ZATERDAGS BIJVOEGSEL Verleiden en verkopen' Warmonder Harry Kramp bepaalt het beeld in de reclamewereld ZATERDAG 15 NOVEMBER 1997 daarnaast vooral inzet en wilskracht. Het al lerbelangrijkste is dat je ontdekt wat je NIET kunt. Ik heb bijvoorbeeld in de loop der jaren geleerd dat 'grappig' zijn, mijn stijl niet is. Dat ik nu eenmaal niet zo kan schrijven als Godfried Bomans. Ik ben goed in redenaties. In serieuze en informatieve teksten, die aan de andere kant ook weer niet saai zijn. Ik mag graag de vergelijking met het voethal maken. Hoe simpeler het lijkt, hoe moeilijker het is. Kijk maar naar Cruijff." Over de definitie van het vak, wat reclame, nu precies inhoudt, hoeft Harry Kramp niet lang na te denken. „Verleiden en verkopen. Dat zijn de sleutelwoorden. Je kan er allerlei ingewikkelde theorieën op los laten, des noods boeken over vol Schrijven, maar dit is de kern van het verhaal. Tuurlijk houdt het daar niet bij op, want tegenwoordig gaat de meeste tijd zitten in het contact met de klant, in het vaststellen van doelgroepen en cam pagnes, in de hele begeleidende sfeer. Vier verschillende disciplines houden zich daar op ons kantoor mee bezig. Maar de creatie ven, zoals ik ze noem, zijn en blijven altijd de belangrijksten. Dat was vroeger wel anders. Wij zaten ergens onder de hanenbalken op zolder te brainstormen en de suits, de pak ken, maakten beneden goede sier met onze ideetjes." Lifestyle In de jaren tachtig rees de ster van Harry Kramp aan het reclamefirmament toen hij met een revolutionaire campagne voor het biermerk Grolsch op de proppen kwam. „De term 'Vakmanschap is Meesterschap' had Grolsch een prima imago bezorgd, maai werd oubollig. Je trok er geen jongeren meer mee aan. In plaats daarvan kwam 'Op een dag drink je geen bier meer, maar Grolsch'. De eerste lifestyle-reclame in Nederland. Li festyle was de reclametrend van de jaren tachtig. In de jaren zestig en zeventig was al les Nieuw!. Voor de jaren negentig is 'Echt' het codewoord. The Real Thingvan Coca Co la en Just Do It van Nike. Wat er na 2000 komt? Wist ik het maar, dan begon ik alvast. De computer zal een belangrijke rol spelen, dat staat vast. Misschien keren we nu terug naar emotie, warmte, geborgenheid, dat soort dingen. Moeilijk te voorspellen." Zijn naam en faam en die van PPGH/JWT (de eerste letters staan voor de vier oprich ters, achter de schuine streep de initialen van het Amerikaanse bedrijf dat de zaak in 198b overnam) mogen dan gevestigd zijn; dat neemt niet weg dat de klanten niet als van zelf toestromen, dan wel zonder slag of stoot voor jaren behouden blijven. „Nee. De com petitie is enorm. Prachtig, hoor. En dat meen ik echt. Dat houdt je scherp. Grote bedrijven selecteren vandaag de dag vier reclamebu reaus en laten die een presentatie doen. Je kan het vergelijken met het aanbesteden van werk in de bouw. Het gaat ook om grote be dragen en langdurige relaties, daarbij ga je niet over één nacht ijs. Een miskleun kan bo vendien dodelijk zijn voor het imago van een product of van een bedrijf." Over miskleunen gesproken: hoeveel heeft Harry Kramp er in die dertig jaar op zijn con to staan? „Die heb ik verdrongen", zegt hij vlug en schenkt nog eens koffie in. Dan, na enig aandringen, bekent hij toch nog grif dal die reclame van die 'melk en die mond' - be doeld als opvolger van 'de witte motor'- een smet op zijn verder vrij onberispelijk blazoen betekende. „Maar weet je waar ik trots op ben", gooit hij het prompt over een andere boeg, „waar ik echt trots op ben, is dat wij de reclame voor Heineken mogen doen. Ja, ik zeg hier bewust mógen doen. Okay, dat betekende dat we niet verder konden met Grolsch, een dergelijk conflict of interests kan niet binnen één bureau, maar dat had ik er graag voor over. Heineken is het hoogst haalbare in de Nederlandse reclame. Een puur Hollands merk met een internationale uitstraling. Bier, zoals bier bedoeld is, inderdaad", citeert hij zichzelf lachend. Uitdaging Hij is nu 48 - gesettled, getrouwd, drie kinde ren - en de vraag is hoe lang Harry Kramp nog doorgaat in dat hectische vak. „Dit is na tuurlijk een job voor de jeugd. Zoals reclame in principe ook gericht is op jongeren. Ie mand van 50 heeft zijn keuzen in het leven allang bepaald. Die weet wat hij wil en die is ook niet met reclame te verleiden om over te stappen op een ander merk bier of een ande re bank. Je top in de reclame bereik je ergens tussen 25 en 40 jaar. Vergelijk het maar weer met het voetbal. Je komt als E-pupil bij Ajax, bent goed en doorloopt de hele jeugdoplei ding. Op een dag sta je in het eerste. Maar als je 35 bent is het onherroepelijk afgelopen. Dan ga je wat anders doen. Een enkeling steekt er bovenuit en heeft de ambitie en het overzicht om trainer te worden, het liefst na tuurlijk weer aan de top, bij Ajax. Het is mijn geluk geweest dat ik inderdaad bij de E-pu- piiletjes van Ajax ben begonnen en niet bij Docos, met alle respect voor die club. Nu stuur ik en begeleid ik jonge mensen. Dat is weer een nieuwe uitdaging. En zo lang ik 's ochtends bij het ontbijt nog niet weet wat ik 's middags doe, blijft dit een prachtig vak. Daar blijf je jong bij." Harry Kramp (48) is de man achter de slogan 'Melk, de Witte Motor' en achter een reclamecampagne als: 'Op een dag drink je geen bier meer, maar Grolsch'. Voor Heineken merkte hij als eerste op dat het staat voor: 'Bier, zoals bier bedoeld is'. Zijn vernieuwende tv-spotjes voor PTT-Telecom (zingen over de telefoon naar Suriname) en voor de NS (ieder zijn eigen coupé) trekken momenteel de aandacht in de STER-blokken. Verder behoren ook giganten als Shell, Randstad Uitzendbureau en BMW tot zijn klanten. Hij sleepte talloze reclameprijzen in de wacht en niemand trok zijn wenkbrauwen op dat juist Harry Kramp werd uitgeroepen tot reclameman van het jaar. Dat hij geboren en getogen is in Leiden, dat hij woont in het mooie Warmond, dat hij het als self made man schopte tot reclametycoon - dat is bij het grote publiek misschien wat minder bekend. Gastspreker bij Leidse Start Harry Kramp is aanstaande dinsdag gast spreker bij de ondernemerswedstrijd 'De Leidse Start'. Hij houdt dan een inleiding over de voetangels en klemmen die begin nende ondernemers op de weg naar succes tegen komen. Ongetwijfeld zal hij ook in gaan op de vraag hoe jonge ondernemers en hun bedrijfjes snel veel naamsbekendheid kunnen krijgen. De Leidse Start is een wed strijd voor beginnende ondernemers die daarmee hun bedrijfje voor het voetlicht kunnen brengen. Er zijn vijf voorrondes die steeds in het Leidse Holiday Inn worden ge houden. De winnaars treden op 15 decem ber aan bij de finale in de Leidse Schouw burg voor de verkiezing van de 'Starter van het Jaar'. Voor de uitverkorene ligt een hoofdprijs van 10.000 gulden klaar. De voorronde in Holiday Tnn begint dinsdag om 19.30 uur. Belangstellenden kunnen de wedstrijd bijwonen. Aanmelden bij het tLeidsch Dagblad (Wilma Steve- 071^53 56 20 6. In de reclame gaat in Nederland jaar lijks 12 miljard gulden om. Tien pro cent daarvan wordt omgezet door de twintig grootste bureaus, en daarmee komen we dan ook meteen terecht in het supersnelle wereldje van Peter Stuyvesant. Daarin zwaait Harry Kramp als de gekroonde koning de scepter. Hij draait al dertig jaar mee, staat daarvan twintig jaar aan de top en heeft als directeur van het bureau PPGH/JWT (160 mensen) een flinke vinger in de pr-pap. Zijn one-liners en campagnes wekken zowel be wondering als afgunst op, een gegeven waar hij overigens niet wakker van ligt. Harry Kramp is, ook na dertig jaar en ontelbare branche-prijzen, dezelfde 'kwajongen' geble ven die hij was toen hij nog op 'het Bona' zat. Natuurlijk is hij niet vergeten waar de Kap- teinstraat in Leiden ligt. „Wat dacht jij dan? Ik ben geboren en getogen onder de wierook van de Petruskerk. Daar liggen mijn roots. En die mag je nimmer verloochenen." Dat hij ooit iets zou gaan doen met schrij ven, dat stond voor Harry Kramp al heel vroeg vast. Hoewel, in de roerige jaren zestig - toen alles kon en alles mocht - lag niemand echt wakker over zijn toekomst, dus ook Har ry Kramp niet. „Op het Bonaventura, waar pater Boeddha en pater Gelauff alias Piet Paard nog lesgaven, schreef ik al stukjes voor de schoolkrant. Samen met een maatje van het Stedelijk Gymnasium richtte ik een semi- literair blaadje op, Neoter, Grieks en latijn voor nieuw land. Daar stonden gedichtjes in, verhaaltjes en tekeningen. Dat blad verkocht ik voor een knaak per stuk op de Breestraat tegenover V D aan de winkelende Leie naars. We hadden maar gelijk 500 exempla ren laten drukken. Ik raakte ze allemaal kwijt. Daarmee hadden we op dat moment mis schien wel het grootste literaire blad van Ne derland." Keuze Negentien jaar was hij toen het tijd werd om serieuzer na te denken over de verdere invul ling van het werkzame leven. „Ik stond een tijdje achter de bar bij coffeeshop De Gonk in de Pieterskerksteeg, maar dat wilde ik na tuurlijk niet de rest van mijn leven doen. Voor mijn gevoel moest ik kiezen tussen de journalistiek en de reclame; het moest in elk geval iets met schrijven van doen hebben. Ik las juist in die periode de detective 'Murder must advertise' van Dorothy Sayers, en toen was ik er meteen uit. Indachtig het feit dat ik mijn literaire blaadje eigenlijk beter aan de man wist te brengen dan het vol te schrijven, koos ik voor het verkopen en dus impliciet voor de reclame. Achteraf kan ik stellen dat dat een gelukkige greep is geweest", zegt hij met een knipoog naar zijn gehoor, alsmede op afstand naar zijn broer Rob die al dertig jaar als journalist bij het ANP werkt. Omdat er voor het vak 'reclame' (nog al tijd) geen opleiding bestaat, trok Harry Kramp de stoute schoenen aan, schreef brie ven naar drie bekende bureaus en toog naar Amsterdam. Met in zijn bagage alleen een nog niet voltooide gymnasium-opleiding, een gezonde portie bluf en dat boek van Dorothy Sayers. „Ik werd direct uitgenodigd om te komen praten. Reclamebureaus had den moeite om aan goede jonge mensen te komen", herinnert hij zich achter zijn bureau in zijn directiekantoor in Buitenveldert waar zijn proeven van bekwaamheid keurig inge lijst de wanden versieren. „Nu gaat dat wel anders. Moet je met mappen werk aanko men. Ik krijg tien sollicitatiebrieven per dag. Maar net als toen geldt nu nog, dat als ie mand ons bevalt, we hem toch laten komen. Er kan altijd een soepele geest tussen zitten. Want dit vak leer je in de praktijk." Zelf was hij een snelle leerling. Nog voor- dat-ie hij zijn eerste baan bij Intermarco te pakken had eigenlijk al. De proefopdracht, waarvoor hij twee weken de tijd kreeg, had hij in de bus terug naar Leiden al af. „Het ging om een denkbeeldige campagne voor vla. Twintig verschillende soorten. Doe er maar wat mee. 'Babylonische smaakverwar- ring', bedacht ik onderweg en ging de vol gende dag terug. Nu is zo'n kreet misschien een beetje high-brow, maar ik was meteen aangenomen. Nee, ik was-niet echt een lefgo- zertje, zeker niet. Maar ik was eager, wilde ;t vak in, ook al stelde dat in 1969 veel voor dan nu. De keus voor reclame was toen politiek niet correct, alles was links, links, links. Jongens van mijn leeftijd lieten zich in die flower-power-tijd toch zeker niet in met die kapitalistische klanten", zegt hij nu lachend en trekt het jasje van zijn maat kostuum nog maar eens recht. Ervaring Het bedenken van een slogan als 'Melk, de Witte Motor' lijkt eenvoudig, maar kom er maar eens op. De kreet is veer tien jaar oud, maar nog steeds niet versleten en dat is bijzonder in de recla me. „Je hebt gewoon tien jaar ervaring nodig om dit soort campagnes te be denken", kijkt hij terug op zijn eigen leer school bij eerst Intermarco en later bij het zeer gerenommeerde FHV ('de universiteit van de Nederlandse reclame'). „Ik heb maz zel gehad dat ik telkens bij de beste bureaus met de beste mensen uit het vak kon werken. Natuurlijk heb je creatief talent nodig. Maar ■IKramp voor een van de variaties op het thema Hde Witte Motor'. „Je hebt gewoon tiert jaar er- lljjnodig om dit soort campagnes te bedenken." H|ider nog een 'Melk'-variant en fragmenten uit lar andere tv-spots van zijn bureau: de NS-recla- de Heineken Herfst commercial. FOTO JUR ENGLECHORILLUSTRATIES PR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 37