De allergie van Wim de Bie
u
Martelvrije mode
131
ZATERDAG 22 NOVEMBER 1997
et is nu bijna niet meer voor te
I stellen, maar ooit bestonden
in Nederland slechts twee ra
diozenders. En televisietoestellen waren ner
gens te bekennen. Die tijd heeft Wim de Bie
nog meegemaakt. Op de middelbare school
had hij aspiraties om bij de radio te gaan
werken. Om dat doel te verwezenlijken,
volgde hij een tweejarige opleiding. „Jawel,
ik ben een gediplomeerd radio-cabaretier."
Meteen na zijn eindexamen had De Bie zijn
eigen programma. En toen zei hij tegen zijn
schoolvriend Kees van Kooten: we gaan be
ginnen. Dat was in 1963. „Iedere week veer
tig minuten radio. Maar al heel snel gingen
Kees en ik ook voor de televisie werken." Al
dus werd de kiem gelegd voor de enorme
hoeveelheid typetjes die Koot en Bie de af
gelopen dertig jaar de ether in wisten te slin
geren.
Wie voor de eerste keer met Wim de Bie
een gesprek voert, moet even wennen. Is dit
de man met die blik die je volledig kan door
boren? Is dit de man die in staat is om, soms
met het schuim op de lippen, zijn felle beto
gen af te steken? Het is alsof de afwezigheid
van een camera een ander persoon laat zien.
Na de eerste vraag staart De Bie naar de tafel
in een kamertje van zijn Amsterdamse uit
gever en probeert hij een zo genuanceerd
mogelijk antwoord te bedenken. Veel van
zijn typetjes, zoals de kluizenaar Walter de
Rochebrune of de ex-leraar Duits O. den
Beste, lijken nooit te hebben bestaan. Maar
het zijn nu juist deze typetjes waarmee De
Bie alleen maar naar buiten wil treden.
„Mijn eigen leven is verder niet zo interes
sant."
Het boek Different koek! is opgezet als een
verslag van het fictieve praatprogramma
'Praatpaal' dat het afgelopen jaar zoge
naamd voor de Nederlandse televisie was te
zien. De voorkant van het boek toont De Bie
in een houding en outfit die verdacht veel
gelijkenissen vertonen met die van Paul Wit-
teman op de voorkant van diens boek 'Tus
sen gevoel en verstand'. Het boek van Witte-
man was een verslag van zijn programma
'De ronde van Witteman', maar moest afge
lopen zomer uit de handel worden genomen
omdat een aantal van de geïnterviewden be
zwaar maakte tegen publicatie. Wim de Bie:
„Toen ik dat boek van Witteman zag, wilde
ik ook op die manier op de cover staan. Pas
daarna werd dat boek van Witteman uit de
handel genomen. En toen dacht ik: dan-kan
dat boek van mij mooi die lege plaats vul
len."
Typetje centeaal
Op Paul Witteman als interviewer heeft De
Bie overigens niets aan te merken: „Zijn se
rie interviews over de psychiatrie waren heel
erg goed. Maar in tegenstelling tot velen
vond ik zijn programma 'De ronde van Wit
teman' maar niets. Ik vond het jammer dat
ook hij mee ging doen aan die hele emotie-
tv. En toen daarna ook nog eens zijn boek
verscheen, kreeg ik mijn idee om een paro
die te maken."
In 'Different koek!' (met als ondertitel
Wim de Bie's talkshowboek) krijgt de lezer
een kijkje in de keuken van de redaGtie van
'Praatpaal', via commentaren van producent
'We leven in een psycho-babbelcultuur'
Natuurlijk is Wim de Bie de
afgelopen weken door de
redacties van allerlei talkshows
gevraagd om voor de televisie
samen met anderen van
gedachten te wisselen over zijn
nieuwe boek 'Different koek!'
De Bie schreef het boek
afgelopen zomer uit ergernis
over alle Nederlandse
talkshows die de laatste jaren
als paddestoelen uit de grond
zijn geschoten. Het wekt dan
ook geen verbazing dat hij alle
verzoeken naast zich neer heeft
gelegd. „Doordie hele
babbelcultuur ben ik nu
volledig allergisch geworden
voor persoonlijke verhalen.
door JACOB MOERMAN
Michael Bloemkolk. Het programma wordt
alleen 's nachts vertoond en is een 'mix van
entertainment-journalism op NRC-basis
met AD-elementen, een scheut Oprah, een
lik Sonja, een toef Witteman, maar ook een
tik Jerry - tot een sparkling coctail geshaked
en geserveerd in het sophisticated glas van
een Nederland 3-format'.
Na ieder commentaar volgt steeds een
verslag van het betreffende programma. Al
hoewel de talkshowleider naar de naam
Wim de Bie luistert, is het duidelijk dat een
typetje centraal staat. Waarom? „Ik denk dat
ik niet anders kan. Als ik iets duidelijk wil
maken, kies ik nu eenmaal altijd voor de
vorm van een typetje of een sketch. Het
moet bij mij altijd op een satirische manier.
„Het onderwerp voor dit boek is natuur
lijk ontstaan naar aanleiding van die hele
talkshowcultuur die nu aanwezig is. Dit jaar
zijn er op de Nederlandse televisie meer
talkshows dan ooit; zo'n tachtig uitzendin
gen per week. Dat is natuurlijk een onge
looflijke hoeveelheid. Maar begrijp me goed:
ik heb met mijn boek niet een soort pamflet
willen schrijven tegen die hele cultuur van
de talkshows. Ik wilde gewoon een licht sati
risch en komisch boek schrijven. Meer niet.
Ik pretendeer ook niets meer. Mijn boek is
hopelijk amusant en er staan verwijzingen
in naar de hedendaagse televisiewereld."
Maar achter het boek is ook weer een Wim
de Bie te zien die zich verschrikkelijk kwaad
kan maken.
„Er is meer sprake geweest van ergernis.
Want ik besef tegelijkertijd dat er belangrij
kere dingen op de wereld zijn. Er is nu een
hele emotiecultuur ontstaan die volgens mij
af te leiden is van al die talkshows."
Heb je er een verklaring voor dat al die
praatprogramma's nu de Nederlandse televi
sie vullen?
„Ik ben heel slecht in het geven van verkla
ringen. Ik ben niet een columnist of een es
sayist die de zaken even weet uit te leggen.
Wanneer ik een serieus betoog af moet ste
ken, raak ik al snel de draad kwijt. Ik kies
mijn onderwerpen puur intuïtief uit, ook
voor de televisie. Maar ja, het is voor mij wél
duidelijk dat we nu in een psycho-babbel
cultuur leven. Altijd wanneer mensen nu er
gens over spreken, moet er iets persoonlijks
aan kleven. En die mentaliteit kom je op alle
terreinen tegen. Ook ieder interview dat je
tegenwoordig leest, moet zo nodig gekop
peld zijn aan allerllei persoonlijke ontboeze
mingen. We zijn zó op zoek naar emoties
dat ze overal in moeten worden gelegd. Die
houding is bevorderd door die talkshowcul
tuur.
Bovendien vind ik de formule van zo'n
talkshow erg goedkoop. Je zet een paar
mensen rond een tafel en hebt als uitgangs
punt dat ze zo emotioneel mogelijk met el
kaar van gedachten moeten wisselen. Wan
neer ik zo'n tafel zie met een aantal van die
bedrukte koppen, dan weet ik genoeg. Ik
kan ze niet meer horen en zien."
Richt de ergernis zich niet alleen tegen de
programmamakers?
„Ik wil niet geringschattend of cynisch doen
over de mensen die in tien minuten hun he
le levensverhaal uit de doeken doen. Maar
ja, ik blijf me er aan stoten. Ik denk vaak:
mensen, doe dat toch niet. Want ik krijg
toch al snel het gevoel dat programmama
kers die mensen erin hebben geluisd. En
door al die verhalen ontstaat over al die
emoties een verschrikkelijke oppervlakkig
heid. Laat ik een voorbeeld geven. Er is een
cultuur ontstaan rond de dood, waarin de
dood heel gemakkelijk wordt benaderd. En
er wordt ontzettend veel over de dood ge
sproken. Nederland is een van de voorlopers
geweest wat betreft de euthanasie en het ge
mak waarmee dat onderwerp nu vaak wordt
benaderd, stuit mij tegen de borst. Die dis
cussie rond euthanasie vind ik heel moeilijk,
en de oplossing heb ik niet voorhanden. Ik
ben bijna geneigd om over dit onderwerp
een soort EO-opvatting aan te hangen. Ik
vind niet dat euthanasie als heel gewoon
moet worden gezien.
Bovendien zie je nu dat Nederland eigen
lijk veel te klein is voor al die talkshows, zo
dat de makers koortsachtig naar allerlei pro
blemen gaan zoeken. Er is een cultuur ont
staan waarin ook politici plotseling hun per
soonlijk leed kenbaar maken. Maar ik wil die
verhalen helemaal niet horen! Ik vind ook
dat ik ze helemaal niet még horen. Die ver
halen hebben niets meer met het politieke
functioneren van die man of vrouw te ma
ken. Een politicus wil ik alleen maar zien als
politicus."
En de lezer/kijker moet Wim de Bie nu al
leen maar zien als satircus?
„Ja. Ik wil zélf bijna niets kwijt over mijn pri-
vé-leven. Wacht even... Zei ik bijna? Ik be
doel: helemóal! Dót meen ik serieus. Mijn le
ven heeft niets met mijn werk te maken. Als
satiricus treed ik naar buiten en daar gaat
het wat mij betreft alleen maar om. De rest
van mijn leven is privé. En dat wil ik zo hou
den. Ik zie niets in het delen van gevoelens
met anderen via een interview, daar heb ik
namelijk mijn naaste vrienden voor.
Vroeger waren er bijna geen praatpro
gramma's op de Nederlandse televisie. Was
het toen beter?
„Absoluut niet. Alles was veel bekrompener
en afgeslotener. In de jaren vijftig werd het
katholieken verboden om naar de VARA te
luisteren. Het aanbod voor de televisie en
radio is nu volledig versnipperd, maar dat
vind ik niet zo erg. Want vroeger met alleen
maar die twee zenders, had je weinig moge
lijkheden. Kijkers en luisteraars kunnen nu
heel bewust voor een programma kiezen. En
ik vind het nog steeds verbazingwekkend
dat speciaal voor Kees en mij iedere zondag
zo'n achthonderdduizend mensen ons pro
gramma zien. Men kiest dus zélf voor ons en
dat vind ik een uitstekende gang van zaken.
Het medium televisie blijf ik prachtig vin
den. En ik vind ook dat er heel veel goede
programma's worden gemaakt. Ik ben een
fanatiek kijker, maar verdiep me vooraf goed
in wat ik kan verwachten. Ik kijk veel naar
nieuwsrubrieken en documentaires en het
valt me steeds weer op dat er verrassend
veel goeds tussen zit. En die programma's
vind ik veel en veel interessanter dan vier
mensen rond een tafel die ergens over bab
belen. Die formule is de dood in de pot. Een
opgeklopte praatcultuur die niets met het le
ven te maken heeft. Programmamakers
moeten meer met hun camera's de straat
op. Ik vind dat er nu maar eens een stop
moet komen voor al die programma's die de
mensen willen laten huilen. En laten we het
over de dood ook maar eens een jaar niet
meer hebben."
Voor welke praatprogramma's ben je ge
vraagd om over het nieuwe boek te praten?
„Jaaa, die uitnodigingen.... Namen noem ik
niet. En verder peins ik er niet over om aan
zo'n tafel te gaan zitten. Ik ga nu niet met
mijn boek in zo'n talkshow zwaaien."
Heeft het schrijven van het boek de erger
nissen weg kunnen werken?
„Ik had wél het gevoel van: dat ben ik kwijt.
Als je begint te schrijven aan een boek weet
je niet hoe het afloopt. En het maken zélf
vind ik ontzettend leuk. Ik had over dit on
derwerp ook fel van leer kunnen trekken,
maar zd ben ik niet. Ik ben geen socioloog,
criticus of dominee. Ik kies de vorm van een
sketch. Dat heb ik altijd gedaan."
Ze worden steeds jonger. En steeds
dunner. Vergeleken bij de nieuwe ge
neratie topmannequins zijn Claudia
Schiffer en Sandy Crawford mollige
Rubensengelen. De internationale
couturemode voor volwassen vrou
wen wordt bij voorkeur getoond door
^dertienjarige kindvrouwtjes die vel
over been zijn.
Maar ook in de Marie-Claire en Elle
zie je soms modereportages waarin
minderjarige anorexotische mode
mummies favoriet zijn.
De obsessie met jong en dun die de mode
wereld op dit ogenblik heeft, kan een de
sastreuze uitwerking hebben op het zelfbeeld
van tienermeisjes. Als zij zo'n ideaalbeeld
krijgen voorgeschoteld, dan zouden ze er
wellicht op willen gaan lijken. Lijnen, eet
stoornissen en anorexia nervosa kunnen daar
het gevolg van zijn.
Veel vrouwenlevens worden hoe dan ook
beheerst door een eeuwig lijnen, omdat
het heersende schoonheidsideaal dwingt tot
slankheid. Twintig jaar geleden wogen foto
modellen ongeveer acht procent minder dan
de gemiddelde vrouw, nu is dat maar liefst 23
procent. Sindsdien is het 'ideale gewicht' met
vijftien kilo afgenomen. Hoe slanker de
norm, des te meer gaan vrouwen zichzelf als
dik ervaren. Dat leidt tot de absurde situatie
dat vrouwen die in wezen slank zijn, er toch
nog een paar kilo af willen. Een hopeloze op
gave, want het vrouwelijk lichaam koestert
van nature met grote hardnekkigheid vet-
voorraden op heupen, buik en billen, een
voorzienigheid voor slechtere tijden die te
maken heeft met behoud van de soort.
Het is een garantie dat vrouwen, als zij
zwanger worden, een beetje kunnen interen,
zonder dat zijzelf en hun kind onmiddellijk in
de gevarenzone komen. Dat verklaart ook
waarom de strijd tegen het buikje zo moeilijk
is. Je kunt je het schompes lijnen maar een
van de laatste dingen die verdwijnt is dat
buikje. Tegen die tijd gaat je omgeving zeer
bezorgd naar je kijken en is ziekenhuisopna
me meestal niet ver meer weg.
Overgewicht en vetzucht waaraan 42 pro
cent van de Nederlandse mannen en 36
procent van de Nederlandse vrouwen lijdt, is
heel iets anders dan de terreur van de slank-
heidswaan, die vrouwen in toenemende ma
te ontevreden maakt over hun uiterlijk en
hen veroordeelt tot een levenslange marte
ling van lijnen, en chirurgische vetafzuiging.
Tussen de aardse werkelijkheid van alledag
en het ideaalbeeld van ragdunne schoonheid
ligt bovendien een niet te overbruggen kloof.
Voor topmodellen mag het misschien lonen
om op mineraalwater, crackers en blaadjes
sla te leven, in het normale leven veroordeel
je je zelf daarmee tot een sociaal isolement
en iemand die dringend psychologische hulp
nodig heeft.
De pleidooien voor een martelvrije mode
worden inmiddels luider, omdat het dui
delijk wordt dat de extreme magerte die nu in
de mode is, niet alleen de geestelijke en li
chamelijke gezondheid van de topmanne
quins bedreigt, maar ook een fatale uitstra
ling heeft naar al die jonge meisjes die er van
dromen ooit model te worden. Deze worden
steeds jonger van de straat geplukt.
Merkwaardig is dat juist de redacties van
de vrouwenbladen niet op de bres staan voor
een martelvrije mode, maar er aan meedoen
door in hun modereportages ook piepjonge
modellen te nemen. Hologig showen ze kle
ding: stokbroodmagere tieners, opgemaakt
als dertigjarigen. Het zijn fragiele kledinghan
gers met kleren, uitgeteerde wezens die niet
van deze wereld zijn.
The Body Shop is nu als eerste een kruis
tocht begonnen tegen de reclame-, media-
en modewereld die met elkaar het uithonge
ren van vrouwen als voorwaarde voor
schoonheid propageren. Centraal in die
kruistocht staat een nieuw vrouwenidool:
Ruby Evangelista Rubensiana. Een soort Bar
biepop die alle kenmerken van het vrouwelij
ke lichaam breed heeft, en ook breed laat
hangen. Ze wordt minzaam 'volslank' ge
noemd. Het is een hele overgang als je luci
ferhoutjes gewend als vrouwelijk ideaal, maar
de bedoeling is dat miljoenen vrouwen zich
via Ruby verzoenen met hun maten en zo
een gevoel van eigenwaarde krijgen. Het je
zelf voortdurend 'dun denken', moet afgelo
pen zijn.
The Body shop is al bekend om haar mar
telvrije cosmetica: niets wat er wordt ver
kocht, is uitgetest op proefdieren. Het feit dat
dit succesvolle concern zich nu richt op mar
telvrije mode en schoonheid voor vrouwen,
wordt door sommige als een 'gewiekste cam
pagne' gezien. Maar gewiekst of niet ge
wiekst: 30.000 vrouwen die alleen al in Ne
derland lijden aan anorexia of boulimia, lij
ken mij wel genoeg. Als het waar is dat man
nelijke ontwerpers ook alleen maar dertienja
rige meisjes nemen om meer op te vallen
met hun shows, dan weet ik iets veel beters:
dikke vrouwen.
T n een multiculturele samenleving als de
1 onze wordt duidelijk dat 'slank en blank'
twee handen op een platte buik zijn. Ce-
kleurde vrouwen zijn vaak niet alleen onbe
kommerd mollig, hun lichamen lenen zich
ook uitstekend voor een dramatische en
spectaculaire toepassing van prachtige stof
fen.
JOOP VAN DER HORST
tie: „Laten we het over de dood ook maar eens een jaar niet meer hebben.
FOTO CPD ANNE MARIE KAMP