4 D Verloren generatie: kind van de rekening i M 'Doe gewoon, dat geeft steun' Zinvol geweld. luizen-verzekering! van der meet onroerend g« VEEN ZUIDEIND VANAF ƒ60,- per m2 exd indstad in kleinschalig bet wij bedrijfsruimten besc den voor opslag, produl etc. Toestemming ieucategorie 1 en 2. onderheide betonvloer. ken in metselwerk. Het kap met een nokhoogte voorzijde van het pand isi Dand onderverdeeld edrijfsruimte aan de voora goede zichtlokatie. heeft circa 240 m2. De achterg aschikt over een vloerop Op de verdieping i kbaar. Nadere opsplitsing e bedrijfsruimte is bespre i overleg ƒ100,-per m2 excl. BTW per per m2 excl. BTW per - per m2 excl. BTW P! \;u Hij wil vooral waarschuwen. Waarschuwen dat het blinde vertrouwen waarmee de dertigers en begin-veertigers van nu hun oude dag tegemoet zien, misplaatst is. Meteen nationaal debat over de oudedagsvoorziening, vergelijkbaar met de brede maatschappelijke discussie over kernergie in de jaren tachtig, wil de Utrechtse socioloog Henk Becker de zaak in beweging krijgen. Want de 'verloren generatie' heej't al ruimschoots aan haar verplichtingen voldaan, maar dreigt twee keer te moeten betalen. zicht, heerlijk terras ac n parkeergarage. Ir* itree, grote hal. garde (afgewerkt met marmer). en verlaagd plafond met it 4 openslaande deuren touten vloer, luxe semi-openke VRAAGPRIJS ƒ655.000 toekomst lonkt. Geld lijken links en rechts voor het oprapen te liggen. Dankzij de hoogconjunctuur boekt de schatkist de ene meevaller na de andere en lijkt het op orde brengen van de nationale boekhouding een lcwestie van een paar jaar. Met een half mil joen nieuwe banen in vier jaar tijd lijkt de werkloosheid bedwongen, en het spook van de vergrijzing een hersenschim. Maar in alle gevallen is het slechts schijn. ;el van de nieuwe banen zijn kwetsbaar bij :n economische terugslag. Het begrotingte- lkort daalt wel, maar de staatsschuld neemt w steeds toe. En daarmee groeit de hypo theek waarmee Nederland straks begint aan periode van snelle vergrijzing die sociaal financieel veel zal vergen. Vanaf 2010 wringt zich enkele tientallen jaren lang een prop ouderen door de samenleving, met bijbehorende aanslag op de oudedags- rzieningen en de zorg. Dertigers Het probleem is bekend, maar actie blijft goeddeels uit, signaleert Becker. En het zijn dertigers van nu die straks opnieuw de re ining moeten betalen. Vijf jaar geleden de socioloog met het opzienbarende lek 'generaties en hun kansen'. Daarin •1de hij de Nederlandse bevolking op in de iroorlogse generatie (1910-1929), de stille (1930-1945), de protestgeneratie .946-1954), de verloren generatie (1955- (970) en tenslotte de pragmatische generatie (na 1970). Vijf generaties in een eeuw met wereldoorlogen en twee grote economi- crises, maar met als rode draad een on- Socioloog Henk Becker waarschuwt dertigers voorde toekomst Twee groepen springen er uit: de protest- ïneratie en de verloren generatie. De eerste id alles mee. Die groeide op in de jaren zes- g, waarin de bomen tot in de hemel groei den, en plukt daarvan tot in de verre toe komst de vruchten. De verloren generatie de tegenpool. Toen die de arbeids markt op kwam, verkeerde Nederland in een langdurige recessie, veroorzaakt door twee oliecrises en een uitgehold bedrijfsleven. Driekwart van de dertigers en begin-veerti- gers is alsnog goed terecht gekomen, maar :n kwart bungelt nog steeds onderaan. Na het startprobleem wacht de verloren generatie een nog veel groter probleem bij de finish: de leden draaien voor het leeuwendeel de kosten van de vergrijzing. Via be lastingen en premies dragen ze veel meer aan andere generaties over dan ze zelf ooit aan ibsidies en uitkeringen zullen terugzien. De itgaven aan oudedagsvoorzieningen als ~"V en zorg maken nu al een veelvoud uit de overige subsidies en uitkeringen, en vertonen een onstuitbare groei. Er komen op afzienbare termijn twee maal zoveel ou deren, wat betekent dat er enorme hoeveel heden geld nodig zijn om de verloren genera tie eenzelfde (welvaarts)niveau van oude dagsvoorzieningen te garanderen als de hui dige ouderen en hun directe voorgangers, de vroege babyboomers. Onbetaalbaar Vrijwel alle berekeningen van de afgelopen tien jaar tonen dat zo'n niveau ronduit onbe taalbaar is. Dat leidt tot de vraag wat de ver loren generatie het beste kan doen. Er zijn twee opties. De eerste is om alle voorzienin gen zo lang mogelijk op peil houden, en enerzijds hebben de dertigers van nu daar belang bij. Zetten zij de ouderen in de kou, dan doorbreken ze de stilzwijgende afspraak dat jongeren voor ouderen zorgen. Ze hoeven dan zelf ook niet meer op de solidariteit van de pragmatische generatie te rekenen als zij oud zijn. Anderzijds geeft snijden in de voorzienin gen ruimte om particulier de zaakjes te rege len via aanvullende pensioenen, lijfrentes en allerlei andere spaarpotjes. Maar dat is alleen een mogelijkheid voor de goedbetaalde derti gers van nu. Het kwart van de verloren gene ratie die eerst de dupe werd van de recessie tussen 1975 en 1985 doordat ze geen of een slechtbetaalde baan vonden, wordt dan dub bel gepakt. Die pechvogels hebben immers geen mogelijkheden om te sparen voor de toekomst. Wat is wijsheid? Pensioendeskundige Jans- weijer berekende in zijn veel geprezen studie 'Gouden bergen, diepe dalen' dat het zo goed mogelijk op peil houden van de AOW uitein delijk voor de verloren generatie als geheel het beste resultaat oplevert. De geluksvogels zijn wat minder goed af, de pechvogels stuk ken beter. Persoonlijk, zegt Becker in zijn werkkamer op de universiteit, spreekt dat hem aanzien lijk meer aan dan een ieder-voor-zich-scena- rio waarin de solidariteit tussen en binnen generaties overboord word gezet. En, geeft hij toe, echt verloren kun je de verloren gene ratie niet meer noemen. Driekwart heeft wei nig reden meer voor bitterheid. „Bij die term gaat het ook om de signaalwaarde. Als je de zaak wakker wilt schudden, kun je beter felle kleuren gebruiken dan grijstinten". De weg naar solidariteit is echter niet gra tis. Wat er nu gebeurt is bij lange na niet vol doende. Zo'n AOW-fonds bijvoorbeeld, daar heeft Becker niet zo bijster veel vertrouwen in. Hoe meer geld daar in komt - en het kabi net kwam onlangs met een ambitieus spaar- plan - des te verleidelijker wordt het om dat in slechtere tijden (alvast) te plunderen. Bo vendien wordt het goeddeels gevuld door, in derdaad, de verloren generatie. Het vervan gen van de nu gangbare eindloonregelingen te gek dat je grote aantallen mensen niet eens de kéuze geeft om door te gaan. terwijl ze dat graag zouden willen en best zouden kunnen. Ik ken een voorbeeld van gepensio neerde tandartsen die in Kathmandu een tandheelkundige kliniek zijn gaan opzetten, met een opleiding voor blote-voeten-tandart - eromheen. Dat is natuurlijk prachtig, gevi die t t de hier in Nederland aan de slag te blij- Geen probleem Als we nu besluiten om vanaf volgend jaar de pensioengerechtigde leeftijd elk jaar met een maand te verhogen en kans zien om ouderen weer tot hun pensioen te laten werken, is vol gens Becker de betaalbaarheid van de oude dagsvoorzieningen geen probleem meer. Het mes snijdt immers aan twee kanten: mensen betalen twee jaar langer premies en belastin gen en krijgen korter AOW en aanvullend pensioen. Langer werken spaart bovendien veel VUT-, WAO- en WW-geld uit. Dat voor veel mensen werken tot 67 jaar geen haalbare kaart is, wijst Becker van de hand. Vlak voordat ouderen vanaf begin ja ren tachtig massaal van de arbeidsmarkt wer den gejaagd, werkten er twee keer zo veel als nu. Het argument was toen dat ouderen plaats moesten maken voor jongeren, maar nu is dat niet meer aan de orde. In de zorg, de beveiliging en andere vormen van dienst verlening is werk zat. En als mensen geen zin hebben om tot hun 67ste te werken? Dan moeten ze daar tijdig voor gaan sparen of hard op zoek gaan naar werk dat ze wél tot hun 67ste kunnen of willen doen, zegt Bec ker. Om die keuzes voor het voetlicht te krijgen, wil Becker een brede maatschappelijke dis cussie op gang brengen. Centraal moet daar bij de notie staan dat de verloren generatie keuzes moet maken. Hoe wil ze haar oude dag veilig stellen? En vooral: hoe kan ze voor komen dat ze straks (opnieuw) met de ge bakken peren zit? Indertijd heeft Becker de discussie over kernenergie begeleid en hij vindt dat het verloop en de resultaten daar van bewijzen dat het kón: ingewikkelde pro blemen en de mogelijke oplossingen helder uiteenzetten voor een groot publiek, dat daar vervolgens zinnig over kan praten. Dat veel mensen er een onbevredigd gevoel aan heb ben overgehouden, komt volgens hem vooral omdat tijdens de discussie het kahinet liet weten dat het meer kerncentrales wilde ter wijl het debat juist de andere kant uit ging. Veel deelnemers kregen daarmee het gevoel voor niets te zitten praten. Maatregelen Als zo'n discussie er komt over de oudedags voorziening, moet zoiets absoluut worden voorkomen. Of zo'n discussie er echt komt, is een andere vraag. De politiek zal er weinig voor voelen, verwacht Becker, omdat de on vermijdelijke uitkomst van zo'n debat zal zijn dat er snel vervelende maatregelen genomen moeten worden. Maar, tekent Becker daarbij net als vele andere deskundigen aan, die val len in het niet bij de ellende die we tegemoet gaan als we nu de zaak op zijn beloop laten. Reden genoeg om het debat wél aan te gaan. Wat de Utrechtse socioloog betreft (waarbij het aanvullend pensioen is gekop peld aan het laatstverdiende loon) door mid delloonregelingen (waarbij het gemiddelde salaris gedurende de hele loopbaan maatge vend is) is wat hem betreft te overwegen, maar zeker geen oplossing. En ook daar is het vooral de verloren generatie die betaalt. Hoge inzet Becker zet hoog in op het optrekken van de pensioenleeftijd naar 67 jaar. Natuurlijk, hij weet ook wel dat momenteel maar een op de tien Nederlanders werkend zijn pensioen haalt. Maar dat blijft niet zo, verwacht hij. Aan de ene kant loopt de VUT op zijn laatste benen en worden sluiproutes voor vervroegd uittreden via WAO en WW afgesloten. Aan de andere kant worden ouderen weer aantrek kelijker) voor hun werkgevers. Niet alleen omdat er minder jongeren komen, maar ook omdat ouderen langer gezond blijven en om dat ze een betere opleiding hebben genoten dan hun voorgangers. Met scholing valt hun produktiviteit aardig op peil te houden. Becker, zelf 64 jaar: „Toen ik hier benoemd werd (in 1968, red.) kreeg ik nog een aanstel ling tot mijn 70ste. Nu moet ik er met 65 uit. Ik vind het best een prettig vooruitzicht om straks allerlei dingen te kunnen gaan doen die ik leuk vind, maar ik zou het leuker vin den om hier nog een paar jaar door te gaan." Dan, met onverwachte felheid: „Het is toch ia zijn optreden Dat is ook politiek eerste jaren van de i kabinet zich het i de kiezel De vei s nog ver weg zodat r nodig is in plaats kabine discussie in de steigers, het beste moment: in dt regeerperiode hoeft ee minst aan te trekken va kiezingen zijn dan imme het kabinet kan doen wa van de kiezer naar de mond prt Maar ook als Becker zijn zin krijgt, en zelfs wanneer uiteindelijk 'zijn' plan wordt overge nomen, betaalt de verloren generatie dubbel. Want hoe je het ook wendt of keert, langer doorwerken is een vorm van betalen. Becker geeft dat grif toe, maar maakt daarbij wel een kanttekening: „De verloren generatie betaalt, maar in de vorm van scholing en langer wer ken in plaats van met geld. Je speelt in op het feit dat mensen vitaler zijn door ze langer bij het arbeidsproces te betrekken en flexibeler te laten werken. De meeste organisaties heb ben daar mogelijkheden genoeg voor. je hoeft echt niet meteen te denken aan demo- tie, het terugzetten van mensen in functie en salaris. Daar ben ik geen voorstander van. Maar mensen kunnen natuurlijk best vier da gen gaan werken in plaats van vijf dagen, of een mentorfunctie krijgen. Om de oudedag- voorzieningen veilig te stellen wil ik dat we gaan beleggen in mensen in plaats van in geld." Henk Becker, De toekomst van de verloren generatie. Uitgeverij Meulenhoff, prijs ƒ34,90. /1MERMARKT 178 k met parketvloer e el glas fri de gevel, dak groot), zeer luxe moderne L-< VRAAGPRIJS ƒ525.000, Veel ouders staan na het overlijden van hun kind alleen met hun verdriet, omdat 'de [omgeving niet weet hoe zich te gedragen. Terwijl de aanwezigheid van familieleden, vrienden en buren alleen al zo troostend kan zijn. Zij zijn dan ook, voor het eerst in het bijna 20-jarige bestaan van de zelfhulporganisatie 'Ouders van een overleden kind' van harte welkom op de contactbijeenkomst van de vereniging, die vandaag in Leiden wordt gehouden. Hartenkreet van ouders van overleden kinderen n het peilloze verdriet om de dood van hun dochtertje vonden zij en haar man bij familie en vrienden. Lida noemt zichzelf wat dat betreft 'gezegend'. Datzelfde geldt voor Thijs en zijn vrouw. Ook 'zij verloren een dochtertje en werden in hun radeloosheid omringd door warmte en medeleven. Het kan anders gaan, weten Lida en Thijs inmiddels uit verhalen. Veel ouders konden na het overlijden van hun kind niet op hun omgeving terugvallen. „Ik denk dat je men sen moet helpen om vorm te geven aan hun emoties", zegt Thijs. „Dat moet je zelf im mers ook. Na het overlijden van Krista zijn mijn vrouw en ik heel bewust naar buiten ge treden." 'Wat kan ik voor jullie doen?', werd vaak aan Thijs en zijn vrouw gevraagd in die wan hopige eerste dagen na het ongeluk, nu ruim drie jaar geleden. 'Tolereer onze gekte en wees gewoon. Door heel gewoon te zijn, geef je meer steun dan jezelf kunt beseffen', was zijn antwoord. Wie het zelf niet heeft meegemaakt, kan nooit voelen wat een vader en moeder na de dood van een kind moeten doorstaan. Maar de aanwezigheid van familie, vrienden of bu ren blijkt vaak al troostend te werken. De ver eniging 'Ouders van een overleden kind', die lotgenoten met elkaar in contact brengt, wil dat benadrukken. Vandaag zijn voor het eerst in het bijna 20-jarige bestaan van de zelf hulporganisatie ook familieleden, zoals grootouders, en vrienden en buren welkom op de contactmiddag. De bijeenkomst in Leiden wordt verzorgd door Marinus van den Berg uit Almelo. Hij spreekt geregeld rouwgroepen toe en heeft namens de vereniging ook het woord ge voerd op radio en tv. Lida heeft zijn verhaal enkele keren gehoord. „Van den Berg heeft zelf geen kind verloren, maar het is onvoor stelbaar hoe hij zich kan inleven en het ook kan verwoorden. Dat is uniek." Zij en Thijs leiden gespreksgroepen bij 'Ouders van overleden kind'. Ze doen dat om anderen te helpen bij de verwerking van het grote verdriet. Lida's dochter Cindy overleed bijna acht jaar geleden aan de gevolgen van een lever- en nierziekte. Het meisje was 12 jaar. Op een tafel in de huiskamer staat haar foto, met daar omheen wat spulletjes, zoals een beeldje van een paard dat ze zelf heeft gekocht. Het paard was haar lievelingsdier. Op de overlijdenskaart van Cindy was er een tje afgebeeld met vleugels. Haar moeder: „Op onze kerstkaart staat nu elk jaar een gevleu geld paardje. Cindy heeft zo toch een plaats gekregen op het kerstfeest." Bij Thijs thuis heeft Krista, die vier jaar is geworden, ook haar eigen plek. Op een hoek van het dressoir staan speeltjes en naast haar foto altijd vier bloemen. Soms zijn het serin gen. De bloem heeft een speciale betekenis voor haar ouders. Na de ongelukkige val op een speelterreintje lag Krista nog twee dagen in het ziekenhuis op intensive care. Haar moeder plukte takken van de seringenboom die op het terrein in bloei stond en zette die bij haar kind op een tafel. Thijs, vader van nog twee dochtertjes: „Burèn met wie we niet eens veel contact hebben, brengen elk jaar op de sterfdag van Krista een paar takken se ringen. Dat doet goed." Via collega's van zijn vrouw kreeg Thijs een folder van 'Ouders van een overleden kind'. Later las hij in de krant over een bijeenkomst. Een jaar na de dood van zijn dochterje ging hij er kijken. „Ik kwam tot de conclusie dat ik er niet zoveel aan had. Ik denk dat ik er nog niet aan toe was." Een jaar later ging hij weer. Nu met het plan een bijdrage te leveren. „Wellicht kon ik met met eigen verhaal, hoe ik er mee omga, anderen tot steun zijn." Ondanks de hechte familie- en vrienden kring wilde Lida, moeder van nog een doch ter en een zoon, nóg een plek hebben waar ze zich kon uiten. „Onder lotgenoten zijn, is toch anders. Er is zoveel erkenning en her kenning. Waar je nooit over sprak, kon je daar vertellen. Na het overlijden van Cindy dacht ik bijvoorbeeld: 'als ik ziek word, laat ik er niets aan doen. Dat durfde ik aan niemand te vertellen, zelfs niet aan mijn man. Sommi ge ouders hadden precies zo gedacht, zo bleek. Het is een normale reactie en die gaat ook wel weerover." Verdriet verandert, vertelt Thijs. „Je kunt op een gegeven moment weer de moed op brengen om iets van het leven proberen te maken. De simpele dingen waarvan je dacht dat ze nooit meer belangrijk zouden zijn, ko men terug. Op een dag vind je het weer pret tig dat de zon schijnt, hoewel je je daar aan vankelijk schuldig over voelt." Lida was de derde zomer na het overlijden van haar dochter voor het eerst weer een beetje gelukkig. Met haar man op vakantie in Luxemburg reed ze een dorpje binnen, ter wijl op de radio het lievelingslied van Cindy speelde. Toen ze even later in een etalage een beeld van een gevleugeld paardje zag staan, kon de vakantie niet meer stuk. „Ik ben in het begin bang geweest dat ik dingen over Cindy kwijt zou raken. Maar overal zijn herinnerin gen. Ook al word ik tachtig, ze zal altijd bij me zijn." De contactmiddag wordt zaterdag gehou den in de aula van het beroepencollege 'Het Gilde', Boerhaavelaan 44 in Leiden (op vijf minuten loopafstand van het centraal sta tion Leiden). Aanvang 14.00 uur. Voor meer informatie over de bijeenkomst of de ver eniging (015) 2135404 of (070) 3239576. ZATERDAG 22 NOVEMBER 1997 Onze We worden opgeschrikt door be richten over geweld. Zomaar gewelc om niks. Omdat iemand geen siga retten bij zich had, omdat iemanc een opmerking maakte over he vernielen van fietsen, omdat ie mands gezicht een ander niet aan stond. De doden en de zwaar ge wonden komen in de krant. Al de anderen, die alleen maar een gebro ken arm, een gekneusde rib of eer blauw oog opliepen, daar hoor je zelfs niets over. Bij de gruwelijke ge vallen waarover we lezen, en waar over we op televisie horen, daal spreekt men sinds kort steevast ovei 'zinloos geweld'. Wat is dat eigen lijk? Laat ik eerst zeggen dat ik geen verstand heb van geweld. Ik weet niet wat sommi ge mensen ertoe drijft om zo te doen. Ik ben alleen maar verbijsterd, zoals waar schijnlijk de meesten van ons. Ook zou ik niet weten wat ertegen te doen is. Laten we hopen dat zulke gebeurtenissen binnenkort voorkomen kunnen worden. Ondertussen wil ik graag mijn steentje bijdragen, want met die benaming 'zinloos geweld' is ook Het is mijn stellige overtuiging dat je pro blemen niet oplost door ze de verkeerde naam te geven. Integendeel, een verkeerde benaming versluiert de feiten. Diefstal moet diefstal blijven heten, en niet afwijkend koopgedrag, of proletarisch winkelen. En zo moet geweld vooral geweld blijven heten, zolang het bestaat. Een juiste naam is de eerste stap naar de oplossing van het pro bleem. Met de term 'geweld' heb ik dus in dit verband geen moeite. Maar wel met dat 'zinloos'. Wat wordt daarmee bedoeld? Wat is 'zinloos geweld'? Het gevaarlijke aan deze woorden vind ik, dat ze suggereren dat er ook 'zinvol geweld' is. Wat zou dat zijn? De job van bankovervaller? Is verkrachten zin vol geweld? Potenrammen? Inbreken? Een moord op een rijke erflater? Zou dat nu voortaan zinvol geweld zijn? En waarom dan wel? Is het omdat de bank overvaller, de verkrachter en de potenram mer een motief hebben voor hun daden? Maakt dat hun geweld tot zinvol geweld? Maar die motieven zijn stuk voor stuk on aanvaardbaar. De plegers van 'zinloos ge weid' hadden trouwens ook steeds een mo tief: 'Hij had geen sigaretten bij zich', of: 'hij bemoeide zich met ons vernielen van fiet sen'. Onzin-motieven, belachelijke, abso luut onaanvaardbare motieven. Is een-aan- trekkelijke-vrouw-zijn, of homo-zijn, of elf- miljoen-op-de-bank-hebben een beter mo tief voor geweld? Het begint er waarachtig op te lijken. Het kan zijn dat het voor de rechter enig verschil maakt, maar voor de slachtof fiers niet. En dat is veel belangrijker. Als Ik neergestoken word, maakt het me niet uit of dat is vanwege mijn onappetijtelijk ge zicht of vanwege mijn bankrekening. Maakt het de ouders uit of een zoon gedood is om dat hij homo was danwel omdat hij geen si garetten bij zich had? Het gaat erom dat AL deze vormen van geweld volstrekt onaan vaardbaar zijn. De schijnbaar genuanceerde bewoording 'zinloos geweld' wekt ten onrechte de in druk dat er ook allerlei zinvol geweld is. Het verschil tussen geen motief kunnen opge ven en een onaanvaardbaar motief, is voor mij nul komma nul. Ik noem geweld ge woon geweld, en daarmee druk ik al mijn weerzin daartegen uit. Ik heb helemaal geen behoefte aan dat onderscheid tussen zinloos en zinvol geweld. Nu wil ik aannemen dat bij de bestrijding van een en ander enig onderscheid no dig is. Een verkrachter moet allicht anders aangepakt worden (na zijn straf) dan een bankovervaller (na diens straf). En de types die dan recentelijk in het nieuws kwamen ook weer anders. Daar zijn wellicht ook specifieke benamingen voor nodig. Ak koord. Maar dan alsjeblieft een andere be naming. Niet 'zinloos geweld', want dat is uiterst kwetsend voor de slachtoffers van het zogenaamde zinvolle geweld, Ik stel voor om vanaf nu nooit meer te spreken van 'zinloos geweld', maar enkel van 'geweld'. Wie in de pathologische bij zonderheden geïnteresseerd is, kan spreken over 'ongemotiveerd geweld' (hoewel ik dat al op het rand vind), 'landmijngedrag', 'mensdolheid' of welke benaming men maar verkiest. Maar doe het zorgvuldig. Want als we niet oppassen met onze woorden, en ge dachteloos overnemen wat tot ons komt, dan is de dag nabij dat verkrachting gaat vallen in de rubriek 'zinvol geweld',

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 41