PORT De nieuwe Jesper komt uit Aalborg Van 'nijvere lezer' tot cijferkoning van Nederland DAG 15 NOVEMBER 1997 mi )eense Ajax-aankoop Grpnkjaer wil vooral zichzelf zijn De plaatselijke taxichauffeur is blij dat hij vertrekt uit Aalborg, de fans zien zijn transfer naar Ajax als een wederkerende erkenning voor het Deense voetbal. Hoe dan ook, vanaf het seizoen 1998/'99 loopt er een nieuwe Deen rond in het Ajax- shirt. Na het vertrek van Jesper Olsen uit De Meer, vult een naamgenoot die leemte als vleugelspits op. Jesper Gronkjaer kan de nieuwe 'vlo' worden en hij is al genoemd als het grootste Deense talent sinds jaren. De landgenoot van trainer Morten Olsen is trots op zijn komende overgang, die gepaard ging met een transfersom van 3,5 miljoen gulden, maar staat niet graag in de schijnwerpers. „Praten met de pers is niet erg. Maar ze willen steeds meer van je weten", zegt Gronkjaer. De Amsterdamse aanwinst wordt liever met rust gelaten en zijn prestaties voor hem laten spreken. Het is guur in Aalborg, gelegen in het noor den van Denemarken. De stad met ruim 120.000 inwoners lijkt in eerste instantie uitgestorven. De treinen die het station van de provinciestad bereiken, spugen slechts mondjesmaat reizigers uit. Een vergelijking met Amsterdam is niet mogelijk. In Aalborg is het, zoals in heel Denemarken, vooral schoon. Waar je op Amsterdam Centraal bijkans struikelt over de hamburgertenten, zwervers, zwerfvuil en kluwen reizigers die in stationspas hun vereiste bestemming zoeken, heerst er in de vierde stad van De nemarken vooral rust. Zelfs het Centraal station van Leiden is op zaterdagochtend een heksenketel vergeleken met de serene rust van Aalborg. Gronkjaers voetbalclub Aalborg AB - in de volksmond 'O'B - ligt ruim twintig mi nuten rijden met de auto buiten de stad. Denemarken is dan ook een land met veel ruimte, die op die manier wordt benut. Het complex van de club is immens, de toon zetting die van een gemiddelde amateur club in Nederland. De (officiële) parkeer plaats biedt nauwelijks ruimte aan meer dan honderd auto's, het clubgebouw is op getrokken uit hout en ademt de sfeer van gemoedelijkheid. De bar is gewoon een bar en waar in Nederland de prijslijst gesierd wordt met allerhande vetversnaperingen - broodjes kroket en frikadel zijn favoriet - is er bij Aalborg AB slechts worst te krijgen. Een klassieke bel heeft niet de functie van het geven van een rondje, maar dient om de dienstdoende barvrouw attent te maken op de aanwezigheid van een klant. De eni ge vingerwijzing dat het hier gaat om een topclub in Denemarken, is het aantal bui tenlandse vaantjes dat de wand siert, over gehouden aan internationale ontmoetingen in Europees verband. Voor de rest zijn het stuurlui die de kanti ne bevolken. Het zijn de 'diehards' die altijd aanwezig zijn bij een voetbalclub en die onder het slurpen van een kop koffie - ook in Denemarken zijn die bij een voetbalclub ver onder de prijs van een bakkie troost in een normaal etablissement - de lopende zaken doornemen. Waar de taxichauffeur de Hollandse jour nalist nog duidelijk heeft gemaakt dat het maar het beste is dat Gronkjaer zo snel mo gelijk zijn favoriete club verlaat - „mis schien is hij voor Ajax goed, maar ik zie lie ver dat de jongens hier keihard werken en aangepakt worden, zoals Sepp Piontek dat deed in het verleden" - oogst de rechtsbui ten van Aalborg louter lof van de fans. „Hij is de hoop van het Deense voetbal", spreekt een grijze man, die bijna dagelijks te vinden is bij de 'reds'. „Dat hij naar Ajax vertrekt is een compliment voor ons", voegt hij eraan toe. Superlatieven, van 'magistraal' tot 'hij is niet te stoppen', zijn niet van de lucht. Al kan het best zijn dat de Engelse vocabulaire van de meesten niet verder reikt dan groot se woorden. Bovendien zal een vleugje chauvinisme ook de bescheiden Denen niet vreemd zijn. Gronkjaer werkt intussen een lichte trai ning af met zijn ploeggenoten. Veel heeft Ik vind voetballen geweldig, maar er zullen situaties ontstaan waarin ik niet gelukkig ben als voet- FOTO ANP Jesper Gronkjaer toont zijn nieuwe Ajax-shirt. baller." de zaterdagochtendtraining niet om het lijf. Er staat ook geen opdringerige menigte langs de kant, slechts twee meisjes hebben zich de moeite getroost de verrichtingen van Aalborg te volgen. Gronkjaer: „Hoog stens op donderdag is het hier een beetje druk. Maar het complex ligt ook ver buiten de stad." Na wat behendigheidsoefeningen en het defensieve testen van standaardsituaties, gaat het er in het 'partijtje' gemoedelijk aan toe. De straffe wind die over het weidse trainingsveld staat - de ruimte is in breedte en lengte ongeveer zes voetbalvelden groot - noopt de spelers tot het dragen van hand schoenen en mutsen. Gronkjaer vormt daar geen uitzondering op. Aan het tonen van zijn talenten komt hij evenwel nauwelijks toe. Er heerst een lacherige sfeer en de mooiste goals worden vergezeld van klopjes op de eigen borst. Vriendelijk is de verwelkoming van Gronkjaer als hij het trainingsveld afloopt, zakelijk is zijn benadering van de gast uit Nederland. Een journalist van de 'Aalborger Stiftstidende' - het plaatselijke dagblad - had al gewaarschuwd. „Jesper praat niet veel. De enige anekdote over Gronkjaer is dat er geen anekdote over hem is. Mis schien heeft hij een vriendin, maar ze is in ieder geval nooit aan ons voorgesteld." Gronkjaer zelf heeft daar wel een verkla ring voor. „Het probleem is dat de pers steeds meer en meer over je wil weten. Het gaat mij alleen om voetbal", meent Gronk jaer. „Ajax is een grote uitdaging en de bes te club voor mij. Ik heb lang getwijfeld over mijn beslissing om Denemarken te verla ten. Ik ben nog erg jong." Gronkjaer - zijn blonde stekelkapsel heeft veel weg van dat van de Deense nationale keeper Peter Schmeichel - werd geboren in Groenland. Zijn vader is elektrotechnicus, zijn moeder verpleegster. Zijn jongere zus is fanatiek handbalster. „Zij is niet trots op mij of zo. Ze interesseert zich niet voor voetbal." De nieuwe Amsterdamse aanwinst groei de voorts op in Thisted, een stadje van bij na 10.000 inwoners, 100 kilometer ten wes ten van Aalborg gelegen. Voetballen was een logische stap, omdat zijn vriendjes de sport beoefenden. Gronkjaer steeg al snel boven zijn leeftijdgenootjes uit, maar ver kaste pas op zijn zestiende naar Aalborg. Voor de blonde Deen werd direct plaats in geruimd in de A-selectie. Een reden om zijn ouderlijk huis te verlaten had hij niet. „De eerste anderhalf jaar bracht mijn vader me steeds weg. Hij was altijd een echte steun voor me. Pas op mijn achttiende ben ik ver huisd." Omgaan met zijn faam leerde hij al snel. Ook al is hij wars van sterallures, de hand tekeningenjagers staan voor hem in de rij. „Ik word herkend op straat en dat is geen probleem. Toen ik een ventje van tien jaar was, wilde ik ook handtekeningen hebben van beroemde voetballers. Dat is normaal, ook al is het soms niet leuk en zelfs een beetje vervelend." Het zijn dingen waar hij komend seizoen dagelijks mee te maken krijgt. In de luwte voelt hij zich echter hel meest op zijn plaats. „Soms wens ik, dat ik hetzelfde ben als mijn vrienden. De mensen hebben altijd hun ogen op mij gericht. Ik kan niet rustig ergens een biertje drinken.. Ik houd ervan om naar de bioscoop te gaan of een partij tje golf te spelen. Ik vind voetballen gewel dig, maar er zullen situaties ontstaan waar in ik niet gelukkig ben als voetballer. Dan ga ik het liefste naar mijn ouders toe. Waar zij wonen, word ik niet herkend en kan ik rustig over straat lopen. In Denemarken, vooral op het platteland heerst de levens wijsheid 'Janteloven'. Dat betekent zoveel als: iedereen is gelijk, wat je ook doet. Ik wil niet zeggen dat dat ook mijn motto is, maar het is wel belangrijk." Volgend jaar speelt hij samen met Mi chael Laudrup. Een onwezenlijke gedachte voor Gronkjaer. „Toen ik zes was, zag ik hem debuteren in het Deense elftal tegen Noorwegen. Hij scoorde ook nog." Veel steun vindt hij in zijn landgenoten. Uiter aard in Ajax-coach Morten Olsen en rechts back Ole Tobiasen, maar ook zijn illustere voorgangers die in Amsterdam aan het be gin stonden van een glanzende carrière. „Ik heb gesproken met Jesper Olsen en Frank Arnesen. Die waren ook jong toen ze naar het Nederland kwamen. Voor hun was het geen probleem en zelfs goed voor hun ont wikkeling. Ik kan leren van hun persoonlijk heden. Maar ik wil niet met hen vergeleken worden. Ik ben liever gewoon mezelf." De nieuwe weg die hij wandelt zal wel licht bezaaid zijn met voetangels en klem men. De concurrentie bij Ajax is groot, weet Gronkjaer. „In het begin zal ik best proble men hebben met aanpassen. Ik volg wel een cursus Nederlands, maar heb tot nu toe pas vijf uur naar bandjes geluisterd of boe ken ingekeken. Nederlands is best een grappige taal. Het is alsof je een aardappel moet inslikken om de juiste uitspraak te krijgen." Ook al kon Gronkjaer kiezen tussen clubs in Spanje (Real Madrid), Italië en Engeland (Manchester United), had Ajax zijn onmid dellijke voorkeur. „De speelstijl is positief en gebaseerd op techniek. Dus is het de beste club voor mij. Ik houd van de stad en de grachten, het is een mooi stadion en ze spelen elk jaar in de Europacup. Dat wil ik ook." Zijn naderende rijkdom, verbonden aan de komende status als stervoetballer, zegt hem niets. „Waarom zou ik veranderen door het geld dat ik verdien. Van veel geld word ik niet gelukkiger. Ik kan straks din gen kopen die mijn vrienden niet kunnen aanschaffen, maar het is niet mijn stijl om in dure auto's te rijden of in een groot huis te wonen. Ik ben ook van plan om een ap partement te huren in Amsterdam en niet te kopen. Het gaat om mijn stijl op het voetbalveld. Die is gelijk aan die van Ajax en daarom wil ik er spelen." John Fredrikstadt verkoopt archief en bereidt afscheid voor Eigenlijk is het krankzinnig. In een bedrijfs tak waarin honderden miljoenen guldens omgaan, maakt een 'eenvoudige hobbyist' uit Bussum de dienst uit als het gaat om de statistische gegevens. John Fredrikstadt - bekend onder meer van Studio Sport - kan zich er nog altijd over verwonderen. Het weerhoudt hem er echter niet van om het betaalde voetbal in Nederland te blijven ad ministreren. Nog wel althans. Over ander halfjaar stopt-ie ermee. Aan publiciteit rond zijn persoon had en heeft Fredrikstadt (63) geen enkele behoef te. Toch is het een beetje z'n eigen schuld dat hij de aandacht op zich gevestigd heeft. Moest hij decennia lang niets weten van computers ('met pen en papier gaat het veel sneller'), het bericht dat hij 's lands grootste en meest gebruikte voetbalarchief verkocht heeft aan het Nieuwegeinse elek tronische mediabedrijf Infostrada wekt toch wel enige bevreemding. Verbazing wekkender nog is de toevoeging dat de ge pensioneerde terreinmeester ook in dienst treedt van dit bedrijf. Weliswaar voor slechts een paar uurtjes in de week, maar toch. Fredrikstadt geeft uideg. „Ik speelde al een tijdje met de gedachte om ermee te stoppen. Als je meer dan 35 jaar jaar al je vrije tijd benut om de statistieken van de wedstrijden in het betaalde voetbal bij te houden, dan komt natuurlijk eens het mo ment dat je er genoeg van krijgt. Daarbij speelde een grote rol dat Infostrada geïnte resseerd was om mijn archief in zijn geheel over te nemen. In een eerder stadium heb ik ook wel 'ns aanbiedingen gehad om mijn archief van de hand te doen, maar daar ben ik nooit op ingegaan. Vooral omdat ik er geen vertrouwen in had dat mijn statistie ken een goede bestemming zouden krijgen. Bij Infostrada heb ik wel de indruk dat er serieus mee omgesprongen wordt.* Boven dien waren ze bereid er een aardig bedrag voor te betalen." Dan lachend: „Nee, ik vertel je niet hoe veel ik er voor gekregen heb. Ga er maar vanuit dat het een aardige beloning is voor al het werk dat ik de afgelopen jaren heb gedaan. Maar dat is niet eens het belang rijkste voor me. Infostrada heeft me de kans geboden bij hen in dienst te treden, zodat ik mijn kennis in alle rust kan overdragen." Want wie denkt dat Fredrikstadt van het ene op het andere moment met zijn boek houdkundig werk stopt, heeft het mis. De Bussumer gaat na dit seizoen nog een jaar door met het noteren van onder meer doel punten, toeschouwers, topscorers en boe kingen. Gewoon thuis, aan de houten tafel. Zoals hij dat de afgelopen jaren gewoon was. Gebruikmakend van de eenvoudigste middelen: een dik ruitjesschrift en een ball point. Niks geen computer of andere mo derne apparatuur. „Wat moet ik met een computer? Met pen en papier werk ik snel ler en een computer kan ik bovendien niet meenemen naar Studio Sport, waar ik al mijn nieuwe gegevens binnenkrijg." Waar de gepensioneerde ambtenaar in de huiselijke kring onverdroten verder gaat met zijn cijferjacht, wordt ondertussen bij Infostrada de inhoud van zijn archief (in to taal meer dan tweehonderd cahiers) in de computer gestopt, zodat die voetbalwe tenswaardigheden voor geïnteresseerden via onder meer internet opvraagbaar zijn. Fredrikstadts rol in deze is controlerend; hij kijkt nauwlettend toe of alle gegevens op de juiste manier verwerkt worden. Nauwkeurigheid. Het is deze eigenschap die de Bussumer in den lande zo'n faam heeft bezorgd. Zijn cijferboeken kloppen tot in de puntjes, daar is hij stellig van over tuigd. „Bij de minste of geringste twijfel over bijvoorbeeld een rode kaart, bekijk ik bij Studio Sport de beelden van de desbe treffende wedstrijd zodat ik zekerheid heb Of ik bel met de tuchtcommissie van de KNVB die mij altijd ter wille is. Ik heb ooit de fout gemaakt niet van mijn eigen noti ties uit te gaan. Zo wist ik dat een bepaalde speler een derde gele kaart had geluegen, maar op de radio hoorde ik die speler zeg gen dat het pas z'n tweede was. Ik dacht toen dat hij het zelf wel het beste zou weten en heb dat toen aan diverse dagbladen ge meld. Later bleek dat hij wel degelijk drie kaarten op zijn naam had staan. Sindsdien vertrouw ik alleen nog op mezelf." Met Fredrikstadt valt dan ook niet te sjoemelen. Toen vier jaar geleden het hon derdduizendste doelpunt in het betaalde voetbal eraan zat te komen, was het voor Studio Sport natuurlijk interessant om die bijvoorbeeld door Jari Litmanen te laten maken. De statisticus was echter op dat punt onvermurwbaar. „Feiten zijn feiten en die manipuleer ik nooit. Jan de Jonge van Emmen scoorde nu eenmaal dat doelpunt en daarmee is voor mij de kous af. M'n ge loofwaardigheid gaat boven alles. Zo weel ik veel dingen uit m'n hoofd, maar toch controleer ik alles voordat ik het officieel doorgeef." Fredrikstadts cijferwoede is destijds aan gewakkerd door zijn vriend Bab van der Voort die bij Blauw Wit tussen de palen stond. Van der Voort was de minst gepas seerde doelman in het betaalde voetbal en de Bussumer besloot voor hem bij te hou den wie van de andere doelverdedigers de minste ballen uit het net moest halen. Au tomatisch werden toen ook de doelsaldi van de verschillende clubs in een schrift ge noteerd. Dat was de aanzet tot het later zo geprezen archief. Fredrikstads eerste bijdrage aan de ge schreven pers was in 1962. De Telegraaf zag wel brood in het door hem verzamelde ma teriaal. Ofschoon bij die wetenswaardighe den slechts vermeld stond dat de gegevens afkomstig waren van 'een nijvere lezer uit Bussum', verspreidde zijn roem zich daar na snel. Niet alleen kreeg hij nog meer kranten tot zijn klantenkring, ook radio en televisie toonden belangstelling. „Op een dag stond Theo Koomen bij me op de stoep om te vragen of ik niet wilde meewerken aan zijn radioprogramma Goal. Frits Ba rend en Henk van Dorp waren eveneens in mij geïnteresseerd. Later kwam daar ook nog eens Studio Sport bij." Hoewel de waarde van Fredrikstadts werk allang in binnen- en buitenland be wezen is, blijft het voor sommigen een raadsel wat hem bezielt om alle gebeurte nissen in het betaalde voetbal te registre ren. „In de loop der jaren ben ik door deze hobby gegrepen. Vooral de records boeien me. M'n recordboek heb ik dan ook het vaakst in handen. Zo is Feyenoord-Vole- wijckers in april '56 tot nu toe de meest productieve wedstrijd in het betaalde voet bal geweest: 11-4. De hoogste uitslag was in '72 bij Ajax-Vitesse: 12-1. Ja, in het voordeel van Ajax." John Fredrikstadt moet niets van de computer hebben. „Met pen en papier werk ik sneller." FOTO CPD 25 Gevaarlijke sporten Het moede hoofd ran hand baller Lambert Schuurs van Sittardia knikte beschroomd van ja. Schuurs, die er bijzat alsof hij zojuist vijf dagen hardgelopeti had in het Uimalaya-gebergte, had zojuist vijf dagen liardgelo- pen in het Himalaya-gebergte; met zijn laatste krachten had hij zich naar Studio NOS gesleept om erover te praten. Schuurs legde te voet 160 kilometer af, overwon een hoogteverschil van 7000 meter en temperaturen die schommelden tussen -10 en +30 en werd derde. Er waren ook beelden van de helletocht. Adembenemende beelden. Toen volgde de logische vraag of Schuurs' onderneming behal ve een uitdaging, niet ook een tikkeltje gekkenwerk was ge weest. Schuurs sprak op zachte toon van ravijnen, riggels, ver dwalen, de inheemse bevolking, bevroren tenen, hier nog onbe kende maar bloeddorstige dier soorten, los liggend gesteente, bloedblaren, heimweeaanval- len... en alles bij elkaar kon hij bezwaarlijk anders dan met het moede hoofd ja te knikken. Ja, het was gevaarlijk geweest. Le vensgevaarlijk. Ik wil niets op de prestatie van Schuurs afdingen, noch op 's mans waarnemingsvermogen en betwist niet dat hardlopen in de bergen niet van gevaar ontbloot is, maar zo gevaarlijk voor de volksgezondheid als handballen kan het niet zijn. Handballen, dat vind ik nou een gevaarlijke sport. Veel cirkellopers eindigen als castraten. Over gevaarlijke sporten gaan we het hebben. Golf bijvoor beeld. Zeer riskant. Gelezen in een krant: „Een Zweedse boer in de provincie Vaermland trof woensdag een dood schaap aan op zijn land. Het dier bleek getroffen door een ver geslagen golfbal." Toegege ven, een schaap maar. Nog een keer dezelfde krant dan, weer over golf: „Drie golfspelers zijn op een baan in Tokio op slag ge dood. De slachtoffers zijn twee professionals en een caddie. Hun lichamen werden gevonden bij de zevende hole. Ze waren ge troffen door de bliksem.Okay, eigen schuld, nooit met zijn drieën tegelijk schuilen in één Iwle. Andere gevaarlijke sport, de Whitbreadfom de wereld)race. „Een bemanningslid van het zeiljacht BrunelSunergy is van boord gezet, omdat hij zich step tisch over het beleid aan boord heeft uitgelaten. Hoeveel mijl het zwemmen was naar de kust en of er rond de boot hier nog onbekende maar bloeddorstige vissoorten dreven, laat het bericht onver meld, wel heeft de redactie de kapitein op zijn 06-nummer te spreken gekregen. „Ik vind het jammer, maar daar moeten we strikt in zijn", lichtte Hans Bouscholte het van boord zetten toe. (Ik weet het niet. Ik ken schip per Bouscholte niet. maar het gevoel- voor-de-medemens -ge halte van zijn reactie is zodanig ('klomphoogte', zou Beenhakker zeggen) dat ik een betonblok aan de voeten van het sceptische be manningslid, handboeien om, geen laatste sigaret en een duw van de loopplank niet bij voor baat 100% uitsluit). Vindt u zwemmen gevaarlijk? Weet u waar het WK zwem men wordt georganiseerd? Ant woord: in Perth. Tweede vraag, kent u de zwembaddichtheid van Perth? Die schijnt nul te zijn. Lees maar: „Met de inzet van verkenningsvliegtuigjes wil de organisatie van het WK zwemmen, in januari in Austra lië, de zwemmers beschermen te gen haaien. Volgens race-coördi nator Holtom is zwemmen in een oceaan iets anders dan in een bad en zal met elke zwem mer een boot meevaren. Deelne mers worden geëscorteerd door een team van zes duikers met harpoenen." In alle ernst ver volgt het bericht met het verslag van een wereldbekerwedstrijd triatlon in de haai van Sydney. Tijdens het onderdeel zwem men dook een haai op in de kopgroep. Het verslag gaat nog alinea's door, maar de haai duikt in geen regel meer op. Kennelijk heeft het dier tijdens het onder deel fietsen uit de kopgroep moeten lossen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 25