4
D
Verloren generatie:
kind van de rekening
i
M
'Doe gewoon, dat geeft steun'
Zinvol geweld.
luizen-verzekering!
van der meet
onroerend g«
VEEN ZUIDEIND
VANAF ƒ60,- per m2 exd
indstad in kleinschalig bet
wij bedrijfsruimten besc
den voor opslag, produl
etc. Toestemming
ieucategorie 1 en 2.
onderheide betonvloer.
ken in metselwerk. Het
kap met een nokhoogte
voorzijde van het pand isi
Dand onderverdeeld
edrijfsruimte aan de voora
goede zichtlokatie. heeft
circa 240 m2. De achterg
aschikt over een vloerop
Op de verdieping i
kbaar. Nadere opsplitsing
e bedrijfsruimte is bespre
i overleg
ƒ100,-per m2 excl. BTW per
per m2 excl. BTW per
- per m2 excl. BTW
P!
\;u
Hij wil vooral waarschuwen.
Waarschuwen dat het blinde
vertrouwen waarmee de
dertigers en begin-veertigers
van nu hun oude dag tegemoet
zien, misplaatst is. Meteen
nationaal debat over de
oudedagsvoorziening,
vergelijkbaar met de brede
maatschappelijke discussie
over kernergie in de jaren
tachtig, wil de Utrechtse
socioloog Henk Becker de zaak
in beweging krijgen. Want de
'verloren generatie' heej't al
ruimschoots aan haar
verplichtingen voldaan, maar
dreigt twee keer te moeten
betalen.
zicht, heerlijk terras ac
n parkeergarage. Ir*
itree, grote hal. garde
(afgewerkt met marmer).
en verlaagd plafond met
it 4 openslaande deuren
touten vloer, luxe semi-openke
VRAAGPRIJS ƒ655.000
toekomst lonkt. Geld
lijken links en rechts voor het
oprapen te liggen. Dankzij de
hoogconjunctuur boekt de schatkist de ene
meevaller na de andere en lijkt het op orde
brengen van de nationale boekhouding een
lcwestie van een paar jaar. Met een half mil
joen nieuwe banen in vier jaar tijd lijkt de
werkloosheid bedwongen, en het spook van
de vergrijzing een hersenschim.
Maar in alle gevallen is het slechts schijn.
;el van de nieuwe banen zijn kwetsbaar bij
:n economische terugslag. Het begrotingte-
lkort daalt wel, maar de staatsschuld neemt
w steeds toe. En daarmee groeit de hypo
theek waarmee Nederland straks begint aan
periode van snelle vergrijzing die sociaal
financieel veel zal vergen. Vanaf 2010
wringt zich enkele tientallen jaren lang een
prop ouderen door de samenleving,
met bijbehorende aanslag op de oudedags-
rzieningen en de zorg.
Dertigers
Het probleem is bekend, maar actie blijft
goeddeels uit, signaleert Becker. En het zijn
dertigers van nu die straks opnieuw de re
ining moeten betalen. Vijf jaar geleden
de socioloog met het opzienbarende
lek 'generaties en hun kansen'. Daarin
•1de hij de Nederlandse bevolking op in de
iroorlogse generatie (1910-1929), de stille
(1930-1945), de protestgeneratie
.946-1954), de verloren generatie (1955-
(970) en tenslotte de pragmatische generatie
(na 1970). Vijf generaties in een eeuw met
wereldoorlogen en twee grote economi-
crises, maar met als rode draad een on-
Socioloog Henk Becker waarschuwt dertigers voorde toekomst
Twee groepen springen er uit: de protest-
ïneratie en de verloren generatie. De eerste
id alles mee. Die groeide op in de jaren zes-
g, waarin de bomen tot in de hemel groei
den, en plukt daarvan tot in de verre toe
komst de vruchten. De verloren generatie
de tegenpool. Toen die de arbeids
markt op kwam, verkeerde Nederland in een
langdurige recessie, veroorzaakt door twee
oliecrises en een uitgehold bedrijfsleven.
Driekwart van de dertigers en begin-veerti-
gers is alsnog goed terecht gekomen, maar
:n kwart bungelt nog steeds onderaan.
Na het startprobleem wacht de verloren
generatie een nog veel groter probleem bij de
finish: de leden draaien voor het leeuwendeel
de kosten van de vergrijzing. Via be
lastingen en premies dragen ze veel meer aan
andere generaties over dan ze zelf ooit aan
ibsidies en uitkeringen zullen terugzien. De
itgaven aan oudedagsvoorzieningen als
~"V en zorg maken nu al een veelvoud uit
de overige subsidies en uitkeringen, en
vertonen een onstuitbare groei. Er komen
op afzienbare termijn twee maal zoveel ou
deren, wat betekent dat er enorme hoeveel
heden geld nodig zijn om de verloren genera
tie eenzelfde (welvaarts)niveau van oude
dagsvoorzieningen te garanderen als de hui
dige ouderen en hun directe voorgangers, de
vroege babyboomers.
Onbetaalbaar
Vrijwel alle berekeningen van de afgelopen
tien jaar tonen dat zo'n niveau ronduit onbe
taalbaar is. Dat leidt tot de vraag wat de ver
loren generatie het beste kan doen. Er zijn
twee opties. De eerste is om alle voorzienin
gen zo lang mogelijk op peil houden, en
enerzijds hebben de dertigers van nu daar
belang bij. Zetten zij de ouderen in de kou,
dan doorbreken ze de stilzwijgende afspraak
dat jongeren voor ouderen zorgen. Ze hoeven
dan zelf ook niet meer op de solidariteit van
de pragmatische generatie te rekenen als zij
oud zijn.
Anderzijds geeft snijden in de voorzienin
gen ruimte om particulier de zaakjes te rege
len via aanvullende pensioenen, lijfrentes en
allerlei andere spaarpotjes. Maar dat is alleen
een mogelijkheid voor de goedbetaalde derti
gers van nu. Het kwart van de verloren gene
ratie die eerst de dupe werd van de recessie
tussen 1975 en 1985 doordat ze geen of een
slechtbetaalde baan vonden, wordt dan dub
bel gepakt. Die pechvogels hebben immers
geen mogelijkheden om te sparen voor de
toekomst.
Wat is wijsheid? Pensioendeskundige Jans-
weijer berekende in zijn veel geprezen studie
'Gouden bergen, diepe dalen' dat het zo goed
mogelijk op peil houden van de AOW uitein
delijk voor de verloren generatie als geheel
het beste resultaat oplevert. De geluksvogels
zijn wat minder goed af, de pechvogels stuk
ken beter.
Persoonlijk, zegt Becker in zijn werkkamer
op de universiteit, spreekt dat hem aanzien
lijk meer aan dan een ieder-voor-zich-scena-
rio waarin de solidariteit tussen en binnen
generaties overboord word gezet. En, geeft
hij toe, echt verloren kun je de verloren gene
ratie niet meer noemen. Driekwart heeft wei
nig reden meer voor bitterheid. „Bij die term
gaat het ook om de signaalwaarde. Als je de
zaak wakker wilt schudden, kun je beter felle
kleuren gebruiken dan grijstinten".
De weg naar solidariteit is echter niet gra
tis. Wat er nu gebeurt is bij lange na niet vol
doende. Zo'n AOW-fonds bijvoorbeeld, daar
heeft Becker niet zo bijster veel vertrouwen
in. Hoe meer geld daar in komt - en het kabi
net kwam onlangs met een ambitieus spaar-
plan - des te verleidelijker wordt het om dat
in slechtere tijden (alvast) te plunderen. Bo
vendien wordt het goeddeels gevuld door, in
derdaad, de verloren generatie. Het vervan
gen van de nu gangbare eindloonregelingen
te gek dat je grote aantallen mensen niet
eens de kéuze geeft om door te gaan. terwijl
ze dat graag zouden willen en best zouden
kunnen. Ik ken een voorbeeld van gepensio
neerde tandartsen die in Kathmandu een
tandheelkundige kliniek zijn gaan opzetten,
met een opleiding voor blote-voeten-tandart -
eromheen. Dat is natuurlijk prachtig,
gevi
die t
t de
hier in Nederland aan de slag te blij-
Geen probleem
Als we nu besluiten om vanaf volgend jaar de
pensioengerechtigde leeftijd elk jaar met een
maand te verhogen en kans zien om ouderen
weer tot hun pensioen te laten werken, is vol
gens Becker de betaalbaarheid van de oude
dagsvoorzieningen geen probleem meer. Het
mes snijdt immers aan twee kanten: mensen
betalen twee jaar langer premies en belastin
gen en krijgen korter AOW en aanvullend
pensioen. Langer werken spaart bovendien
veel VUT-, WAO- en WW-geld uit.
Dat voor veel mensen werken tot 67 jaar
geen haalbare kaart is, wijst Becker van de
hand. Vlak voordat ouderen vanaf begin ja
ren tachtig massaal van de arbeidsmarkt wer
den gejaagd, werkten er twee keer zo veel als
nu. Het argument was toen dat ouderen
plaats moesten maken voor jongeren, maar
nu is dat niet meer aan de orde. In de zorg,
de beveiliging en andere vormen van dienst
verlening is werk zat. En als mensen geen zin
hebben om tot hun 67ste te werken? Dan
moeten ze daar tijdig voor gaan sparen of
hard op zoek gaan naar werk dat ze wél tot
hun 67ste kunnen of willen doen, zegt Bec
ker.
Om die keuzes voor het voetlicht te krijgen,
wil Becker een brede maatschappelijke dis
cussie op gang brengen. Centraal moet daar
bij de notie staan dat de verloren generatie
keuzes moet maken. Hoe wil ze haar oude
dag veilig stellen? En vooral: hoe kan ze voor
komen dat ze straks (opnieuw) met de ge
bakken peren zit? Indertijd heeft Becker de
discussie over kernenergie begeleid en hij
vindt dat het verloop en de resultaten daar
van bewijzen dat het kón: ingewikkelde pro
blemen en de mogelijke oplossingen helder
uiteenzetten voor een groot publiek, dat daar
vervolgens zinnig over kan praten. Dat veel
mensen er een onbevredigd gevoel aan heb
ben overgehouden, komt volgens hem vooral
omdat tijdens de discussie het kahinet liet
weten dat het meer kerncentrales wilde ter
wijl het debat juist de andere kant uit ging.
Veel deelnemers kregen daarmee het gevoel
voor niets te zitten praten.
Maatregelen
Als zo'n discussie er komt over de oudedags
voorziening, moet zoiets absoluut worden
voorkomen. Of zo'n discussie er echt komt, is
een andere vraag. De politiek zal er weinig
voor voelen, verwacht Becker, omdat de on
vermijdelijke uitkomst van zo'n debat zal zijn
dat er snel vervelende maatregelen genomen
moeten worden. Maar, tekent Becker daarbij
net als vele andere deskundigen aan, die val
len in het niet bij de ellende die we tegemoet
gaan als we nu de zaak op zijn beloop laten.
Reden genoeg om het debat wél aan te
gaan. Wat de Utrechtse socioloog betreft
(waarbij het aanvullend pensioen is gekop
peld aan het laatstverdiende loon) door mid
delloonregelingen (waarbij het gemiddelde
salaris gedurende de hele loopbaan maatge
vend is) is wat hem betreft te overwegen,
maar zeker geen oplossing. En ook daar is het
vooral de verloren generatie die betaalt.
Hoge inzet
Becker zet hoog in op het optrekken van de
pensioenleeftijd naar 67 jaar. Natuurlijk, hij
weet ook wel dat momenteel maar een op de
tien Nederlanders werkend zijn pensioen
haalt. Maar dat blijft niet zo, verwacht hij.
Aan de ene kant loopt de VUT op zijn laatste
benen en worden sluiproutes voor vervroegd
uittreden via WAO en WW afgesloten. Aan de
andere kant worden ouderen weer aantrek
kelijker) voor hun werkgevers. Niet alleen
omdat er minder jongeren komen, maar ook
omdat ouderen langer gezond blijven en om
dat ze een betere opleiding hebben genoten
dan hun voorgangers. Met scholing valt hun
produktiviteit aardig op peil te houden.
Becker, zelf 64 jaar: „Toen ik hier benoemd
werd (in 1968, red.) kreeg ik nog een aanstel
ling tot mijn 70ste. Nu moet ik er met 65 uit.
Ik vind het best een prettig vooruitzicht om
straks allerlei dingen te kunnen gaan doen
die ik leuk vind, maar ik zou het leuker vin
den om hier nog een paar jaar door te gaan."
Dan, met onverwachte felheid: „Het is toch
ia zijn optreden
Dat is ook politiek
eerste jaren van de
i kabinet zich het
i de kiezel De vei
s nog ver weg zodat
r nodig is in plaats
kabine
discussie in de steigers,
het beste moment: in dt
regeerperiode hoeft ee
minst aan te trekken va
kiezingen zijn dan imme
het kabinet kan doen wa
van de kiezer naar de mond prt
Maar ook als Becker zijn zin krijgt, en zelfs
wanneer uiteindelijk 'zijn' plan wordt overge
nomen, betaalt de verloren generatie dubbel.
Want hoe je het ook wendt of keert, langer
doorwerken is een vorm van betalen. Becker
geeft dat grif toe, maar maakt daarbij wel een
kanttekening: „De verloren generatie betaalt,
maar in de vorm van scholing en langer wer
ken in plaats van met geld. Je speelt in op het
feit dat mensen vitaler zijn door ze langer bij
het arbeidsproces te betrekken en flexibeler
te laten werken. De meeste organisaties heb
ben daar mogelijkheden genoeg voor. je
hoeft echt niet meteen te denken aan demo-
tie, het terugzetten van mensen in functie en
salaris. Daar ben ik geen voorstander van.
Maar mensen kunnen natuurlijk best vier da
gen gaan werken in plaats van vijf dagen, of
een mentorfunctie krijgen. Om de oudedag-
voorzieningen veilig te stellen wil ik dat we
gaan beleggen in mensen in plaats van in
geld."
Henk Becker, De toekomst van de verloren
generatie. Uitgeverij Meulenhoff, prijs
ƒ34,90.
/1MERMARKT 178
k met parketvloer e
el glas fri de gevel, dak
groot), zeer luxe moderne L-<
VRAAGPRIJS ƒ525.000,
Veel ouders staan na het
overlijden van hun kind alleen
met hun verdriet, omdat 'de
[omgeving niet weet hoe zich te
gedragen. Terwijl de
aanwezigheid van
familieleden, vrienden en
buren alleen al zo troostend
kan zijn. Zij zijn dan ook, voor
het eerst in het bijna 20-jarige
bestaan van de
zelfhulporganisatie 'Ouders
van een overleden kind' van
harte welkom op de
contactbijeenkomst van de
vereniging, die vandaag in
Leiden wordt gehouden.
Hartenkreet van ouders van overleden kinderen
n het peilloze verdriet om de dood van
hun dochtertje vonden zij en haar man
bij familie en vrienden. Lida
noemt zichzelf wat dat betreft 'gezegend'.
Datzelfde geldt voor Thijs en zijn vrouw. Ook
'zij verloren een dochtertje en werden in hun
radeloosheid omringd door warmte en
medeleven.
Het kan anders gaan, weten Lida en Thijs
inmiddels uit verhalen. Veel ouders konden
na het overlijden van hun kind niet op hun
omgeving terugvallen. „Ik denk dat je men
sen moet helpen om vorm te geven aan hun
emoties", zegt Thijs. „Dat moet je zelf im
mers ook. Na het overlijden van Krista zijn
mijn vrouw en ik heel bewust naar buiten ge
treden."
'Wat kan ik voor jullie doen?', werd vaak
aan Thijs en zijn vrouw gevraagd in die wan
hopige eerste dagen na het ongeluk, nu ruim
drie jaar geleden. 'Tolereer onze gekte en
wees gewoon. Door heel gewoon te zijn, geef
je meer steun dan jezelf kunt beseffen', was
zijn antwoord.
Wie het zelf niet heeft meegemaakt, kan
nooit voelen wat een vader en moeder na de
dood van een kind moeten doorstaan. Maar
de aanwezigheid van familie, vrienden of bu
ren blijkt vaak al troostend te werken. De ver
eniging 'Ouders van een overleden kind', die
lotgenoten met elkaar in contact brengt, wil
dat benadrukken. Vandaag zijn voor het eerst
in het bijna 20-jarige bestaan van de zelf
hulporganisatie ook familieleden, zoals
grootouders, en vrienden en buren welkom
op de contactmiddag.
De bijeenkomst in Leiden wordt verzorgd
door Marinus van den Berg uit Almelo. Hij
spreekt geregeld rouwgroepen toe en heeft
namens de vereniging ook het woord ge
voerd op radio en tv. Lida heeft zijn verhaal
enkele keren gehoord. „Van den Berg heeft
zelf geen kind verloren, maar het is onvoor
stelbaar hoe hij zich kan inleven en het ook
kan verwoorden. Dat is uniek."
Zij en Thijs leiden gespreksgroepen bij
'Ouders van overleden kind'. Ze doen dat om
anderen te helpen bij de verwerking van het
grote verdriet. Lida's dochter Cindy overleed
bijna acht jaar geleden aan de gevolgen van
een lever- en nierziekte. Het meisje was 12
jaar. Op een tafel in de huiskamer staat haar
foto, met daar omheen wat spulletjes, zoals
een beeldje van een paard dat ze zelf heeft
gekocht. Het paard was haar lievelingsdier.
Op de overlijdenskaart van Cindy was er een
tje afgebeeld met vleugels. Haar moeder: „Op
onze kerstkaart staat nu elk jaar een gevleu
geld paardje. Cindy heeft zo toch een plaats
gekregen op het kerstfeest."
Bij Thijs thuis heeft Krista, die vier jaar is
geworden, ook haar eigen plek. Op een hoek
van het dressoir staan speeltjes en naast haar
foto altijd vier bloemen. Soms zijn het serin
gen. De bloem heeft een speciale betekenis
voor haar ouders. Na de ongelukkige val op
een speelterreintje lag Krista nog twee dagen
in het ziekenhuis op intensive care. Haar
moeder plukte takken van de seringenboom
die op het terrein in bloei stond en zette die
bij haar kind op een tafel. Thijs, vader van
nog twee dochtertjes: „Burèn met wie we niet
eens veel contact hebben, brengen elk jaar
op de sterfdag van Krista een paar takken se
ringen. Dat doet goed."
Via collega's van zijn vrouw kreeg Thijs een
folder van 'Ouders van een overleden kind'.
Later las hij in de krant over een bijeenkomst.
Een jaar na de dood van zijn dochterje ging
hij er kijken. „Ik kwam tot de conclusie dat ik
er niet zoveel aan had. Ik denk dat ik er nog
niet aan toe was." Een jaar later ging hij weer.
Nu met het plan een bijdrage te leveren.
„Wellicht kon ik met met eigen verhaal, hoe
ik er mee omga, anderen tot steun zijn."
Ondanks de hechte familie- en vrienden
kring wilde Lida, moeder van nog een doch
ter en een zoon, nóg een plek hebben waar
ze zich kon uiten. „Onder lotgenoten zijn, is
toch anders. Er is zoveel erkenning en her
kenning. Waar je nooit over sprak, kon je
daar vertellen. Na het overlijden van Cindy
dacht ik bijvoorbeeld: 'als ik ziek word, laat ik
er niets aan doen. Dat durfde ik aan niemand
te vertellen, zelfs niet aan mijn man. Sommi
ge ouders hadden precies zo gedacht, zo
bleek. Het is een normale reactie en die gaat
ook wel weerover."
Verdriet verandert, vertelt Thijs. „Je kunt
op een gegeven moment weer de moed op
brengen om iets van het leven proberen te
maken. De simpele dingen waarvan je dacht
dat ze nooit meer belangrijk zouden zijn, ko
men terug. Op een dag vind je het weer pret
tig dat de zon schijnt, hoewel je je daar aan
vankelijk schuldig over voelt."
Lida was de derde zomer na het overlijden
van haar dochter voor het eerst weer een
beetje gelukkig. Met haar man op vakantie in
Luxemburg reed ze een dorpje binnen, ter
wijl op de radio het lievelingslied van Cindy
speelde. Toen ze even later in een etalage een
beeld van een gevleugeld paardje zag staan,
kon de vakantie niet meer stuk. „Ik ben in het
begin bang geweest dat ik dingen over Cindy
kwijt zou raken. Maar overal zijn herinnerin
gen. Ook al word ik tachtig, ze zal altijd bij
me zijn."
De contactmiddag wordt zaterdag gehou
den in de aula van het beroepencollege 'Het
Gilde', Boerhaavelaan 44 in Leiden (op vijf
minuten loopafstand van het centraal sta
tion Leiden). Aanvang 14.00 uur. Voor meer
informatie over de bijeenkomst of de ver
eniging (015) 2135404 of (070) 3239576.
ZATERDAG 22 NOVEMBER 1997
Onze
We worden opgeschrikt door be
richten over geweld. Zomaar gewelc
om niks. Omdat iemand geen siga
retten bij zich had, omdat iemanc
een opmerking maakte over he
vernielen van fietsen, omdat ie
mands gezicht een ander niet aan
stond. De doden en de zwaar ge
wonden komen in de krant. Al de
anderen, die alleen maar een gebro
ken arm, een gekneusde rib of eer
blauw oog opliepen, daar hoor je
zelfs niets over. Bij de gruwelijke ge
vallen waarover we lezen, en waar
over we op televisie horen, daal
spreekt men sinds kort steevast ovei
'zinloos geweld'. Wat is dat eigen
lijk?
Laat ik eerst zeggen dat ik geen verstand
heb van geweld. Ik weet niet wat sommi
ge mensen ertoe drijft om zo te doen. Ik
ben alleen maar verbijsterd, zoals waar
schijnlijk de meesten van ons. Ook zou ik
niet weten wat ertegen te doen is. Laten we
hopen dat zulke gebeurtenissen binnenkort
voorkomen kunnen worden. Ondertussen
wil ik graag mijn steentje bijdragen, want
met die benaming 'zinloos geweld' is ook
Het is mijn stellige overtuiging dat je pro
blemen niet oplost door ze de verkeerde
naam te geven. Integendeel, een verkeerde
benaming versluiert de feiten. Diefstal moet
diefstal blijven heten, en niet afwijkend
koopgedrag, of proletarisch winkelen. En zo
moet geweld vooral geweld blijven heten,
zolang het bestaat. Een juiste naam is de
eerste stap naar de oplossing van het pro
bleem.
Met de term 'geweld' heb ik dus in dit
verband geen moeite. Maar wel met dat
'zinloos'. Wat wordt daarmee bedoeld? Wat
is 'zinloos geweld'? Het gevaarlijke aan deze
woorden vind ik, dat ze suggereren dat er
ook 'zinvol geweld' is. Wat zou dat zijn? De
job van bankovervaller? Is verkrachten zin
vol geweld? Potenrammen? Inbreken? Een
moord op een rijke erflater?
Zou dat nu voortaan zinvol geweld zijn?
En waarom dan wel? Is het omdat de bank
overvaller, de verkrachter en de potenram
mer een motief hebben voor hun daden?
Maakt dat hun geweld tot zinvol geweld?
Maar die motieven zijn stuk voor stuk on
aanvaardbaar. De plegers van 'zinloos ge
weid' hadden trouwens ook steeds een mo
tief: 'Hij had geen sigaretten bij zich', of: 'hij
bemoeide zich met ons vernielen van fiet
sen'. Onzin-motieven, belachelijke, abso
luut onaanvaardbare motieven. Is een-aan-
trekkelijke-vrouw-zijn, of homo-zijn, of elf-
miljoen-op-de-bank-hebben een beter mo
tief voor geweld? Het begint er waarachtig
op te lijken.
Het kan zijn dat het voor de rechter enig
verschil maakt, maar voor de slachtof
fiers niet. En dat is veel belangrijker. Als Ik
neergestoken word, maakt het me niet uit
of dat is vanwege mijn onappetijtelijk ge
zicht of vanwege mijn bankrekening. Maakt
het de ouders uit of een zoon gedood is om
dat hij homo was danwel omdat hij geen si
garetten bij zich had? Het gaat erom dat AL
deze vormen van geweld volstrekt onaan
vaardbaar zijn.
De schijnbaar genuanceerde bewoording
'zinloos geweld' wekt ten onrechte de in
druk dat er ook allerlei zinvol geweld is. Het
verschil tussen geen motief kunnen opge
ven en een onaanvaardbaar motief, is voor
mij nul komma nul. Ik noem geweld ge
woon geweld, en daarmee druk ik al mijn
weerzin daartegen uit. Ik heb helemaal
geen behoefte aan dat onderscheid tussen
zinloos en zinvol geweld.
Nu wil ik aannemen dat bij de bestrijding
van een en ander enig onderscheid no
dig is. Een verkrachter moet allicht anders
aangepakt worden (na zijn straf) dan een
bankovervaller (na diens straf). En de types
die dan recentelijk in het nieuws kwamen
ook weer anders. Daar zijn wellicht ook
specifieke benamingen voor nodig. Ak
koord. Maar dan alsjeblieft een andere be
naming. Niet 'zinloos geweld', want dat is
uiterst kwetsend voor de slachtoffers van
het zogenaamde zinvolle geweld,
Ik stel voor om vanaf nu nooit meer te
spreken van 'zinloos geweld', maar enkel
van 'geweld'. Wie in de pathologische bij
zonderheden geïnteresseerd is, kan spreken
over 'ongemotiveerd geweld' (hoewel ik dat
al op het rand vind), 'landmijngedrag',
'mensdolheid' of welke benaming men
maar verkiest.
Maar doe het zorgvuldig. Want als we
niet oppassen met onze woorden, en ge
dachteloos overnemen wat tot ons komt,
dan is de dag nabij dat verkrachting gaat
vallen in de rubriek 'zinvol geweld',