Stevenshof is zeker geen mislukking'
Tevredenheid, kritiek en wensen
El
ZATERDAG 8 NOVEMBER 1997
(regij
imer pick Tesselaar was in de jaren zeventig en tachtig
'doorF'vdA-wethouder van Volkshuisvesting in Leiden
chtss(en in die hoedanigheid verantwoordelijk voorde
tegé
drac# aanleg en de bouw van de Stevenshof.
en]
De inmiddels 57-jarige Tesselaar, die aan de
andere kant van de stad woont en geen
bemoeienis meer heeft met de gemeentepolitiek,
heeft zijn geesteskind zien groeien en bloeien. Bij
trole bereiken van de volwassenheid, blikt hij na
achttien jaar nog één keer om. Zijn algemene
indruk: 'Het is zeker geen mislukking geworden'.
Oud-wethouder DicJc Tesselaar blikt tevreden terug
Eigenlijk had de Stevenshof er tien
jaar eerder moeten zijn en hadden
er inplaats van de 4000 woningen
nu, 6000 moeten staan. Dat dan, als
het aan het Rijk had gelegen. Die
verordonneerde toentertijd 50 woningen per
hectare. In vergelijking met Zuid-West, ook
na de oorlog gebouwd, betekende dat 20 hui
zen per hectare meer. In vergelijking met de
Merenwijk nog altijd 10 meer en dat is best
veel, hoor. Gelukkig werd dat getal halverwe
ge ergens weer losgelaten, zodat er wat meer
speling kwam. Het is goed dat het uiteinde
lijk bij 4000 huizen is gebleven.
De grond voor de Stevenshof had de ge
meente al in het begin van de jaren zeventig
van Voorschoten aangekocht. Daar is tien
jaar niets mee gedaan omdat plotseling
'stadsvernieuwing' het toverwoord heette.
Daar kwam van overheidswege geld voor vrij,
veel geld zelfs als je het als gemeente handig
aanpakte. De Kooi en Leiden-Noord zijn van
dat geld gerenoveerd, vele monumenten in
de binnenstad opgeknapt en kilometers rio
leringen en walkanten vernieuwd. Mooie
dingen, maar eind jaren zeventig was de bo
dem van de geldkist in zicht en zat Leiden
met 10.000 woningzoekenden. En vroeg
Voorschoten zich af hoe het nu eigenlijk zat
met die nieuwe wijk. Toen zijn we aan de
slag gegaan in de Stevenshofjespolder.
Dat de kleine links partijen dwars lagen, her
inner ik me nog wel, ik geloof uit milieu-oog
punt. Ze hebben het enigszins opgehouden,
maar niet lang, want andere alternatieven
dan de polder waren er niet. Ons laatste
voorbeeld van een grootschalig nieuwbouw
project was de Merenwijk, met zijn naar de
rondweg gekeerde woonerven. Zo wilden we
het niet meer. Het werden vlekken ditmaal.
Met als voordeel dat je die ook vlek voor vlek
kon aanleggen, daar telkens iets anders en
iets aardigs van kon maken, vermits het maar
goedkoop was. Ja, dat was het credo: het
moest betaalbaar zijn voor de gemiddelde
Leidenaar. Een echt doorstromingsproject
voor mensen die een goedkope huur- of
koopwoning achterlieten. Voor jonge gezin
nen vooral. We gingen overal kijken. In Alme-
re, in Huizen, in Arnhem. Als ons iets beviel,
pikten we die architect eruit en lieten hem bij
ons ook een vlek ontwerpen. Ook de aanne
mers zochten we zelf uit. Daar hoef je nu niet
meer om te komen, om zo'n aanpak. Het had
ook nadelen, want aanvankelijk waren er veel
problemen met de huizen. Het lekte, het brak
af en weet ik veel wat voor narigheid nog
meer. Tja, dat geld, hé. Het moest allemaal
goedkoop.
De verdeling ging bij loting. Dat vergeet ik
nooit meer. Het hele Anthonius Clubhuis
stampvol met geïnteresseerden voor toen
nog maar een handjevol huizen. Hele toe
standen. Het ging eerlijk, hoor, met een nota
ris en alles erbij. We hadden in het begin zelfs
een clausule bedacht om speculatie te voor
komen. Wie binnen een bepaalde tijd ver
kocht, moest dat - zonder winst - doen aan
de gemeente. Gelukkig is dat plan niet door
gegaan. Wat een administratieve rompslomp
zou dat gegeven hebben, zeg.
Het nadeel van die loting was natuurlijk, dat
niemand iets kon uitzoeken. Dat gold ook
voor je buren, die kreeg je er gewoon bij. Dat
heeft wel tot oorlog geleid her en der; men
sen die totaal niet naast elkaar pasten, die el-
kaars bloed na verloop van tijd wel konden
drinken. Normaal ga je kijken of een huis en
de buurt je bevallen. Je laat je informeren.
Dat kon hier niet. Je nam het of anders nam
een ander het wel. Achteraf zet ik wel mijn
vraagtekens bij die loting. Of dat nu wel zo'n
goed systeem was.
Als ik kijk nu het klaar is, ben ik best wel een
beetje trots. Het is een leuke wijk geworden,
ook al is-ie wat mij betreft wat erg wit. Van
wege die 50 woningen per hectare staat het
eerste deel wat te dicht bovenop elkaar, maar
verderop zit er meer ruimte in, meer speling
ook en vooral meer diversiteit. Die staal-
bouwwoningen van Fons Verheijen waren
echt vernieuwend. De Stevenshof als links al
ternatief voor de door rechts gebouwde Me
renwijk? Klinkt leuk, maar is niet waar als je
kijkt wat de prijzen van de huizen
daar nu al doen. Daarmee is het
sociale er meteen ook weer vanaf.
Zo zie je maar hoe snel je door de
tijd wordt achterhaald.
moesten er 'van Rijkswege' 50 huizen op een hectare komen in de Stevenshof. Het resultaat: smalle straten, de huizen boven op el-
speelruimte.
Achterin de wijk is wél sprake van 'ruimtelijke ordening'. Het resultaat: grote huizen, brede straten en veel meer ruimte. foto's henk bouwman
geb
unei
VJFezinnen, veel
ongeren en hier en daar
wat senioren. Dat is het
jeeld van de Stevenshof
en zijn bewoners. We
spraken er vier en
noteerden hun
belangrijkste op- en
aanmerkingen.
De jongere
Johan van Gameren: op zoek naar
alternatieven.
foto's henk bouwman
Lekker hoor, wonen in de Ste
venshof. Leeftijdsgenoten ge
noeg, de Mondriaan-school om
de hoek in Zuid-West en het
LVC en Antonius Clubhuis in de
stad vlakbij. Nee, geen kwaad
woord over de wijk waar de 16-
jarige Johan van Gamefen sinds
zeven jaar woont aan de Maria
Rutgersweg. Het bevalt hem, sa
men met zijn vader, moeder en
broer tenminste een stuk beter
dan die flat aan de Milanen-
horst iq de Merenwijk.
Hoewel, er is toch een pro
bleempje: er zou eens een goe
de hangplek moeten komen.
Maar die is er toch? Dat blijkt
een misverstand. De hangplek
met skatebaan is namelijk voor
de alto's, die gasten met rare
broeken en wijde shirts aan,
skaters waar de gabbers niks
mee te maken willen hebben.
En omgekeerd.
Als de gabbers de hangplek na
deren en de skaters aan het
werk zien, worden ze gelijk
'weggetrapt' door de politie.
Bang als de sterke arm is voor
knokpartijen. Oneerlijk vindt Jo-
han dat want die alto's hebben
de hele plek in bezit. Maar niet
getreurd er zijn alternatieven
genoeg. Station De Vink, het
plein voor het station of een
portiek van een flat als het re
gent. Er is echter een probleem:
overal worden de gabbers 'weg
getrapt'. Johan begrijpt daar
niks van. Gabbers doen immers
niks. Inmiddels is hij met zijn
vrienden uitgeweken naar het
pleintje naast het LAK-theater.
Daar worden ze tenminste met
rust gelaten.
Verder dan school en 'hangen'
komt Johan door de week niet.
In het weekeinde gaat hij met
zijn maten naar gabberfeesten
in het LVC, Antonius Clubhuis
of disco's in Zaandam en Zoe-
termeer. Of naar het wijkfeest in
de Stevenshof, gezellig een bier
tje drinken. Als er helemaal
niets te doen is, huurt hij samen
met vrienden zelf wel ergens
een zaaltje. Altijd gezellig.
De senior
Mevrouw Schoenmaker liever
weerverhuizen.
door ERIC-JAN BERENDSEN
Wat doe je als de vier kinderen
en drie pleegkinderen zijn uit
gevlogen? Juist, je ruilt de te
groot geworden eengezinswo
ning aan de Hoflaan in voor een
seniorenwoning aan de Anna
Maria van Schuurmanstraat in
de Stevenshof. Gebouwd tussen
de huizen van gezinnen met
jonge kinderen, dus sociale
contacten verzekerd. Nou, dat
viel mevrouw Schoenmaker (78)
best wel tegen.
Aan haar woning ligt het niet,
die is al 14 jaar prima. Maar al
leen met haar naaste buren
heeft zij contact, verder niet.
Gelukkig komt de bakker nog
aan de deur maar de SRV-man
is al een paar jaar uit het straat
beeld verdwenen en de thuis
zorg blijft wel eens weg. Helaas
is zij niet meer zo goed ter been
en gebruikt ze een loopwagen
tje. Daarmee kan ze nog nèt op
de koffieochtend van het oude
renwerk komen, maar dan moet
ze wel de Stevenshofdreef over
steken. En daar wordt me toch
hard gereden, dat is gewoon
niet mooi meer. Daar- zou de
gemeente nou eens stoplichten
moeten neerzetten.
Voor vervoer is zij aangewezen
op haar kinderen, die haar thuis
ophalen en weer terugbrengen.
Helaas niet op zondag want dan
hebben ze zo hun eigen activi
teiten. Wat een verschrikkelijke
dag, die zondag. De bus is geen
alternatief want die chauffeurs
van tegenwoordig wachten niet
eens meer met optrekken totdat
je op je plaats zit.
Nee, het liefst zou mevrouw
Schoenmaker verhuizen. Een
aanleunwoning in Robijnhof
zou mooi zijn. Of liever nog in
Haagwijk, een beetje in de
buurt van de Hoflaan waar zij
vroeger heeft gewoond. Want
voor mensen die gezorgd de Ste
venshof zijn binnengekomen
maar lichamelijke problemen
hebben gekregen, is er helemaal
niets in de wijk.
De huisvrouw
Henneke Lovink: het Sporthuis
Centrum-gevoel.
Eén ding wist zij negen jaar ge
leden zeker: mijn kind groeit
niet in Leiden-Noord op, die
wijk verpauperde naar haar me
ning te veel. De Stevenshof
bracht uitkomst. En vanaf het
moment dat Henneke Lovink
(41) met man en zoon een huis
aan de Mary Zeldenrustweg be
trok, bekroop haar het Sport
huis Centrum-gevoel. De wo
ning was licht, ruim en had een
achtertuin, het deed haar den
ken aan een vakantiebungalow.
Na een paar weken Stevenshof
begon zij haar nieuwe woning
schoon te maken. Aan elke va
kantie komt immers een eind.
Alleen, de nieuwe 'gasten' kwa
men niet, het Sporthuis Cen
trum-gevoel bleek geen sprook
je maar realiteit.
Ook voor haar zoon was de Ste
venshof al snel een Eldorado.
Als enig kind vond hij lal van
speelkameraadjes van eigen
leeftijd. Maar Floris groeit op, is
inmiddels 14 en dan blijkt dat er
voor de oudere jeugd weinig te
doen is in de wijk. Het buurt
huis is meer op de kleintjes ge
richt. Jammer, want nu hangen
ze vooral 's zomers maar een
beetje rond en kattekwaad is zo
uitgehaald.
Jammer ook van dat 'flutwinkel
centrum'; veel te klein voor zo'n
wijk. Daar zou best een Hema
mogen komen. Maar goed, het
Leidse centrum is op de fiets
dichtbij en de bus stopt voor de
deur.
Ze droomt wel eens van een
huisje aan het water, maar wil
in de Stevenshof best oud wor
den. Ondanks de laagvliegende
auto's voor de deur en de overal
in de wijk geparkeerde cara
vans. Nee, er gaat niks boven
haar 'bungalow' aan de Mary
Zeldenrustweg want er zijn in
de Stevenshof ook straatjes die
zo smal zijn dat je kan zien wat
de overbuurman op zijn bord
heeft.
De onderwijzer
Wim Chrispijn: nooit in de file.
Wat moet je nou antwoorden
op de vraag 'wat vind je negatief
aan de StevenshoF? Na enige
aarzeling is Wim Chrispijn (42)
eruit A die kauwgom op de
grond rond het winkelcentrum.
Daar ergert hij zich behoorli jk
aan. Anders nog iets? Misschien
de parkeerplaatsen, of het ge
brek eraan? Nou, vooruit, in het
weekeinde kan het bezoek soms
maar moeilijk een plekje vin
den. En in de Hannie Schaft-
straal waar hij met vrouw en
twee kinderen woont, mag best
eens wat rustiger worden gere
den.
Maar verder geen kwaad woord
over de wijk waar de adjunct
directeur van R.K. basisschool 't
Klankbord sinds 13 jaar woont
en waarvoor hij een huurflat in
de Merenwijk achterliet. Lekker
rustig, de kinderen kunnen er
prima spelen, aardige buren en
de straatbarbecue is onovertrof
fen.
Maai* Chrispijn heeft ook een
onderwijzerspet op. Graag zelfs
want in de Stevenshof woont
een gemêleerd publiek, een
doorsnee van de Nederlandse
bevolking. En dat is niet makke
lijk voor een onderwijzer want
het brengt in de klassen niveau
verschillen met zich mee. En
daar moet je goed op kunnen
inspelen. Een uitdaging die hij
graag aanneemt.
Van Chrispijn mag er best een
sporthal in de wijk komen. Tus
sen de Kenauweg en de a44. is
nog wel een groenstrookje vrij.
Want bij de planning van de
Stevenshof heeft niemand er bij
stilgestaan dat er zóveel kinde
ren zouden komen wonen.
Daarnaast zou een sporthal het
niveau van de wijk verder op
krikken. Dat hebben de tennis
banen en ijsbaan al bewezen.
Nog één ding: een auto heeft
Chrispijn niet nodig om van
huis naar het werk te komen.
De halve Stevenshof werkt bui
ten Leiden. Hij niet. Hij woont
lekker dicht bij zijn werk en
staat nooit in de file.