OPORT
'Dit waren de turbulentste
maanden uit mijn loopbaan'
'De klapschaats is eigenlijk zonde voor de sport'
s itmal
STLPS
Cees Tempelaar had graag wat meer
gelachen de afgelopen maanden. Maar
de ontwikkelingen bij Quick Boys geven
geen reden tot uitbundigheid. Er wordt
gemord door de kritische achterban,
want het spel is niet echt betoverend en
de punten stromen bepaald niet bij
bosjes binnen. Gehaalde versterkingen
voldoen niet altijd aan de hoge
verwachtingen en op Nieuw Zuid spelen
de blauwwitten met zakken zand op de
rug. Hoe komt dat? De Haagse
oefenmeester zoekt de antwoorden op
vele vragen. „Ik had gehoopt veel verder
te zijn."
Cees Tempelaar had er contractbreuk met
zondaghoofdklasser VCS voor over om bij
Quick Boys te kunnen werken. Quick
Boys, dat leek de voormalig voetballer van
ADO/Den Haag wel wat. Een doorlopend
contract werd 'afgekocht' om in het door
hem gewilde zaterdagvoetbal te stappen.
Dat uitgerekend Quick Boys hem wilde
hebben, streelde zijn ego. Want toen Tem
pelaar (41) nog trainer was bij Quick, stel
de hij de Katwijkse club als voorbeeld. Van
de organisatie en jeugdopleiding op
Nieuw Zuid konden de Haagse bestuursle
den nog wat opsteken.
Nu Tempelaar zelf werkt op Nieuw
Zuid, beseft hij dat het allemaal veel beter
kan. ,,De organisatie staat, maar de men
sen die invulling moeten geven aan hun
functie doen het niet allemaal even goed."
Aan namen noemen doet Tempelaar niet.
„Er moet niet te veel op de man worden
gespeeld."
Het moet beter. Buiten en binnen de lij
nen. Cees Tempelaar is geschrokken van
Quick Boys. Niet van de kwaliteit van de
spelers, wel van de manier waarop men
met elkaar omgaat. „Het groepsbesef, de
mentaliteit, daar heb ik me in verslikt. Dat
voor elkaar knokken is hier onder de maat.
Bij VCS en Quick was de saamhorigheid
veel groter."
Hij noemt een actie van Guido Smits bij
Excelsior Maassluis illustrerend. Smits
werd uit het veld gehaald. Woest om de
wissel sprong de Amsterdammer over de
afrastering en liep stampvoetend naar de
kleedkamer. „Natuurlijk mag Guido dat
niet leuk vinden, maar zo'n actie heeft
naar anderen een negatieve uitstraling.
Waarom beseft hij niet dat een ander het
misschien beter kan doen, dat hij zijn dag
gewoon niet had?"
Ploegbelang. Groepsbesef. Met elkaar
en voor elkaar. Zijn jeugdtrainer bij ADO
Den Haag, Rob Baan, bracht hem die be
grippen bij. Het vormde hem als prof
(Tempelaar speelde ongeveer 200 wed
strijden bij ADO). „Dacht je dat ik het kon
maken om mijn man te laten lopen? Dan
werd ik verrot gescholden door Aad Mans-
Cees Tempelaar: „Het groepsbesef, de mentaliteit, daar heb ik me in verslikt. Dat voor elkaar knokken is hier onder de maat." foto loekzuyderduin
Volgens Cees Tempelaar komt het goed met Quick Boys
veld. Ik kwam aan zijn brood. Tsjonge.
Vaak dacht ik: moet dat op zo'n manier.
Aan de andere kant namen ze het ook
voor me op. Dat bedoel ik met groepsbe
sef."
„In het schoonvegen van het eigen
straatje is iedereen hier heel goed. Veel
spelers vertonen vluchtgedrag. Bang als ze
zijn om de confrontatie met de supporters
aan te gaan. Sommigen lopen ook de
sponsorruimte in. Dat is het ontlopen van
de verantwoordelijkheid. Ik ben een trai
ner die de spelers verantwoordelijkheid
geeft. Ik heb hier heel wat gesprekken ge
voerd, maar de enigen die meestal wat
zeggen, zijn oudere spelers. Die jonge gas
ten praten niet. Ja, achter mijn rug om te
gen anderen. Via via kom ik daar dan ach
ter. Ik vind dat geen persoonlijkheid." Met
die gesprekken is hij inmiddels gestopt.
Tempelaar gooit het nu over een andere
boeg. Vorige week loodste hij zijn selectie
naar de sauna en de kroeg. „Je moet niet
altijd de nadruk leggen op het negatieve."
Het zijn de momenten dat Tempelaar
de afgelopen maanden de revue laat pas
seren. Natuurlijk, ook hij heeft fouten ge
maakt. Maar spelers die beloofden te ko
men (Arie van der Padt), weken onver
wacht uit naar België. Marco Kleijn zat in
eens in Engeland voor een stage bij Ste
venage. Tempelaar eiste bij de terugkeer
van Kleijn dat hij plechtig moest beloven
om de rest van het seizoen bij Quick Boys
te blijven. „Dat deed ik omdat het clubbe
lang in het geding was. Na dat incident
doen we het anders, wat dat betreft heb ik
ook weer geleerd. Een speler die zich aan
Quick Boys verbindt, gaat niet op oefen-
stage. Wc hoeven er geen doekjes om te
winden: de spelers krijgen een behoorlijke
cent en daarvoor verlangt de club wat te
rug. Dat mag toch?"
De gehaalde versterkingen kunnen
Nieuw Zuid niet altijd bekoren. „Dat ver
wijt ik mezelf. Zo'n Guido Smits is er elke
training en doet er alles aan, maar hij kan
het niet altijd brengen. Marco Kleijn moet
gewoon gaan scoren. Jurgen Faerber is na
een dipje weer op de weg terug. Maar we
moeten niet vergeten dat zo'n jongen pas
21 jaar is. Raymond Flaton scoort een vol
doende. Maar het komt allemaal goed.
Geloof mij maar."
„Quick Boys heeft een serie van drie of
vier overwinningen achter elkaar nodig.
Het kan, want de verschillen zijn klein.
Katwijk is voor mij de beste, maar daarna
volgen zeven ploegen die aan elkaar ge
waagd zijn."
Maar hoe slaat Quick Boys aan het win
nen? Als Tempelaar aan de kant van het
veld zit, verbaast hij zich. Meer dan hem
lief is, staat hij aanwijzingen te geven. „Ik
begrijp er soms niks van. Quick Boys heeft
een prachtig veld, er heerst hier een echte
voetbalcultuur. En er komt veel publiek.
Dat is kritisch, vertel mij niks want ik heb
het nodige te verwerken gekregen. Maar
het moet voor de spelers toch een uitda
ging zijn om te schitteren. En als het niet
gaat dan moeten ze door een muur. Zoals
ze tegen Noordwijk deden. Het is vaak een
stapje naar voren en dan weer twee terug.
Die thuiswedstrijd tegen Katwijk. Oh nee,
verschrikkelijk was dat. Zo weinig strijd, zo
gelaten. Dat mag niet op dat niveau.
Thuis denkt Tempelaar tijdens die min
der prettige ogenblikken nog eens terug
aan een 'Bounty-eiland', dat hij aandeed
tijdens zijn wereldreis, drie jaar geleden.
Hij nam zeven maanden onbetaald verlof
en reisde naar Azië en Australië. „Ik wilde
niet tot het leger behoren dat zegt: 'had ik
ooit maar eens een wereldreis gemaakt.' Ik
wilde het en het was voor mij een mooie
reden om afstand te nemen van de voet
ballerij. Ik heb hele mooie dingen gezien,
maar ook veel armoede. Toen ik terug was
en trainer werd van VCS relativeerde ik
heel vaak. De voetballerij belangrijk? Schei
uit. Die armoede in Azië, dat is erg en be
langrijk."
„Maar dat relativeren gaat er op een ge
geven moment uit. Je wordt weer opgeno
men door de waan van de dag. Ik kan
heus wel zonder voetbal, maar het kriebelt
voortdurend. Ik zit er van jongs af aan in
en het laat me maar niet los. Mijn toe
komst in de voetballerij? Nou, laat ik eerst
maar eens presteren met Quick Boys."
Soms is het vak leuk. soms ook niet. De
afgelopen vier maanden waren de turbu
lentste uit zijn carrière. Vervelend en on
begrijpelijk vond hij de uithaal op de trai
ning van Frenk van der Kleij, die vervol
gens door het bestuur een jaar werd ge
schorst. Van der Kleij is overigens in be
roep gegaan, tot verbazing van Tempelaar.
Maar er zijn ook leuke dingen aan het trai
ningsvak. „De vrolijke bekkies van Pieter
Slootweg en Hendrik van Beelen, vorige
week na de 2-2 tegen Noordwijk. Zo'n
Slootweg heb ik zien spartelen en ineens
staat-ie er dan weer. Dan weet je waar je
als trainer voor bezig bent."
Bob de Jong beeft het 96-gevoel weer
de Jong: „Om in Nagano een medaille te halen moet ik onder het wereldrecord van Koss. Dat
wel duidelijk geworden." foto»anp
Over precies een maand is bekend welke
toppers Nederland gaan vertegenwoordi
gen op de verschillende schaatsafstanden
tijdens de Olympische Winterspelen in het
Japanse Nagano. Vier keiharde dagen van
tickets verdienen liggen dan achter de rug.
Ook voor Leimuidenaar Bob de Jong (21)
worden het op de Nederlandse afstands
kampioenschappen minuten van de waar
heid. De concurrentie op zijn nummers, de
5000 en 10.000 meter, is aanzienlijk. Maar
de tweedejaars kernploegrijder staat als een
huis op zijn klapschaatsen, is topfit en
blaakt bovendien van het zelfvertrouwen.
Aan het huidige seizoen hangt al lange
tijd het label 'olympisch'. Recentelijk is daar
een afbeelding van de klapschaats bijgeko
men. Want meer dan ooit staat de schaats
wereld op zijn kop. Oorzaak: de ongeloof
oogstende supertijden die voornamelijk
dankzij het revolutionaire materiaal gereali
seerd worden. Op de 1500 meter dook de
Nederlandse sprinter Erben Wennemars
eind juli tijdens trainingswedstrijden op de
wonderhaan van Calgary als eerste schaat
ser ooit onder de 1 minuut en 50 seconden.
Zijn spectaculaire 1.49,89 is inmiddels al
weer verbeterd door de Canadese wereldre
cordhouder Neal Marshall. De pupil van de
Nederlandse trainster Ingrid Paul zette
1.49,81 op de klokken. Net als bij Wenne
mars een prestatie die niet in de ranglijst
geregistreerd wordt, omdat de wedstrijden
niet officieel bij de internationale schaats
bond waren aangemeld.
Op de 5000 meter was het Keiji Shirahata
die eind oktober stuntte. De Japanner
scherpte tijdens kwalificatiewedstrijden
voor de World Cup op de M-Wave, de
olympische baan in Nagano, zijn eigen Ja
panse record aan tot 6.37,93. Alleen Jo-
hann-Olav Koss (6.34,96) en De Jong
(6.37,55) waren ooit sneller. Gianni Romme
won de seizoensopening in Inzeil met een
tijd van 6.38,49, vóór De Jong, die 6.41,55
op de klokken zette. ,»Alle wereldrecords
worden dit seizoen gebroken", is de vaste
overtuiging van De Jong. „Als je voorheen
op traditionele schaatsen de 5000 meter on
der 6.40 reed, dan had je goud. Ik moet nu
rekening houden met jongens als Dittrich,
Störelid, Saetre, Boutiette. En er duikt altijd
wel weer één of andere verdwaalde Ameri
kaan of andere outsider op. Kijk naar Wo-
therspoon die in Calgary de 1000 meter in
1.10,34 schaatst. Ik ken hem omdat hij tege
lijk met mij bij de junioren reed. Maar op
enkele insiders na had nog nooit iemand
van hem gehoord. Om in Nagano een me
daille te halen moet ik onder het wereldre
cord van Koss. Dat is nu wel duidelijk ge
worden."
Ook de lange-afstandspecialist uit Lei-
muiden is definitief op de klapschaats over
gestapt. Hij trok voor het eerst een geleend
paar aan tijdens de Leen Pfrommer-wed-
strijden in maart '95. „Maar ik ben er vorig
jaar december pas serieus over na gaan
denken. Ik reed in het begin van het seizoen
helemaal niet lekker, was steeds aan het
zoeken. Na de World Cup in Heerenven heb
ik in Inzeil wat rondjes op de klapschaats
gereden. Een enorm verschil. Voor de
World Cup in Hamar heb ik Henk Gemser
op het vliegveld aangeschoten. We hebben
het toen over de mogelijkheden gehad en
hij heeft ter plekke \fiking opgebeld. Die
week heb ik de 1500 meter nog op traditio
nele schaatsen gereden maar de 10 kilo
meter op de klapschaats. Voor iedereen was
dat een verrassing. Ik reed tegen Carl Ver-
heijen en die had het door op het moment
dat ik in de eerste ronde voor hem langs
kruiste. Het is grappig dat het de pers toen
helemaal niet is opgevallen. Ik ben één
week later op het NK allround echt op de
klapschaats overgestapt."
De Jong heeft - op de start na - weinig
problemen gehad met zijn nieuwe materi
aal „Je kunt er veel ontspannener op rij
den. Dansen, zo noemt Henk dat als hij het
over de 10 kilometer heeft. Er is ook minder
controle voor nodig en minder kracht. Iede
re klap is gewoon raak, terwijl je met gewo
ne schaatsen bij de afzet de punt in het ijs
trapt."
Inmiddels heeft de hele mondiale schaat-
stop zich in het fenomeen klapschaats ver
diept. Op voorspraak van bondscoach Ge
rard Kemkers rijdt de Amerikaanse nationa
le selectie op het Groningse merk Finn, trai
nen de Noren op het Japanse SSS en heb
ben de Duitsers gekozen voor K2. De Ne
derlandse kernploeg blijft pionier Viking
trouw, die nauw samenwerkt met de Vrije
Universiteit Amsterdam. De VU stuurde
zelfs negen onderzoekers van de faculteit
bewegingswetenschappen naar het Zuid-
Duitse trainingsoord Inzeil. De groep be
keek voor de kernploegleden met behulp
van gespecialiseerde computerapparatuur
hoe de klapschaats het meeste rendement
oplevert.
Ook De Jong werd onderworpen aan
tests, waarbij een groot aantal variabelen
gemeten werd die de prestatie kunnen be
ïnvloeden. „Aan de ene kant zeg ik: je kunt
de ontwikkelingen niet tegenhouden. In de
jaren zeventig hadden ze immers totaal an
dere schaatspakken en van die wollen
petjes. Je krijgt er ook een eerlijker competi
tie door. Normaal was dat bijvoorbeeld in
rit vier of vijf van de 1500 meter het ijs vol
groeven zat. Nu iedereen op de klapschaats
rijdt, heb je dat veel minder. Maar aan de
andere kant vind ik het er niet mooier op
geworden. De klapschaats is eigenlijk zonde
voor de sport. Het gaat ten koste van de pu
re schaatsbeweging. Vroeger ging het echt
om techniek en zelfbeheersing. Dat is om
geslagen naar rammen, waardoor mindere
goden makkelijker bij de top komen. Op de
500 meter wordt het veel gevaarlijker voor
de schaatser die de laatste binnenbocht in
moet."
De herenkernploeg allround belegde al
vroeg (in juni) een trainingskamp van twee
weken in het Zwitserse St. Moritz. Nu, vijf
maanden later, ziet De Jong dat als een wijs
besluit. Ook de zich uitbreidende concur
rentie heeft immers voor een lange voorbe
reidingsperiode gekozen. Wie straks in Na
gano op het podium staan, durft de twee
voudig wereldkampioen bij de junioren
(1995 en 1996) niet te voorspellen. „Ik heb
eerst nog de World Cup-wedstrijden in Ber
lijn en Heerenveen. Hamar valt vlak voor
het NK afstanden, daar zijn we nog niet
over uit. Dat zijn goede meetpunten voor
jezelf, maar er zijn ook schaatsers die zich
daar verstoppen. Neem Bart Veldkamp, die
gaat daar echt niet volle bak rijden. Dat is
niet nodig, want met zijn ervaring kun je op
het juiste moment pieken. Hij hoeft zich
ook niet op selectiewedstrijden te richten,
ik moet me eerst maar zien te plaatsen. Op
de vijf kilometer heb je Romme, Postma,
Ritsma, Verheijen. En wat doet bijvoorbeeld
een Falko Zandstra. De eerste van het NK
gaat, mits genomineerd, zeker, de num
mers twee en drie worden aangewezen. Dat
geeft dus de nodige druk."
Maakt Bob de long na het keiharde afval-
toernooi van volgende maand ook deel uit
van het korps van chef d'equipe Ard
Schenk? „Dat is niet te voorspellen. Er moet
ook eerst nog zo veel gebeuren. Als ik nu
aan Nagano denk, denk ik alleen: een hele
andere cultuur, hoe gaat het er daar aan
toe. Echt waar. Ik heb in ieder geval het '96-
gevoel weer, dat van de WK junioren."
Alarm in de volleybalwereld!
Het schijnt bij de wilde spin
nen af te zijn wat er in Japan al
lemaal gaande is tijdens het
toernooi om de Grand Cham
pions Cup.
Toestanden, toestanden, je weet
niet wat je leest.
In de Volkskrant bijeoorbeeld:
Vol ley bal Iers worden gek.
(Eigenlijk stond er „Volleyballers
worden gek van nieuwe regels",
maar,, Volleyballers worden
gek" dekt de lading beter, vind
ik.
De Grand Champions Cup, al
leen de naam al, is natuurlijk
een toernooi van niks, dat ook
nog eens nergens om gaat, ja om
dollars, veel dollars, maar voor
het overige van een hoog Haar
lemse Volleybalweek-gehalte.
Toch staat de Grand Champions
Cup deze week wereldwijd in het
nieuws.
Er wordt namelijk geëxperimen
teerd meteen nieuw speelsys
teem, door insiders aangeduid
als STLPS.
De Volkskrant: „Het STLPS
wordt als een ramp ervaren.
En: „Degeplaagde volleyballers
en coaches draaien door over het
in hun ogen gek makende expe
riment.
Aangenaam Lingo-woord.
STLPS! Liefst uitgesproken door
deelnemer met spraakgebrek.
Boulanger - „ik weet met of dit
woord in déze spelling bestaat" -
allervriendelijkst neeschuddend,
maar Lingoër houdt fanatiek vol
dat STSPLSTPS (zonder spraak
gebrek al onuitspreekbaar, laat
staan mét) volleybalterm is, die
de lengte van de wedstrijden
binnen de perken houdt.
Ruben Acosta is president van de
wereldvolleybalbond.
Acosta is Mexicaan, rijk, erg rijk
en oud, erg oud. Acosta is gek op
volleybal (zegt hij zelf), gek op
macht (staat vast) en gewoon
gek (vinden de volleyballers, die
gek van hem worden).
Acosta vindt volleybal leuk, zo
lang het maar geen vijf sets
duurt. Zo lang kan bijzijn plas
niet houden. Daar is iets aan ge
daan, aan de vijfsetters. RPS.
Rally Point System.
Een soort penaltyschieten bij ge
lijke stand (2-2), waarbij in de
vijfde set ook de niet serverende
partij bij rallywinst scoort, om
zo het einde van de wedstrijd en
- toeval - het begin van het ban
ket te bespoedigen.
Goed idee. eerlijk is eerlijk.
Nederland-ltalië in Atlanta was
een bloedstollende slijtageslag,
vooral de vijfde set, waarin vol
gens het elke-rally-een-punt-sys-
teem werd gespeeld, kon mij niet
lang genoeg duren.
Maar Acosta - kennelijk kostte
de Olympische finale hem toch
nogz'n nette broek - gruwde er
van. 't Duurde hem te lang.
Daarom staat er nu in Japan
een idioot naast het veld, die
nerveus met een vlag begint te
zwaaien als in een set, ongeacht
de stand, de speelduur van 25
minuten is bereikt. Dan wordt
het restant in ongeloojlijk tempo
via een afwijkende telling afge
raffeld, zodat Acosta, de boven
benen gekruist en de lippen op
elkaar, naar het dichtstbijzijnde
herentoilet kan huppen.
Ondanks de gek makende
STLPS-maatregel maakte Ne
derland er in Japan tegen de
Aussies in de eerste set een potje
van: 26-24 (en die malloot maar
zwaaien met zijn vlag), Acosta
witheet!
Gelukkig heeft hij de Dgnen al
als proefkonijnen aangewezen
voor nog gekker makende toe
komstige wijzigingen. Twee helf
ten van een halfuur, met 10 mi
nuten pauze. Twee sets tot de 21,
volgens tafeltennistelling. Best-
of-seven -sets, maar dan geheel
volgens het Rally Point System.
Met zwaardere bal - en dan ver
geet ik nog wat varianten waar
de Denen verwoed mee aan het
oefenen zijn. (Doe zoiets met
muizen in een laboratorium en
de hele wereld staat op zijn kop,
maar nu het om Deense volley
ballers geuit hoor je niemand -
eerlijk gezegd wist ik ook niet
dat ze bestonden, Deense volley
ballers).
Ideetje misschien voor Acosta:
waarom geeft hij de spelers geen
racket in hun handen, het net
wat lager, een kleinere bal. iets
andere belijning, niet meer dan
tlvee spelers tegelijk in het veld
en de telling laten beginnen bij
15, dan via 30 naar 40, game,
set en match.
Üf groene zeep op de vloer.
Of een rode kaart na opzettelijk
hands.