nederland (WN). Daarvoor krijgen zowei automobilisten als de 'zwak ke' deelnemers geen prikkels. Van belang is volgens WN dat voetgangers en fietsers zelf ook een bepaal de verantwoordelijkheid gaan dragen, bijvoorbeeld door een algemene verkeersverzekering, „want ook zij maken fouten." F.n bovendien zou zo'n algemene verzekering ervoor kunnen zorgen dat de schade die een niet-schuldige automobilist heeft opgelopen, ook automatisch wordt vergoed. In dit ge val door de verzekeraar van de aangereden fiet ser. In het wetsvoorstel van minister Sorgdrager blijft onduidelijk wan neer de automobilist on schuldig is. Bij de fietser moet dan sprake zijn van opzet of roekeloosheid. De schuldvraag hierover wordt aan de rechter overgelaten, „en het is nog maar de vraag wat die verstaat onder roeke loosheid", zegt Wouden berg. „Fietsend over de snelweg, omdat die rou te korter is, mag duide lijk roekeloos zijn. Op een druk kruispunt door rood rijden, zonder licht fietsen, of op de gracht tegen het verkeer in rijden. Het komt vaak voor, maar het is volgens ons ook roe keloosheid", zegt Woudenberg. „Pas op lange termijn krijgen we daar jurisprudentie over. En nog veel later, pas als de rechter inderdaad beslist dat fietsers en voetgangers in deze gevallen niet vrijuit gaan, komt voor hen pas de prikkel in zicht voor veiliger gedrag." Dat ze zich onveiliger gaan gedragen, denkt Woudenberg ook niet..Voet gangers of fietsers zullen niet snel letsel riskeren voor geld" In Nederland werden vorig jaar 233 fietsers en 109 voetgangers doodgereden. Uit de praktijk in België en Frankrijk, waar de aansprakelijkheidsregeling al enkele jaren bestaat, komen volgens Woudenberg geen geluiden dal het aantal ongevallen opvallend afneemt. Wel verloopt daar de juridische afwikkeling iets sneller. En dat is volgens Woudenberg ook de hoofdmoot van het kabinetsvoorstel. „Maar ook daar zitten nog veel haken en ogen aan. De lange periode voordat de schade wordt uitgekeerd hangt vaak af van de vast stelling van het schadebedrag. Verzekeraars willen graag wachten op een eindbedrag, maar bij een lang durige medische behandeling is dat moeilijk vast te stellen. Ook het verstrekken van voorschotten is al- lijd nog een groot probleem", zegt Woudenberg. Dijkstra van de LSA beaamt dat. „De aansprakelijk heid is bijna nooit de vraag. Daarna begint pas het proces dat zo lang duurt: één tot vier jaar. Die discus sie gaat onder meer over het oorzakelijk verband tus sen de verwondingen en het ongeval. Was het slacht offer al ziek, of overspannen en was hij uiteindelijk ook arbeidsongeschikt geworden zonder ongeval? Verzekeraars willen vooral de medische eindtoestand hebben", zegt Dijkstra. En voor dit soort vragen bestaat geen wetgeving, en ook Sorgdrager laat zich er in het wetsvoorstel niet over uil. „Oplossing zou zijn dat alle betrokkenen in de branche (verzekeraars, ANWB, LSA, Slachtoffer hulp etc.) afspraken met elkaar maken", zegt Dijk stra. Onlangs hebben betrokken partijen een plat form hiervoor opgericht, maar alleen de oprichting al duurde jaren. „Dat geeft al aan dat nog lang duren voordat de partijen op één lijn zitten", aldus Dijkstra. HUIZEN YVONNE HAMAR DE LA BRETHONIÉRE WIM STEVENHAGEN Aansporing om iets te doen tegen arbeidsongeschiktheid Maanden van oplopende poli tieke spanning, een warme zo mernacht met een huilende Elske ter Veld, geheim overleg tussen CDA en WD, en uitein delijk een heus bami-akkoord in Bergschenhoek. De ingreep in de WAO van vijf jaar gelden heeft een roerige historie. En kreeg een roerig vervolg, toen bleek dat vele duizenden WAO'ers bij de herkeuring hun uitkering kwijtraakten. Over een paar weken volgt een nieu we ingreep, die in bijna adem benemende stilte plaatsvindt. Maar toch kan Pemba er stevig in hakken. En dat moet ook. Want het is wellicht de laatste kans 0111 een nieuwe verlaging van de WAO-uitkeringen te voorkomen. De emoties over de voorgestelde ingrepen in de WAO en de Ziektewet waren groot. Een kwart miljoen betogers gaven destijds gehoor aan de op roep van de vakcentrales om in Den Haag hun misnoegen te demonstreren. Vooral de PvdA liep forse averij op als gevolg van de kwestie; veel poli tiek betrokken mensen bedankten als lid van de partij. De leuzen op de spandoeken lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. foto anp De ondernemers en personeels chefs luisteren aandachtig op deze novembermiddag in Groe- nendaal naar de uitleg van Beij- er Adviesgroep over de wet Pre miedifferentiatie En Marktwer king Bij Arbeidsongeschiktheid (Pemba). De ene grafiek na de andere flitst vijf kwartier lang over het projectiescherm. Het blijkt de mening van de aanwe zigen niet echt te bëinvloeden: ook na de presentatie gelooft een overgrote meerderheid nog altijd niet dat de nieuwe wet veel zal veranderen. Een harder verzuimbeleid zullen ze niet gaan voeren, verwachten ze, in meer concurrentie in verzeke- ringsland geloven ze al even min. Het idee achter Pemba is eenvoudig: de werknemers heb ben hun portie gehad, nu wordt het tijd om de werkgevers aan te sporen iets te doen aan de volstrekt uit de hand gelopen arbeidsongeschiktheid in Ne derland. Vanaf 1 januari komt de WAO voor rekening van de werkgevers in plaats van de werknemers en als ze willen mogen ze de uitkeringen vijf jaar voor eigen rekening ne men, al dan niet afgedekt door een particuliere verzekering. In ruil daarvoor betalen ze minder WAO-premie voor het bestaan de stelsel. Pemba heeft een flinke aanloop nodig. De ongeveer 850.000 werknemers die op 31 decem ber in de WAO zitten, blijven voor rekening komen van élle werkgevers via de zogeheten basispremie. Maar voor werk nemers die vanaf 1 januari ar beidsongeschikt worden, geldt de afspraak dat hun bazen vijf jaar lang individueel voor de kosten aansprakelijk zijn. Wie langer dan vijf jaar arbeidsonge schikt blijft, gaat weer terug naar het algemene fonds. De werkgevers kunnen kiezen: De regeringstafel met de bewindslieden Elske ter Veld (de PvdA-staatssecretaris van sociale zaken, die later op zou stappen), premier Ruud Lubbers en Wim Kok tijdens het WAO-debat. foto anp ze nemen de kosten voor eigen rekening, of ze blijven in het publieke bestel en krijgen daar te maken met een zogeheten gedifferentieerde premie. Die laatste is afhankelijk van de ma te waarin hun werknemers ar beidsongeschikt raken. In het beste geval betalen ze niets of bijna niets, in het slechtste ge val drie keer (kleine bedrijven) of vier keer (grotere bedrijven) de gemiddelde gedifferentieer de premie. De eerste jaren is die laag. Aan vankelijk zitten alle arbeidson geschikten immers nog in het gemeenschappelijke fonds. Vanaf de jaarwisseling echter komen alle nieuwe gevallen in dat gedifferentieerde fonds. Daarvan zal de premie vijf jaar lang geleidelijk stijgen, terwijl de basispremie in die periode daalt. Er komt immers niemand in het bestaande stuwmeer bij, terwijl een deel weer gaat wer ken, 65 jaar wordt en vertrekt naar de AOW, of overlijdt. De komende twee tot driejaar blijft de individuele premie naar verwachting nog zo laag, dat werkgevers het goedkoopste uit zijn door gewoon in het publie ke bestel te blijven. Zelfs MKB- Nederland, dat momenteel de boer op gaat met een eigen Pemba-verzekering, geeft dat volmondig toe. Maar daarna hakt de individuele premie er zeker voor kleinere bedrijven stevig in. Eén uitvaller betekent daar al snel vijfjaar lang een maximum-premie en vele tien duizenden guldens tot soms meer dan een ton extra extra WAO-premie in die periode. MKB-Nederland, de belangen behartiger van het midden- en kleinbedrijf, voorspelt zelfs dat er ondernemers failliet zullen gaan omdat ze Pemba onder schatten. Of dat echt zo'n vaart loopt, is de vraag. Na een aarze lende start hebben uiteindelijk acht van de tien werkgevers zich verzekerd tegen het volle dig zelf betalen van het zieken geld. Waarom zou dat niet ge beuren bij Pemba, zeker wan neer de komende jaren door dringt dat het écht om stevige financiële stroppen kan gaan? Een recent rapport over de pri vatisering van de Ziektewet, waarvan Pemba rechtstreeks in het verlengde ligt, geeft reden tot enig optimisme over de ef fecten van Pemba. Sinds het ziekengeld voor eigen rekening van de werkgevers komt, is het ziekteverzuim flink gedaald. Het bedrijfsleven als geheel is nu dus minder geld kwijt aan zie kengeld dan een paar jaar gele den. Voor een deel is dat overi gens ten koste gegaan van de zwakkeren op de arbeidsmarkt: een op de drie werkgevers kijkt bij sollicitanten (ook) naar ge zondheid en verzuimverleden. Door Pemba zal dat zeker niet verminderen, maar het is even min aannemelijk dat straks veel méér werkgevers dat zullen gaan doen. Minstens zo belang rijk is natuurlijk dat bij een ver dere groei van de werkgelegen heid werkgevers gewoon min der kieskeurig kunnen zijn. Anderzijds kan Pemba er wél voor zorgen dat veel meer WAO'ers aan de slag blijven. De praktijk wijst uit dat als arbeids ongeschikten weer aan de slag gaan, ze als regel emplooi vin den bij hun oude baas. Het is dus vooral zaak om werkgevers ertoe te bewegen om voor ge deeltelijk arbeidsongeschikt ge worden personeel een ander plekje te zoeken. Die notie zat in de oude bonus-malusrege- ling, een vergeten onderdeel van het WAO-akkoord van werkgevers die een arbeid geschikte in dienst namen t den rekenen op een bonus j Voor werknemers die in di i WAO terecht kwamen, mo ii ze daarentegen een boete len. De bonus bleef goedd iv onaangeroerd, de malus vi r door werkgevers voor de ri i'i daarentegen met zoveel aangevochten dat de polic besloot die maar te schraj Pemba is in feite een aang 1 scherpte bonus-malusrege werkgevers die arbeidsonj schikten aannemen, krijge daarvoor subsidie in de vo van een premiekorting. Dl lus komt terug via de gedi j( rendeerde premie. Ook als w een paar jaar de Pemba-v y. keringen alsnog van de grt komen, blijft die malus be Ook de particuliere verzei zullen werkgevers immers eindelijk (moeten) afreken hun WAO-risico. Of Pemba uiteindelijk vol de effect zal hebben, is mo te zeggen. Het is echter wi IE hopen. De ingrepen van 1 te lijken hun effect goeddeel 't loren te hebben: het aanta ht beidsongeschikten neemt te langzaam toe en volgens a p prognoses zal die tendens m zetten. Al is het maar vara vi de toenemende vergrijzin er de beroepsbevolking. Ena 'oi Pemba die ontwikkeling kan stoppen, blijft er eigc maar één manier om de k< van de arbeidsongeschikt! binnen de perken te hout' opnieuw korten op de uit gen. Bestuurlijke crisis dreigt in Belgie Ontegenzeggelijk laait het oude feno meen van de taalstrijd weer op in België. De vraag of Brussel er niet circa 2,4 Ne derlands sprekende brandweerlieden bij moet krijgen, bracht de regionale rege ring bijna ten val. En nog is de crisis niet uitgewoed. Daar door dreigt ook het broze nationale evenwicht van taalwetten in gevaar te komen. Premier Dehaene houdt zich nog op de achtergrond. Hopend dat Pandora's Doos vanzelf weer dichtgaat. Arme patiënt uit Gent. Met hevige pijnen meldde de man zich onlangs in een Brussels ziekenhuis. Het Frans niet machtig, mocht hij op een brancard een kleine dag wachten alvorens zich een Nederlandstalige arts aandiende. Deze kon nog net op tijd ingrijpen. Anders had een laat ontdekte maagbloeding fa tale gevolgen kunnen hebben. Om dit soort situaties te voorkomen zou eigenlijk 30 procent van alle ziekenhuis personeel, brandweerlieden en admini stratieve medewerkers van het Brussels regionaal gewest Nederlandstalig moe ten zijn. Zou, maar de praktijk pakt an ders uit. Een dertig jaar oude wet die de ze details van Brussels tweetaligheid re gelt, werd jarenlang niet omgezet in een zogeheten taalhoffelijkheidsakkoord. Sinds eind jaren tachtig heeft België naast het nationaal parlement ook regio nale volksvertegenwoordigingen voor de drie gewesten Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Met eigen regeringen, zoals er ook een Duitstalig regionaal kabinet is, alsmede een zesde regering voor de Franstalige gemeenschap van Walen en Frans sprekende Brusselaars. Vlaanderen heeft deze gewest- en gemeenschapsre geringen ineen geschoven. Brussel houdt volgens velen in dit inge wikkelde stelsel België nog bijeen. Toch zorgt het officiële principe van de twee taligheid voor steeds grotere spanningen in en rond de Belgische hoofdstad. Na wekenlange discussies over het taalhof felijkheidsakkoord kon de regionale re gering vorige week met moeite tot een compromis komen. Niet 30 maar 29,48 procent van het gewestelijk personeel zal op grond daarvan het Nederlands mach tig moeten zijn. Dit compromis was niet acceptabel voor regionaal staatssecretaris Vic Anciaux. Als enig vertegenwoordiger van de ge matigd nationalistische Vlaamse Volks unie was hij het gesol van zijn Franstali ge kabinetscollega's beu. Voor hem is 30 procent ook precies 30 procent, ook al gaat het in de praktijk dan maar om iets als 2,4 Nederlandstalige brandweerman nen meer. Oudgediende Anciaux verlaat nu de poli tiek. Hij stapte donderdag uit de regio nale regering. Deze komt daardoor in ge vaar. In tegenstelling tot de Vlaamse en Waalse deelregeringen kan het bestuur van het derde Belgische gewest namelijk niet vooruit met een gewone meerder heid. De Brusselse regionale regering stoelt op een Franstalige en een Nederlandstalige meerderheid. Aan de Franstalige zijde regeert 'paars'; socialisten en liberalen met steun van de partij van de Francofo ne belangen in Brussel, de FDF. Aan Ne derlandstalige zijde vormen socialisten en christen- democraten de coalitie. De steun van Anciaux met zijn enkele zetel in het regionaal parlement bracht daar juist de meerderheid tot stand. Nu de Vlaamse meerderheid is verdwe nen, kunnen de overige vijf Brusselse ministers en twee overgebleven staatsse cretarissen een aantal besluiten niet meer nemen. Onder meer over de taal van ziekenhuispersoneel in de negentien gemeenten, die samen het Brussels ge west vormen. De 'premier' van Brussel, Franstalig soci alist Charles Picqué, zegt dat deze situa tie niet al te lang kan voortduren. Hoffe lijke oproepen aan Anciaux mochten echter niet baten. Deze wijst het FDF - in zijn ogen de partij van Vlamingenhaters - aan als grote boosdoeners. De FDF moet uit de Franstalige coalitie, meent Anciaux. Een nieuwe Vlaamse co alitie met liberalen is onmogelijk. Deze hebben al aangekondigd met de Volks unie front te vormen. En op het extreem rechtse Vlaams Blok (twee Brusselse ze tels) doen Picqué noch Vlaamse coalitie partijen graag een beroep. De Vlaamse liberalen willen in de toe komst op nationaal niveau verder met de Volksunie, om sterker te staan bij co alitiebesprekingen voor de nationale re gering. Hetzelfde geldt voor Franstalige liberalen en FDF, die zelfs een federatie hebben gevormd. Voor Brussel willen Vlaamse en Waalse liberalen momenteel hun partners Volksunie en FDF ook niet opgeven. Daarmee raakt het regionaal conflict al de nationale politiek. Verder speelt het aspect van aantal amb tenaren op nationaal niveau. In het ge west Brussel lijkt de situatie scheefge groeid. Met zijn hooguit tachtigdui Vlaamse inwoners, een kleine 10 pi ve van de bevolking, is voor de hoofdi een officieel cijfer van 30 procent!) ier landstalige ambtenaren misschien oneerlijke verdeling. Daar staat ecli (id tegenover dat er op nationale scha naar verhouding weer meer Franst beambten zijn. Hoewel 60 procent van de Belgen ojkei cieel te boek staat als Nederlandsta slechts 52 procent van de ambtena van Vlaamse origine. Ook heeft het Waals parlement relatief meer zete het Vlaamse, beoordeeld naar hetajn/ inwoners van het Waals gewest. De Vlaamse liberalen zeggen al te' tornen aan deze verdeling, als in Bi de situatie niet wordt rechtgetrokfa 30 procent. Anders moeten maart erd zenden banen van Franstaligen v voor die enkele tientallen functies! ie}| Vlamingen in Brussel, zo luidt hun imf tegie. toe Een dergelijke situatie kan uitgroeit i een ware constitutionele crisis, wat En België daadwerkelijk op springenfc 1de komen te staan. Althans het land' huidige vorm met zijn broos evenv dki tussen de twee taalgroepen. Premi id< Dehaene wijst op de autonomie va dr< regio's en wil zich vooralsnog nietl aai gen in het conflict. Maar zal bin net misschien wel moeten. BRUSSEL TON VAN LIEROP Hl ld hat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 2