if El 5
Ambtenaar en leraar besturen Nederland
S"
;H H IT"
Si
Tijdgebrek en de Wai
ZATERDAG 22 NOVEMBER 1997
133
DtJ*
3 ID*
36* 28* 28*
49
29*
Beroepsachtergrond van gemeenteraadsleden:
B particuliere sector (lf(semi-)c>verheid
overig. owkk nvam bron vno/nc
Politiek en ondernemen. Twee be
grippen die net zo goed lijken sa
men te gaan als water en vuur.
Ondernemers tonen zich vaak allergisch voor
alles wat riekt naar bemoeienis van de over
heid, behalve als het bijvoorbeeld gaat om
miljardeninvesteringen in de infrastructuur.
Omgekeerd verwijten politici ondernemers
gebrek aan maatschappelijke verantwoorde
lijkheid en betrokkenheid.
Die (schijnbare) tegenstelling vertaalt zich
in de bereidheid of mogelijkheid van mensen
uit het bedrijfsleven om zich in gemeente
raad, provinciale staten of parlement te laten
kiezen. Uit een in september gepubliceerd
onderzoek van de werkgeversorganisatie
VNO NCW blijkt dat mensen uit het bedrijfs
leven sterk ondervertegenwoordigd zijn in
politieke organen. Nederland wordt bestuurd
door ambtenaren en leraren, is vrij vertaald
de strekking van het onderzoeksrapport.
VNO NCW zag in de komende verkiezin
gen voor gemeenteraden (maart '98) en
Tweede Kamer (mei '98) een mooi moment
Beroepsachtergrond van gemeenteraadsleden: (^particuliere sector □(semi-)overheid
om-eens te kijken hoe de politieke organen in
Nederland zijn samengesteld. Alle gemeente
secretarissen en griffiers van de provincies
kregen een vragenformulier toegestuurd. De
respons was groot: driekwart van de gemeen
ten deed mee en acht van de twaalf provin
cies.
Alle volksvertegenwoordigers moesten in
een van de zeven door het Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS) gehanteerde be
roepsgroepen worden ingedeeld: landbouw
en visserij, industrie en bouw, commerciële
dienstverlening, niet-commerciële dienstver
lening, overheid, onderwijs en gesubsidieer
de instellingen en geen beroep.
Onthutsend
De conclusie was even simpel als onthuts
end: ondernemers en mensen die in het be
drijfsleven werken hebben weinig op met po
litiek. Tenminste, als het lidmaatschap van
een politieke partij als goede graadmeter
daarvoor geldt. En dus vormt de particuliere
sector in alle politieke organen een minder
heid, 'erwijl ruim de helft (52 procent) van de
potentieel verkiesbare bevolking in die sector
werkzaam is.
De verschillen lopen uiteen. In gemeente
raden is het aandeel van mensen uit het be
drijfsleven nog 39,8 procent. De provinciale
staten scoren met 29,5 procent aanmerkelijk
lager. Het laagst is de vertegenwoordiging
van mensen uit het bedrijfsleven in de Twee
de Kamer met een percentage van 20,8.
Die ondervertegenwoordiging van het be
drijfsleven leidt automatisch tot een overver
tegenwoordiging van mensen die werken of
gewerkt hebben bij de (semi-)overheid: amb
tenaren of mensen uit het onderwijs, de ge
zondheidszorg of van gesubsidieerde instel
lingen. Daarnaast komen er in vergelijking
met eenzelfde onderzoek in 1993 meer men
sen zonder beroep (huismannen, -vrouwen
en studenten) in de politiek: gemeenteraden
17,4 procent, provinciale staten
12,7 procent en Tweede Kamer
7'0P« is er een uitzonde- OudeTZOek VNO NCW
ring op de algemene regel. De beroepsgroep
landbouw en visserij is in gemeenteraden en
staten nog oververtegenwoordigd. Hoewel
die sector 4 procent van de verldesbare be
volking uitmaakt, heeft van alle Nederlandse
gemeenteraadsleden 9,1 procent een functie
in de landbouw of visserij. Het is vermoede
lijk nog een erfenis van vroeger, toen land
bouwers traditioneel een belangrijk stempel
drukten op lagere bestuursorganen, zoals ge
meenteraad en waterschap.
Tijd
VNO NCW constateert dat tijd een belangrij
ke factor is voor mensen uit het bedrijfsleven.
Naarmate een politieke functie meer tijd
kost, neemt het aandeel van de particuliere
sector in politieke organen af. De grootte van
de gemeente en het tijdsbeslag hangen met
elkaar samen. Doordat een kleine gemeente
doorgaans minder en minder complexe pro
blemen kent, is in die raden het aandeel van
de particuliere sector groter. Bij gemeenten
met minder dan 10.000 inwoners is dat nog
46 procent, terwijl het bij gemeenten met
meer dan 200.000 inwoners bijna is gehal
veerd (23,4 procent).
Het onderzoek is ook uitgesplitst per poli
tieke partij. De cijfers bevestigen bestaande
beelden. De actieve politici van PvdA, D66,
GroenLinks en Socialistiese Partij zijn werk
nemers of ex-werknemers van overheid, on
derwijs, gezondheidszorg of gesubsidieerde
instellingen. De WD is bij uitstek de partij
van het bedrijfsleven. Het CDA heeft in ge
meenteraden en staten veel mensen uit de
particuliere sector. In de Tweede Kamer
daarentegen scoort de partij laag met 12 pro
cent.
naar achtergronden politici
0
-n
0- 1 O O
,o, OPKOMSTPERCENTAGE VERKIEZINGEN SINDS T945
\TS
O Tweede Kamer
- —O
o O
O
O.PfQvjnciale Staten
O
Europees Parlement
\N\NNNNN N\
geen
eens
oneens
mening
De belangstelling voor een functie in
de gemeentelijke politiek is tanende.
66.9%
30.1%
3.1%
De kwaliteit van het lokale bestuur
lijdt onder deze verminderde
belangstelling.
50.5%
40.1%
9.5%
Mogelijke oorzaken voor het gebrek
aan belangstelling voor de
gemeentelijke politiek:
het vergt teveel tijd.
77.5%
19.7%
2.8%
De financiële vergoeding is te laag
46.1%
43.9%
10.0%
De publieke opinie is niet positief
77.0%
19.5%
3.5%
De aandacht van de media is negatief
50.8%
39.2%
10.0%
Het wordt te ingewikkeld
30.6%
63.4%
6.0%
Het heeft maatschappelijk aanzien
(status) verloren
44.3%
36.3%
19.4%
Het gaat ten koste van je
maatschappelijke loopbaan
41.9%
47.0%
11.2%
Het wordt steeds minder interessant
door het verdwijnen van politieke
verschillen
24.6%
71.9%
3.5%
Het raadswerk wordt teveel beïnvloed
door: ambtenaren
38.8%
57.2%
4.1%
burgers
18.0%
79.4%
2.5%
de media.
34.7%
58.0%
7.3%
Steeds minder mensen zijn bereid of in staat zich beschikbaar te stellen voor et I.
i i ii M
Politici moeten bijna wel een beetje
masochistisch ingesteld zijn. Stel
je bent gemeenteraadslid. Je
brengt een groot deel van je (vrije) tijd door
met het lezen van een stapel nota's, rappor
ten en voorstellen. Daarnaast moet je gere
geld tot diep in de nacht vergaderen. En wat
is je loon? Protesterende burgers die vrijwel
uitsluitend kritiek op je hebben en een pu
blieke opinie die je afschildert als ordinaire
zakkenvuller.
Het is wat zwart-wit geschetst, maar toch
zullen veel gemeenteraadsleden uit de regio
dit beeld herkennen. Desondanks willen de
meesten politiek actief blijven. Als hun partij
ze op een verkiesbare plaats op de kandida
tenlijst zet, komt ruim 78 procent na de ge
meenteraadsverkiezingen in maart 1998 ge
woon weer terug. Dat blijkt uit een onder
zoek dat het Haarlemse bureau LSV Associ
ates in opdracht van deze krant heeft gehou
den in alle gemeenten in de regio Leiden en
Haarlem.
Jean Smit, onderzoeker van LSV, is verrast
door het hoge percentage raadsleden dat wil
blijven. Gezien het negatieve imago van de
politiek had hij veel meer afvallers verwacht.
,,De publieke opinie is uitgesproken negatief.
Maar dat speelt voor de meeste raadsleden
kennelijk niet mee in de afweging om wel of
niet door te gaan. Het is misschien ook wel
begrijpelijk. Je hebt in de politiek meestal te
maken met zeer betrokken en gemotiveerde
mensen", aldus Smit.
Representatief
Aan de vooravond van de vaststelling van de
lijsten voor de raadsverkiezingen op 4 maart
volgend jaar deed LSV onderzoek naar de -
v^.
veronderstelde - afnemen iti
voor de lokale politiek en di ie
lokaal bestuur. Ruim 600
regio Leiden en Haarlem w
ven, van wie uiteindelijk
vragenformulier terugstuuiira
van ruim 50 procent. Volgei ill
om een representatief beeld
er onder de raadsleden
Ongeveer tweederde vai le
den (66,9 procent) bevesOj n
stelling voor een functie ii
politiek afneemt. Steeds
bereid of in staat zich best
voor een plaats in de gen In
door is het moeilijk goednei
mensen te vinden. De kwal nc
bestuur lijdt duidelijk ondi frt
belangstelling, vindt iets
van de ondervraagden.
De problemen zijn het gi kk
gemeenten (tot 15.000 inmat
meenten met 15.000 tot
Smit vindt dat wel verklai
ten partijen in een minde
ver naar politiek talent vis* n
meenten kost het iets minfde
motiveerde mensen te
plaats in de raad. Nietterai ijfi
daar een ruime meerderhftni
vraagden dat de afneme
politiek een serieus problee it
OORZAKI ch!
De raadsleden noemen enl in
die verminderde belangsti J. 1
scoren het grote tijdsbesla] it
imago van het raadslidi an
driekwart van de ondervra ver
De belangstelling voor het raads
lidmaatschap is tanende. Partij
en moeten steeds meer moeite
doen om hun kieslijsten te vullen met inte
ressante personen, die bij voorkeur ook nog
een partijkaart op zak hebben. Klassieke poli
tieke instituties zijn op hun retour. Een slecht
imago van de lokale politiek en tijdgebrek
van de rekruten spelen fracties parten. Dat er
iets moet veranderen is zonneklaar, alleen de
manier waarop is mistig.
Met de gemeenteraadsverkiezingen van 4
maart 1998 in zicht, moeten politieke partij
en binnenkort hun programma en kieslijst
presenteren. De vernieuwingsdrang van de
kaders en hun verruimde blik op het maat
schappelijk veld plaatsen de partijen vanzelf
voor het probleem van de rekrutering. Het
ideale raadslid is jong en beschikt over rele
vante ervaring en dito netwerk, passend bij
een specifieke beleidssector. De afnemende
aantallen partijleden dwingen de talentenja
gers ook buiten de eigen vijver te vissen.
Hadden de acht grote nationale partijen bij
de raadsverkiezingen nog 397.000 leden tot
hun beschikking voor 9.223 zetels, volgend
jaar dreigt die verhouding te krimpen tot 33
partijleden voor een raadszetel. Wanneer
blijkt dat gemiddeld driekwart van de leden
bedanken voor de raadseer, resten slechts
smalle marges.
Bekrompen
„De beperkte belangstelling voor het raads
werk heeft te maken met de hoeveelheid tijd
die daarvoor nodig is en het slechte beeld
van lokale politiek dat bij de publieke opinie
leeft", zegt Pieter Tops, hoogleraar bestuurs
kunde aan de Katholieke Universiteit Bra
bant. „Je scoort niet echt als je op een feestje
zegt dat je raadslid bent", weet hij. Eerzame
burgers die in de raad stappen, kunnen reke
nen op onaangename bejegening. „Als maat
schappelijk werker draagt het publiek je op
een schild, maar ga je in de raad zitten, dan
word je uitgemaakt voor een bekrompen car
rièrejager." Onbekendheid met het raads
werk en het ondoorzichtige gemanoeuvreer
van politici leiden al snel tot scherpe veroor
delingen door het kiezersvolk.
Bovendien telt ook de klok van raadsleden
slechts vierentwintig uur. „Het raadlidmaat-
schap is maar lastig te combineren met een
professionele loopbaan", zegt Tops. De taak
van de volksvertegenwoordiger blijft niet lan
ger beperkt tot het controleren van het uit-
Ron Hillebrand: „Het raadslid is nu metf iei
scheidsrechter." foto hielCoQen
voerende gemeentebestuur. Wijkdagfl
nementen, huldigingen en buurta* fend
vinden doorgaans plaats buiten de gd tw<