Tweede huis in
buitenland droom
of ware nachtmerrie
*-
h
remeren is nu doodgewoon geworden
3rabantse vrachtwagenchauffeur is al een jaar zoek in Wit-Rusland
Binnenland
OENSDAG 29 OKTOBER 1997
IMEN INEKE INKLAAR
ikele Nederlanders krijgen
n zeemansgraf. Sommigen
oc$llen hun lichaam ter beschik-
van de wetenschap. Zij
idigen (eventueel in partjes)
hfide snijtafel van een laborato-
un als studiemateriaal voor
he neeskundestudenten. Een en-
di ling rust eeuwig in verre ijs-
akten of gebergten. Maar be-
era aven en cremeren zijn toch de
lalqyoriete uitvaartvormen. Net
meer dan de helft van de
nagderlanders gaat tegenwoor-
g in een kist onder de grond
procent); net iets minder
er
Il;inirn MrJriLinils IYr.lHiir.iu «.■•M-.v. IVc I
rwaordt 'verbrand' (48 procent),
het emeren is doodgewoon ge-
Diden, zo bleek uit een enquê-
van het instituut voor markt -
ïderzoek NIPO. „Wat velen
:h niet realiseren, is dat er ja-
n strijd voor geleverd is", al-
ïs Koos Vermeulen. Hij is al-
meen directeur van de AWL,
algemene vereniging voor
IJ] kverbranding. Met 410.000 le-
is dit in Nederland de derde
itura-uitvaartverzekeraar.
'as sinds eind jaren zestig
aat de wet lijkverbranding
httoe."
jn vereniging is in 1919 opge-
ie icht door joodse diamantbe-
ng ierkers, die ook aan de wieg
ite onden van vakbonden en an-
nto ire arbeidersverenigingen. De
stond toen ook nog voor 'ar-
ddersvereeniging' voor lijkver-
anding. De 'strijders' gingen
"onrvars tegen kerk en regering in
■hun progressieve streven
cverbranding dezelfde status
geven als begraven,
lor de jaartelling was creme-
n de meest gebruikelijke wijze
tl van een stoffelijk overschot
te komen. Vroegmiddeleeuw-
keizers en koningen zagen
so lar echter niets in; Karei de
rote heeft er in 783 zelfs een
50 i ficieel verbod op uitgevaar-
rooms-katholieke kerk heeft,
dus Vermeulen, tot ver in deze
deze beleidslijn gevolgd,
aar de wereldlijke heersers
de aanstichters van de
oo trguizing. „Want in de bijbel
aat nergens een passage die
(cverbranding expliciet ver-
edt."
is midden vorige eeuw durf-
in intellectuelen de discussie
NEDEN LEEUWEN DANNY VERBAAN
)Gb
over crematie weer te herope
nen. De voorvechters van toen
waren veelal vrijmetselaars die
een grote vrijheid van denken
en lijkbezorging nastreefden.
In tijdschriften plaatsten zij hun
fanatieke pleidooien, compleet
met tekeningen van wormen
die een lijk in een kist aanvra
ten. Hygiëne was dan ook hun
voornaamste wapen in de strijd.
Met resultaat, want in 1872
werd het eerste crematorium in
Milaan geopend. Twee jaar later
werd in Nederland de vereni
ging voor facultatieve (niet-ver-
plichte) lijkverbranding opge
richt.
Maar de mannen van het eerste
uur die per se na hun dood ver
brand wilden worden, moesten
de eerste jaren toch nog naar
Duitsland uitwijken voor hun
uitvaart naar keuze. Onder
meer Multatuli, de schrijver
Eduard Douwes Dekker, heeft
deze laatste gang gemaakt.
Pas 42 jaar later konden de ar-
beiders-lijkverbranders uitvoe
ring geven aan hun uitvaart
wens. Want toen kwam 's Neer-
lands eerste crematorium, Drie
huis bij Velsen, af.
Probleem was echter, dat de
wet op de lijkbezorging crema
tie niet toestond. De eerste 'ge
bruiker' van Driehuis, dokter
Vaillant, stond daarom toe dat
deze kwestie over zijn lijk werd
uitgevochten.
Hij werd illegaal gecremeerd,
waarna een rechtszaak volgde.
De handeling was verboden
dus was er een strafbaar feit ge
pleegd. Maar de juristen kwa
men erachter, dat de aanspra
kelijkheid niet geregeld was.
In de wet stond nergens, wie er
nu schuldig was: de overledene
die zijn wens kenbaar had ge
maakt, de familie die toestem
ming had gegeven of de uit
vaartondernemer die het li
chaam de oven ingeschoven
had.
Vaillant was de enige 'klant' van
Driehuis in 1914, maar van toen
af aan werd lijkverbranding ge
doogd. Zij het dat er een specia
le procedure voor ontworpen
werd. Zo moest altijd een lijk
schouwing worden verricht
door een onafhankelijke arts
voordat de kist werd dichtge
schroefd.
„Uit angst dat een levend per-
RIJSWIJK RUUD KLUMPERS
In Groot-Brittannië kiest zeventig procent van de mensen voor crematie.
soon in vlammen zou opgaan",
licht Vermeulen. „Onzin na
tuurlijk, want er zijn ook wel, zij
het zeer sporadisch, mensen le
vend begraven." Bovendien
moesten de nabestaanden altijd
een steentje kopen.
Verder moesten degenen di.e
kozen voor crematie die wens
altijd vastleggen in een codicil.
Midden jaren twintig waren er
262 mensen die in Driehuis
werden gecremeerd. Voor hen
waren er speciale faciliteiten.
De overledenen en hun familie
leden kwamen vanuit heel Ne
derland, vandaar dat de AWL
extra treinen voor hen inzette.
Eén wagon voor de kist, één of
meer voor de nabestaanden.
„De rails liepen voor het crema
torium langs."
Midden jaren dertig kozen 747
personen voor deze uitvaart; het
jaar na de oorlog waren het er
1549. Het bouwen van nieuwe
crematoria (1953 in het Gelder
se Dieren, 1963 Groningen)
zorgden voor een flinke groei
van het aantal mensen dat zich
na hun dood liet verassen.
Erkenning voor dit streven van
kerk en staat kwam pas relatief
laat op gang. Paus Paulus VI
heeft in 1964 het verbod of lijk
verbranding ingetrokken. De
Nederlandse regering kwam
nog later met haar erkenning.
Pas sinds 1968 is het wettelijk
toegestaan.
In 1970 werden bijna 15.000
(veertien procent van de overle
den) verast; in 1985 ging het om
49.250 personen (veertig pro
cent). Sinds begin jaren negen
tig stijgt het percentage nog
ARCHIEFFOTO DIJKSïkA
steeds licht. Inmiddels telt Ne
derland 54 crematoria waar de
jaarlijks de uitvaart van 64.000
mensen wordt verzorgd.
In Nederland is cremeren inge
burgerd, zij het niet zo sterk als
in Groot-Brittannië. Dat is voor
loper in Europa met ruim ze
ventig procent. Maar Nederlan
ders vinden lijkverbranding 'ge
woner' dan Italianen: daar vindt
nog minder dan twintig procent
crematie aanvaardbaar.
„Toch komen we tegen", aldus
directeur Vermeulen, „dat een
polishouder heeft vastgelegd
dat hij gecremeerd wil worden
terwijl de familie mordicus te
gen is. Soms ontstaan er onge
makkelijke ruzies over tussen de
nabestaanden."
Een bungalow aan de Cöte d' Azur, een appartement op
de Antillen of een villa aan de Costa del Sol. Voor steeds
meer Nederlanders komt een droom uit: het tweede huis
in het buitenland. Maar voor wie zich niet goed voorbe
reidt op de aanschaf zo'n woning, kan de transactie uitlo
pen op een nachtmerrie.
land houden ze aan voor fami
liebezoek.
Ook zijn er Nederlanders die
een groot deel van het jaar in
het buitenland wonen, omdat
het hun gezondheid ten goede
komt. Dat geldt in het bijzonder
voor de Costa Blanca. Het jodi-
umgehalte van de lucht is er
door de invloed van de zilte zee
zo groot, dat mensen met cara
en huidziekten er veel baat bij
hebben.
De wensen op de markt voor
buitenlandse huizen lopen sterk
uiteen; de één wil een chalet bij
een skipiste, een bungalow
naast een golfbaan of een ruïne
van een kasteeltje om te restau
reren. De ander geeft er de
voorkeur aan bij het strand te
wonen, midden in een bos, een
oud dorp of een bungalowpark
met landgenoten als buren.
Veel bezitters van een huis in
het buitenland brengen daarin
jaarlijks hun vakantie door en
verhuren het de rest van het
jaar. „Ze hebben zo niet alleen
een voordelige vakantie, maar
ook extra inkomsten. Een prima
belegging dus", zegt Van Balke
nende.
De kwaliteit van tweede wonin
gen in het buitenland die in de
jaren zeventig en tachtig zijn
gebouwd, laat nogal eens te
wensen over. De laatste jaren is
er sprake van een duidelijke
verbetering. Van Balkenende:
„De tijd van halfsteensmuren is
voorbij. Ook het comfort is toe
genomen, zoals vloerverwar
ming voor de frisse en airco
voor de te warme momenten."
Vooral in vakantietijd raken
mensen verliefd op een huisje
in de zon, tussen de lavendel en
Illustratief voor de hausse op de
buitenlandse huizenmarkt is
dat er alleen vorig jaar al zo'n
4.000 Nederlanders een optrek
je in Spanje kochten. Dit jaar
zijn het er nog meer. Ook
Frankrijk en Portugal zijn in
trek. De populariteit van het
tweede huis in het buitenland
heeft inmiddels geleid tot extra
bedrijvigheid. Zo'n 450 Neder
landse ondernemers houden
zich bezig met de verkoop van
onroerendgoed en de begelei
ding van de kopers.
„De staatsloterij hoefje niet te
winnen om een buitenlandse
optrekje aan te kunnen schaf
fen", zegt T. van Balkenende,
organisator van beurzen voor
wie geïnteresseerd is in een bui
tenlandse woning. Duizenden
laten zich tijdens dat soort eve
nementen informeren aan de
hand van foto's, maquettes,
brochures en lezingen door ju
risten, makelaars en notarissen.
Nederlanders kunnen volgens
Van Balkenende op dit moment
gemakkelijk geld vrijmaken
voor een woning in het buiten
land. „Ze sluiten voor de over
waarde van hun huis een twee
de hypotheek af. Voor een be
scheiden bedrag kun je vaak al
iets moois in je bezit krijgen."
Groeiend is ook het aantal men
sen, vooral ouderen, dat het ei
gen huis ruilt voor een goedko
per appartement in Nederland
en een fraai onderkomen in het
buitenland aanschaft. Wanneer
ze met VUT of pensioen gaan,
vestigen zij zich definitief in het
buitenland. Het flatje in Neder-
zonnebloemen. Een koopcon
tract is dan alras getekend.
„Maar groot is de deceptie wan
neer de kopers er 's winters te
rugkeren. Dan blijkt het dorp
verlaten en is er alleen drie kilo
meter verderop een bakkerij ge
opend. „Ie moet dus goed we
ten waaraan je begint", luidt het
advies van Edith Scholtes-Le-
maitre van Azur Assistance, dat
Nederlanders adviseert die een
woning in Zuid-Frankrijk willen
kopen.
„Neem daarom altijd een flinke
bedenktijd voordat je besluit",
adviseert van Balkenende. „Zet
eerst in Nederland de voors en
tegens op een rijtje en raad
pleeg erkende adviseurs. Koop
niet van foto of tekening. Ga ter
plaatse kijken voor je tot koop
overgaat."
Ook van timesharing kan men
volgens hem Hink spijt krijgen.
„Het systeem heeft een negatief
imago. Ie koopt met velen een
bepaald huisje, waarin je maar
een paar weken per jaar mag
Wie op eigen houtje een huis in
het buitenland aanschaft, loopt
het risico dat de transactie op
een ramp uitdraait. Vooral in
Portugal en Spanje liggen grote
problemen op de loer door de
taalbarrière en het gebrek aan
kennis over juridische, financië
le, planologische, bouwkundige
en fiscale zaken, stelt Annet
Ploeger, sales manager van
Property Finders International
in Maarssen, dat geïnteresseer
den in buitenlands onroerend
begeleidt.
Een notaris in Nederland heeft
de plicht na te gaan of op het
onroerend goed dat je wil ko
pen, een schuld zit zoals achter
stallige onroerend-goedbelas-
ting. In Portugal is dat volgens
Ploeger niet zo. „Laat je daarom
goed door een advocaat infor
meren, anders zou je wel eens
veel spijt kunnen krijgen."
;n jaar geleden verdween de Nederlandse
achtwagenchauffeur Ronald van Wolferen
het uitgestrekte niets van Wit-Rusland.
?uracties leverden alleen een lege truck
En een kater bij het wanhopige thuis-
nt.
Brabantse brigadier Ton van den Boom
judt zich allang weer bezig met andere
litiezaken en ook bij transportbedrijf
oekestijn in het Brabantse Mill heeft het
wone leven zijn loop hernomen. Toch is
hoop gebleven. Wie weet gebeurt er wel
:n wonder, is de gedachte die iedereen in
le stilte blijft koesteren. Misschien wel te-
;n beter weten in. Want het wordt steeds
oeilijker te geloven dat Ronald van Wolfe-
n nog leeft.
et is een jaar geleden dat de 26-jarige
achtwagenchauffeur uit Beneden Leeu-
en spoorloos verdween in de buurt'van
;t Wit-Russische Smolensk. Tal van pogin-
;n werden ondernomen om meer te weten
komen over het mysterie in het uitge
rekte niemandsland. Zelfs stuurde de fa-
lilie een noodkreet naar de koningin,
iefst zouden Stolk en de familie er niet
leer over willen praten. Het verdriet is te
oot. ,,De verwachtingen dat nog iets
ordt gevonden zijn minimaal", zegt Stolk.
Waar we hebben ons er niet bij neerge-
gd-"
an Wolferen is vrijwel zeker het slachtoffer
?vvorden van een groep criminelen, aange-
en ook van de lading nooit meer iets is te-
iggevonden. Zijn truck werd wel ontdekt:
wagen bleek, volledig uitgebrand, ergens
i een verlaten bospad te staan. „Men
eft ons gegarandeerd dat er geen mense-
ke resten meer aanwezig waren", verze-
irt politiefunctionaris Van den Boom.
r klinkt een sombere machteloosheid door
zijn stem. Hij had zo graag een ander
;rhaal verteld. Al was het alleen maar om
familie van Van Wolferen van de slopen
onzekerheid te bevrijden. De weten-
hap dat de bestuurder inderdaad is over-
den, is nu eenmaal nog altijd draaglijker
an de blijvende twijfel over zijn lot. Van.
;n Boom: „Het gebied zit vol veenputten
moerassen. Als hij daar in is gedropt,
an je het wel vergeten."
De aanlegger met daarin de lading van aanstekers is door getuigen nog gezien bij de grensovergang met Letland.
ken toonden de medewerkers zich evenwel
bereid de wagen doorgang te verlenen.
De chauffeur was een ervaren Rusland-rij
der en keek er niet van op: de route staat er
om bekend dat te pas en te onpas aan alle
mogelijke lieden geld moet worden afgedra
gen. Soms zijn het rovers die de wagens tot
stoppen dwingen, hoewel het eveneens ge
beurt dat personen in officiële uniformen
een vergoeding verlangen. Die kleding heeft
overigens niets te betekenen. Het kan een
vermomming zijn, maar ook zijn verhalen
bekend van overheidspersoneel dat door af
persing het salaris probeert aan te vullen.
Op weg naar Smolensk besloot de bestuur
der zijn combinatie aan de kant te zetten.
Hij voelde er niets voor een patrouille tegen
te komen die opnieuw geld van hem zou ei
sen en besloot 's nachts verder te gaan. Om
21.18 uur op die 15de oktober stuurde hij
een elektronisch bericht naar Brabant. Via
de satellietverbinding liet Van Wolferen we
ten hoe hij de luchtvering van zijn truck
dacht te kunnen aanpassen om de overbe
lasting van driehonderd kilo ongedaan te
maken. „Of zie ik dat verkeerd????", tikte hij
op het toetsenbord in zijn cabine. Het be
richt eindigde met twee woorden:
„Groetjes, Ronald."
Bedreiging
Het was het laatste levensteken. De volgen
de dag constateerde kantoorpersoneel aan
de hand van de satellietsignalen dat Van
Wolferen 's nachts was afgeweken van zijn
route. Zijn truck had nog enkele uren stilge
staan op een punt in de omgeving. Daarna
reed hij een kilometer of honderdzestig
richting Letland. Bij Curilovo stokte de rit.
Van den Boom: „Niemand weet wat er is
gebeurd. Het voertuig kon in elk geval niet
zomaar worden gestart, want er zat een be
veiliging met een code op. De gedachte is
dat Van Wolferen onder bedreiging zelf nog
heeft gereden of ten minste de wagen heeft
moeten starten."
Op oproepen kwam geen antwoord meer.
De oplegger met de aanstekers was al afge
koppeld. Getuigen verklaarden later dat ze
die hadden zien passeren bij de grensover
gang met Letland. Omdat de communica-
tie-apparatuur alleen op de truck en niet op
de trailer zat, kon deze riiet verder worden
getraceerd.
Directeur A. Boekestijn sloeg ogenblikkelijk
alarm. Per vliegtuig werden kledingstukken
van Van Wolferen overgebracht, zodat Rus
ARCHIEFFOTO QPD
sische honden aan de hand daarvan kon
den zoeken. Chauffeurs hielden hun oren
en ogen open, overal langs de route kwa
men posters met foto's van de verdwenen
Nederlander te hangen.
Ook belde Boekestijn de TROS, die tijd in
ruimde in het programma 'Vermist'. Op die
manier kwam Louise Smits ermee in aanra
king. De verkoopster van dameskleding is
voorzitster van een groep met zoekhonden,
die meewerkt aan het televisieprogramma.
„De betrokkenen beschikten over veel aan
wijzingen", aldus Smits. „We dachten dat
een speuractie een redelijke kans van sla
gen zou hebben."
Transport en Logistiek Nederland, de on
dernemersorganisatie voor het goederen
vervoer, nam de kosten van de reis voor
haar rekening. Begin december liepen
Smits en vier vrijwilligers met evenzovcle
honden door het gebied. De dieren zijn er
op getraind mensen of menselijke lichamen
te vinden die 'zitten, liggen of hangen'. Vijf
dagen is er gespeurd. Ook een chauffeur
van Boekestijn ging mee. Hetzelfde bedrijf
betaalde zelfs de benzine en de taxi's om
Wit-Russische agenten te kunnen laten
meerijden, want daar bleek de plaatselijke
politie geen geld voor te hebben. Ongeloof
lijk, schudt Smits het hoofd. „Die agenten
hadden al drie maanden geen salaris gehad,
dus zoveel animo om mee te helpen was er
niet. De eerste dagen liepen ze maar een
beetje achter ons aan te sjokken." De vrij
willigster hield er een fikse kater aan over.
„Ik had voortdurend het gevoel dat ze niet
eerlijk tegen ons waren."
Wantrouwen
Een incident met een aansteker versterkte
het wantrouwen. De dag voor het vertrek
bleek een politieman er een in zijn zak te
hebben die had toebehoord aan de lading.
Smits: „Hij vertelde dat hij 'm had gekregen
van een meisje. Hij leerde haar kennen in
een discotheek, was nog wat bij haar thuis
gaan drinken en zat zonder vuur om een si
garet aan te steken. Zij gaf hem toen die
aansteker. Want ze had er toch genoeg."
De agent stelde nog wel een onderzoek in,
maar nam genoegen met de afgelegde ver
klaring. Die kwam van de broer van het be
wuste meisje. Deze wist te vertellen dat hij
op zeker moment langs de kant van de weg
water wilde halen om de radiateur van zijn
auto bij te vullen. Zo vond hij een doos die
gevuld was met de aanstekers. Smits: „Die
jongen heeft nog wel vastgezeten, maar de
Wit-Russische politie vond het verhaal heel
aannemelijk en liet hem toen weer gaan. Ik
heb er nooit iets van geloofd."
En dan was er nog het bericht over enkele
andere uitgebrande trucks. Die waren ont
dekt in dezelfde omgeving. „Eerst hadden
ze zogenaamd niets gevonden. Toen ineens
zeiden ze dat ze ook de lichamen van twee
chauffeurs uit Polen en Letland hadden
ontdekt. Daarna werd weer verteld dat het
geen bestuurders waren, maar joggers, Ik
kan me dat gewoon niet voorstellen. Het is
er één bittere armoede. Er is geen mens die
daar gaat trimmen."
De Nederlanders verbeten zich van woede.
„Waar wij ons zo druk over maakten, kre
gen we echter van de politie te horen. Want
de Nederlandse autoriteiten hadden vol
gens hen maar één keer de mVfcite geno
men om naar de stand van het onderzoek
te vragen."
Achteraf had Van Wolferen misschien niet
in zijn eentje, maar in een konvooi moeten
rijden. Maar wie had ooit gedacht dat er bc-
langstelliilg zou zijn voor wegwerpaanste
kers, vraagt een bevriende relatie van Boe
kestijn zich af. Achteraf blijken ze in het
Oostblok soms wel tien dollar per stuk op te
brengen. „We rijden sindsdien niet meer
met risicovolle ladingen", zegt Boekestijn
zelf. „I Iet enige dat we nu nog naar Rusland
vervoeren zijn snijbloemen en grondstoffen
voor de chemische industrie. Daar kunnen
ze tenminste niets mee beginnen."