e glorieuze terugkeer van
het figuratieve
Cultuur&Kunst
Schone
Schijn
Theezakjes vouwen in
Lisse Cultuurstad
Beelden Frans de Wit gelaagder dan ze lijken
Plezierig deel twee
van Eenakterfestival
De Nijs' jubileumconcert
spannend door nieuw werk
ATERDAG 15 NOVEMBER 1997
verzichtstentoonstelling Jurriaan van Hall in De Lakenhal
|)at kan mijn broertje van
r ook'. Ziedaar een veel-
fehoorde reactie van de
legemeente op het ab-
racte werk van schilders
Karei Appel, Pablo Pi-
Isso en Willem de Koon-
(g. De marktprijzen voor
doeken zullen nog
niet kelderen, maar
|e wisten het al een tijdje:
[et figuratieve in de schil-
prkunst is defenitief terug
a weggeweest. En die te-
[ïgkeer is in het werk van
rriaan van Hall glorieus.
gpEN CEES VAN HOORE
Tie zijn schilderijen op de grote
irerzichtsexpositie in De La-
»nhal bekijkt, wordt overrom-
:ld door de gretigheid en de
ille penseelstreek waarmee
tze kunstenaar het leven heeft
eergegeven. Daarbij put hij
WA >elvuldig uit de traditie. Tal-
Aos zijn de citaten uit het werk
in meesters als Rembrandt,
oya, Rubens, Matisse, Klimt,
aselitz en Lüpertz.
Het leven bij Jurriaan van Hall
vooral de vrouw. Het zijn niet
perfecte, Pamela Anderson-
chtige cult-lijven die hij af-
iDej jeldt, maar die lichamen die
ei iets te schonkig of te dik
jn. Maar evenals bij Koning
idas verandert onder de han
en van de schilder het nederig-
e in goud. In die zin is zijn
erk te beschouwen als een
ige aan het leven, het
olie leven, compleet met
kruimels in de mondhoeken,
en Zeeman-zwembroek onder
n(j et afdakje van een dikke buik,
e verkreukelde kop na een
en' acht doorhalen, de man met
inek die de houding
anneemt van een Charles At-
is, kortom: alles is er. En dat
it veel humor.
Een vrouw die op alledag
ami lopt. Een vrouw op het toilet.
en vrouw met bokshandschoe-
atie len aan. Vrouwen in het gou-
Kaj en namiddaglicht, hun welge-
ormde derrières naar de toe-
chouwer gekeerd, alsof ze ons
'Zelfportret' (1990) van de 'waanzinnige kunstenaar*.
foto pr 'Kind' (1992), een schoffie van Jurriaan van Hall.
samen met Lucebert aanraden
om de blote kont der kunst te
kussen. Van Hall heeft ze met
dynamische penseelstreken aan
de werkelijkheid ontrukt, in de
jeugdige vaart van zijn eigen le
ven.
Henri Matisse moet met zijn
kleuren veel indruk op hem
hebben gemaakt. Een doek als
'Saskia' uit 1991 bewijst dat.
Hoewel het een geheel eigen
signatuur heeft, doet het
meteen denken aan de oda
lisken van deze grote Franse
meester, de haremvrouwen die
hij zo vaak heeft weergegeven.
Met de dikke bader aan het
strand geeft Van Hall een knip
oog naar het werk van Seurat,
maar dan zonder van diens
pointillistische techniek gebruik
te maken. 'Juul', een werk uit
1997, roept de allergrootste
voorbeelden uit de Jugendstil -
periode in herinnering. Aan dat
laatste werk kun je zien dat Van
Hall ook de potentie in zich
heeft om een fijnschilder te zijn.
Maar hij wil dat niet. Alsof de
haast van deze eeuw hem dat
verbiedt en het toch allemaal
vlug-vlug moet voordat hij
straks met zijn neus omhoog
ligt.
Van Hall deed voor het eerst
van zich spreken toen hij zich
samen met de gebroeders Don
ker en Peter IGashorst op het
schilderspad begaf in de groep
'After Nature'. Weg met de con
ceptuele kunst, weg met de
moeilijkdoenerij. Snuif het le
ven op als coke en laat je erdoor
bedwelmen! Dat was, ruw weer
gegeven, het credo van deze
jonge schildersbent. Burge
meester Goekoop verwees daar
tijdens de opening naar door te
zeggen dat Van Hall zich afzette
tegen schilderijen waarin de
ene na de andere avant-gardis-
tische zienswijze op elkaar was
gestapeld.
De fresco-achtige kinderpor
tretjes van Van Hall zijn een
hoofdstuk apart. Vrolijke ko-
boldjes, ondeugende rotzakjes,
beteuterde gezichtjes, verlegen
jongetjes, de verzameling is een
feest voor het oog. De wat vlek
kerige manier waarop de kin
derkopjes zijn geschilderd, ge
ven er een aparte melancholie
aan. Alsof met het oproepen
van het beeld het verdwijnen
ervan al is ingebakken.
In zijn zelfportretten laat Van
Hall, net zoals Rembrandt dat
deed, een kunstenaar met vele
gezichten zien. De waanzinnige,
getourmenteerde, schilder. De
artiest, die zijn gezicht als hij
dronken is toch het lekkerst
vindt zitten. De man die zijn
tong uitsteekt tegen de toe
schouwer.
Dat laatste zelfportret is mis
schien wel exemplarisch voor
de levensopvatting van Jurriaan
van Hall. Alsof hij wil zeggen: 'Ik
schilder zoals ik dat wil, bekijk
het maar!' En dat laatste dan
zowel sarcastisch als letterlijk
bedoeld.
Jurriaan van Hall, tot en met
25 januari 1998 in Stedelijk
Museum De Lakenhal, Oude
Singel 28-32 Leiden. Openings
tijden: dinsdag t/m vrijdag van
10.00-17.00 uur. Zaterdag en
zondag van 12.00-17.00 uur.
Maandag 25 december en 1 ja
nuari gesloten.
CHEF JAN RIJSDAM. 071 -5356444. PLV CHEF AD VAN KAAM 071 -5356443
Introerende liedjes, hilarische
T- ertellingen, kwetsbare typerin-
el( en. Dat alles is ons beloofd
oor Dennis Kivit, de cabaretier
ie vanavond in de Kapelzaal
an K O optreedt met zijn
rogramma 'De prostituant',
tin gewone mensentaal: 'De
loerenloper' betekent. Niks bij-
onders vandaag de dag. Ca-
herine Keyl heeft het over niets
nders. En voor je het weet is
ie( 00 meter hoerenlopen een on-
erdeel geworden van de Olym-
ische Spelen.
>cha Meijer heeft er ook nog
ens een boekje over openge-
aan en we moeten eerlijk zeg-
a" en: niet oninteressant. Al die
jsi chuwe mannen die vanachter
un hoog opgezette kragen loe-
sl' en naar Blonde Dolly en Mage-
Molly, naar vrouwen die met
un groeibriljantjes tegen het
on aam tikken. Ambtenaren, put-
en esscheppers,journalisten,
chrijvers, allemaal gelijk, daar
lsi ndie rosse buurt waar het altijd
en beetje Kerstmis lijkt.
'ennis was in telefoongesprek
en met ons zeer enthousiast
verzijn programma. Maar bij
Va' ijn impresariaat ligt dat kenne-
jk anders. We belden voor een
iterview met hem. Angélique
j4 inkers, die zijn zaken behar-
gt, toonde zich niet al te toe-
et chietelijk. „Ik betwijfel of dat
n, maar ik zal het u maandag
aten weten."
Vat was dat nou? Een cabare-
ier die pas begint en dan al
rardt afgeschermd als een
rank Sinatra? Heeft die jongen
^ngeen publiciteit nodig?
'et grauwe maandagmorgen-
tht sijpelde nog maar net over
redactiebureau's of daar ging
telefoon al. Angélique Fin-
ers. Nee, jammer, het inter-
'ew met Dennis kon niet door-
aan. „We weten helemaal niet
°e dat gaat met die voorstel-
ng, dus we wachten nog even
k" Vreemde zaak. Had het pro-
ramma, dat al vanaf 5 oktober
topt, niet voldoende kwaliteit?
Dennis Kivit als 'De prostituant'. Een cabaretier die pas begint en dan al
wordt afgeschermd als een Frank Sinatra? tekening andre
vel tkamp/henri toulouse lautrec
vraagt en een pot jam krijgt,
bent u niet tevreden. Zo is het
ook een beetje met dit pro
gramma. Dat willen we niet op
ons geweten hebben. We weten
dus nog niet of we ermee door
gaan. Het heeft inderdaad met
de kwaliteit te maken, ja."
Einde verhaal. Is dit misschien
een grap in de traditie van Fin-
kers' naamgenoot Herman? Is
het usance bij dit impresariaat
om de kwaliteit van hun eigen
artiesten tegenover de pers in
een smoezelig daglicht te stel-
Dennis Kivit maar eens even
bellen. Helaas, de artiest moet
druk bezet zijn, we krijgen tel
kens zijn antwoordapparaat.
Gaan we nu vanavond naar 'De
prostituant' of niet? Is dat pin
dakaas- en jamverhaal nu al
leen maar geouwehoer of stinkt
dit eerste Kivitsei echt?
Bollencultuurstad
In Lisse heeft eens een raadslid
tijdens een debat over cultuur
subsidies uitgeroepen: „Voorzit
ter! Bij ons op het dorp hebben
we maar één cultuur en dat is
de bollencultuur, laten we dat
zo houden."
Een geweldige oneliner die veel
politieke bijval kreeg en de
mensen op de publieke tribune
bijkans in extase deed geraken.
Bij de wethouder schone kun
sten echter, die op het punt
stond een bescheiden bedrag
uit te trekken voor de plaatselij
ke theezakjesvouwers, koffiefil-
terkreukers en broodzakplak
kers, zonk de moed volledig in
de schoenen.
Anno 1997 is het culturele kli
maat in het bollendorp niet we
zenlijk veranderd. De feestcom
missie, die een programma in
elkaar moet timmeren vanwege
het 800-jarig bestaan in 1998,
werd dan ook voor een gigan
tisch luxe-probleem gesteld
toen haar budget maar liefst
800.000 gulden bleek te bedra
gen. Waaraan moet al dat geld
in Florisnaam worden uitgege
ven?
Bovenaan de verlanglijst staan
programma-onderdelen als de
grootste bloemenslinger ooit
geregen, de langste bollenpelta-
fel aller tijden en een Nacht
wacht van hyacinten van maar
liefst 63 vierkante meter. Dat
klinkt allemaal duur. Maar in de
ons-kent-ons-cultuurwaarvan
Lisse groot is geworden, wordt
de financiering van dit soort za
ken zo geregeld dat de feest
commissie er geen cent van
haar budget aan hoeft te beste
den.
Het saldo zal na de 'bollenkun-
sten' dus gewoon acht ton blij
ven. Acht ton! Ter vergelijking:
de gemeente Leiden heeft zeven
ton op tafel gelegd om het nu
bijna voorbije jaar Cultuurstad
te mogen heten. Projectleider
Karei Willems moet alle zeilen
bijzetten om binnen zijn begro
ting te blijven en heeft zo veel
Leidenaars 'neen' moeten ver
kopen dat het hoogtepunt van
het Leidse culturele jaar het
moment wordt waarop hij met
pek en veren de Zijlpoort wordt
uitgereden.
Om van die acht ton af te ko
men, stelde de Lissese feest
commissie vast, moet het geld
de gemeentegrenzen voorbijrol
len. En dus viert het bollendorp
zijn 800-jarig bestaan voor een
belangrijk deel in Haarlem en
Amsterdam. Daar zijn immers
theaters, concertzalen en ijsba
nen.
WIM KOEVOET
BEELDENDE KUNST
RECENSIE MARTUN VERHOEVEN
Tentoonstelling: 'Frans de Wit - Drie Locaties' Te zien:
t/m 30/11, do. t/m zo. 14-17 uur, De Blonkgarage,
Nieuwstraat 33/41, Leiden, wo t/m za 12-17 uur, zon
dag 12-16 uur. Centrum Beeldende Kunst, Hooglandse-
kerkgracht 19/21, Leiden, za en zo. van 13-17 uur, I D.
Design. Dorpsstraat 77, Oegstgeest.
Frans de Wit geeft aan zijn werk geen poëti
sche titels mee, die sturen de toeschouwer
maar een bepaalde richting op. Liever ge
bruikt hij eenvoudige, beschrijvende titels.
Maar wie denkt dat daarachter ook eenvou
dige beelden schuil gaan, vergist zich. De
beelden van De Wit zijn vaak gelaagder dan
op het eerste gezicht lijkt. Wat te denken,
bijvoorbeeld, van het beeld 'Acht massief
gesmeed stalen ringen in een tuin' dat al
weer enige tijd in de achtertuin van het
Centrum Beeldende Kunst (CBK) staat. De
verschillende stalen ringen lijken op een
speelse, bijna achteloze manier in de grond
geplaatst. Dit speelse karakter contrasteert
echter met het enorme gewicht van het ma
teriaal: de elementen zijn met geen moge
lijkheid van hun plaats te krijgen.
De tweede plek waar De Wit momenteel
exposeert is I.D. Design in Oegstgeest. Een
groter verschil met de achtertuin van het
CBK is nauwelijks denkbaar. Waar de be
zoeker in de tuin de beelden op een afstand
en van verschillende kanten kan bekijken,
wordt hij hier geconfronteerd met een meer
dan manshoge cylindervorm die de kleine,
hoge ruimte volledig in beslag neemt. Dit
betekent dat de bezoeker geen afstand kan
nemen van het werk, maar gedwongen
wordt langs de randen van de tentoonstel
lingsruimte te schuifelen om zo het beeld te
verkennen. Hier bepaalt de ruimte niet lan
ger het beeld maar andersom: het beeld be
paalt de ruimte.
Veel van het werk van Frans de Wit ont
leent z'n kracht aan het spanningsveld tus
sen tegenpolen, zoals die tussen een geslo
ten en een open vorm. In de Blonkgarage,
de derde plek waar Frans de Wit exposeert,
lijkt vooral voor de polen natuur en cultuur
een rol weggelegd. In de sober ingerichte
ruimte zijn drie beelden geplaatst: een vier
kante vorm, een ronde vorm en een bundel
bijeengehouden stalen latten die diagonaal
de ruimte in steken.
De ronde vorm van metaal blijkt hij na
dere beschouwing geen cirkel maar het be
gin van een spiraal, een natuurlijke oei
vorm. De vierkante vorm, gevormd door
rechtopstaande metalen platen, blijkt al
snel niet zo vierkant: de bovenkant van die
platen is rafelig en correspondeert met de
rafelige rand van een rij boomtoppen die
verderop in een serie foto's wordt getoond.
Zo verwijzen de geometrische vormen
van de beelden op een subtiele manier naar
de organische vormen uit de natuur.
RECENSIE WUNAND ZEILSTRA
Voorstelling; Eenakterfestival Lelden,
tweede deel. Gezien: 14/11, Microthea
ter, Lelden.
Een grotendeels lichtvoetige
toonzetting kenmerkt de
tweede avond van het Een
akterfestival. Met name geldt
dat voor de simpele eenakter
'Serenade' van Slawomir
Mrozek. Deze voorstelling
van de Leidse groep 'Kijkeris'
is speciaal tijdens dit festival
in première gegaan. Mis
schien gaat daarom het lo
pen op de strobalen nog wat
wankel. Verder overheerst
het ongekunstelde spelple-
zier. Daar moet 'Serenade'
het van hebben. Als een vos
zijn hongerige verleidings
kunsten uitleeft op drie kip
pen en een haan, dan weet
je gewoon hoe dat afloopt.
Andersoortige verleidings
kunsten biedt 'Lunch' van
Steven Berkhoff. De groep
'Tongen Los' komt hier met
de uitschieter van het festi
val voor de dag. Het gegeven
is niet moeilijk: man ont
moet vrouw aan het strand.
De uitwerking is echter ver
rassend. Drie mannen en
drie vrouwen spelen het ene
paar. Het maakt de versier
poging met licht-absurde
spreek- en denkteksten extra
geestig. Vaak gebruiken ze
gedrieën dezelfde tekst,
soms na elkaar, een enkele
keer iets afwijkends. Zo ont
staan lichte variaties op één
thema die samen aange
naam, goed op elkaar afge
stemd spel opleveren.
Ernstiger van toon is 'Aan
de lijn' van Jean Cocteau.
Dankzij de telefoon sugge
reert de monoloog dat er een
gesprek wordt gevoerd. Een
vrouw moet afscheid nemen
van haar geliefde. Als het
goed is, horen we, of liever
gezegd geloven we te kun
nen horen, wat de andere
partij via de telefoon te zeg
gen heeft. Agaath Krijgsman-
Bokma bouwt die suggestie
zorgvuldig op; goed zicht
baar is dat ze met haar afge
wezen liefde eigenlijk geen
raad weet. Op sommige mo
menten komt die wanhoop
helder over. Al met al duurt
de monoloog een beetje
lang. Na een half uur is de si
tuatie volledig duidelijk. Wat
meer .schrapwerk zou het
stuk ten goede zijn geko
men.
hem gisteravond langs de
Stadsgehoorzaal voerde, is
kennelijk bedoeld als een jubi
leumfeest zonder een concept
of rode draad. Uiterst ontspan
nen zigzagde hij tussen zijn 32
albums door, zonder zich te
bekommeren om een opbouw.
Zijn zevenkoppige band speel
de foutloos. De Nijs was zeer
goed bij stem. Maar al die vrij
blijvendheid werkte af en toe
tegen de zanger.
Spanning was er pas vlak
voor de pauze toen hij een
nummer over zijn zoon zong
('Hij lijkt op mij'), afkomstig
van zijn nieuwe plaat, die vol
gende week verschijnt. Vooral
de afsluitende rap duidde ge
lukkig weer op De Nijs' zucht
naar muzikaal avontuur. Wel
zit er een taalkundig manke
ment in de tekstregel: 'Heel
m'n jeugd komt opnieuw weer
voorbij'.
Het tweede deel van zijn
concert was aanmerkelijk pitti
ger, met onder meer 'Banger
Hart' dat een rake visuele on
dersteuning kreeg met de pro
jectie op een scherm van zo'n
beetje al de hoezen van zijn
singles. De Nijs heeft er wa
gonladingen van gemaaki
maar alleen met 'Banger Hart'
de eerste plaats op de hitlijsten
bereikt. Toch was - veelzeg
gend - het nieuwe nummer
'Nu het om haar gaat' het ab
solute hoogtepunt
RECENSIE WIM KOEVOET
Concert: Rob de Nijs. Gehoord: 14/11,
Stadsgehoorzaal, Leiden.
Zanger Rob de Nijs, 35 jaar in
het vak, wil bij de tijd blijven.
De bijna 55-jarige stelt zich
open voor moderne invloeden.
Hij verwerkt ze keurig in zijn
muziek zonder dat ze domi
nant worden. Zijn publiek, dat
groot en trouw is, gaat daarin
mee maar eist dat hij de liedjes
waarmee zijn carierre goed op
gang kwam, blijft zingen. De
Nijs ontwikkelt zich hierdoor
niet in een bepaalde richting
maar doet voor elk wat wils.
Door die wat moeizame ver
standhouding met zijn publiek
moet hij soms vreemde bok
kensprongen maken. Zo ook
gisteravond in de afgeladen
Stadsgehoorzaal, waar opval
lend veel kinderen met hun
ouders waren meegekomen.
De Nijs liet stevige rockers met
gierende gitaarsolo's van Ferry
Lever zonder blikken of blozen
volgen door achterhaalde en
ultra-tuttige liedjes la het
'Ritme van de Regen'. De Nijs,
een grootheid in zijn genre,
moet toch het lef kunnen op
brengen om dat antieke lied
buiten zijn set te houden. Het
zelfde geldt voor de oproep
kaarsen voor het raam te plaat
sen.
Zijn huidige toernee, die